'Het verleden mag niet verloren gaan' Schilderen met puntje van de tong tussen de tandei Cultuur Kunst CE ES WAAL Stichting wil gedenksteen voor W.F. Hermans Amerikaanse filmprijs voor Jos Stelling De eenvoud van een onbewoonde wereld Chaos en ellende VRIJDAG 16 JULI 1999 chef jan rijsdam, 071-5356444, plv. chef annet van aarseno Rein van Rooij hoopt vurig op komst drukkerijmuseum Het is geen kunst maar een ambacht. Een ambacht dat bewaard moet blijven. „Want over een jaar of twintig zijn der vakmensen van vroeger dood en dan weet nie mand meer hoe het werkt." Rein van Rooij, hoofdredac teur in ruste van de Leidse Rotogravure-bladen, heeft een grote wens: een drukkerijmuseum waar iedereen kan zien hoe het drukproces van boeken en geschriften vroeger in zijn werk ging. Hoe arbeidsintensief het was, en hoe vernuftig. Zo'n museum zou bij voorkeur moeten komen in de oude drukkerij van de vroegere Stoom- Boek- en Steendrukkerij Eduard IJdo aan de Hoogland- sekerkgracht in Leiden. „Als je het nu niet doet, ver dwijnt dit prachtige ambacht en haal je het nooit meer terug." van de gemeente verneemt. De Leidenaar heeft zijn machines voorlopig opgeslagen in een ge bouw in De Mors. Ook Van Rooij beschikt over spullen, voornamelijk druk werk, die een plaatsje kunnen krijgen in het museum. „Ik heb eerste jaargangen van tijd schriften zoals Panorama en het Franse 1'Illustration, een vaktijdschrift over druktech niek, en allerlei curiosa. Ik vind dat een drukkerijmuseum niet alleen mooie machines moet tonen, maar ook de producten. En wat is er nou mooier voor schoolkinderen om met echte letters te draaien op oude lood- zetmachines.. Scholen kunnen toch niet allemaal naar de Efte- ling?!" „Het gaat wat mij betreft niet alleen om de vraag: hoe krijgen we de machines van Schenk onderdak? Het gaat om meer. Er moet een educatief plan ko men waarin staat hoe je zo'n museum aantrekkelijk kunt maken. Door een comité van deskundigen, met mensen uit het drukkersvak, historici en journalisten bijvoorbeeld. Met een goed plan kan zo'n muse um echt tot leven komen. Cen traal moet staan: de historie van het ambacht." Van Rooij heeft als opmaak redacteur en journalist onder meer gewerkt voor het Brabants Dagblad. Later kwam hij te- CAROLINE VAN OVERBEEKE Er is veel gepraat over nut en noodzaak van een dergelijk museum, maar sinds het ver trek van het drukkerijmuseum van boekdrukker C. Schenk uit het oude Mostert-complex aan de Middelstegracht is er niets van de grond gekomen. Schenk handelde in drukkerijmachines en nam in 1992 het initiatief voor de Stichting Boekdruk kunst Leiden en een museum in zijn voormalige werkplaats. Hij vertrok vanwege de renova tie van dat pand met zijn ma chines, boeken en tijdschriften naar de Meelfabriek. Deze loca tie heeft hij ook moeten verla ten. Museum De Lakenhal heeft geen plaats voor de grote ma chines die Schenk heeft verza meld, en het gemeentebestuur draalt over de vestiging van het museum aan de Hooglandse Kerkgracht, in het pand van de voormalige boekhandel Mani fest dat Eurodusnie heeft ge kraakt. Cultuurwethouder A. Pechtold weet niet zo snel waar hij het geld vandaan moet ha len, zo liet hij eerder weten. Schenk weet nu niet waar hij met zijn verzameling hand- en drukpersen, zetmachines, druk kerijmeubelen en boekwerken heen moet. Hij overweegt die te verkopen, als hij niet snel iets Rein van Rooij met een AVRO-kalender uit 1937, waarvan de voorpagina door koningin Wilhelmina is ge schilderd. recht bij de beroemde Leidse Rotogravure, het bedrijf dat bij na zesdg