'Sportartsen oorzaak van huidige crisis'
3
Struisvogelpolitiek blijft dopinggebruik wielrennen beheersen
Lance Armstrong wint altijd, zelfs als hij niet wint
Tour de France
'bo-c
Wie een beschouwing over doping
in het wielrennen en de te ver
wachten problemen in de aan
staande Tour op papier zet, doet er
verstandig aan het boek van Willy
Voet even uit zijn gedachten te
bannen. Anders zouden er wel eens
uitermate cynische zinnen op pa
pier kunnen belanden. Zeker als
waar is dat - wat Voet beweert - dit
nog maar de helft is van wat hij
heeft beleefd.
Opvallend is overigens dat renners,
ploegleiders, maar ook bestuurders
het boek weigeren te lezen. Hein
Verbruggen, de Nederlandse voorzit
ter van de internationale wielerunie
UCI, sprak schande van Voets daden
en veroordeelde de Vlaamse soig-
neur om het feit dat hij pas na tegen
de lamp te zijn gelopen openheid
van zaken gaf over alle dopingprak-
tijken waaraan hij zich had schuldig
gemaakt. Maar gaat het ooit anders?
Gevraagd naar de dopingproblemen
in de wielrennerij laat Verbruggen
zelden na te zeggen dat de gewone
maatschappij in niets verschilt van
het wielrennen: wat in het één cor
ruptie wordt genoemd, heet in het
ander doping. In feite komt het op
hetzelfde neer. Daarin heeft hij ge
lijk. Vreemd is alleen dat Verbruggen
die lijn niet wenst door te trekken en
Voet verkettert om zijn verraad aan
de wielrennerij terwijl het er in de
'gewone' maatschappij natuurlijk
niet anders aan toegaat. Iemand die
fraudeert met creditcards zal zijn
maten niet eerder verlinken dan dat
hij is gepakt. Daarvóór zijn van hem
uiteraard geen onthullingen te ver
wachten.
Verbruggen doet alsof Voet een ere
code heeft geschonden en doet
daarmee ongewild voorkomen alsof
de wielrennerij een sekte is met ei
gen regels en straffen en waarin af
valligheid als een doodzonde wordt
beschouwd.
De renovatie van de wielersport
moet van binnen uit plaatsvinden,
maar zolang onthullingen van soig-
neurs per definitie als nonsens wor
den betiteld en van een renner als
Gilles Delion (die een boekje open
deed over de dopingmoraal van zijn
collega's) wordt gezegd dat hij heeft
gehandeld uit afgunst, blijft iedereen
in hetzelfde cirkeltje ronddraaien.
Sponsors hebben voor de doping-
zondaars van Festina de rode loper
uitgelegd. Verbruggen stelt dat óók
een betrapte inbreker na verloop van
tijd vrijkomt en vraagt zich daarom
af waarom wielrenners geen kans
zouden mogen krijgen zich te reha
biliteren.
Moet een wielrenner dan levenslang
krijgen als blijkt dat hij zich heeft be
zondigd aan het gebruik van EPO,
als dat straks is terug te vinden ten
minste? Je bent inderdaad geneigd te
zeggen dat wie nu nog te ver gaat
met dit middel zó hardleers is dat er
geen andere straf rest.
Is de renner dan trouwens per defi
nitie schuldig omdat hij verantwoor
delijk moet worden geacht voor zijn
eigen gezondheid, of kan de toedie
ning van verboden middelen buiten
zijn medeweten door verzorgers
hebben plaatsgevonden? In het geval
van de 11 renners die onlangs in de
Baby Giro (de ronde van Italië voor
jonge renners) werden betrapt op
een te hoge hematocriet, ligt het
laatste voor de hand. Zolang dit
soort types vrolijk rondwandelt in de
wielrennerij, blijft de sport besmet.
