Het enige ritme dat hij kende,
was het ritme van een junkie
bij nacht
en
ontij
Zomer 1999
nn nn
uu uu
In
gelijst
Abbenes
De 24-uurs economie rukt
op. Maar voor spullen die je
niet in de supermarkt kunt
kopen, bestaat de 24-uurs
economie al jaren. In het
geval van drugs
bijvoorbeeld. Ook in
Katwijk, het dorp waar de
zondagsrust hoog in het
vaandel staat, is op elk
moment van de dag elke
drug te krijgen. Sjaak Ju (29)
mag je in deze gerust
ervaringsdeskundige
noemen. Jarenlang wist hij
precies waar hij moest zijn
om zijn spullen te scoren.
De drugs die hem aan de
rand van de afgrond
brachten. Dankzij de
vrijwilligers verslavingszorg
van De Brug in Katwijk - die
dag en nacht voor hem
klaar stonden - leidt hij
inmiddels een heel ander
leven.
Er kan wel een lach vanaf bij projectleider Erik de Groot (links) en bij Sjaak Ju. 'Mede' dankzij De Brug
Hij kijkt naar de binnenkant
van zijn gebruinde onderarmen
en verzucht dat hij blij is dat hij
nog leeft. Zijn armen hebben er
wel eens slechter uitgezien. De
sporen van het injecteren van
drugs zijn door de tijd inmid
dels uitgewist. „Ik kwam laatst
op het strand van Katwijk een
bekende tegen en die bleef echt
als aan de grond genageld
staan," vertelt Sjaak Ju lachend.
Waarmee hij maar wil vertellen,
dat hij er niet altijd zo gezond
heeft uitgezien als nu.
Sjaak begon met blowen en
gokken toen hij vijftien jaar was
en was op die leeftijd al betrok
ken bij een gewapende overval
op een benzinestation. Hij
stond aan het begin van de
neergaande spiraal. Zijn zucht
naar drugs en geld en weer
drugs, leverde hem rap een
flink strafblad op. In totaal zat
de in Katwijk getogen Ju bijna
zestien maanden vast voor on
dermeer afpersing en diefstal.
In die 'beginperiode' haalde hij
met een grote groep leeftijdsge
noten rottigheid uit door heel
Katwijk. „We spraken ergens af
en we begonnen dan met blo
wen. Vervolgens gingen we op
pad om in heel Katwijk dingen
te slopen en een beetje rond te
hangen," vertelt Ju. „Tussen
door stopten we verschillende
keren om te blowen. Ik was
echt een mannetje van de
straat, een ratje. Wie gekker
dan gek was, was ook de stoer
ste van het stel."
Stichting De Brug probeert
naast de opvang voor verslaaf
den en hun ouders via het
straatwerk met jongeren van de
huidige generatie in contact te
komen. De vrijwilligers bezoe
ken regelmatig de verschillende
hangplekken in Katwijk, Rijns
burg en Valkenburg. Het gaat
projectleider Erik de Groot van
De Brug niet zozeer om de jon
gere die eens per week een
joint rookt en daarna zijn bed
in tolt. „Ik vind het belangrijk
om op straat met jongeren te
praten. Thuis gebeurt dat vaak
niet. Er wordt structureel veel
softdrugs gebruikt, ook op
school tijdens de pauze. Ik
vraag me af of ouders dit wel
weten."
Rond zijn achttiende boden
gokken en blowen niet meer
wat Sjaak nodig had. Op die
leeftijd onmoette Sjaak zijn -
inmiddels - ex-vriendin. Hoe
wel zij niet gebruikte, liep het
drugsgebruik bij hem toen pas
écht uit de hand. De verliefd
heid maakte gevoelens in hem
1 los waar hij totaal geen raad
mee wist. Hij zocht vanaf dat
moment zijn heil in heroïne.
„Het riep vragen en gevoelens
op die ik niet kon bevatten. Ik
had het idee dat ik alleen maar
met haar kon omgaan als ik
drugs gebruikte," vertelt hij
over toen. „Ik wist, dat als ik
dat bleef doen, dat ik haar kwijt
zou raken. Maar als ik het niet
deed, zou ik haar öök kwijt ra
ken. Ik kwam in een vicieuze
cirkel terecht."
