Kirsten Geisler de nieuwe med Het kunstwerk van De kunst, de poli het ruisende kor 134 1000. Het moderne muziekschrift wordt ontwikkeld in Europa. 1504. Michelangelo voltooit in Florence zijn beeld David. Het marmeren beeld (514 cm. hoog) is een van de belangrijkste werken uit de renaissance. u Antonio Gaudi werkt verder aan de Sagrada Familia - de kerk van de Heilige Familie - in Barcelona waar hij in 1884 aan is begon nen. Het gebouw is nog niet voltooid, maar wordt al beschouwd als een mijlpaal in de geschiedenis van de architectuur. 1906. Pablo Picasso, in 1881 geboren in Malaga, schildert Les demoiselles d'Avig- non. Een stuk dat wordt gezien als het eer ste schilderij van de twintigste eeuw. Een doorbraak in de principes van de tot dan toe geheel figuratieve kunst, het begin van abstracte kunst. 1927.Van de hand van Virgina Woolf ver schijnt 'To the Lighthouse'. Een roman over de onderlinge Felaties in een Brits upper middle class gezin. 1939. Billy Holiday, ofwel Lady Day, zingt Strange Fruit: een felle aanklacht tegen het racisme in de Verenigde Staten. 1942. Humphrey Bogart en Ingrid Bergman schitteren in wat een van de grootste film klassiekers aller tijden wordt: Casablanca. Een film die zes Oscars in de wacht sleept. 1505. Leonardo da Vinei werkt aan een portret van Mona Lisa. Het wordt het meest gekopieerde en gereproduceerde schilderij ooit. Da Vinci is een van de minst produc tieve schilders uit de geschiedenis. Van zijn ruim tien schilderijen zijn enkele niet vol tooid en enkele met hulp van anderen ge schilderd. 1594. William Shakespeare is klaar met zijn liefdesverhaal Romeo en Juliet. Een paar jaar later verschijnt Hamlet met de beroem de tirade over zelfmoord. To be or not to be, that's the question. 1606. Rembrandt van Rijn wordt in Leiden geboren als zoon van een molenaar. Zijn in 1642 geschilderde meesterstuk De Nacht wacht verkoopt hij voor het topbedrag van 1600 florijnen. Rembrandt overlijdt in 1675. 1786. Wolfgang Amadeus Mozarts opera Le nozze di Figaro gaat in première in het Weense Burgtheater. Vijf jaar later sterft het muzikale genie (vader van zes kinderen) op 35-jarige leeftijd, verwaarloosd en verarmd. Hij laat ruim 40 symfonieën achter. 1800. Ludwig von Beethoven weigert te geloven dat zijn doofheid steeds erger wordt en ongeneeslijk is. Langzamerhand wordt de pianovirtuoos gedwongen het concertpodium te verlaten en zich tot het componeren te beperken. 1890. Vincent van Gogh, de wegbereider van het expressionisme, pleegt zelfmoord na langdurige depressieve buien. In de tweeënhalf jaar daarvoor maakt hij zijn ge hele oeuvre: 450 schilderijen en 250 teke ningen. Ze wordt gesponsord door Philips en haar creaties komen tot leven met behulp van state of the art hi-tech apparatuur. Maar daarom is Kirsten Geisler (geboren in Duitsland, woonachtig in Haarlem) nog niet een van die kunstenaars die de schilderkunst failliet verklaart. Ook al ruilde ze twaalf jaar geleden haar penseel in voor de computermuis. Het gaat om bijzondere ideeën. „Soms teken je die uit met een stokje in het zand, soms heb je daar techniek voor nodig. Kirsten Geisler noemt haar liefko zend 'Beauty'. Een virtuele vamp die voorlopig alleen nog uit hoofd en schouders en bits en bytes be staat. Ze lacht als je een onnozele vraag stelt, ze negeert je hooghartig bij teveel opdringe righeid, en slaat discreet haar ogen neer als je haar in verlegenheid brengt. Die onder koelde perfectie is het resultaat van Geislers studie naar het ideale schoonheidsbeeld door de eeuwen heen en tegelijk een com mentaar op het heersende ideaal. „Vroeger had je het maar te doen met wat je bij je ge boorte meekreeg. Nu kan je je borsten bij de dokter bestellen. Veel vrouwen vooral in Amerika streven naar een onbereikbare, een virtuele schoonheid. Voilé, zij is de ultieme virtual beauty." De begeleidende tekst bij het project Virtual Beauties 1996-1999 spreekt over de technologie die heeft bereikt wat re ligie en revolutie hebben beloofd maar nooit hebben klaargespeeld: 'Onafhankelijkheid van de materiële wereld, van het fysieke li chaam van tijd en ruimte." Hoogstens de middelen zijn nieuw. „Sinds Plato proberen mensen toch al htm stoffelijkheid te ontstijgen. Ik wil wel voorop stellen dat ik niet bewust dingen voor de toe komst maak. Al die apparatuur, videocame ra's, flat sereens, dat is voor mij louter ge reedschap. Dat het nieuwe media betreft is voor mij secundair." Vandaar dat Geisler haar installatie 'Who are you' in '97 op een haast ouderwetse manier exposeerde in