balanceren tussen naïviteit, cynisme en vertrouwen
Koppige Jalabert kan best zonder Tour
Tour de France
m2bezzed
ielermode op de catwalks
)DAG 2 JULI 1999
bo-arts Leinders: Dat zelfs een grote renner als Pantani in zijn koers wordt gepakt, zou positief uitgelegd moeten worden
vreei
efev<
aar id
inersjrt Leinders geeft liever geen interviews. „Want ik heb
nietf te vertellen." Om later te verzuchten: „Als morgen
■nlrenner z'ch verliest, dan is dit gesprek helemaal niks
,enseird, allemaal loze woorden." De Belgische arts van de
"our jobank-ploeg weet het. „Ik moet oppassen dat ik niet
winrUisch word. Want dan is dit werk niet leuk meer. En
Hind het nog steeds leuk." De overwegingen van de
ch h|ter aan vooravond van de Tour de France. Die hij
ikte Jen als verkapte toerist zal bezoeken, omdat hij offici-
5 loglijn werk niet mag doen in Frankrijk. En dat stemt
n a?%t triest,
t aan'
nde jj
it) enfEN RENÉ BANIERINK
lad «VERSLAGGEVER
1 VOtj
e beijr de France en gezondheid,
leméis een even actueel als om-
zattlen onderwerp. Geert Lein-
te g$ vindt echter dat deze dis-
e tegsie in een bepaald kader ge-
wat bioet worden. „Iemand die
an gint te sporten, heeft in eer-
Instantie gezondheid als
1. Als sport competitie
[dt, is het een middel. En als
kopcompetitie wordt, dan is
Maimdheid vaak eerder een be
ll,"
armee meteen een dilemma
de wielrennerij bij de kop is
pkt. „Bij de huidige limieten
er aan de medische begelei-
k worden gesteld, kom je bij
/raag: Ga ik dat gebruiken of
t. Dat wordt dan ook een
;or. En is het niet alleen
icj er de vraag: Is dat goed voor
aai[enner. In die situatie zijn
'm v\pu aangekomen."
(jenJat perspectief moet de
valf 8 °f het rijden van een Tour
eur antwoord is gezien en be-
n jwoord worden. „Als je er
rantfditioneel klaar voor bent en
ie acJer goede medische controle
'oet at. dan is dat minder onge-
0'n ld dan een vrouw die rookt
u ik tegelijkertijd de anticoncep-
-! ge5il gebruikt."
vaal hgt er volgens hem maar
te isfwaarmee je het vergelijkt.
tocl|n van de grootste proble
et jejn van dit moment vind ik
m d
dat je als arts heel veel dingen
kunt doen vanuit een gezonde
intentie, maar dat je daarbij ge
confronteerd wordt met een
negatieve vooringenomenheid.
Waardoor het verhaal compleet
anders uitgelegd kan worden."
Hij geeft een voorbeeld. ,,Als u
de hele dag bovenop Alpe
d'Huez hebt gestaan en u wordt
getroffen door uitdroging en
een zonnesteek, dan wordt u in
het ziekenhuis onverwijld aan
een infuus gelegd. Doe ik het
zelfde met een renner die 200
kilometer in dezelfde hitte te
gen 40 kilometer per uur heeft
gefietst, dan heb ik op dit mo
ment een probleem. Door de
manier waarop er nu tegen het
Geert Leinders, arts van de Rabobank-ploeg: Je kunt niet uitsluiten dat er malafide artsen in de Tour actief zijn." foto cpd ceorge nusmeijer
wielrennen wordt aangekeken."
Hij is een beetje bedroefd over
de huidige situatie. „Een aantal
jaren geleden was het een posi
tief punt wanneer je als ploeg
een arts in dienst had. Nu zijn
er een hoop mensen die dat,
door die negatieve vooringeno
menheid, toch iets anders
zien." Dat is jammer, bena
drukt hij. „Want er is een pro
fessionele medische begelei
ding nodig. Des te minder be
staat de behoefte om te vluch
ten in de anonimiteit."
„Je kunt veel aan regels en con
troles binden. Maar ergens
foto gpd frits widdershoven
(ASTRICHT FRANS DREISSEN
vasin de gebreide trui tot de ventilerende, vocht-
ze"sorberende shirts. Van de wollen broek met in-
'aêVette leren zeem tot het strakke, voorgevormde
et l|ra: In de afgelopen twintig jaar heeft zich een
IC- ferme revolutie voltrokken. De wielermode op
catwalks van Milaan, Friederichshafen en
°ünchen. De coureurs hebben de weg in mode-
Hd ontdekt.
n_ yalt zo op het eerste oog weinig eer mee te be
ien. Aan het omhulde lijf van de wielrenner
en polonaise. De sponsors zijn immers heilig,
ureurs als levende reclamezuilen, daar lijkt
»r de couturiers en ontwerpers geen droog
od mee te verdienen. Toch worden ook wiel-
iners steeds modebewuster. „Nieuwe kleuren,
uwe designs. Maar uiteraard hebben de spon-
s een grote vinger in de pap."