Sjaak vond thuis geen gewillig
oor om over zijn gevoelens te
praten. „Ik had nooit echt met
mijn ouders gesproken over
omgaan met meisjes en over
sexualiteit. Met mijn vrienden
gingen de gesprekken natuur
lijk vaak over vrouwen. Maar
dat was alleen stoere praat en
hoogmoed." Op zijn 23ste
wordt hij door zijn ouders het
huis uitgestuurd, loopt de rela
tie met zijn vriendin op de klip
pen en is het hek definitief van
de dam. Maar een gevangenis
straf van negen maanden
maakt dat Sjaak clean en afge
traind naar buiten komt. Al
leen, hij gaat onmiddellijk naar
zijn dealer.
In die tijd dat Sjaak gebruikte
had hij geen vast bio-ritme zo
als hij dat nu heeft als assistent-
commercieel medewerker op
een detacheringsbureau. Nadat
hij op zijn vijftiende de LTS ver
liet, leefde hij van het geld van
zijn ouders. Later van een uit
kering, aangevuld met inkom
sten verkregen uit criminele
'arbeid'. Het enige ritme dat
Sjaak kende, was het ritme van
een junkie. Drugs gebruiken en
zo snel mogelijk weer gebrui
ken.
Het verschil tussen dag en
nacht maakt daarin volgens
hem niet zo gek veel uit. „Als ik
de hele nacht v
op cocaïne, dan sliep ik o
dag. Vaak werd ik rond een uur
of twaalf wakker." Het ontbijt
bestond uit heroïne en pillen,
allemaal om gevoelens en ang
sten te onderdrukken. „Het is
misschien vijf keer voorgeko
men dat ik 's ochtends die ang
sten niet had. Zonder drugs
was ik niets waard. Je zou dan
echt je moeder verkopen om
aan dope te komen."
Ju vertelt openhartig over de
'Hoornesgroep' en de 'gokhal-
groep'. Ook vertelt hij dat hij
via de oudere generatie hard
drugsgebruikers in contact
kwam met dealers in Den
Haag. Hij spreekt zijn zorgen
uit over de nieuwe generatie en
wijst op het belang van De Brug
en God in zijn 'nieuwe' leven.
Dat de Katwijkse verslavings
problematiek niet altijd duide
lijk zichtbaar is op straat wil
volgens Sjaak en hulpverlener
De Groot niet zeggen dat het
niet bestaat. Volgens hen is er
alweer een nieuwe generatie
gebruikers opgestaan. Het aan
bod van drugs is groter en er is
volgens De Groot veel gemak
kelijker aan te komen. „Op dit
moment kan je in Katwijk dag
en nacht krijgen wat je wilt. Ge
lukkig is de politie erg actief in
het opsporen van dealers. Maar
het probleem blijft."
Inmiddels is Sjaak na 25 maan
den in het christelijke centrum
De Hoop in Dordrecht afge
kickt en woont hij ook in die
plaats. Maar hij komt nog re
gelmatig op bezoek bij zijn
vrienden van De Brug. Hij heeft
ook weer contact met zijn moe
der. Zijn vader heeft hij jaren
lang niet gesproken. Hij hoopt
binnenkort dat hij met hem:
'een gesprek als tussen twee
volwassen mensen' kan heb
ben.
Het verhaal van Sjaak en De
Brug staat niet op zichzelf. Hij
is één van de 40 verslaafden die
mede dankzij De Brug weer een
normaal leven leiden. Inder
daad 'mede' dankzij De Brug,
vindt De Groot. „Want de hulp
van God is hierbij onontbeer
lijk". Wat niet wil zeggen dat
een verslaafde bij zijn entree in
het inloophuis aan de Van
Houtenstraat meteen een bijbel
onder zijn neus gedrukt krijgt.
„Niemand dringt je iets op. De
mensen van De Brug gaven mij
het gevoel dat ik een mens was.
Als verslaafde, word je niet
door iedereen zo gezien."
Sjaak heeft spijt van het leed
dat hij mensen heeft aange
daan en is zich bewust van het
feit dat veel mensen hem op de
foto zullen herkennen. „Katwijk
is klein, iedereen kent iedereen
en iedereen weet alles van el
kaar. Vroeger werd ik gemeden.
