Vrede in
altijd te
B $sni
Honduree
136
ZATERDAG 10 JUL11999
Ik ken eigenlijk heel wat mensen.
En ze zijn erg verschillend. Ik ken
bijvoorbeeld iemand die trekhar-
monica speelt voor zijn beroep, ik
ken iemand die boeken spaart over
de uitvinding van de paraplu en
van het kunstgebit, ik ken iemand
die een fez draagt als hij jarig is, ik
ken minstens vier mensen die Willy
heten, ik ken twee banketbakkers
en een leraar wiskunde, een dak-
ontmosser waar ik slechte ervarin
gen mee heb, een aardige en een
onaardige woordenboekenmaker
en zelfs iemand die een hekel heeft
aan katten. Die heet trouwens ook
Willy. Maar ik ken niemand die
voor z'n beroep plakjes ham of
plakjes kaas snijdt en er dan van die
papiertjes tussen doet.
Dat komt slecht uit. Ik wilde wel dat ik ie
mand in mijn kennissenkring had die
professioneel plakjes kaas snijdt. Of plakjes
ham, dat mag natuurlijk ook. En die er dan
papiertjes tussen legt. Dan zou ik namelijk
aan die persoon kunnen vragen hoe of die
papiertjes genoemd worden. In vakkringen
van kaas- en hamsnijders zal dat wel be
kend zijn.
Of eigenlijk: ik weet sinds kort wel hoe die
papiertjes heten, maar het is zo'n raar
woord en bijna niemand schijnt het te ken
nen. Ik zou graag eens een kenner raadple
gen. Ik heb ontdekt dat zo'n papiertje een
'honduree' heet. Het woord staat in de dik
ke Van Dale ('papiertje dat tussen voorver
pakte ham, kaas e.d. wordt gelegd'), maar
verder kan ik het nergens vinden. Van Dale
vermeldt overigens niet hoe de persoon
heet die de hele dag van die papiertjes tus
sen de plakjes legt. Laten we aannemen dat
het een 'honduree-legger', of een 'hon-
durist' is.
Ik ben over het woord gaan nadenken
door een e-mail van een lezer. Die vertelt
me dat hij er niets over vinden kan, 'niet in
Van Dale's etymologisch woordenboek,
niet op hun recente CD-Rom, niet in de
Spellingwijzer Onze Taal, niet in het Groe
ne Boekje. Een zoekopdracht in AltaVista
levert nul gevonden webpagina's op. Heeft
Van Dale dit woord uit de duim gezogen?
Bestaat dit woord wel? Kan ik er ergens een
etymologische verklaring voor vinden? Bri
gitte Buissink, redacteur Van Dale Taalweb
heb ik al aangeschreven maar ze heeft ook
geen verklaring.'
Tot zover zijn bericht. En of ik het ant
woord maar even terug wil mailen. Maar
ik kan er niets over zeggen, want ik ken
geen enkele hondurist. En ook niemand die
vroeger als scholier wat bijgeklust heeft met
hondureren. Alleen geloof ik niet dat Van
Dale het uit zijn duim heeft gezogen. Het
woord ziet er niet uit als de 'oei-oei-machi-
ne' (nog steeds) of de 'misteoreolen' (in de
11de druk). Om nog maar te zwijgen van
'roort', 'folen' in de betekenis die W.F. Her
mans meende dat dat had, of zelfs hele zin
nen als 'De vek blakt de mukken.' Het is
jammer dat het Comité 'Ei Zo Na' op 't
ogenblik met vakantie is, zodat ik de pro
blemen in mijn eentje moet oplossen.
Prompt kom ik er niet uit. Kortom, echt iets
voor ons vraagveisterke. Wie kan ons iets
vertellen over de herkomst van het woord
'honduree'?
Het was, als ik me goed herinner, de his
toricus Bakhuizen van. den Brink (1810 -
1865) over wie verteld werd dat hij plakjes
rookvlees gebruikte als bladwijzer of boe
kenlegger. Daaruit valt af te leiden dat men
in de 19de eeuw nog niet het rechte begrip
had van de honduree, aangezien toen de
vleeswaren nog werden gebruikt om het
papier uit elkaar te houden terwijl het later
andersom zou zijn.