[toine Brouwers van Bonfanti sportmode uit
tastricht onderscheidt drie afdelingen wieler-
iding. Die voor de profs, amateurs en clubs, die
-ar bedrijven en die voor de kleine verenigingen
JA de recreant. „De wieleroutfit volgt dezelfde
^twikkeling als de gewone mode. Qua kleuren
qua ontwerp. De veranderingen zijn alleen
:t zo grof als in de normale modewereld."
ien extravagante uitspattingen, geen peperdure
:aties. Efficiëntie staat voorop. Daarom wordt
veel gewerkt met membranen, met een film
isen twee materialen, die ventilatie wel van
nen naar buiten doorlaat en niet andersom,
bestaan nu zo'n twintig soorten stoffen, met
van designs. Ze moeten allemaal voldoen aan
•aaide voorwaarden. Ze moeten vooral licht,
filerend en vochtabsorberend zijn", aldus
uwer, die sportbeurzen frequenteert van Keu
tot en met Las Vegas,
ir wordt een trend ingezet en die moeten wij
llgen. Maar aan de ontwerpen voegen we dan
ze eigen ideeën toe. Meestal gaat het om de-
Is, een ritsje of ventilatie onder de oksels. Italië
•pt voorop in de wielermode. Het is koploper
ar het nieuwe materialen betreft. Wij importe-
heel veel vanuit dat land. We geven de wen-
van onze klanten door en dan wordt die be
lling even later geleverd."
'piratenlook' van Pantani is momenteel in.
'enals een trui met doorlopende rits. Boven
in is een nieuwe plaats ontdekt waar de recla-
van de sponsor kan worden geproportio-
erd: achter op de kont. „Toch zijn de profes
4
sionals geen trendsetter in de mode. Alleen qua
noviteiten. Er wordt veeleer gekeken naar de ge
wone man op de straat."
Nog geen tien procent van alle wielrenners en
trimmers in Nederland identificeert zich met een
profteam. Zeker in bange wielerdagen blijft het
'sponsortenue' in de kast van de recreant han
gen. „De wielermode van tegenwoordig neigt
steeds meer naar sponsorloze vrijetijdskleding.
Oversized is in."
Modieuze shirts en broeken, die niet meteen met
de wielersport worden geassocieerd, maar die
wel alle praktische voordelen bieden. Zweetab-
sorberend textiel en voorgevormde lycra broeken
met anti-bacteriële polstering. Betaalbare mode,
voor elk wat wils. Truien en broeken van 60 tot
180 gulden per stuk.
„Het recreatieve wielrennen biedt de ontwerpers
veel meer uitdagingen," aldus Antoine Brouwers.
„Het aanbod is gigantisch. In een tijdsbestek van
nog geen twintig jaar is er veel veranderd. Het
heeft trouwens heel wat overredingskracht ge
kost om de conservatieve man uit zijn ingevette
zeem te krijgen en hem een strakke lycra aan te
meten. Maar in de loop der jaren werd de kleding
meer en meer geaccepteerd. Vooral ook omdat
de echte professionals erin reden."
De trend van de laatste jaren is dat mannen
steeds meer aandacht aan hun uiterlijk besteden.
De klant is kritisch en stelt steeds hogere eisen
aan zijn sportkleding. „Vroeger had je alleen een
broek, een jack en een trui. Nu is er een omvang
rijke collectie van circa zestig verschillende arti
kelen. Om aan de eisen van de moderne vrouw te
voldoen is er zelfs een speciale lady-line ontwor
pen."
De sporter is kieskeuriger geworden en wil op
zijn fiets een optimaal comfort; een bialastisch
materiaal dat overal meegeeft. Antoine Brouwers
exporteert naar Duitsland, Japan en de Verenigde
Staten. Blauw is de meest gewilde kleur. Warme
tinten als rood en geel doen het ook prima. In het
nieuwe millennium wordt een rage verwacht in
neonkleuren.