Nu wil ik laten zien dat ik dank
zij God en de mensen van De
Brug een heel goed leven heb."
LESLEY GRIETEN
's Nachts brood bakken. Voor
dag en dauw opstaan om
bloemen te rijden, 's Avonds een
patiënt behandelen. Voor
normaalste zaak van de wereld.
Naam: Joris den Edel
Leeftijd: 21
Woonplaats: Leiden
Beroep: taxichauffeur/ student
Wat zijn jouw werktijden?
„Naast mijn studie economisch/linguïstisch in Am
sterdam werk ik twee dagen per week in Leiden op
de taxi. Donderdag en vrijdag begin ik om 16.00 uur
tot 04.00 uur 's nachts. Aan het einde van de donder-
dagdienst ben ik wel eens vroeger klaar, vrijdag
wordt het altijd laat. Taxibedrijf De Groot rijdt na
melijk veel kroegen.
Vermoeiend baantje?
Dat valt wel mee. Op vrijdag studeer ik nooit dus
kan ik uitslapen. Datzelfde geldt voor de zaterdag. Ik
heb dus nog genoeg puf om op zaterdagavond uit te
gaan met mijn vriendin naar In Casa. Meestal wordt
het dan wel een uurtje of 3-4. Dat betekent wel dat ik
zondagavond rond negen uur in bed lig.
Krijg je veel klachten over de prijs?
„Nee, er zijn natuurlijk altijd mensen die klagen
maar die hebben vaak eerst voor 100 gulden gedron
ken in een café. Overigens zijn dronken mensen
maar een fractie van het aantal passagiers dat we
vervoeren. We rijden veel toeristen, hotelgasten en
zakenlui. Maar ook de 'geivone' Leidenaar want de
binnenstad wordt steeds ontoegankelijker. Zeker nu
er camera's op de Breestraat staan. Daarnaast zijn
de ritjes naar Schiphol populair.
Valt er te onderhandelen over de prijs?
„In principe gaan we uit van vaste prijzen: Overdag
en 's avonds 5,15 gulden voorrijkosten en 3 gulden
20 per kilometer. Na middernacht wordt dat 6,45
gulden en 4 gulden. Alleen als het rustig is, kan ik
aan de centrale vragen of ik een afspraak mag ma
ken over de ritprijs. Want als ik achter het station
stilsta, verdient mijn baas ook niks."
Wel eens problemen gehad met klanten?
„Een collega van me heeft van een passagier wel eens
een mes afgepakt. Zelf heb ik nog nooit moeilijkhe
den gehad. Als ik de mensen normaal behandel,
doen ze ook normaal tegen mij. Je bent als taxi
chauffeur ook een soort vertrouwenspersoon. Klan
ten zeggen van alles tegen je. Over hun werk, hun
huwelijk, verzin het maar. Je moet discreet blijven.
Soms moet ik wel eens iemand brengen of ophalen
bij een sexclub en dan denk ik 'jij hebt toch een
vrouw of vriendin?' Maar op zo'n moment hou ik ui
teraard mijn mond.
ERIC-JAN BERENDSEN
Wie zijn stengel knakt, komt van een koude kermis thuis.
Want een papaver laat zich niet plukken. Geluidloos geeft
de klaproos bij het breken de geest. Zo had je nog iets
moois in je handen; zo is het er geweest.
Bij papavers denk je onwillekeurig aan opium. Aan de
Gouden Driehoek, aan stiekeme sluiproutes, aan geheim
zinnig geschuif in Chinese kits. Aan de dichter/scheepsarts
Slauerhoff ook, die tevergeefs naar verlichting voor zijn
pijnen zocht.
Maar hier in Abbenes bloeien ze open en bloot langs de
kant van de weg. Ingeklémd tussen de aardappelvelden
enerzijds en de korenaren anderzijds. Hier hebben ze niets
te verbergen, hier dienen ze een hoger doei. Ze worden ge
bruikt voor geneesmiddelen. Of als bindmiddel.
En je kunt er natuurlijk ook gewoon even bij stilstaan.
Simpelweg genieten van hun kleurenpracht. Of zoals de
dichter Moens ooit schreef: Over korenveld loopt maagde
lijke zonnelach/ Papavers smelten hun rood in de dauw
tekst: AD VAN KAAM
foto: WIM DIJKMAN