Maar ook zonder Bakhuizen van den
Brink heb ik reden om aan te nemen
dat de honduree een recenter verschijnsel
is. In de 19de eeuw kocht de gegoede stand
een hele ham of een halve kaas, en de klei
ne man smeerde reuzel op zijn brood. Dat
wordt anders in de 20ste eeuw. Ik werd als
kind wel uitgestuurd om een half ons kaas.
Gesneden graag. Dat is ongeveer drie plak
jes. Nu zou dat niet meer gaan. De winke
lier zou zeggen: 'Jongeman, het aanzetten
van de snijmachine, de verpakking en dan
ook nog van die prachtige hondureetjes, ik
zqu erop toeleggen; koop jij je halve ons
Leidse kaas maar ergens anders.'
Dat van dat halve ons kaas is historisch.
Alleen zei ik niet: Leidse kaas, maar: ko
mijnekaas. Want zelfs de meeste dorre
middenstander zou anders zijn kans gegre
pen hebben om een grap te maken en te
zeggen: al mijn kazen zijn Leidse kazen.
Maar dat komt doordat ik in Leiden opge
groeid ben.
'i
Hoe staat Bosnië er ruim
drieëneenhalf jaar na het
vredesakkoord van Dayton
ember 1995) voor? En wat
zijn de lessen die de
l ternationale gemeenschap
van Bosnië kan leren voor
istè sovo? Onze correspondent
Centraal Europa trok een
paar dagen kriskras door
Dolsw'ë en vond bitter weinig
itot optimisme. Ondanks
zen financiële injectie van
'op ilm 4 miljard dollar, ruim
-as
10 dollar per hoofd van de
t i olking, blijft de Bosnische
,o( mie gevaarlijk zwak. Het
00 vordt nog altijd geregeerd
dezelfde, op etnische leest
1 geschoeide partijen die de
oorlog begonnen.
Honderdduizenden
vluchtelingen kunnen
'door niet terug naar hun
"i! 3rlogse woongebieden als
,e" daar nu een minderheid
nen. Het belooft allemaal
iniggoeds voorde nabije
0imst als de internationale
,oo leenschap onvermijdelijk
zijn stabiliserende
iwezigheid in Bosnië gaat
afbouwen.
Pff, geen kunst aan", zegt
Nenad. Vanaf een ter
rasje op de westelijke
o^erjPan de Neretva-rivier in Mostar volgen
we de trainingssessie van drie Amerikaanse
schoonspringers. Van een pakweg 25 meter
hoge stellage op de plaats waar eeuwenlang
de beroemde Turkse boogbrug, het symbool
van Mostar, lag, duiken ze onverschrokken
het ijskoude water van het snelstromende ri
viertje in.
In tegenstelling tot een groepje toevallige
passanten die hun handen stuk klappen
voor de gespierde durfals, wordt Nenad niet
warm of koud van hun prestaties. Zoals vrij
wel iedere jongen in Mostar heeft Nenad de
zelfde duik vroeger tientallen keren gemaakt.
Wie in het vooroorlogse Mostar wilde laten
zien dat hij een man was, dook van de brug
af.
Op de vraag of hij het nu nog zou durven,
reageert de dertigjarige ober met stelligheid:
„Jazeker. Er is maar één ding dat ik niet meer
durf: naar het centrum van West-Mostar lo
pen." Vorig jaar, ruim tweeëneenhalf jaar
nadat het vredesakkoord van Dayton een
einde maakte aan de vijandelijkheden in
Bosnië, trok Nenad de stoute schoenen een
keer aan. Uit pure nieuwsgierigheid liep de
moslim naar het amper driehonderd meter
verderop gelegen Kroatische deel van Mos
tar. Het kwam hem op een ongenadig pak
slaag te staan van een paar Kroatische leef
tijdsgenoten. Vroegere kJasgenoten nota be
ne. „Vuile moslim, je hebt hier niets te zoe
ken", schreeuwden ze Nenad na, terwijl hij
zich in looppas terugspoedde naar het veili
ge moslim-deel van de stad.