jaar aan het Galgewa ter gevestigd was, in 1972 naar FOTO HIELCO KUIPERS Haarlem verhuisde en dat in berustte op de koperdiep- 1995 definitief zijn poorten druktechniek", weet Van Rooij. sloot. „Daarbij werd niet meer ge- „De faam van de Rotogravure werkt met gegoten loden letters maar met geëtste koperen pla ten. Dat gaf een perfecte weer gave van foto's. Veel tijdschrif ten waaronder Panorama wer den met deze techniek gedrukt. Het vergde een groot vakman schap en dat is allemaal ver dwenen. Inmiddels graveren computers rechtstreeks op drukcilinders. Straks verwijnt de fase tussen redactie en druk ken helemaal en lezen we de krant op onze computer in de huiskamer." „Er is nog nooit zoveel veran derd in de boekdrukkunst als de laatste 50 jaar", aldus Van Rooij. „En dat gaat nog even door. Computers zijn al bezig met spraakherkenning. Het is een omslag in de geschiedenis die je moet vasüeggen. Om de toekomst te verkennen, moet je kennis hebben van het verle den, vind ik." „De grafici zijn altijd de adel van de arbeid geweest. Zij wer den vroeger als helden vereerd rriaar zijn met hun gouden han den en hun bekwaamheid slecht weggekomen. Met de komst van de computer was hun vak op slag verdwenen. Er zijn al zoveel fases uit het druk proces weggevallen, het is jam mer als dat verloren gaat. Dege nen die nu met moderne tech nieken werken, moeten toch ook op de hoogte zijn van oude technieken. Net zo goed als de klassieke dans de basis is van de moderne danskunst." „Leiden, stad van beroemde drukkers zoals Plantijn en Elze vier, heeft een eerbiedwaardige geschiedenis. Ook om die reden moet hier een drukkerijmuse um komen. Een collectie die dit alles voor het nageslacht be waart, dient door de stad Lei den en zijn bestuurderen ge koesterd te worden. Laten die laatsten nu eens tonen dat zij niet van alles alleen de prijs we ten maar vooral de waarde (er- jkennen." GRONINGEN GPD De Stichting Literaire Activitei ten Leeuwarden (SLAL) wil dat in de Friese hoofdstad straks een gedenksteen is te bezichti gen ter ere van de schrijver Wil lem Frederik Hermans. Die moet rond de schouwburg De Harmonie worden gelegd. Eerder had de stichting het plan opgevat om in Leeuwar den een standbeeld voor de schrijver te plaatsen. Dit plan bleek niet haalbaar. Het idee voor een standbeeld in Leeu warden was een reactie op de plannen in Groningen om daar een beeld voor Hermans te plaatsen. In maart lanceerde Y. Kuiper in de Groninger Univer siteitskrant het idee om de schrijver en voormalig lector fy sische geografie Hermans op WATERVILLE ANP Cineast Jos Stelling is op het in ternationale filmfestival van Waterville (Maine) onderschei den met een Life Time Achieve ment Award. Het Amerikaanse festival, dat tot 18 juli duurt, wijdt een groot retrospectief aan de Nederlandse filmer. Te zien zijn Mariken van Nieume- ghen, De illusionist, De wissel wachter, De vliegende Hollan der, De wachtkamer en No Trains no planes. De laatste film, Stellings meest recente, won vorige maand nog de Grand Prix op het internationa le filmfestival van Sint Peters- burg. Affiche Parade in de prijzen AMSTERDAM ANP Marten Jongema heeft de H.N. Werkmanprijs 1999 gewonnen, een prijs voor grafische vorm geving. Zijn affiches voor de Boulevard of Broken Dreams en de Parade werden hiermee be kroond. De aanmoedigingsprijs ging naar het collectief KNUST voor de eigen uitgaven. