Werken aan vrede Buitenland Somalië probeert warlords op zijspoor te zetten Somalië kent achteneenhalf jaar na de val van het regime van Siad Barre nog altijd geen vrede. Het heeft ook nog steeds geen rege ring. De beruchte 'warlords' (krijgsheren) blijken nauwelijks be reid om in het landsbelang een uitweg uit de impasse te zoeken. De bevolking is het zat en onplooit nu zelf initiatieven om buiten de warlords om vrede in het land te bewerkstelligen. De resultaten tot dusver zijn hoopvol. Het fort van een Somalische warlord op zondagmiddag. De zon schijnt, maar het toneel is donker. Grimmig kijkende jon gens met bloeddoorlopen ogen zitten met een machinegeweer in de aanslag op een stuk of zes met zwaar geschut uitgeruste pick-ups; zogenaamde 'technicals', die als een barricade voor het woonhuis staan op gesteld. Onder een overkapping aan de an dere kant van het het terrein staan wat af gedankte wagentjes. Her en der lopen jon gens met zonnebrillen op en AK-47's in de hand. De vreemde 'technical' die het ter rein oprijdt ter bescherming van de bezoe kers. wordt als een vijandig element scherp in de gaten gehouden. De krijgsheer die zich in deze ambience van wapens en grimmigheid ophoudt, is Musa Suudi, een voormalige chauffeur (in het Barre-regime) van middelbare leeftijd die op zijn 'eilandje' in Mogadishu-Noord almaar halsstarrig en onverzoenlijk zit te wezen. Maar duidelijk is hij wel. Het groot ste obstakel voor vrede is volgens hem Hussein Aideed, een van de belangrijkste warlords, die evenals zijn strijders niet in Mogadishu thuishoort en daarom dient te rug te gaan naar zijn regio van herkomst. „Zo lang dat niet gebeurt, kan er van vrede geen sprake zijn", zegt Suudi. Zij vormen een bezettingsleger en daar kunnen we geen zaken mee doen. En als ze niet gaan, zullen we ze dwingen. Met kogels ja." Zelf neemt Suudi echter geen enkel initia tief om tot een vergelijk met zijn rivalen te komen. Het enige wat hij doet, is alles en iedereen afwijzen. Als hem gevraagd wordt of hij de mobiele telefoon die voor hem op tafel ligt, al eens heeft gepakt om Aideed te bellen en een bijeenkomst voor te stellen, grijnst hij. „Nee, ik heb deze kwestie nog nooit met die jongen besproken." Veel vertrouwen heeft hij ook niet in over leg met Aideed die volgens hem alleen 'de taal van geweld' begrijpt. De stelling dat steeds meer mensen zich van de clanlei ders afkeren en hun machtsbasis daardoor aan het inkrimpen is, doet Suudi af als on zin. „Dat zeggen mensen die strijd voeren bij een kopje thee." Zijn invloed strekt zich volgens hem nog altijd uit tot de buitenwij ken van de stad, omringende dorpen en een gebied zeshonderd kilometer ten zuid westen van Mogadishu. „Op mijn begrafe nis zullen jullie kunnen zien hoe groot mijn aanhang is." De enige krijgsheren die tot op heden zijn gaan samenwerken, zijn Hussein Aideed en Ali Mahdi, eens aartsrivalen maar nu ka meraden binnen het sinds kort bestaande Benadir-bestuur, bedoeld om in Mogadis hu en directe omgeving weer enige vorm van orde, gezag en regelmaat te realiseren. De beide hoofdmannen verkeren op het moment van ons bezoek elders, maar hun plaatsvervangers, Isse (Aideed) en Addo (Ali Mahdi), zetten zich graag gebroederlijk achter een tafel om te melden dat zij ge zorgd hebben voor de verdwijning van de zogenaamde groene lijn, die de stad jaren lang in tweeën splitste en waarlangs zwaar gevochten is en veel doden zijn gevallen. „Iedereen kan zich nu vrij door de hele stad verplaatsen." Ze wijzen op de demobi lisatie van drieduizend van hun strijders die nu een officiële politiemacht vormen, al is ze wegens gebrek aan geld nog altijd niet op straat actief. Beide vice-warlords om schrijven Mogadishu desondanks als 'zeer, zeer vredig'. V eiligheidsproblemen Natuurlijk gaat er ook nog wel eens wat mis. „Er komen steeds meer mensen terug naar de stad, waardoor veiligheidsproble men ontstaan. Het gaat dan om gewone criminelen. Daar kun je het Banadir-be- stuur niet voor aansprakelijk stellen. Het zijn niet meer dan kleine incidenten." Bei den koesteren de hoop dat hun bestuur als basis kan dienen voor 'een nieuwe regering en vrede in het hele land'. Probleem is dat samenwerken