li Verbeten, maar kansloos gevecht De oudste renner kan niet meer Nr.21: Marco van Basten ZATERDAG 31 JULI jsporlers v; deze eeuw J Honderd jaar sport, hondt jaar prestaties van format Tijd voor het maken vaneen verbiddel ij ke ranglijst. Wie de beste Nederlandse topspot van deze eeuw? Gedurende het hele jaar wc elke week op deze plaats ei sportfiguur geportretteerd van de redactie een plaats h gekregen in de top 50. 2. 19. 20. 21. Marco van Basten 22. Atje Keulen - Deels 23. Reinler Paping 24. Arie van Vliet 25. Faas Wilkes 26. Bettine Vriesekoop 27. Floris lan Bovelam 28. Nelli Cooman 29. Ron Zwerver 30. Gerrit Schulte 31. Marianne Timmei 32. Jan Timman 33. BebBakhuys 34. ZusBraun 35. Leontien van Moo 36. Willem van Hanegl 37. Tinus Osendarp 38. TiesKruize 39. Jan Raas 40. Rik Smits 41. Piet Roozenburg 42. Kees Verkerk 43. Piet van de Pol 44. Ellen van Langen 45. Gianni Romme 46. Marcel Wouda 47. BokdeKorver 48. Rein de Waal 49. Bep van Klaveren 50. fustGöbel 135 door GIJSBERT SPIERENBURG Marco van Basten (31 oktober 1964) werd tot drie keer toe uitgeroepen tot de beste voetbal ler van Europa, in 1988,1989 en 1992. In 1992 werd hij ook gekroond tot 's werelds beste voetballer van het jaar. De geboren Utrechter voetbalde voorAjax en AC Milan, met beide teams werd hij drie keer lands kampioen. Van Basten kwam 58 keer voor het Nederlands elftal uit. Daarin maakte hij 24 doelpunten. Z'n belangrijkste treffer scoorde hij tijdens het EK in 1988, liet jaar dat Oranje in West-Duitsland Europees kam pioen werd. Z'n carrière liep tenslotte stuk op een kapotte enkel. Het wonder openbaarde zich dit jaar op een mooie lente avond in de ArenA tijdens een Memorial die, in eerste in stantie, in z'n geheel aan Johan Cruijff was opgedragen. De betovering op het afscheidsbal van de legendarische nummer Veertien bereikte z'n hoogtepunt toen in een ge lukzalig moment in de Amsterdamse voetbaltempel ook de 'Zoon van God' verscheen, het voormalige Utrechtse spillepootje Marco van Basten. Daar stond hij dan, San Marco, langs de zijlijn, klaar om in te vallen. In zijn shirt, nummer 9 op de rug, 34 jaar in middels. Het uitverkochte stadion trilde van opwinding en verwachting. Kon hij het nog? Kon hij nog toveren sinds in de zomer van 1995, op de middag van de 17de augustus, was ko men vast te staan dat z'n rechterenkel niet meer te repa reren viel. De drievoudig Europees en wereldvoetballer van het jaar moest na een verbeten, maar kansloze strijd de handdoek werpen. Veel te vroeg. In Milaan gaf hij een persconferentie. Hij zei niet meer dan nodig was. „Het nieuws is kort. Ik heb besloten te stoppen als voetballer. De mazzel." Op 26 mei 1993 had hij z'n laatste wedstrijd gespeeld, in het Olympia Stadion van München, de Europa Cup 1-fi nale met AC Milan tegen Olympique Marseille. Het was een avond zonder glorie. Milan verloor, met 1-0. Vier mi nuten voor het einde verdween Marco van Basten al in de catacomben. Stilletjes en roemloos en natuurlijk weer met die eeuwige pijn 'in dat poot'. Twee weken later vond in de kliniek van dokter Martens in Antwerpen opnieuw een operatie plaats, de zoveelste, aan het gewricht dat onherstelbaar beschadigd leek. Het kraakbeen dat voor de smering moet zorgen, bleek te zijn afgesleten. „Het is een natuurlijk en traag proces zei de dokter. „Ge moogt op dit vlak niet forceren en geen risico's nemen. We moeten de natuur zijn tijd geven. Zonder stress, zon der spanning, zonder