mme De wereld volgens Ome Kees, Linke Wout en Leidse Toon 1 bij nacht en ontij nrnn uCruu Zomer 1999 Rijnsburg 's Nachts brood bakken. Voor dag en dauw opstaan om bloemen te rijden, 's Avonds een 1 patiënt behandelen. Voor I sommige mensen is dat j onregelmatige leven de normaalste zaak van de wereld, i Naam: Xander de Boer Leeftijd: 26 Woonplaats: Leiderdorp Beroep: student rechten en nachtportier bij Hof van Holland in Noordwijk Ben jij een nachtmens? Ja, altijd al geweest. Dat komt voornamelijk door de studentenfeestjes, die ik in de loop der jaren al lemaal heb afgelopen. Die gingen altijd door tot de 's ochtends vroeg. Dat hield ik moeiteloos vol. Van daar dat ik geen enkel probleem heb met de onre gelmatigheid van het nachtleven. Kan dat, studeren en nachtportier spelen? Door het wilde nachtleven doe ik wat langer over mijn studie. Ik zit nu in het zesde jaar en verwacht er acht jaar over te doen. Na de zomer ben ik een avondstudent. Omdat ik geen beurs meer heb, moet ik geld verdienen. Nachtportier bij Hof van Holland is voor mij de ideale bijbaan. Ik voel me er heerlijk bij. Ik doe het drie dagen in de week. Meer dagen mag niet, anders ga ik teveel verdienen vol gens de minister. Ik houd meergeld over dan toen ik een beurs had. Ik ben via-via aan deze baan gekomen. Ik ben op een gegeven moment naar binnen gelopen en ik ben meteen aangenomen. Is dit een leuke baan? Nachtportier bij dit hotel is een vrij relaxte baan. Ik begin om elf uur 's avonds. Mijn voornaamste taak is het passen op de gasten. Als ze 's avonds nog wat willen drinken, dan serveer ik de drankjes aan de bar. Dat is hartstikke leuk werk. De mensen zijn bijna altijd vrolijk. En als ze wat gedronken heb ben. zijn ze heel eerlijk. Dat is mooi. Gebeuren er nooit vervelende dingen? Vervelend volk komt er vrijwel nooit binnen. Een keer kwam er een onguur type binnenwandelen. Die heb ik weer keurig tiaar buiten gewerkt. Later heeft dezelfde man in Noordwijk iemand beroofd. Wat doe de hele nacht? De hele nacht heb ik mijn werkzaamheden. Tussen drie en vijf is het vrij rustig. Daar kan ik best van genieten. In de ochtend ga ik een beetje stofzuigen en de voorbereidingen treffen voor de ontbijttafel klaarzetten. Om half acht zit het er op. Hoe lang slaap je? Aan zes uur slaap heb ik genoeg, 's Middags om een uur of drie ben ik weer het mannetje. ROB ONDERWATER Om zes uur zitten er vijf man binnen. Vijf kranten die eigen lijk voor 'wakker Nederland' zijn, worden met toegeknepen ogen bestudeerd en gepraat wordt er nog even niet. Ook niet door eigenaar Louis van Breukelen, Hagenees en tevens bezitter van een koffiehuis bij het Congresgebouw. Hij kijkt nauwelijks op als hij met 'Móge, Nikki Lauda' een chauffeur ver welkomt. Een kwartier later zit zijn tent halfvol. Met hoofdzakelijk bouwvakkers. Als ze het par keerterrein opdraaien, schenkt Louis of zijn medewerkster 'Pa- tries' de koffie reeds in. Dus wie te lang doet over uitstappen, wordt naar zijn plek geleid met de tekst 'dat kouwe bakkie is voor jou'. Thee bestellen kan ook, maar dat duidt op een zware avond en leidt dus tot hoongelach. ,,Wat zei je, een flesje bier?" „Neehee, thee!'-' Na het tweede of derde bakkie, en veelal een sjekkie, gaan ze weer op pad. De gebruikelijke af scheidsgroet: 't'ruste!'. Waarom mensen die om zeven uur moeten beginnen met wer ken, al om kwart over zes in een koffiehuis neerstrijken? „Het is maar wat je gewend bent", zegt (Ome) Kees. „Ik begin lekker op mijn gemakkie. Om kwart voor zes sta ik op, om zes uur laat ik de hond uit en om kwart over zes zit ik hier en lees ik rustig m'n krantje. En waar vind je nog een bakkie voor één-vijfen twintig?" Kees komt al 25 jaar in De Drie Wilgen. Hij weet nog van de brand, vijftien jaar gele den en heeft er al vier eigenaren meegemaakt. De laatste, Louis, helpt onder tussen op zijn enorme parkeer terrein een auto aanduwen. „Zijn startertje is kapot", luidt de diagnose bij terugkeer. Star tertje is een mooi woord in het Haags. En het komt Louis op veel commentaar te staan over zijn eigen 'startertje'. „Jouw startertje is nu ook kapot, van het lopen." De meeste vaste gasten komen uit Katwijk of Leiden. Koffiehuis De Drie Wilgen staat op een paar honderd meter van de Ste venshof. Maar er is inmiddels ook een tijdelijk gezelschap neergestreken. Noord-Hollan ders die onderweg zijn naar het Malieveld in Den Haag om de Pasar Malam af te breken. En Wout, helemaal uit Rumpt, die voor het bedrijf werkt dat de bermen van de A44 bijhoudt. Hij woont naar eigen zeggen in het mooiste dorp aan de Linge, maar heeft momenteel een 'smerige klus' aan de op- en af rit bij het universiteitsterrein. „Maar ja, brandnetels, dat is ook natuur, zeggen ze. En hoe meer ik eraan moet doen, hoe liever ik het heb." Veel van dit soort koffiehuizen zijn