Het is niet alleen tekenend voor de situatie
in Mostar, de stad die sinds 1993 verdeeld is
in een moslim-deel op de oostelijke oever
van de Neretva en een Kroatisch deel op de
westelijke oever. De internationale gemeen
schap heeft de afgelopen jaren vele honder
den miljoenen guldens gestoken in de we
deropbouw van de stad. Maar alle pogingen
om de gedeelde stad te herenigen, hebben
tot dusver weinig resultaat opgeleverd. Voor
moslims blijft het westelijk deel van de stad,
met uitzondering van een kleine enclave in
het oude stadshart, taboe, terwijl vrijwel
geen Kroaat zich ten oosten van de Neretva
durft te begeven.
Zelfs telefoneren van west naar oost en
omgekeerd is moeilijk: het oostelijke, mos
lim-deel van de stad is aangesloten op het
Bosnische telefoonnet, terwijl het Kroatische
West-Mostar op het Kroatische telefoonnet
zit. Een telefoontje naar de andere kant van
de Neretva betekent bellen tegen internatio
naal tarief. Als je er al door komt, want het
aantal internationale lijnen is beperkt.
Wantrouwen
Mostar is Bosnië in het klein. En dat terwijl
de stad in de moslim-Kroatische Federatie
ligt. Op papier vormen de moslims en Kroa-
ten samen een bestuurlijke eenheid. In Mos
tar blijkt elke dag weer dat de Federatie nau
welijks werkt. Het onderlinge wantrouwen
tussen de moslims en de Kroaten is nog al
tijd gigantisch.
Mostar heeft óp papier één stadbestuur,
maar de Kroaten en moslims zijn het na
ruim drie jaar praten en ondanks forse inter
nationale druk zelfs nog niet eens over de
plaats waar het nieuwe, gemeenschappelijke
gemeentehuis moet komen. In het oostelijk
deel is de moslimpartij SDA - die orders ont
vangt uit Sarajevo - de baas, terwijl in het
westen de Kroatische HDZ, die streeft naar
autonomie voor het Kroatische deel van de
Federatie en naar nauwere banden met Kro
atië, de dienst uitmaakt.
Van de terugkeer van grote aantallen
vluchtelingen kan in dat soort verhoudingen
natuurlijk geen sprake zijn. „De SDA en de
HDZ houden elk zoveel mogelijk de terug
keer van vluchtelingen tegen omdat het hun
electorale basis zou ondermijnen", zegt een
westerse diplomaat in Mostar. Hij verzucht:
„Zolang de etnische partijen in Bosnië de
baas blijven, zal er weinig veranderen."
Een visie die niet door iedereen gedeeld
wordt. „Het is de klassieke vraag of een glas
half vol of half leeg is", meent een andere
westerse diplomaat in Sarajevo. „We hebben
hier te maken met een land dat ruim drie
jaar verscheurd is geweest door een afschu
welijke burgeroorlog. Het kost veel tijd om
de trauma's die daarmee samenhangen te
overwinnen. En het gaat te ver om te zeggen
dat er de afgelopen jaren helemaal niets be
reikt is."
Wederopbouw
Dat laatste klopt. Bosnië oogt ontegenzeglijk
veel beter dan pakweg drie jaar geleden. Met
de ruim vier miljard dollar aan wederop-
bouwhulp die de internationale gemeen
schap de afgelopen jaren in Bosnië gepompt
heeft, is de vrijwel geheel vernielde infra
structuur grotendeels weer opgeknapt. Tien
tallen vernielde bruggen zijn vervangen door
prachtige, nieuwe exemplaren. Gas, water en
elektra functioneren weer en vaak beter dan
voor de oorlog. „Plaatsen die voor de oorlog
geen fatsoenlijk waterleiding hadden, heb
ben die nu wel en bovendien kun je het
drinkwater nu ook echt drinken", zegt James
Lyon.
Deze politiek analist van de International
Crisis Group (ICG), een onafhankelijk orga
nisatie die de inspanningen van de interna
tionale gemeenschap in Bosnië zeer kritisch
volgt, is desondanks verre van optimistisch
als het over de toekomst van Bosnië gaat.
Lyon en zijn organisatie waarschuwen voort
durend dat de internationale gemeenschap
al jaren druk bezig is met 'cosmetische we
deropbouw', maar er tegelijkertijd nauwe-
Duiven in Sarajevo, een voor de inwoners van de stad bekend beeld. Voor de vele gevluchte stadgenoten, die nu - bijna vier jaar na het akkoord
van Dayton - nog niet terug zijn in de Bosnische hoofdstad, zijn de duiven niet bepaald een symbool van vrede. foto reuters
lijks of niet in slaagt de fundamentele pro
blemen van Bosnië aan te pakken.
