Zoeken naar die paar goudvissen Arjen Teeuwissen vaart eigen koers in dressuursport Sport Epocriet -SATERDAG 3 JULI 1999 CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071-5356464, PLV -CHEF JANET VAN DIJK. 071-5356463 Bert Goedkoop terug in volleybal als opleider Na zijn afscheid als oefenmeester van de nationale vrouwenploeg verdween Bert Goedkoop uit beeld. Leven wilde hij, afstand nemen van alle gedoe rond zijn persoon. Dus trok hij de wereld over, en liet hij het volleybal ver achter zich. Maar veertien maanden later is de Amsterdammer terug. Als opleider van talent bij Top Volleybal Nederland (TVN). „De gedachte om weer voor een team te staan en zaterdags te moeten presteren, vind ik totaal niet aantrekkelijk." Terwijl het rumoer rond de Neder landse volleybalploeg maar niet wil verstommen, trainen enkele jon ge knapen in een verlaten hal op het KNVB-sportcentrum. Een duffe en kale omgeving, weinig inspirerend, diep weggestopt in de Zeister bos sen. Eén man lacht breeduit: Bert Goedkoop. Teruggehaald door TVN om talenten bij te staan op hun weg naar het nationaal A-team en roem. Goedkoop oogt als herboren. Voelt zich ook zo. „Dit is wat ik het liefste doe, werken met jeugdige mensen." Zijn gelaat verraadt oprechtheid. De Amsterdammer stapte in maart vo rig jaar op bij de organisatie die hem inmiddels weer heeft aangesteld als opleider van ruwe diamanten. Na zijn vertrek als bondscoach van de vrouwenploeg ging Goedkoop de wereld over. Mensen ontmoeten, culturen ontdekken, vissen, leven. Ierland, Australië, zwerven, onbe zorgd rondtrekken met de rugzak. „Ik ben in Australië nog een paar daagjes bij de volleybalbond ge weest. Ze hadden me uitgenodigd een kijkje te komen nemen. Verder heb ik al die tijd he-le-maal niets ge daan met volleybal. Is me prima be vallen." j Ja, hij kreeg een handvol aanbiedin gen. Onder meer van twee nationale i teams buiten Europa ('namen noem I ik niet, is niet interessant, maar het waren landen die zich zeker zullen kwalificeren voor de Olympische Spelen van volgend jaar') en een paar grote Europese clubs. Hij wei gerde alles, heel resoluut. „Ik ben niet meer geïnteresseerd in een baan als topcoach. Mis daar de motivatie voor. Ik lees nu verhalen als zou ik door TVN zijn binnenge haald om Toon Gerbrands eventu eel op te volgen wanneer het mis zou gaan bij de mannen. Heel sug gestief, heel fout. De gedachte om weer voor een team te staan en op zaterdag te moeten presteren, vind ik totaal niet aantrekkelijk. Oplei den, individueel een hele tijd met mensen bezig zijn, daar ben ik goed in en dat ambieer ik. Meer dan wel ke functie ook. Anders had ik deze job nooit aangenomen." Goedkoop klinkt luchtig, alsof het hem allemaal niet meer zo veel doet. Het tegendeel is waar, bena drukt hij. „Maar als je, zoals ik, de afgelopen tien jaar niets anders doet dan een topploeg coachen, dan heb je daar op een bepaald moment geen trek meer in." Natuurlijk zal al le hectiek rond zijn persoon ander halve jaar terug hier mee te maken hebben. Goedkoop kreeg kritiek op zijn aanpak als oefenmeester van de vrouwen die hij in 1995 nog Euro pees kampioen had gemaakt. Twee jaar later, op het EK in Tsjechië, haalde hij met Nederland niet eens de laatste acht. Zijn ideeën om alle speelsters uit de competitie te halen en ze in het 'Bankras-model' (alles opzij voor de nationale ploeg) te stoppen, stuitte destijds op veel verzet van de