Mapei is volledig vrijgepleit van be
trokkenheid bij de verzending van
een doosje amfetamine naar de va
der van Gianni Bugno. Toch kon de
ploeg niet ontkennen dat de verzen
LE TOUR
der een eigen verzorger was. Daar
mee geconfronteerd, zeggen ze in de
wielrennerij altijd dat dit nooit is uit
te sluiten. Dirk Nachtergaele, de pri-
vé-soigneur van Johan Museeuw, re
pliceerde onlangs met de vraag aan
een verslaggever: 'Als u op reportage
bent en uw vrouw blijkt thuis aan de
fles te zijn, moeten wij het u dan
kwalijk nemen dat u daarvan niet op
de hoogte bent?'
Wielrenners beroepen zich er graag
op dat in geen enkele andere sport
zo intensief op doping wordt gecon
troleerd als in het wielrennen. De
UCI steekt per jaar miljoenen in de
gezondheidscontroles, maar het
wachten is toch vooral op het mo
ment dat EPO kan worden gevon
den. Verbruggen hoopt eind van dit
jaar al witte rook te kunnen blazen
van uit het UCI-hoofdkantoor in
Lausanne. Tot die tijd geldt de
bloeddikte van beneden de vijftig
procent als een soort gedoogzone.
Wie daar boven komt staat twee we
ken op non-actief. Het is vreemd dat
Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc
desondanks de ploeg van Vini Caldi-
rola toegang heeft geweigerd tot zijn
wedstrijd aangezien die termijn voor
de in de Ronde van Zwitserland be
trapte Sergei Gontsjar voor de Tour
zou zijn verstreken. Waarom de Itali
anen niet toegelaten en het Saeco
(Cipollini) van de eveneens in Zwit
serland tegen lamp gelopen Mor-
cher, en het Mercatone Uno van de
in de Giro uitgesloten Pantani wél
uitgenodigd? Omdat Cipollini een
publieks- en sponsortrekker is die de
per traditie saaie eerste week van
vuurwerk moet voorzien?
De georganiseerde ploegleiders vra
gen zich af wat de eerder gemaakte
afspraken met de directie van de
Ronde van Frankrijk over automati
sche deelname van de eerste zestien
ploegen uit het UCI-klassement nog
waard zijn. Bovendien, wat is nog
het belang van dit klassement als de
ploegen de kans niet krijgen in de
belangrijkste wedstrijd van het jaar
hun positie te verbeteren. Leblanc
speelt met vuur, want als de ploegen
kwaad willen, trekken ze zich terug
en is de Tour een circus zonder ar
tiesten.
De aanstaande Tour is belangrijk
voor de toekomst van het wielren
nen - en dat is nog eufemistisch uit
gedrukt. Met zijn warrige uitnodi-
gingsbeleid heeft Leblanc de wieler
sport geen goede dienst bewezen.
Flet lijkt er verdacht veel op dat de
uitsluiting van TVM en Vini Caldiro-
la een persoonlijk wraakoefening is
van de Fransman. Hij rekent het
TVM aan dat de Nederlandse ploeg
er tussen uitgeknepen is. Daarmee
werd het imago van de Tour als al
machtige organisatie aangetast. Nu
de toekomst van de wielersport op
de rand van de 21ste eeuw aan de
orde is, is het ongepast persoonlijke
rekeningen te vereffenen.
Daarmee heeft Leblanc zich in een
rtLei
te v<
renn
moeilijke positie gemanoeuvreer
Mapei-ploegleider Patrick Lefeve
heeft al gezegd dat er ook maar i(
hoeft te gebeuren of zijn renners
vertrokken. Hij acht zichzelf niet
staat zijn mensen dan net als vor
jaar weer op de fiets te krijgen.