de Haarlemse Vleeshal en Ver- weyhal. Twee flat sereens, bijna zo plat als een schilderij en op dezelfde manier inge lijst. Geislers evolutie van virtuele schoonhe den moet zich ontwikkelen van Beauty 1 die naar je 'luistert' tot een toekomstige Beauty 3 die de toeschouwer zelf kan samenstellen. Ze heeft haar lievelingen al geëxposeerd op prestigieuze kunstbeurzen als de Art Chica go, Art Basel. En het ZKM, een centrum voor de mediale kunsten in Karlsruhe, heeft 'Who are you' aangekocht voor de permanente collectie. Inmiddels onderhoudt ze ook al warme contacten met het Museum of Mo dern Art in New York. Het gaat hard. „Als ik drie jaar geleden vertelde dat ik een virtual had gemaakt, zag je vragende gezich ten en hoorde je opmerkingen als: Wat? Een virgin1. Nu maken mensen zich die termen 'Virtual Beauty' van Kirsten Geisler. steeds meer eigen en is er een bereidheid om op andere manieren dan met potlood of penseel met kunst bezig te zijn." Net zoals Geisler twaalf jaar geleden. Schil deren bleek zoals ze zelf zegt: 'niet haar ei'. En dat kwam mede door Baselitz. Ter gele genheid van zijn vijftigste verjaardag vond in Bremen een overzichtsexpositie plaats van de Duitse kunstenaar. Ze probeerde met hem in contact te komen om een stage te re gelen. „Ik had het idee dat ik dezelfde taal sprak als hij." Het lukte, maar de ontmoeting was tegelijk een keerpunt in haar carrière. Terwijl ze in Bremen langs al die werken van de meester liep, drong zich steeds meer de gedachte op: wat heb ik hieraan toe te voe gen? „Het was een te grote herkenning met mijn werk. Ik zat in zijn vaarwater en hij was zoveel verder dan ik. En dan? Ja dan besef je dat je altijd in zijn schaduw zal blijven staan." Handen gaan machteloos de lucht in. Ze is dus niet gestopt omdat ze vond dat de traditionele beeldende kunst aan het eind van deze eeuw failliet is en dat we met zijn allen maar de nieuwe media moeten gaan omarmen. „Oh, nee, nee, nee. Ik zie nog vaak genoeg hele interessante dingen. Vroeg werk van de Nederlandse schilder Zandvliet en werk van Jean Michel Basquiat. Die tren dy statements, daar kan ik dan ook niks mee. 'Schilderen is dood' pfft." En of de nieuwe mediakunst al volwassen is, is maar de vraag. PAULINE SLOT, schrijfster (debuteerde begin dit jaar succesvol met de roman 'Zuiderkruis') „Een van mijn meest memora bele kunstervaringen is de ten toonstelling geweest van de Britse schilder David Hockney x aÊËk ^et R°tter<famse museum fcH Boymans van Beuningen. Ik heb ontzettend genoten van zijn grote wand met schilderij- - en van teckeltjes, met stillevens en foto's. Van tevoren wist ik ook niet goed wat ik er van moest denken: een ten toonstelling over hondjes, maar ik ben toch gegaan en ik denk er nog regelmatig aan terug. Het was zó hart verwarmend, opbeurend, vertederend en mooi... Ik ben zelf helemaal geen teckelfan maar ik vind het wel grappig dat iemand hondjes als onderwerp voor zijn schilderijen gebruikt. Dat is eigenlijk not done. Een kat is in die kringen een veel modischer object. Maar Hockney vangt die teckels echt op zijn schilderijen: ze zitten en liggen daar in al hun teckelachtigheid... Ik kan veel andere dingen noemen die ik mooi vind in de kunst en ik wil ook niet zeggen dat dit het beste is dat in 2000 jaar gemaakt werd. Maar ik ben zelden zo goedgehumeurd een museum uitgekomen als toen bij Hockney. Ik heb in mijn boekenkast een catalogus over die tentoonstelling in Rotterdam en daar staat een ge weldige foto van hem in waarbij hij heel gezellig in een stoel zit met onder elke arm een teckel. Leuk en genoe- gelijk om naar te kijken. Dat heeft wel wat, zo'n schil der die hondjes schildert." MILLENNIUM De teckel als onderwerp van David Hockney. In de kelder van het stedelijk muse um van Tel Aviv stuitte ik dit voor jaar op een tentoonstelling van gra fisch kunstenaars, die eind jaren veertig, begin jaren vijftig hun ziel en zaligheid hadden uitgeleend aan de Histradoet, zeg maar de FNV van Israël. In een armzalige woestijn was de opbouw gaande van het beloofde land. De zegeningen daarvan wer den bezongen op posters, boekomslagen en lucifersdoosjes. Je zag veel ruisend ko ren, met daar tussen vrolijke arbeiders, met opgestroopte mouwen, onder een stralen de zon. Dat soort afbeeldingen kom je wel vaker tegen. Eigenlijk moet je vaststellen dat overal waar wereldverbeteraars aan de macht waren, die ruisende korenvelden opdoken. Op plaatsen waar ze nog aan de macht moesten komen, zag je weer het omgekeerde. Bedelende moeders met in lompen geklede