er in de regio niet. In Lei den bijvoorbeeld nog aan de Haven, de Burggravenlaan, het Lammenschansplein. Vroeger waren het er veel meer, maar tegenwoordig drinken veel bouwvakkers koffie in hun ei gen keet, luidt de gezamenlijke analyse. En de koffietenten prij zen zichzelf uit de markt. Dat wil zeggen: sommige. Een parkeerterrein als van een sporthal en de mensen goed behandelen, dat zijn de gehei men van De Drie Wilgen. Zo denkt althans K. Schmal, die zijn handel met die van Louis vergelijkt. Hij verkoopt groente en fruit op de Katwijkse en de Leidse markt. „Je moet hard werken, maar de omloopsnel heid is ook hoog. En ik zeg maar zo: liever een snelle piek dan een langzame knaak." Het is inmiddels kwart voor acht, de zaak loopt leeg, maar volgens Henk en Willem, Leidse metselaars, zal het om negen uur weer vol zitten. „Dat is de eerste schafttijd. Trouwens, de ze tent loopt goed, hoor. Op vrijdagavond is het hier carna val. Ze komen allemaal een biertje drinken." Tijd voor een rookpauze voor nog altijd de enige aanwezige vrouw, serveerster Patricia. Ook wel aangesproken met 'Venga girl' of 'scheet, heb je je rijbe wijs al', maar daar kan ze alle maal tegen. Een voorgangster van haar, ene Sandra, vertelt Louis, kreeg op een goed mo ment last van eergevoel. „Die is op kantoor gaan werken. Maar daar verdient ze minder." Over eergevoel gesproken, als metselaar heb je het niet mak kelijk in de pikorde op een bouwterrein, aldus Henk en Willem. „Er is geen uitvoerder die het fatsoen heeft om goeie- dag te zeggen. Ze zien metse laars als een stuk vuil. Er is geen menselijkheid meer in de bouw. Dus wie gaat dat werk nou nog doen, tegenwoordig? Zelfs slechte kun je niet krijgen." De mentaliteit van de bouwvakkers is tegenwoordig ook niet meer wat-ie geweest is, klaagt het duo. „Heb jij dat meegemaakt, dat je om zeven uur begon met koffie in de keet?" Aldus Henk, vanachter zijn zoveelste bak leut. „Wij dronken pas om elf uur ons eerste bakkie." Henks oog valt op het kranten bericht 'Minder behoefte aan bouwvakkers'. „Zie je wel, daar kan je op wachten. De rente gaat straks omhoog en over een jaar klapt alles in elkaar." Half negen. Leidse Toon, van wie al hardop is gevraagd of-ie soms dood is, is eindelijk gear riveerd. Als je hem moet gelo ven is de toekomst niet zo som ber, althans die van de bouw. Ze gaan immers Valkenburg volbouwen, en 'binnen een paar jaar gaan ze hier bouwen'. Toch niet op de plek van De Drie Wilgen? „Ja, hier komen villaatjes." Toon heeft een rijke fantasie. Als Henk en Willem even stil vallen, pakt hij voor de derde keer de krant, en leest opnieuw de voorpagina. „Hé, moet je horen. Leidse metselbazen lich ten belasting op voor zevenen- half miljard. Dat is toch wat, joh." JOB DE KRUIFF Kassen in het landschap. Een beeld dat doet denken aan de bekende televisieserie 'De gla zen stad', waarin het wel en wee van een West- landse tuindersfamilie centraal stond. Kromge groeide ruggen van het poten, aarde onder de nagels, eettafels waaraan God naast de heer des huizes regeerde. Huiselijke situaties waarin het Reviaanse gezegde: 'Veel aardappelen, weinig jus, dat eet voor een man niet zo lekker' van daan komt. Hier zitten we niet in het Westland maar in Rijnsburg. Dorp van handelaars in vluchtige schoonheid die over de gehele wereld wordt ge ëxporteerd. Dorp ook van Spinoza, die hier heeft gewoond en langzaamaan tot de slotsom kwam dat je alles in het leven maar moest ac cepteren. Dat wat komen moet, komt. Nog even en de kassen vonken in de laatste avondzon. Lage huizen van glas, daken van glas. De sterren kijken straks naar binnen, de maan. En God ziet alles. tekst: CEES VAN HOORE foto: W1M DIIKMAN Xander de Boer „Nacht portier is een ideale baan voor een stu dent." foto taco van der eb „Het klimaat is naar de klote. In Spanje is het ook niks meer. Ik ben in november geweest, ik zat te kleumen van de kou." „Zou dat echt door die ozon wezen?" „Nee, joh. Het komt door de metselaars." Welkom in de wereld van Linke Wout, Leidse Toon en Ome Kees. Die elke ochtend in koffiehuis De Drie Wilgen aan de Rijksstraatweg in Wassenaar de toestand in de wereld doornemen. En die in de bouw in het bijzonder. Want öcalan en Bouterse zijn boeven, maar verder is alles de schuld van de metselaars. Een bakkie koffie en een krantje in koffiehuis De Drie Wilgen. Wat moet een mens nog meer op de vroege morgen? foto henk bouwman Het Leidsch Dagblad geeft elke dag vijf afdrukken van 'Ingelijst' weg aan lezers uit de gemeente waar de foto is gemaakt. Aanvragen - uitsluitend per briefkaart en uiterlijk week na plaatsing - richten aan: Leidsch Dagblad, afdeling Promotie, postbus 54, 2300 AB Leiden. De vijf uitverkorenen krijgen de foto binnen drie weken thuisgestuurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 21