Leblanc is overigens niets mensefra' a
vreemd. Hij wil een serene Tour éobar
kan Ronde van Zwitserland-winqynisc
Francesco Casagrande van Vini (jjnd h
dirola, al twee keer betrapt op doi fl,
ping, missen als kiespijn. Toch hé
hij het volgens eerder gemaakte cl^n
spraken dat recht niet. Het is logfcijn
dat de ploegleiders daartegen agtL
en gedreigd hebben zich niet aan
afspraken te houden aangaande
bruik van sponsorauto's (Fiat) en>en re
sponsordrank (Coca Cola). Had hjvERSL»
er na de miserabele Tour van von
jaar nog alle schijn van dat de beijr de F
partijen (organisatie en deelnemeis eer
in hetzelfde justitiële schuitje zanden o
en eensgezind op zoek leken te g§ vind
naar oplossingen, nu staan ze tegjie in
over elkaar. Dat is het laatste wat moet
wielrennen op dit moment kan g$nt te
bruiken. Install
il. Als
fred segaar [dt, is
topcc
I II.■■■nrrlh'
Jean-Marie Leblanc, bewaker van de Tour
TVM zal zich de zestiende juni 1999 lang heugen. Jean-
Marie Leblanc maakte die dag bekend dat de Nederland
se wielerploeg niet in de Tour de France mag starten, net
als de Franse publiekslieveling Richard Virenque en
diens landgenoten Gaumont en Roux. Ook Once's
ploegleider Saiz en dokter Terrados zijn niet welkom.
Enkele dagen later sloot de Tourleiding ook de Italiaanse
equipe Vini Caldirola uit. En deze week gaf hij, onder
druk van de internationale wielerunie (UCI), toch weer
toegang tot Virenque en Saiz. Hoewel Leblanc ongeveer
de complete wielerwereld over zich heen kreeg, trok hij
zich van de kritiek op zijn beleid helemaal niets aan.
Voor hem telt alleen een 'schone' Tour. We zochten de
Tourbaas op in zijn kantoor in Issy-les-Moulineaux.
mijn stoel zitten. Deze strijd wil
ik heel graag winnen. Met de
hulp van de overheid, het Euro
pese ministerie van sport, de
UCI, de nationale wielerbonden
en zelfs met de wielersponsors
wil ik bijdragen aan de renais
sance van het cyclisme."
Leblanc steekt een sigaar op en
leunt achterover in zijn bureau
stoel. Nee, hij heeft nooit be
treurd Tourdirecteur te zijn ge
worden. „Nooit. Gedurende ne
gen jaar was het een en al
pracht. Een groot succes. Toch
hield ik er rekening mee dat het
succes zich een keer tegen me
zou keren. Dat gebeurde vorig
jaar..'
parus bennie ceulen
gpd-verslaggever
Een telefoontje van de inmid
dels 94-jarige Jacques Goddet
op de avond van de zestiende
juni betekende voor Jean-Marie
Leblanc de bevestiging van zijn
gelijk. „Ik heb je op televisie ge
zien. Bravo, je nam een moedig
besluit en je hebt de Tour ver
dedigd zoals het hoort", klonk
het aan de andere kant van de
lijn uit de mond van de stokou
de Goddet.
Jean-Marie Leblanc, die zijn
voorganger nog steeds met
'Monsieur Goddet' aanspreekt,
was vereerd met de reactie van
de legendarische organisator en
journalist. „Ik heb ontzettend
veel bewondering voor monsi
eur Goddet. Zijn telefoontje
deed me plezier. Bij elke be
langrijke beslissing die ik neem,
denk ik altijd na over wat mon
sieur Goddet in dezelfde situa
tie zou doen. Hij heeft het res
pect dat de Tour verdient aan
mij overgedragen. Hij had dat
van Henri Desgranges meege
kregen. En ik zal dat over een
aantal jaren mijn opvolger
moeten bijbrengen. Ik wil niet
de geschiedenis ingaan als de
Tourdirecteur die de koers aan
het wankelen heeft gebracht. Ik
lever dus een voortdurende
strijd, zowel moreel als fysiek.
Daarin herken ik mezelf als ren
ner."