druk." De langdurige revalidatie bleef, uiteindelijk, ook zonder resultaat. De vier operaties na december 1992 ten spijt. „Het is geen brommer die je even repareert", zei dokter Martens, één van de vele specialisten in binnen- en bui tenland die Van Basten in de loop der jaren tevergeefs consulteerde. De vele vragen bleven onbeantwoord. „Ik weet niet of de doktoren me altijd hebben geholpen, want vanaf 1992 is de situatie niet echt verbeterd. Het leek me dat het na elke operatie eerder slechter dan beter ging. Ik ben geopereerd, onderging behandelingen met water en hitte en acupunc tuur en ik ben zelfs naar medicijnmannen geweest. Niets hielp." Met z'n woede liep hij doorgaans niet te koop. „Ik heb tweeënhalf jaar gevochten als een beest. Ik heb harder ge werkt dan in de periode dat ik voetbalde. Al die behande lingen en trainingen als de anderen vrij waren. Krijg nu al lemaal het lazarus maar met die enkel. Ik heb het gehad. Ik begrijp niets van die enkel. Ik heb gevoetbald met jon gens die in coma hebben gelegen, maar mijn blessure was blijkbaar niet te genezen." In de jongenskamer van z'n ouderlijk huis in Utrecht lig gen de relikwieën van een schitterende carrière, verza meld en bewaard door z'n grootste fan, vader Joop. Daar hangt z'n eerste shirtje van UW. Daar hangt het Oranje- tricot waarin hij in 1988 met het Nederlands elftal Euro pees kampioen werd. Daar hangen de foto's. Daar staan de trofeeën, de kleine en de grote. Het is een indrukwek kende eregalerij van een, helaas, onvolmaakte voetbal loopbaan. Z'n vader leed al die jaren in stilte met hem mee.Als Marco mij zondags na afloop van de wedstrijd in San Siro naar het vliegveld van Milaan bracht, zei hij het me vaak: 'Pa, ik heb weer pijn aan mijn poot'. Ik zei dan niets meer. Dat was maar beter zo, vond ik. Ik wist wat hij doormaak te. Zelf heb ik twee nieuwe heupen gekregen als gevolg van een kraakbeenaandoening. Ik weet wat het is om pijn te hebben." Joop van Basten had z'n wereldberoemde zoon het liefst z'n eigen enkel willen schenken. „Ik heb het Marco meer dan eens gezegd: je kunt zo mijn enkel krijgen. Dan neem ik de jouwe wel. Als 't moet vandaag nog. Ik vraag het me wel eens af: tegenwoordig kunnen die dokters de mooiste transplantaties verrichten. Ze kunnen een hart overplaat sen, een nier, een mild. Maar met een eenvoudig enkeltje schijnt het maar niet te kunnen." Het achteraf fatale ongeluk voltrok zich op een zondag middag in het Groningse Oosterpark-stadion voor de neus van z'n vader. Het was 7 december 1986: FC Groningen - Ajax. De zoon: „Edwin Olde Riekerink kwam op me af met ge strekt been. Normaal doe ik dat ook wel, maar ik wilde de ze keer de bal op een nette manier wegwerken. Dat liep verkeerd af. Ik werd op mijn enkel geraakt." De vader: „Het is jammer dat het zo is afgelopen. Ik weet nu dat je met geld ook kunt huilen. Het is toch een voet baller geweest, naar wie het publiek speciaal kwam kijken. Van die huis-tuin-en-keuken-voetballers hebben we er zat." Marco van Basten leidt de laatste jaren een teruggetrok ken bestaan. Hij woont met z'n vrouw en kinderen in het hartje van Monaco. Golf is z'n nieuwe passie. Marco van Basten: 'Zo'n voetballer naar wie het publiek speciaal kwam kijken'. foto*archief Op 15 augustus wordt het 31ste wereldkampioenschap wielrennen voor veteranen gereden. Dit keer zonder een vertrouwd gezicht in het deelnemersveld: dat van Pie Vaesen. Alle keren was hij erbij, maar nu gaat zijn leeftijd hem parten spelen. Op zijn 92ste moet de Limburger - vier keer kampioen - afhaken. 