voor de andere krijgsheren voorlopig ondenkbaar is. Zij wijzen het ini tiatief van Ali Mahdi en Aideed als onbe duidend van de hand en menen dat beiden er alleen maar op uit zijn om de internatio nale gemeenschap op het verkeerde been te zenen om zo hun eigen huid te redden. Liever blijven ze zich zo lang mogelijk krampachtig vastklampen aan hun eigen beperkte machtsbolwerkjes. Gevolg is dat, ondanks het opheffen van de groene scheidslijn, andere clans nog altijd als riva len worden beschouwd en niet overal wel kom zijn. De situatie blijft daarom uiterst onvoorspelbaar. Achterdocht en aanverwante spanning be palen de omgang. Veiligheid is nog steeds een relatief begrip. Twee auto's met blan ken worden door drie met veel vuurwapens uitgeruste 'technicals' begeleid. Niemand haalt het in z'n hoofd om te gaan lopen of in het donker rond te rijden. Mogadishu en omstreken zijn nog altijd vergeven van de wapens en ongecontroleerde elementen. Niemand die het risico van een overval of kidnapping wil lopen. In het totaal kapot geschoten centrum van foto ap sayyid. 1 bloedend terug naar huis. Negen maand n later baarde ze een zoon. j( Door bemiddeling van haar moeder was c een neef uiteindelijk bereid met haar te 0 trouwen en werd voorkomen dat de ge meenschap haar verstootte. „Aanvankeli dacht ik, dat 't het einde van m'n leven was", zegt Madino nu, vijfjaar later. „Ge0 lukkig heb ik een nieuwe start kunnen m j! ken. Ik zet me nu ook actiefin om vrouw r bewust te maken van hun rechten en he 0 te mobiliseren. Ik ben bereid te sterven r( voor vrede." e Hoopvol De Nederlandse ontwikkelingsorganisati Vc NOVIB is een van de weinige internatior le, niet-gouvernementele organisaties (d niet door overheden gestuurde ngo's) dj vertrouwen heeft in de civiele beweging v die ook krachtdadig steunt. Algemeen di r( recteur Sylvia Borren, op bezoek in Som ri lië, zegt: „Het is gevaarlijk als je zo'n lan lv zo lang aan z'n lot overlaat. Allerlei mafi r£ so-achtige elementen die zich inlaten m 0l handel in wapens en drugs, krijgen het U) voor het zeggen. Wij kiezen ervoor die b e, nenlandse organisaties te steunen die c< r crete activiteiten opzetten en die strijde: a; voor democratische waarden in de sam: n leving. Onze partners zijn organisaties d zelf aan de slag zijn gegaan omdat ze be fen dat hun problemen niet opgelost wc den door de internationale gemeenscha of de warlords. Het werk gebeurt met vallen en opstaan maar er zijn genoeg sprankjes hoop die r de moeite waard maken om door te gaa i Het opbouwen van een krachtig midder veld in de samenleving is van groot bela voor de toekomst van Somalië. Het is ni T| duidelijk of het uiteindelijk niet toch sle zal aflopen. De tegenkrachten zijn grooi het gaat hier om een heel complexe kwc 11 tie, maar inmiddels is wel duidelijk gevv v den dat dit de beste weg is. Er zijn kracli j ge ngo's in het land ontstaan waarnaar,t luisterd wordt. Het is geen weggegooid ie( geweest dat we erin gestopt hebben. Aa ons nu de taak om ook andere donoren !n hiervan te overtuigen." a, De meeste warlords doen nog altijd me: smuilend over het belang van het oprui g kende burgerfront. Alleen de plaatsveru ger van Ali Mahdi, Addo, ziet het teken |j, de wand: „Als de factieleiders niet snelt d, elkaar gaan zitten en een compromis sli ten, bestaat de kans dat een sterke volks ib weging het heft in eigen hand neemt." I fj< civiele organisaties eisen dat ze als vol- er waardige partners kunnen deelnemen 31 conferenties over de toekomst van Som kr Ze denken daar de warlords op een zij- ei spoor te kunnen rangeren. „Je kunt, of j )e het nu leuk vindt of niet, na al die jaren jg helemaal om ze heen, zoals sommigen denken", zo zegt vredesactivist Hussein al, Abdi. „Wat je wel kunt doen, is ervoor z gen dat hun rol zo marginaal mogelijk i is Omar Mohamed, een andere activist: „I 0 enige plek waar de warlords nog diener. verschijnen, is voor het Internationale! - bunaal in Den Haag." Het uiteenvallen van grote facties in kle f groepen en de militaire inmenging van trea en Ethiopië (dat met troepen mee vecht aan de kant van Aideeds rivalen) - heeft de situatie er ondertussen alsmaa onoverzichterlijk op gemaakt. Voor oktc