„Als je alleen maar kijkt naar de terugkeer
van vluchtelingen, toch een van de belang
rijkste onderdelen van het Dayton-akkoord,
dan weet je genoeg. Ruim drieëneenhalf jaar
na Dayton is slechts een fractie van de vluch
telingen teruggekeerd naar gebieden waar ze
nu de minderheid vormen. Van de ruim vier
honderdduizend moslims en Kroaten die uit
Öe Republika Srpska (RS, het Servische deel
van Bosnië; red.) zijn verdreven, zijn er tot
nu toe amper tienduizend terug. In de mees
te gevallen gaat het hier om gebieden binnen
de zogenoemde 'zone of separation', een zo
ne van vier kilometer langs de vroegere
frontlijn. Van de terugkeer van vluchtelingen
naar stedelijke gebieden die nu in handen
zijn van een andere etnische groep is nauwe
lijks sprake en ik zie dat voorlopig ook niet
op grote schaal gebeuren", voorspelt Lyon.
Praktische bezwaren
Een kleine rondgang langs wat Servische au
toriteiten in Banja Luka bevestigt het ver
moeden van de ICG-analist. In de hoofdstad
van de Republika Srpska zegt niemand hard
op dat moslims en Kroaten die terug willen
keren niet welkom zijn. In de stad die ooit
zeventien moskeeën telde, stuk voor stuk op
geblazen door Servische extremisten, is men
daarentegen meester in het opwerpen van
praktische bezwaren.
„We hebben in principe niets tegen vluch
telingen die naar hun huizen terug willen ke
ren", zegt bijvoorbeeld Petar Dzodan, vice-
minister voor vluchtelingen van de Republi
ka Srpska. Waarna een heel lange reeks prak
tische problemen volgt. Het komt er op neer
dat moslims en Kroaten niet terug kunnen
keren naar de Republika Srpska zolang de
huizen die ze hebben achtergelaten - voor
zover ze niet zijn opgeblazen - bezet zijn
door Serviërs die op hun beurt vanuit andere
delen van Bosnië en vanuit Kroatië naar de
RS gevlucht zijn.
„We hebben in de RS ruim zestigduizend
vluchtelingen uit Kroatië. Een deel^ daarvan
wil best terug, maar wordt door de Kroati
sche autoriteiten geweerd. Zolang dat niet
verandert, kunnen wij toch moeilijk Serviërs
uit hun huizen gaan zetten om plaats te ma
ken voor terugkerende moslims of Kroaten",
zo legt de vice-minister uit.
Precies hetzelfde mechanisme speelt ook
in steden als Sarajevo en Mostar. De lokale
autoriteiten voelen er niets voor om hun 'ei
gen' mensen uit woningen te zetten die toe
behoren aan vluchtelingen van een andere
etnische groep. En de internationale ge
meenschap heeft niet de middelen om de lo
kale autoriteiten daartoe te dwingen.
„In theorie zou je SFOR-troepen in kunnen
schakelen om datgene te doen wat de lokale
autoriteiten niet willen: Mensen uit huizen
zetten die toebehoren aan vluchtelingen die
terug willen keren. Maar dat zou alleen maar
averechts werken en nog meer aversie tegen
de terugkeerders kweken", zo legt Nigel
Moore, hoofd van de Refugee Return Task
Force (RRTF) in Mostar uit. „Bosnië is nu
eenmaal geen protectoraat", zo voegt hij er
aan toe.
'Was Bosnië maar een protectoraat', ver
zucht menig diplomaat regelmatig. Veel di
plomaten geloven dat het land er nu veel be
ter voor zou staan als de internationale ge
meenschap zichzelf veel meer macht had ge
geven en minder op de veelal ontbrekende
goede wil van de lokale autoriteiten zou zijn
aangewezen. Een van de grootste fouten van
het Dayton-akkoord is volgens velen dat er te
veel belang is gegeven aan het houden van
verkiezingen zo snel mogelijk na de oorlog.