clubs. Daarnaast vonden collega-trainers hem arrogant en dictatoriaal en zou hij een relatie hebben aangeknoopt met zijn spelverdeelster. Zaken die hem het functioneren uiteindelijk onmogelijk maakten. Gekwetst stap te hij op. Goedkoop: „Of ik me beschadigd voel? Nee, niet meer. Als ik nu nog rancuneus zou zijn, hoorde ik niet in de topsport rond te lopen." Ei genlijk heeft hij helemaal geen zin om terug te komen op zaken die al ver achter hem liggen. Hij is terug in 'zijn' wereldje, fris in de kop, frisser dan ooit. „Óp deze manier ben ik toch met mijn vak, het volleybal, be zig. Dat is het enige wat telt." Goedkoop heeft van TVN de taak gekregen om meer mensen af te le veren voor internationaal topniveau dan momenteel gebeurt. Daarvoor moet eerst het gat tussen de eredivi sieteams en de nationale selecties kleiner worden. En om dat weer te realiseren moet de opleiding een nieuwe impuls krijgen. „We doen niets nieuws bij TVN. Alleen gaat al les nu veel intensiever gebeuren. Met een serieuzer budget, nog meer uren en nog meer mankracht willen we individuele talenten naar de top brengen," legt de gewezen interna tional uit. In Goedkoops nieuwe functie draait het niet om een ploeg, om presta ties, om er de volgende week moe ten staan. De jongens van het C- Bert Goedkoop: „Dit is wat ik het liefste doe, werken met jeugdige mensen." team waarmee hij op dit ogenblik de Universiade op Mallorca doorwan delt, is niet meer dan een project. Straks, terug in Nederland, begint zijn eigenlijke werk: het opleiden. „Ik hoef niet meteen iets te bereiken met een groep, ik kan op langere termijn werken. Die tijd is heerlijk om te hebben. Met iemand uitge breid werken aan de stand van zijn handen en voeten, zijn fysieke en technisch-methodische ontwikke lingen, dat is het mooiste wat er be staat." Als een supervisor zal hij met TVN's technisch coördinator Toon van der Burgt waken over alle trainers die zich met nationale jeugdselecties bezig houden. Goedkoop zal veel wedstrijden gaan bekijken en clubs in het land bezoeken. „We zoeken extreem lange mensen, NBA-sized- types zeg maar, van 2.10 meter die motorisch ook nog eens goed ont wikkeld zijn. Met dat soort spelers haalden we in Atlanta na jaren van investeren Olympisch goud. Die spelers missen we in de huidige lichting." Ze zijn er wel, is zijn overtuiging. Al leen moeten ze het volleybal wor den binnengeloodst. Beginnen bij de bron, daar gaat het volgens Goedkoop om. „Clubs scouten zelf vaak niet of te weinig. Wij kunnen ze daar bij helpen. Maar misschien moeten we de komende jaren zelf, binnen TVN, ook anders gaan scou ten om dat absolute talent binnen onze structuur te krijgen. We zijn al ideeën aan het ontwikkelen om op nóg jongere leeftijd te zoeken naar die paar goudvissen in de vijver. Spelers en speelsters van wie wij denken dat ze de top kunnen ha len." Goedkoop zal hoogstpersoonlijk als een soort Sherlock Holmes gaan speuren naar talent. „Als het moet in de derde divisie." Daar voelt hij, de ex-bondscoach, zich niet te groot voor. „Wanneer ik een goede tip foto gpd/roland de bruin krijg over iemand die ergens in een uithoek van het land zit, ga ik daar heen." Eenmaal een mogelijke topper ge traceerd, zal deze worden geboet seerd tot een volwaardig eredivisie speler. Maar daar houdt het niet op, waarschuwt Goedkoop onmiddel lijk. „De opleiding moet doorgaan terwijl iemand eredivisie speelt. Dat gebeurt nog te