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft Jongema de prijs toegekend wegens het pakken de karakter van zijn ontwerp. Jongema maakte eerder naam door zijn affiches voor Theatergroep Carrousel, waar voor hij in 1992 de Theater Affi- cheprijs kreeg. die manier te eren. De weduwe en de zoon van de schrijver bleken niet geluk kig te zijn met het voorstel om een standbeeld van Hermans in Groningen te plaatsen. Tijdens zijn werk aan de Groninger uni versiteit, van 1952 tot 1973, lag Hermans regelmatig overhoop met diverse collega's. Uiteinde lijk nam Hermans ontslag en verhuisde hij naar Parijs, waar hij de romans Onder professo ren en Uit talloos veel miljoe nen (waarin de Groninger uni versitaire wereld wordt bespot) schreef. De plannen voor een Hermans monument zorgden voor een concurrentiestrijd tussen Gro ningen en Leeuwarden. Maar volgens schrijver Kees 't Hart van de SLAL is de strijdbijl nu begraven. Marokkaanse landschappen Annie Goddijn bij CBK BEELDENDE KUNST RECENSIE BERNADETTE VAN DER GOES Expositie: Het Zuiden, een reis door Marokko. Schilderij en en werken op papier van Annie Goddijn. Te zien: t/m 31/7, wo. t/m za. 13.00-17.00 uur, Tuinzaal Cen trum Beeldende Kunst, Hooglandse Kerkgracht 19/21, Leiden. Ook wie nog niet in de stemming is, krijgt bij het zien van de schilderijen van Annie Goddijn acuut de vakantiekriebels. Drie achtereenvolgende jaren reisde zij door het zuiden van Marokko, maakte onder weg schetsen van het landschap en schil derde op basis daarvan thuis een aantal grote doeken. Het resultaat is te zien in de tuinzaal van het Centrum Beeldende Kunst. De manier waarop Goddijn, met de tekeningen als enig geheugensteuntje, eenmaal terug in ons grijze kikkerlandje de sfeer van het Marokkaanse landschap weergeeft, dwingt respect af. Zij pakt het groots aan. Op doeken van flink formaat schildert ze in heldere kleu ren de woestijn, de oceaan, bergen of een oase. Niet alles tegelijk, maar een voor een. Want haar schilderijen zijn geen pit toreske panorama's. Meestal neemt zij slechts een enkel onderdeel van het land schap onder de loep. Okerkleurige zand hopen die de woestijn suggereren. Een zonnige rozenvallei. Een kloof waar je van bovenaf inkijkt. Bergtoppen die al naar ge lang de lichtval de ene keer rood, de ande re keer zwart, groen of bruin van kleur zijn. Het is allemaal niet nieuw en brengt vrijwel meteen de schilderijen in herinne ring die Cézanne maakte van de Mont Sainte-Victoire of de bijna abstracte duin landschappen van Mondriaan. Toch is het werk van Goddijn tegelijker tijd heel verschillend van dat van deze twee meesters. Het gaat haar namelijk niet zozeer om het doen van vormexperimen ten, maar om het weergeven van de essen tie van het landschap. Alles is even duide lijk. Het gebergte bestaat uit toppen en da len. De oase is groen, heeft een rivier en palmbomen. Helderblauw water, rotsen en een strookje zand vormen de oceaan- kust. Meer is niet nodig om een landschap herkenbaar te maken. De rust en eenvoud weer te geven van een onbewoonde we reld waar geen mens of dier is te beken nen. Ook in de twee Marokkaanse interieurs die Goddijn schilderde, is het opmerkelijk stil. De schaal met citroenen op tafel of het tapijt op de grond zien er even onaan geroerd uit als de bergen. Plekken waar je heerlijk even op adem kunt komen. In zijn 'Levensbouw' (1936) het goed fout zou gaan. merkt Wibaut op dat een wet- or-wethouders zaten eri houder 'nooit de wethouder van hadden voor hun porti zijn ambtenaren moet zijn, geen belang bij een goa maar omgekeerd, moeten de ende Dienst C&E. Enig ambtenaren de ambtenaren van de wethou derzijn'. De fic tie van het pri maat van de politiek veron derstelt even eens