„De wielrenners gaan er steeds gesoigneerder
uitzien", zegt Antoine Brouwers. De wollen trui
en broek met leren zeem zijn inmiddels op de
fiets voltooid verleden tijd. De kleding van tegen
woordig is modieus, speelser en biedt veel meer
comfort. „Het heeft een tijdje geduurd, maar ook
de wielrenner heeft de weg in modeland gevon
den."
moet er ook het vertrouwen
zijn. In de artsen, in de medi
sche begeleiding. We mogen
toch aannemen dat iemand die
er tien jaar voor heeft gestu
deerd en het hele jaar een ploeg
begeleidt, dat beter kan dan ie
mand die dat even drie weken
van het jaar komt doen, zoals
nu de situatie is in de Tour. Na
tuurlijk, ik ben niet naïef. Je
kunt niet uitsluiten dat er art
sen zijn die malafide zijn. Maar
er bestaat een beetje een ten
dens dat niemand nog iemand
vertrouwt. En nog meer contro
les helpen daar echt niet bij. We
hebben wat dat betreft de grens
bereikt. Nog meer controles
doen de sport meer kwaad dan
goed. De mensen snappen er
nu al niks meer van. Het feit dat
er gecontroleerd wordt, heeft
een uitermate negatieve klank
gekregen. Mensen denken: Wat
is het een zootje in de wielren
nerij. Terwijl het juist positief
uitgelegd zou moeten worden."
„Nee, het wordt ons momen
teel niet gemakkelijk gemaakt.
Een aantal medische handelin
gen, dat louter de gezondheid
van de renner dient, kunnen we
niet of nauwelijks uitvoeren. En
dan vraag ik u: Wat is het nut
om het mensen die het goed
bedoelen moeilijk te maken?"
Het is zelfs gevaarlijk, denkt
Leinders. „Renners die onder
enorme prestatiedruk staan,
moeten medisch uitstekend be
geleid worden. Anders bestaat
het gevaar dat ze in alternatie
ven gaan vluchten. En iemand
die op zoek gaat naar iets an
ders is minder controleerbaar.
Die verliest op dat moment ook
het vertrouwen in de ploeg-
structuur."
Op dit moment is dat niet aan
de orde in de Rabobank-ploeg,
denkt Leinders. „Er is geen
sprake van wantrouwen, zeker
niet. Wel nemen renners meer
verantwoordelijkheid op zich.
Ze vragen meer dan vroeger.
Wat is dit en waar dient het
voor? Natuurlijk kan dat door
schieten en evolueren naar
wantrouwen. Maar dan kom ik
terug op vertrouwen. Je kunt
heel veel reguleren, maar het
laatste stuk is vertrouwen. De
renners moeten dat in mij heb
ben, en ik ook in hen. Nee, ik
ben niet naïef. Ik heb vertrou
wen in de renners. En dat heeft
een bepaalde portie naïviteit
nodig. Dat moet je kunnen do
seren. Want het kan ook door
slaan naar cynisme. Die neiging
bespeur ik wel een beetje bij
mezelf. Maar jë moet dat in de
hand houden."
Het negatieve daglicht waarin
de wielrennerij staat, verwijt
Leinders ook een beetje de
pers. „Er hoeft maar weer een
onderzoek ingesteld te worden
of het staat in de krant. Dat
mag op zich wel, maar het krijgt
meteen een negatieve lading.
De pers zou er ook een positie
ve draai aan moeten geven."
Hij verwijst in dit verband naar
het geval Pantani. De Italiaanse
held werd een dag voor het ein
de van de Giro die hij zou gaan
winnen, uit koers gehaald om
dat zijn bloed te dik was. Dat
zou kunnen duiden op doping-
gebruik. „Dat is het nou pre
cies", aldus Leinders. „Dat zelfs
een grote renner als Pantani in
zijn koers wordt gepakt, zou
positief uitgelegd moeten wor
den. Maar ik heb vrijwel alleen
maar reacties gehoord van: Zie
je wel, het is een zooitje in dat
wielrennen."
Maar Leinders beseft dat affai
res, zoals nu weer met Festina
en Lampre, niet de schuld zijn
van de journalist. „Nee, dat is
waar. De affaires zijn er. Je kunt
dat niet op paranoia afschui
ven. Ik heb het boek van Willy
Voet niet gelezen, wel stukken
er uit. Als ik dan lees dat zo'n
man 's morgens opstaat en een
spuit in zijn kont drukt omdat
hij die dag naar Ierland moet
rijden, dan denk ik: Dat is toch
niet mijn wijze van leven, mijn
werkcultuur. Dat hij dat voor
zichzelf nodig vindt, oké. Maar
hij werkte wel dagelijks met
renners. Die zitten dus ook in
die sfeer."