weinig en daarom zie je nu verschillende jongens die bij de nationale ploeg komen en moeite hebben aansluiting te vinden met de top." Dat kan in zijn ogen veranderen door ze tijdens het seizoen één of twee keer per week bij TVN te laten trainen. „Wanneer jonge gasten het besef hebben dat hun opleiding niet stopt bij de eredivisie, zijn we al een heel eind. En dan zul je zien dat die ene goudvis die we hebben gevon den, ons straks serieus gaat helpen bij het winnen van een medaille." Dressuurtopper heeft met zijn vriend stekkie in België gevonden Hij wordt de 'nieuwe ster' van de dres suursport genoemd. Logisch, want Arjen Teeuwissen stond in Nijmegen als Nederlands kampioen ineens op het hoogste platvorm. Dat Anky van Gruns- ven niet van de partij was, deed aan die prestatie niets af. Twee weken later toonde Teeuwissen met Yakumo's Goli ath T aan ook internationaal een woord je mee te spreken. Op het prestigieuze concours in Aken werd hij vijfde met als beloning een plaats in de Nederlandse equipe die momenteel op Papendal een gooi doet naar de Europese titel. Arjen Teeuwissen: „Goliath is nu elf jaar en ik kreeg hem toen hij 2,5 jaar was. In die negen jaar heb ik wel eens gedacht: 'Wat een walgelijk paard'. Toch was hij als jong paard al imponerend." foto gpd/stephan peleaaan Trots tonen Arjen Teeuwissen (28) en Frank Garritsen (32) de stallen. De eerste verbouwing in fort 'Audaon' in het Belgi sche 's Gravenwezel is meer dan geslaagd. Het fort, gebouwd in 1912 ter verdediging van de stad Antwerpen, heeft zelfs niets van zijn oorspronkelijkheid verloren. „Dit is het begin van een tienjarenplan", zegt Teeuwissen, die daarmee aangeeft dat het tweetal zijn stek heeft gevonden. Tot oktober vorig jaar woonden Teeuwis sen en Garritsen in Angeren. In een boer derij die ze in vijf jaar geheel opknapten. En vervolgens verkochten. Teeuwissen: „Er was ruimtegebrek. Geen plek voor een binnenstal en Frank wilde altijd al graag in België wonen. Hij is toen een zoektocht begonnen en kwam met dit fort op de proppen. Ik ben ook gaan kijken en was meteen verkocht." „Het is hier goed wonen. Hier laten de mensen je ook met rust. Het maakt niet uit wie of wat je bent. Nee, ons vertrek naar België was geen vlucht, al bemoei den de mensen in Angeren zich veel meer met ons dan hier. In de supermarkt hoor de je daar meteen allerlei gemompel als wij samen boodschappen deden. Maar mij maakte dat niets uit. Ik heb maling aan de hele wereld. Frank had er wat meer moeite mee." „De mensen zijn hier fantastisch en dat doet je goed", vult Garritsen aan. „Hier vraagt de buurvrouw hoe het gegaan is als je van een concours terug komt, maar verder bemoeit niemand zich met je. Het interesseert ze ook niet of je in een Ferrari of in een DAF rijdt. In Angeren woonde een man tien huizen verder en die vroeg zich af waar wij het toch allemaal van de den. En een naaste buurman heeft de re latie tussen Arjen en mij altijd ontkend. Aan Arjen vroeg hij: 'Is je broer ook thuis?' en tegen mij zei hij: 'Is de directeur thuis?' Dat heeft hij vijf jaar volgehouden. Het ging mij wel irriteren. Op een gegeven moment zijn we zelfs in Gendt bood schappen gaan doen. Maar het gaat er toch om dat je een goed mens bent. In de voetballerij zijn ook homo's en ik vind het heel bekrompen dat ze er daar niet voor uit durven komen. In de paardensport ligt dat anders. Ik schaam me er ook niet voor, al ga ik niet heel