dat politici erin slagen om hun ambtena ren aan te stu ren. Op het Leidse stadhuis is de verhou ding tussen ambtenaren en wethouders problematisch. Voor geen an der project in de stad trokken de wethouders de laatste jaren zoveel tiental len miljoenen uit dan voor een (nog) betere huisvesting van ambtenaren. Met verbazing lees je dan, dat de ambtenaren een kort geding willen aanspannen tegen hun eigen bestuur. Het al tijd al mooie, maar nu nog ver der verfraaide stadhuis vinden zij kennelijk nog niet goed ge noeg. Of is het een blijk van on vrede van de ambtenaren over hun wethouders? Op het stadhuis bevindt zich onder meer de Dienst C&E. Dat staat voor Cultuur en Educatie, maar in de wandelgangen voor Chaos en Ellende. Dankzij een duur extern adviesbureau weten we nu ook officieel dat er van alles mis is met deze gemeente lijke dienst. Handige lieden ma ken misbruik van disfunctione rende diensten; in troebel water is het immers goed vissen. Maar voor bijvoorbeeld culturele in stellingen en in cultuur geïnte resseerde burgers van Leiden be tekent het dat een echt cultuur beleid volstrekt niet van de grond komt. Het is evenwel te gemakkelijk om ambtenaren te blameren voor de wantoestanden bij de Dienst C&E. Politici zijn ver slaafd aan het reorganiseren van de ambtelijke organisatie. Meestal doen zij dat met de hulp van een extern bureau (de gemeente Leiden kan zelfs niet bij benadering(l) aangeven hoe veel dergelijke bureau's de Leid se burgers jaarlijks kost). Het re organiseren begon in het begin van de jaren zeventig op insti gatie en onder leiding van Roel in 't Veld, toen leider van de progressieve oppositie in de Leidse gemeenteraad. De ene re organisatie volgde de andere op. De laatste reorganisatie van de Dienst C&E is van een paar jaar geleden. Junior-wethouders ge loven misschien nog in de laat ste modieuze organisatie-praat. (Zoals zij onlangs ook naïef ge loof hechtten aan een loze, maar wel politiek correcte bab bel die alleen bedoeld was om in strijd met alle regels extra-par keerplaatsen te krijgen). Wie, zoals de senior-wethouders, weet hoe het werkelijk toegaat in ambtelijke organisaties, kon bij de laatste reorganisatie al met zekerheid voorspellen dat te zijn vele men. ken I punt den politi anm lijkheid geheel op hun i lega-wethouders wordt ven. De belangrijkste bn problemen blijken de ders zelf te zijn. Het oji aan collegialiteit. De houders hebben ieder et winkeltje. Ambtenaren zij in de war door tegen, standpunten in te nemi elke organisatie geldt dai slachtoffer wordt, indien stuur slecht functiom gaat geen dag voorbij oj zen weer over verdeeldh der de Leidse wethouder: In Leiden mag de but\ ter niet echt meedoen bestuur van de stad. Ret heeft Jaring Hiemstra aan de Universiteit Lei dedigde proefschrift gepl een gekozen burgemeeti timeerd om eenheid in stuur te brengen en wethouders tot de orde pen. Toestanden als die &E zouden dan zeker voorkomen. Mogelijk bn ropa ons de gekozen bui ter. Nu al ziet het Europt gres van Lokale en R Overheden de benoemd meester als ontoelaatbai mocratisch. Een gekozen burgem niet genoeg. Binnen het schappelijk (beleidsjkai len wethouders nader i moeten geven aan hu feuille en 'hun' am^k moeten aansturen. Datm ren lukt alleen, indien houder zelf zowel idei en inspirerende als ook en consistente ideeën o beleidsterrein heeft. In I nagrote interview in dt met Alexander Pechto deze junior-wethouder zich nog wat te beschi zijn ambities. In dit opi hij nog leren van Wï zelfs van de Leidse sen houders. Laat hij maar culturele