Bij het aantrekken van renners
is Leinders niet betrokken. „Dat
is sportief beleid, geen medisch
beleid. Maar misschien komt
het nog wel eens zover." Lein
ders gaat wel in conclaaf met
nieuwe renners. „Heel infor
meel, over hun gewoontes en
zo. Ik heb niet echt negatieve
ervaringen, al gaan ze mij waar
schijnlijk niet in het eerste ge
sprek vertellen dat ze verboden
middelen hebben gebruikt. Wel
is mij duidelijk dat sommige
renners slecht voorgelicht zijn."
Het valt hem op dat er op me
disch gebied het nodige aan
schort in de professionele wiel
rennerij. „Dat vind ik eigenaar
dig. Wij zijn als ploeg toch voor
tachtig procent met mensen
bezig. Dan ga je toch investeren
op dat gebied? Als je met ma
chines werkt, investeer je toch
ook in monteurs?"
Bij Rabobank werpt het in ieder
geval zijn vruchten af. De ploeg
is opgeklommen naar de twee
de plaats op de wereldranglijst
en toonde zich in een aantal
wedstrijden (Parijs-Nice, GP
Wallonië) oppermachtig, ook in
de breedte. Het leverde, vooral
na Parijs-Nice, een aantal ver
dachtmakingen op. Leinders:
„Het is toch triest dat een ver
zorger in de slotfase van de GP
Wallonië (waar Jonker, Van Bon
en Moerenhout het podium be
stegen, red.) zich ongemakke
lijk voelt. Dat zoiets spontaan
bij hem opkomt, omdat drie
renners van de ploeg zo goed
rijden. Dat vind ik triest."
Start van Franse kandidaat voor eindoverwinning nog altijd onzeker
PARUS FRED SEGAAR
Vraag Laurent Jalabert naar zijn
relatie met Frankrijk en hij kijkt
je met zijn lodderige ogen
schamper aan, haalt zijn schou
ders op en zegt: „Ce'st passé."
Als er ooit een band was tussen
de 30-jarige wielrenner en zijn
landgenoten, dan is die in de
Tour van het vorig jaar doorge
sneden. Om precies te zijn in
de memorabele etappe naar
Aix-les-Bains. De renners wei
gerden werk, uit protest tegen
de acties van de Franse justitie.
Tourdirecteur Jean-Marie le
Blanc hield een emotioneel be
toog - een uiterste poging te
redden wat er te redden viel. De
Tour stond op punt te explode
ren. En wat deed Laurent Jala
bert? Die stapte in de auto van
Manoio Saiz, zijn ploegleider,
pakte een ijsje uit de koelbox en
begon demonstratief te likken.
Hij verdween - tot woede van
Leblanc - uit de Tour.
De Ronde van Frankrijk laat de
renner, die in 1995 vierde werd
en vanaf dat moment door de
nationale pers naar voren werd
geschoven als potentiële win
naar, koud. Vandaar dat Jala
bert lang bleef volhouden in de
editie van 1999 niet aan de start
te zullen verschijnen. En of hij
uiteindelijk meedoet, is nog
steeds de vraag. 'Jalaberts deel
name is niet uitgesloten', ver
klaarde José Antonio Montero,
secretaris-generaal van Jala
berts ploeg ONCE gisteren plot
seling. „De Tour kan misschien
niet zonder mij, maar ik kan
best zonder de Tour", zei de
renner zelf eerder.
Jalabert heeft geweigerd zich te
onderwerpen aan de strenge
Franse gezondheidscontroles
en heeft daarom voor een Zwit
serse licentie gekozen. Landge
noten die beweren dat hij dat
heeft gedaan uit angst tegen de
lamp te lopen, wijst hij koeltjes
op de reglementen van de UCI.
Die schrijven voor dat een ren
ner een licentie aanschaft in het
land waar hij woont. „En trou
wens, in Zwitserland worden
ook gezondheidscontroles ge
houden."
Hij woont aan het Meer van Ge-
nève, heeft al jaren een Spaanse
werkgever (ONCE), spreekt be
ter Spaans dan Frans, zoekt zijn
vrienden tegenwoordig bij
voorkeur buiten Frankrijk en
rijdt bij voorkeur geen wedstrij
den meer in zijn geboorteland.
De renner zelf vindt dat minder
erg dan het Franse wielerpu
bliek. Sinds justitie een doping-
netwerk blootlegde en renners
als Pascal Hervé, Richard Viren-
que, Philippe Gaumont en Lau
rent Roux drukker zijn met zich
tegen de verdenkingen te ver
dedigen dan met fietsen, is er
geen coureur meer die zo nu en
dan nog eens een bos bloemen
Laurent Jalabert trekt een gezicht na weer een roze luiderstrui in de Ronde van Italië van dit jaar.
foto reuters vicenzo pinto
mag afhalen. Met de Tour de
France op komst is dat het erg
ste dat Frankrijk - dat zichzelf
nog altijd als wielematie num
mer één ziet - kan overkomen.