Die verkiezingen konden gezien de om
standigheden nauwelijks vrij en eerlijk zijn
en hebben er in geresulteerd dat dezelfde
partijen die de oorlog begonnen via de stem
bus gelegitimeerd werden. Diezelfde partijen
hebben geen belang bij de broodnodige eco
nomische hervormingen omdat die ten koste
gaan van de controle die ze over hun deel
van het land hebben. Het gevolg is dat Bos
nië er in economisch op zich, ondanks de in
ternationale miljardeninjectie van de afgelo
pen jaren, catastrofaal voor staat.
Als er uit de Bosnische ervaring al een les
voor Kosovo getrokken kan worden is het
volgens diverse westerse waarnemers in Sa
rajevo, deze: Zet het land eerst fatsoenlijk op
zijn poten en schep de voorwaarden voor ge
zonde politieke en economische ontwikke
ling voor je de macht overdraagt aan lokale
politici.
In een rapport met de veelzeggende titel
Why will no one invest in Bosnia and Herzeg
ovina? ('Waarom zal niemand in Bosnië-
Herzegovina investeren?') velde de Interna
tional Crisis Group afgelopen voorjaar een
vernietigend oordeel over de Bosnische eco
nomie. Het komt er op neer dat er van de op
het oog spectaculaire economische groei van
39 procent die Bosnië de afgelopen jaren
heeft doorgemaakt helemaal niets over blijft
als de wederopbouw-miljarden buiten be
schouwing worden gelaten.
Bureaucratie
In het rapport rekent de ICG voor dat in een
stad als Sarajevo ruim 42 procent van het ge
middelde inkomen van 354 D-mark per
maand direct of indirect afkomstig is van de
internationale gemeenschap. 'Serieuze in
vesteringen in de productieve sector zijn er
niet. Dat komt omdat de vooroorlogse, com
munistische bureaucratie die vijandig staat
tegenover ondernemen en die door-en-door
corrupt is, nog vrijwel volledig intact is.'
„Van serieuze investeringen in de indu
strie is geen sprake. Bosnië is geheel afhan
kelijk van de internationale gemeenschap en
zodra die zijn hielen licht, en dat moment
komt onvermijdelijk steeds dichterbij, don
dert de hele economie als een kaartenhuis in
elkaar", voorspelt James Lyon. Een somber
vooruitzicht voor een land waar de werk
loosheid nu al ruim boven de dertig procent
ligt.
Dat Bosnië economische gezien geen toe
komst heeft, meent ook Aleksandra. De 25-
jarige serveerster is een van de weinige Ser
viërs die sinds de oorlog naar hun vroegere
woonplaats Sarajevo zijn teruggekeerd. On
langs kreeg Aleksandra's familie na ruim drie
jaar procederen eindelijk haar vooroorlogse
flat terug. Na lang aarzelen zetten de lokale
autoriteiten een moslim die de flat van de fa
milie als tweede woning gebruikte - een veel
voorkomend fenomeen in heel Bosnië- het
huis uit zodat Aleksandra, haar moeder en
haar zus er weer in konden.
In theorie althans. De flat bleek na terug
gave totaal leeggeroofd te zijn. Van het keu
kenblok tot en met de leidingen was alles
verdwenen. „Het gaat jaren duren voor die
flat weer echt bewoonbaar is. Van mijn klei
ne salaris kan ik nauwelijks iets opzij zetten",
zegt Aleksandra. Ze wil de flat desondanks zo
goed en zo kwaad als het kan opknappen zo
dat haar moeder in haar eigen huis kan ster
ven. Voor zichzelf en voor haar drie jaar jon
gere zus ziet ze geen toekomst meer in Sara
jevo.
Aleksandra: „Dit land is totaal kapot. Ik
heb tijdens de oorlog jarenlang rondgezwor
ven, dromend van de dag dat ik terug naar
ons huis in Sarajevo kon. Sinds ik terug ben,
besef ik dat ik hier geen toekomst meer heb.
Op een fatsoenlijk baan maak je als Servi
sche geen kans. Misschien gaat het hier over
tien jaar een beetje beter, maar ik heb geen
zin daar op te wachten. Ik wil nu leven. Zo
dra ik de kans krijg, ga ik naar een land als
Spanje of Italië. Bosnië, het Bosnië dat ik
kende, is dood en het wordt nooit meer zoals
vroeger."
HANS GERTSEN