provocerend met Arjen hand in hand lopen. Ik ga er nor maal mee om." Teeuwissen: „Toen wij samen gingen wo nen, was het geen geheim meer. Al loop ook ik er niet mee te koop. Als iemand vraagt of ik een vriendin heb, zeg ik 'nee'. Willen ze meer weten, dan zeg ik hoe het zit. Het gaat er ook om hoe je je opstelt. Ik val er verder niemand mee lastig." Teeuwissen en Garritsen kennen elkaar zo'n tien jaar. Beiden komen niet uit een paardenfamilie. Teeuwissen: „Toen ik een jaar of was ben ik gaan rijden, maar stop te toen ik van mijn ouders geen eigen paard kreeg. Het was de tijd van stappen en een brommer. Later keerde de interes se terug. Nadat ik mijn schooldiploma had gehaald wilde ik verder in de paar densport. Na een jaar Engeland heb ik de Nederlandse Hippische opleiding gedaan en toen was ik officieel instructeur-be drijfsleider. Maar dat papiertje zegt niets, dan begint het leerproces pas. Ik ben toen bij Anky van Grunsven gaan lessen en vervolgens is het balletje gaan rollen." Teeuwissen heeft inmiddels furore ge maakt met Yakumo's Goliath, waarvan hij en Garritsen eigenaar zijn. „Goliath is nu elf jaar en ik kreeg hem toen hij 2,5 jaar was. In die negen jaar heb ik wel eens ge dacht: 'Wat een walgelijk paard'. Toch was hij als jong paard al imponerend, maar het is geen dier waar je zo opstapt en mee weg rijdt. Anky heert er wel eens op gereden en vond het ook moeilijk. Maar als hij zich eenmaal geeft, is hij fan tastisch. Ik voel dat er nog veel meer in zit. Goliath loopt net als ik pas kort op dit niveau en er zijn nog genoeg dingen te verbeteren. Hij kent de oefeningen, maar de proef moet eerst foutloos zijn. Dan be gint het proces van perfectioneren." Teeuwissen trainde bij Anky van Gruns ven, maar nu Goliath op dit hoge niveau zit, heeft Sjef Jansen dat overgenomen. „De rest van de week train ik thuis, Frank kijkt dan wat goed en fout gaat." Garrit sen: „Als Arjen rijdt, zeg ik: 'Zo moet je het doen'. Ik heb inmiddels zoveel erva ring dat ik kan zien wat wel en wat niet goed gaat. Diploma's daarvoor heb ik niet. Ik zat in de horeca en Arjen kon het niet meer alleen af. Toen ben ik hem gaan helpen. Voor mezelf is h et ook fijn dat het nu goed gaat. Was Arjen alleen met een paar zilveren bekertjes thuis gekomen, dan had ik beter kok kun nen blijven. Ik heb er veel voor opgege ven, maar zo'n kampioenschap en een plaats in de Nederlandse ploeg is de be vestiging dat ik de juiste beslissing heb genomen." Gesteund door Garritsen blijft Teeuwis sen met beide benen op de grond staan. „De stijgende lijn die er nu is, wil ik pro beren vol te houden. Druk leg ik mezelf niet op. Je hebt met levende wezens te maken. Soms zit het mee, soms niet. De stukjes van de puzzel moeten op het juis te moment in elkaar vallen. Daarom ben ik ook niet zo bezig met wat ik allemaal nog kan halen. Ik doe mijn best, meer kan ik niet doen." O nze-Lieve-Heer heeft rare kostgangers. Cees Priem. Steen en been heeft de man ge klaagd, dat de Fransen hem I na de laatste Tour Frankrijk niet uitlieten. Zelden een man zo happy ge zien als Cees Priem nadat Frankrijk hem na maanden de uitgang gewezen had. We herinneren ons de beelden van Priems thuiskomst. Priem straalde als het jongetje dat net het eerste kievitsei gevon- den heeft. Eén en al geluk. Cees Priem, ten langen leste 1 bevrijd uit Frankrijk, was aLs het Nederlands voetbalelftal dat Europees kampioen ge worden was, de