coalitie smedt instellingen, burgers en veerde ambtenaren; zijn die er ook bij cultui Dit is voorlopig de column. Onze colui zijn op zomer-reces. Amateurlainstenaars exposeren op Leidse Vismarkt FEESTEN LEIDEN CEES VAN HOORE „Licht en glas zijn vrienden van elkaar", zegt José van Weert, wijzend op haar fijnzinnige bloemen en boeketten van glas. Samen met Sylvia Klaver, haar zuster in de kunst, en een aantal andere amateurkunste naars toonde ze gisteren haar werk op de Leidse Vismarkt. Onder de naam 'De glazen tuin' tekenen de twee dames bloemontwerpen die ze door een tiental Tsjechische kunste naars in glas laten uitvoeren. „Al eeuwenlang zijn bloemen in de kunst vereeuwigd, ook in glas. Maar dat gebeurde meest al zeer gestileerd en naar de mode van de tijd. Wij tonen ze natuurgetrouw. Als de zon op die bloemen valt, krijg je een prachtig strooilicht." Het is donderdagmiddag en opvallend druk rondom het Leidse Stadhuisplein en de Vis markt. Met volle boodschap pentassen, blijven de mensen stilstaan bij de kraampjes op de amateur kunstmarkt, een mani festatie in het kader van de Leidse Lakenfeesten. Femke Bender, die samen met Wilma Marks op de markt exposeert, staat wat verlegen achter haar eigen schilderijen, voornamelijk kopieën van meesterwerken van Picasso en andere beroemde schilders. Haar voorkeur gaat uit naar de Duitse expressionist Franz Mare. Stemming „Hij kon heel mooi dieren schilderen", zegt Femke. „Door bijvoorbeeld paarden in een bepaalde houding weer te geven en in een bepaalde kleur te schilderen, drukte hij een stemming uit. Ik ben nu zo'n twee jaar bezig met schilderen en heb er veel plezier in. En als je goed kijkt, staat elk stipje en vlekje op de goede plaats. Ik wil hiermee doorgaan en graag te kenlerares worden." Franz Mare mag vereerd zijn mot zo'n adept. Ars Aemula Tussen foldermateriaal over schildercursussen in de Pyre neeën en de Dordogne tonen vele amateurs hun werk, werk waaraan je afziet dat het met plezier en de tong tussen de tanden is geschilderd. David Bonnet heeft jarenlang les ge had van Gerard de Wit bij Ars Aemula Naturae. „Dan kwam hij over je schouder kijken en zei hij: 'David, nee, dat is hele maal niks!' Mij ontmoedigde dat niet. Integendeel. Ik ging Wilma Marks, David Bonnet en Femke Bender. FOTO TACO VAN DER EB juist beter mijn best doen. Ik taal gezeten en heb me altijd al heb tot mijn 52-ste in de me- met schilderen en tekenen be ziggehouden. Toen ik werd ge pensioneerd was er eigenlijk maar één ding wat ik v dat is dit: schilderen." Bonnet won met zijn schilde rij van het bevrijdingsmonu ment dat bij Molen D staat ooit de eerste prijs de Lakenfeesten. Hij schi hét vrouwenbeeld, mei een gazon vol spelende ren en rechts de onheils de hekken van een con tiekamp. Maar de meeste werk Bonnet zijn niet zo Een jongeman, die lal kraampje van Bonnet toont interesse voor eei derij waarop wat speelgi ren in een vreemde sett neergezet. Vijfenzevent den vindt de jongemai wel een hoop geld niks", zegt Bonnet, maar." Primitief Indrukwekkender is hel derij dat Bonnet heeft {j van een viaductje in de naarse Horsten. Het 1 primitieve charme die dellijk aanspreekt en maakt. Bonnet: „Ik 1 Leidse schilder Kees Bi gekend. Hij zei tegen bent een primitief schi daarvoor hoef je je niet t( men'." Naast Bonnet staat J Dalen met aquarelli stadsgezichten. Mooi aquarel 'Herfst in Ams Herengracht.' Een weit in de zomer een beet) verlangen naar dat seii regen en wind, waarin de bezem door reld wordt gejaagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 18