De Fransen hebben het chauvi
nisme uitgevonden en verbe
terd.
Hun enige landgenoot die nog
presteert op het niveau van
voor de strenge Franse contro
les, is een renner die zich aan
die controles onttrekt en niets
meer met zijn geboortegrond te
maken wil hebben. Of dat niet
kwalijk genoeg is, reed hij rond
in de Franse driekleur - een trui
overigens die hij vanwege zijn
weigering zich aan de testen te
onderwerpen het afgelopen
weekeinde niet mocht verdedi
gen. Minder chauvinistische
Fransen - sterk in de minder
heid - zien er juist de humor
van in dat de 'gevluchte' Jala
bert zijn wedstrijden reed in de
kleuren van de vlag. Hij ridiculi
seerde daarmee de drugsjacht.
Jalabert, vader van twee kinde
ren, komt uit Mazamet, een
dorpje in de Tarn. Hij is prof
sinds 1989. Hij maakte een ont
wikkeling door die vergelijkbaar
is met die van Sean Kelly in de
jaren tachtig: beiden werden
van sprinter allrounder. Ze heb
ben een overeenkomstige be-
roepsemst en trainingsdrift en
ontmoetten beiden in het begin
van hun carrière een ploeglei
der die een soort tweede vader
werd. Wat Kelly in de Franse
burggraaf De Gribaldy vond
(vertrouwen), dat kreeg Jalabert
van Manoio Saiz, een Spaanse
goedzak die bij de immer slape
rig ogende Jalabert de juiste
snaar raakte. Jalabert kon heus
elders meer verdienen dan wat
de Spaanse blindenloterij voor
hem over heeft, maar veel geld
acht de Fransman minder be
langrijk dan de aanwezigheid
van zijn vertrouwensman.
Saiz haalde hem in 1992 van
Toshiba naar ONCE en vanaf
dat moment begon het beschei
den, tikkeltje wantrouwige kind
van eenvoudig komaf op te
bloeien. Aanvankelijk boekte hij
slechts sprintsuccessen, maar
Saiz ontdekte dat de mogelijk
heden van zijn beschermeling
veel verder reikten. Op het mo
ment dat Jalabert zijn grenzen
wilde verkennen, in de Tour
van 1994, deed een plaatselijke
politieagent in Armentières een
mislukte poging het sprintende
peloton vast te leggen: Wilfried
Nelissen, Fabio Fontanelli en
Laurent Jalabert waren de ern
stigste slachtoffers. Jalabert
sloeg over de kop en knalde
me.t zijn hoofd tegen een ijze
ren reclameton.
Hij had een hersenschudding,
een gebroken neus, vier gebro
ken tanden, een verzakking van
het gehemelte, en een gebroken
bovenkaakbeen. Toen zijn
vrouw op bezoek kwam in het
ziekenhuis, trok ze verontschul
digend de deur weer dicht. Ze
herkende haar man niet. Ze
dacht dat ze in de verkeerde ka
mer was. Jalabert mocht maan
denlang slechts vloeibaar voed
sel tot zich nemen en viel vijf
kilo af. Toen hij zichzelf na het
ongeluk in de spiegel zag, zei
hij: 'Ik lijk wel de Elephant-
man'.
Het seizoen was uiteraard voor
bij, maar in de winter die volg
de trainde Jalabert zo ongeloof
lijk veel en hard dat hij in het
voorseizoen oppermachtig was.
Hij won Parijs-Nice, Milaan-
San Remo, de Waalse Pijl, de
groene trui in de Tour de Fran
ce en werd vierde in het eind
klassement. Frankrijk zag in
hem een toekomstig Tourwin
naar, maar Jalabert bleek te on
regelmatig. In 1996 verliet hij de
Tour onder verdachte omstan
digheden. Vanwege een lever
aandoening, zei hijzelf. Vanwe
ge angst voor dopingcontroles,
suggereerde de Franse pers. Hij
gaf later voeding aan die ge
dachte door zijn grillige rijge
drag. Dan weer heel goed, dan
weer niet vooruit te branden.
Een jaar later kwam hij terug
met zeges in de Ronde van
Spanje, de Ronde van Lombar-
dije en won hij het WK-tijdrij-
den in San Sebastian.