staat opnieuw een grote verzoeningsco rentie gepland in de hoofdstad van Son e land Hargeisa. Hussein Abdi denkt dat komst van Ethiopische militairen wel e er een positieve uitwerking zou kunnen h lcj ben.Als de Ethiopiërs vlak voor Moga: s hu halthouden kunnen ze samen met d Cl] burgerbeweging voor voldoende drukz ife gen om eindelijk een doorbraak in hert desproces te forceren." Het gevolg van geweld in het centrum van Mogadishu. foto gpd frans van de houdt de stad wordt slechts hier en daar wat aan heropbouw gedaan. Het merendeel van de eens majestueuze gebouwen, huizen en kantoren ligt nog altijd troosteloos in puin. Tussen de brokstukken hebben ontheem den uit andere delen van het land, die nog onveiliger zijn, hutjes opgetrokken. Weinig opwekkende taferelen, waarin zelfs de muskieten ongewoon gedrag vertonen en in tegenstelling tot elders in de wereld niet 's avonds maar 's morgens vroeg bloeddor stig hun prooi te lijf gaan. Positief Toch is het niet louter droefenis in Moga dishu. Achter de fagade van haat en geweld die door de warlords is opgebouwd, zijn wel degelijk allerlei positieve ontwikkelin gen gaande. Burgers die het beu zijn dat het conflict zich voortsleept, hebben hun vertrouwen in de onverzoenlijke clanlei ders opgezegd en zetten zich nu op velerlei fronten in om de samenleving weer een normaal aanzien te geven. Ze verenigen zich in een civiele beweging die steeds krachtiger wordt. Het zijn men sen die ervan overtuigd zijn dat 'strijd voe ren bij een kopje thee' de enige uitweg biedt uit de impasse. „Dit is voor de bur gers de beste manier om weer greep te krij gen op hun eigen leven, de krijgsheren bui ten spel te zetten en een duurzame vrede te bewerkstelligen", zegt Hassan Shire Shei kh, voorzitter van het Peace and Human Rights Network, zelfverzekerd. „En de bui tenwereld erkent onze posititie steeds va ker. Vroeger gingen buitenlandse delegaties direct naar de warlords, nu komen ze eerst naar ons toe." Theatergroepjes, volgens Somalische tradi tie zeer belangrijk om boodschappen uit te dragen en problemen waarmee de bevol king worstelt voor het voetlicht te brengen, drijven zelfverzekerd de spot met de war lords. Ze verwijten hen hebzucht en eigen belang, omdat ze allemaal zelf president van het land willen worden. Jongeren die voorheen niets liever deden dan met een machinegeweer rondlopen en de gemeen schap terroriseren, keren zich van de clan- legers af en sluiten zich aan bij aktiegroe- pen zoals de Peace Youth Club, die op dit moment 470 leden telt. De club zoekt naar alternatieve bronnen van inkomsten voor de jongeren en leert hun dat je conflicten door overleg oplost, niet met wapentuig. Voorzitter Ahmed Mo hamed Hussein (28), die zelf jarenlang heeft gestreden voor krijgsheer Ali Mahdi ('Voor niet meer dan 'n bosje khat (een sti mulerende plant) en 'n bakje rijst per dag') zegt enthousiast: „We ijveren voor 'n be stand tussen clans, helpen gemeenschap pen in nood zoals tijdens de recente over stromingen, en mobiliseren het zakenleven om de wereld een nieuw gezicht van Soma lië te tonen. De groene lijn is er officieel niet meer, maar er bestaan tussen de ver schillende clans nog altijd barrières. We moeten ons daarom blijven inzetten om voor eens en voor altijd af te rekenen met de gewapende conflicten in Somalië." Ook in de dorpen waar inheemse Bantu- stammen wonen, klinkt steeds weer dezelf de boodschap: werk aan vrede! De inwo ners van Labawaab, een dorpje nabij Jow- har, ten noorden van Mogadishu, aan de oevers van de Shabelle-rivier, zijn hun le ven lang onderdrukt door 's lands heersers en ook nu weer door de warlords. Meisjes worden verkracht, en gewassen worden ge stolen. Ondanks het feit dat ze altijd aan hun lot zijn overgelaten, putten ze kracht uit het beetje dat ze hebben en de goede oogst die hun te wachten staat. Met Nederlandse hulp zijn na de overstromingen van '97 en '98 de dijken verzwaard en zaden en ande re noodzakelijkheden verstrekt. In een to neelstukje wijzen ze andere clans erop 'dat een leven met landbouw meer loont dan een leven met wapens'. Vorderingen Volgens Luie Saeed begint de vredesbood schap z'n vruchten af te werpen op het platteland. „Conflicten