'Het gaat niet meer'. De bekentenis komt van zijn dochter: „Het is moeilijk toe te geven dat het niet meer gaat." Pie Vaesen, van 29 november 1906, doet voor het eerst sinds dertig jaar niet mee aan het wereldkampioenschap wielrennen voor ve teranen. Er klinkt berusting in zijn stem: „Ik fiets nu een half uur op de hometrainer, bui ten durf ik het niet meer." Vaesen zelf wijt zijn afwezigheid vooral aan een recente aanval van galstenen. „Maar sinds kort eet ik weer goed, dus ik richt me op het WK van volgend jaar." Ten slotte is hij dan pas 93.... Maar even later geeft de Maas trichtenaar eerlijk toe dat hij zich eigenlijk niet meer een helling ziet af suizen. „Bergaf gaat zo ontzettend hard. Als je dan valt, ben je er geweest." Dertig keer is het WK voor veteranen ge houden in het Oostenrijkse Sankt Johann en Pie Vaesen: „Een fiets staat beter dan een wandelstok." foto gpd»frits widdershoven steeds was Pie Vaesen van de partij. In de ca tegorie 90+ werd hij al vier keer titelhouder. Logisch, zeggen ze in Maastricht: hij was eni ge deelnemer. Maar hoe kan dat: 'pas' 92 jaar en al vier ti tels? „Ik heb ook een Belgisch paspoort met een foute datum. In Sankt Johann denken ze dat ik 94 ben," grijnst de man die door Ivo Niehe en André van Duin al eens als een soort bezienswaardigheid op de buis werd gehaald. Kort na de Eerste Wereldoorlog ging Vaesen bij zijn vader in de houtzagerij werken. Hij hield enorm van fietsen, maar wedstrijden rijden mocht niet van zijn vader. „Hij was erg streng en ouderwets. Ik zaagde een keer twee vingers van mijn linkerhand. Ze lagen op de grond. Hij zei alleen: 'Had je maar be ter moeten opletten. Misschien dat ik me daarom zo wil waarmaken met dat fietsen." Toen zijn vader dood was, pakte Pie Vaes- sen het wielrennen officieel op. Hij was toen een jaar of 57. „Voor een soort weddenschap fietste ik naar Rome, nog steeds de mooiste gebeurtenis van mijn leven." Vervolgens de buteerde hij in de categorie 'liefhebbers'. In de prijzen reed hij niet. „De anderen waren twintig jaar jonger. In 1975 beleefde Pie Vaesen in Mexico zijn hoogtepunt. Hij reed al jaren duokoersen met beroepswielrenners als Harrie Stevens, Bennie Ceulen en Roy Schuiten. „Die won ik allemaal, want vanwege mijn leeftijd kreeg ik handenvol bonificatie. Dat was niet in te ha len." Toen Schuiten naar Mexico City trok om het werelduurrecord van Eddy Merckx te verbeteren, mocht Vaesen mee van Schui- tens ploegleider Peter Post. De Limburger maakte van de gelegenheid gebruik om het werelduurrecord voor 65-plussers aan te val len. Waar Schuiten faalde, daar slaagde Pie Vaesen. Tot op de dag van vandaag staat het record voor 65-plussers op zijn naam: 37 ki lometer en 295 meter. Bij het komende WK voor veteranen zullen de Oostenrijkers het op 15 augustus voor het eerst zonder de markante Maastrichtenaar moeten stellen. „Hij is twee keer zó zwaar gevallen dat ze hem met de ambulance moesten vervoeren", zegt zijn dochter. „Het huidige verkeer gaat hem gewoon te snel. Zijn gezichtsvermogen en gehoor worden minder. Dan ben je aan de Goden overgele verd." Van de dokter moet de scheidende wereld kampioen 90+ meer wandelen. „Maar ik neem altijd de fiets mee," zegt hij met na druk. „Dat staat beter dan een wandelstok." JOOS PHILIPPENS i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 34