kinderen in donkere stra ten. In de kunsten, want daartoe wordt dit werk veelal gerekend, zeker als het eenmaal een tijdje oud is geworden, heet dat soci- aal-realisme. Dat is trouwens een misleidende term. Want tussen de vrolijke, heroïsche kunst uit de woestijn en de steppe en de sombere grafiek uit de achterbuurten zit een princi pieel verschil. Het ene is gemaakt met de opdracht de werkelijkheid te verfraaien om de heersende politiek te dienen. Het andere probeerde de werkelijkheid te laten zien zoals ie was, zonder betalende opdrachtge ver op de achtergrond en met het doel de heersende politiek te alarmeren Met dat sociaal-realisme in de beeldende kunst gaat het niet goed. De wereldverbete raars zijn bijna overal naar huis gestuurd en daarmee ook de kunstenaars die er hun brood mee verdienen. In een beschaafd land als Nederland hoeft de overheid geen propagandisten in te huren om de burgers koest te houden en zijn er steeds minder verkrotte achterafstraatjes met bedelende moeders. Behoort daarmee ook de band tussen de overheid en de kunsten tot het verleden? Allerminst. Je zou zelfs kunnen zeggen dat die relatie pas begint, waar de opdracht tot het maken van korenvelden eindigt, omdat pas dan de overheid de kunstenaar serieus neemt. Dat geeft weer andere moeilijkheden. Kunstenaars voegen aan de werkelijkheid toe wat hun verbeelding hen ingeeft. Ze kunnen zich door alles en iedereen laten inspireren, maar ze zijn principieel vrij om te doen en laten wat ze willen. Zo was het niet altijd, zo is het steeds vaker en zo moét het nog meer worden. Een beschaafde overheid moet daarover waken, want een land zonder vrije kunst, daar is niks aan. Toen Charles de Gaulle ooit werd gevraagd of hij niet eens moest optreden tegen Jean Paul Sartre die zijn Algerije-beleid niet af latend kritiseerde, sprak hij de legendari sche woorden: „Men arresteert Voltaire niet." Zo is het maar net. Behalve hoeder van de kunst is de overheid ook financier en zelfs opdrachtgever. Er gaan jaarlijks honderden miljoenen belas tinggeld naar de kunst, want een vrije kunst moet, behalve van de politiek, los kunnen staan van de waan van de markteconomie. Niet iedere politicus kan daar mee leven. Sommige socialisten bijvoorbeeld dromen nog van een betere kunst en dat is meestal een kunst waar meer mensen oog voor hebben. Kunst, zo vinden ze, mag niet eli tair zijn en dat betekent dat je de mensen in het land op zijn best in twee groepen moet kunnen verdelen: de ene groep maakt kunst en de andere geniet ervan. Zo schreef Nieuw-Linkser André van der Louw bijna twintig jaar geleden in het artikel ,Om de vrijheid van de kunst' dat politiek de kunst gunstig kan beïnvloeden en omgekeerd, dat kunst een politieke taak heeft. Dat heimwee naar de korenvelden zou je nor maal gesproken kunnen laten voor wat het is, ware het niet dat de man een jaar later minister van cultuur werd en dus namens u en mij als hoeder van de vrije kunst moest gaan optreden. Dubbel feest was het toen hij weer een jaar later al demissionair was en de P.C. Hooftprijs voor de literatuur mocht uitrei ken aan de essayist Karei van het Reve, een gevierd tegenstander van het type over heidsbemoeienis waar de Van der Louws van Nederland zo tuk op zijn. In zijn dank rede veegde Van het Reve hoffelijk, maar efficiënt, de vloer met hem aan: „Er zijn elf boeken van mij op de markt. Er zijn zes boeken op de markt van Toon Hermans. Van mijn boeken zijn verleden jaar, in 1981, 1.186 exemp ongeveer drie per zijn verleden jaar or per dag verkocht. Nederlandse publie tuiging, dat een Ne< tij en een Nederlai deel over die keuz< niet op middelen rn ze te veranderen/' derslot. Voor wie het no Reve een citaatje u te berde. „Verkregei gemeenschapsgeld, om lekker je gang te ongelegitimeerd, c meenschap." Reve uitspraak te verzoe van Van der Louw, van sociaal-democj zijn hoofd zou ha kunstenaar in het g( Ach, hoor ik u denk lang geleden. Van toch nooit meer iet lukkig waar, maar weinig bespaard g moet je van der Lo grootheid de l ding uit te reiken a ticus. Twee chiisten-democraa Hooftprijs bijna om geren aan Hugo deze de regeringsp op de hak nam. Hi gesteimd door de toenmalige kabinet- Meer voorbeelde staatssecretaris Nui Nederlandse muziel orkesten, of die orke nou leuk vonden of le Rick van der Plo meer mensen moete sidie te kunnen beh( veertig tot zestig m lochtone kunstenaai bliek te geven. De m dat socialisten uit zij christen-democratfi je het met liberalen kortom weinig De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 36