tussen naburige dorpen worden vaker door praten opgelost en als er wel gevochten wordt, is het zeer kortstondig en kleinschalig zonder dat meteen iedereen op elkaar gaat schieten. Mensen slaan ook niet meer massaal op de Een Somalische strijder in dienst van Hussein Aideed vlucht, omdat ze vertrouwen hebben in on derling overleg." Vrouwen spelen een opmerkelijke en voor al krachtige rol in het vredesproces. Ze hebben zich verenigd in organisaties die het clan-denken in het land willen door breken en ijveren voor gelijkheid en politie ke rechten voor vrouwen. Ze bieden hulp aan vrouwen die slachtoffer zijn geworden van seksueel en-ander geweld, en proberen met geringe middelen de landbouw, ge zondheidszorg en het onderwijs, dat sinds '91 zo goed als plat heeft gelegen, weer op poten te zetten. Waardering voor dit werk komt tegenwoor dig ook van mannen, die voorheen weinig respect toonden. „Dat zou je de positieve kant van de oorlog voor ons kunnen noe men", meent Bohra Mohammed Nur, di recteurvan COGWO (een coalitie van 17 vrouwengroepen). „De oorlog woedde in alle hevigheid, maar vrouwen bleven over eind, zwoegden voor 'n inkomen en zorg den ervoor dat het gezin zo goed mogelijk door bleef draaien. Vrouwen hebben nim mer meegevochten, maar ze hebben de sa menleving wèl gered van totale ineenstor ting. Bovendien spelen we een cruciale rol bij het vreedzaam oplossen van conflicten. Breken ergens in de stad gevechten uit, dan bemiddelen wij tussen de partijen. Wij hebben op deze manier vele malen voor vrede gezorgd. Inderdaad, het is soms erg vermoeiend, vooral als korte tijd later de groepen weer op elkaar beginnen te schie ten. Maar zo lang ze maar bereid blijven met elkaar te praten, is het de moeite waard om door te gaan. Mannen kunnen nu niet meer om ons heen. Wij kunnen nu ook direct met de clan-oudsten praten. Voor de oorlog konden we alleen via een advocaat met hen communiceren." Een volgende stap waar de groepen voor ijveren, is dat vrouwen ook toegang krijgen tot bestuursorganen van openbare institu ten en uiteindelijk volwaardig kunnen meedraaien in de landelijke politiek. Nu de mannen er almaar niet in slagen voor vrede in het land te zorgen, zien vrouwen hun kans schoon om hun positie in de samen leving voorgoed te verbeteren. Maar er blijven obstakels. Over de toekom stige rol van vrouwen zijn mannen nog erg onzeker. „We hebben veel aan onze vrou wen te danken", zegt districtscommissaris Abdi Mohamed Guad van Jowhar, „maar of ze ook de warlords kunnen dwingen vrede te sluiten en van doorslaggevende beteke nis zullen zijn voor de vorming van een nieuwe regering, betwijfel ik." Vrouwenrechten COGWO-directeur Bohra Nur laat zich ech ter niet uit het veld slaan. Haar organisatie presenteert binnenkort een handvest waar in de rechten van vrouwen staan opge somd. Samen met artsen en advocaten be reidt zij ook dossiers voor over vrouwen die tijdens de oorlog seksueel of anderszins zijn mishandeld, zodat de schuldigen in de toekomst gestraft kunnen worden. In haar kantoor in Mogadishu-Noord toont Bohra dikke albums met foto's van vrou wen die de afgelopen jaren ten prooi zijn gevallen aan het ongebreidelde geweld in Somalië. Ernstige verminkingen aan lede maten, eerstegraads brandwonden aan borsten en andere lichaamsdelen, littekens van schotwonden en bajonetsteken, vooral op de dijen waar leden van de clanmilities vaak op schieten of waar ze in steken om vrouwen te dwingen hun benen uit elkaar te doen. Om nog maar te zwijgen over de psychische gevolgen. Een van de slachtoffers, Madino Sulleiman (25). vertelt hoe ze met haar moeder water had gehaald en op weg was naar huis, toen ze op een groep van 20 gewapende man- Hussein Aideed, een van de belangrijkste war lords en als zodanig een groot obstakel voor vrede. foto reuters george mulala Musa Suudi, voormalig chauffeur, thans krijgsheer, foto gpd frans van den houdt nen stuitte. Haar moeder, die bijna 9 maanden zwanger was, werd afgeranseld en verloor haar baby. Madino werd drie uur door alle mannen verkracht, verloor daardoor haar maagdelijkheid, liep diverse geslachtsziekten op en strompelde hevig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 6