eerste terugge- keerde maanreizigers, Teach Inn na het Songfestival, Wie gel in de Nacht van Wiegel. En dan dit: zeggen die Fransen dat Cees dit jaar helemaal niet 1 hoeft te komen met die fietsers van hem, die het fietsen in Frankrijk vorig jaar zo beu waren dat ze hun rijwielen j twee meter over de grens met - Zwitserland in de berm kiep erden, is het wéér niet goed. i Je zoekt naar een woord om dit gedraaikont in één term uit te drukken en je komt niet verder dan epocrisie. De hele wielerwereld hangt er van aan elkaar. Onze jongens van TVM verweren zich niet door met nadruk op hun eigen onschuld te wijzen, ze venue- ren zich door te wijzen op de t schuld van anderen. De Festi na's. „Waarom zij wel en wij I niet?" De renners die de grenspost Frankrijk-Zwitserland aan- j! grepen om het werk neer te leggen, doen nu bij de Tourdi rectie beroep op het recht op arbeid. Je kunt er je schouders over ophalen en dat is precies wat de Tourdirectie doet. Ulrich, Riis, Roux, Casagran- de, Pantani, Gontschar, Gau- r mont, Vini Caldirola en TVM f niet, maar Virenque, door Tourdirecteur Leblanc sinds de nasleep van de vorige Ron- j de bij voorkeur aangeduid als die persoon', uiteindelijk wel. De enige keer dat Leblanc zich nog verwaardigde Virenque in het openbaar bij zijn naam te j- noemen was toen hij hem een startverbod voor de Tour op- ij legde. Maar nu fietst die per- ji soon toch mee. Je moet er voor de gemoeds- j rust van Jean-Marie Leblanc 1 niet aan denken dat Virenque vandaag de proloog wint en zich als eerste in het geel hult en je moet er al helemaal niet aan denken dat Virenque zich als laatste in het geel hult. In Parijs. Beter geformuleerd: daar moet je juist wel aan denken! Reken er maar op dat Leblanc aan dit scenarioheeft gedacht f en dat het daarom niet ge beurt. Virenque in het geel, uitgeslo ten. Jean-Marie zou het niet overleven. De lotingcommissie van de hematocrietbrigade wijst Virenque dagelijks acht I keer aan voor controle. Wat Si een toeval, wéér Virenque, hoe-is-het-mogelijk? Virenque 1 wint deze Tour nog geen lever- I' worst. Wie dan Lance Armstrong? i Zou kunnen. Armstrong in het geel betekent heroïek verze- kerd. Dood in de ogen gezien, j kanker overwonnen, Amerika in één klap in de ban van de Tour, een bioscoopfilm met Brad Pitt als Armstrong, eerst volgende Tourstart in Dallas, dollars voor het opscheppen, je kun t je er iets bij voorstel- len. Gebruikt Armstrong ook? Na lezing van het boek van i Festina-verzorger Willy Voet is dit een vraag van het kaliber is de Paus ook katholiek? Willy Voet zegt dat iedereen gebruikt. Alle wielrenners zit- j ten vol, zegt Voet. Voet zegt bovendien dat de huidige di- recteur van de Tour, Jean-Ma- rie dus, toen hij nog zelf fietste en een knecht was van Jan Janssen, óók gebruikte. Voet zegt dit niet in zijn boek, maar in de krant France Soir. Leblanc zelf zei onlangs nog dat hij elk weekeinde zijn op het platteland wonende oude moeder bezoekt (want als u en ik dit lezen worden we geacht van Leblanc te denken dat hij ondanks zijn volle agenda toch maar een sociaalvoelend, fantastisch mens - en zo ge woon - gebleven is) en dat hij hoopt dat 'onze Boogie' dit jaar de Tour wint (want dat lezen wij natuurlijk van harte dat monsieur J-M dit hoopt). Als u het mij vraagt geloof ik Voet niet graag maar altijd nog liever dan Leblanc of Priem. verslag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 37