Hij heeft een verschrikkelijk
jaar achter de rug, na de do-
pingaffaires in de vorige Tour.
„Geestelijk ben ik vermoeid. Elf
maanden lang leef ik dag in dag
uit met het dopingprobleem",
geeft hij toe. „Omdat ik het vol
ste vertrouwen heb dat we uit
dit dal zullen geraken, blijf ik op
Gelukkig
Ondanks alle problemen voelt
Leblanc zich nog steeds geluk
kig „Ik houd van de Tour, als
wedstrijd maar nog meer als
sociaal evenement. Een evene
ment dat de mensen van aller
lei pluimage samenbrengt en
voor veel vertier zorgt in steden
en regio. De Tour verbroedert.
Het enige dat me afschrikt is
het gedrag vein de media. Ik
word voortdurend achtervolgd
door tv-camera's en radiomi
crofoons. Toen ik op verzoek
van onderzoeksrechter Patrick
Keil bij het paleis van justitie in
Lille verscheen, werd ik als een
bandiet door de pers bejegend.
Als het ooit tot een uitbarsting
zou komen, is dat de enige re
den. Men is te zeer op sensatie
uit."
Leblanc is duidelijk over de uit
sluiting van TVM. „Ik heb niet
met twee maten gemeten zoals
Nederland me verwijt." Hij
veert op en duikt een foto uit
zijn bureaula op, waarop de
TVM-renners gezamenlijk op
„Coureurs die EPO gebruiken zijn geen mensen meer, maar robots."
de eerste rij in Aix-les-Bains het
complete peloton stapvoets
over de eindstreep voeren. „Dit
heeft me diep bedroefd. Drie
jaar eerder deed een andere
ploeg hetzelfde in Pau, maar
toen bevonden we ons in een
totaal andere situatie. Het was
een eerbetoon aan Fabio Casar-
telli, die bij een val om het le
ven was gekomen. Wat TVM
deed getuigt van geen enkel
respect. Hun actie heeft me pijn
gedaan. En wat de volgende
dag gebeurde deed helemaal de
deur dicht. Het afkeurende ge
baar dat de TVM-renners naar
Frankrijk maakten toen de ka
ravaan de Zwitserse grens pas
seerde kon ik niet accepteren.'
Leblanc moet zijn opkomende
woede duidelijk onderdrukken.
„Op die manier spotten ze bij
TVM met de Tour de France",
foetert hij. Leblanc beweert dat
hij de hele affaire best had wil
len vergeten als TVM voor het
nieuwe seizoen schoon schip
had gemaakt. „De Festina-
ploeg heeft vorig jaar ook grove
fouten gemaakt, maar toen ik
de samenstelling van deze
equipe voor het nieuwe seizoen
zag, bleek dat Festina een nieu
we ploegleider had, een nieuwe
dokter en bijna alle renners had
vervangen. Bij TVM daarente
gen, bleek dat men vrijwel de
zelfde ploegleiding had, dezelf
de renners, dezelfde soigneurs
etcetera. Toen stond voor mij
vast dat ze er niets van hadden
begrepen en niet veranderd wa
ren."
Sluier
Jean-Marie Leblanc licht een
tipje van de sluier op als hij ver
telt dat hij inzage heeft gehad in
alle justitiële dossiers met be
trekking tot de nog lopende do-
pingaffaires in Frankrijk. „Ik
weet dus precies wat er aan de
hand is. Meer kan ik niet zeg
gen, want er is nog geen enkel
proces geweest. Ik wil geen
voortdurende oorlog met TVM,
maar zoals andere ploegen zul
len ze moeten begrijpen dat de
wielersport dient te veranderen,
er nieuwe regels zijn en dat het
nooit meer zal zijn als voor
heen. C'est tout. Ik hoop dat ze
onze boodschap hebben begre
pen."
De massale kritiek op zijn selec
tiebeleid laat hem koud. Van
machtsmisbruik is geen sprake,
beweert hij. „Voor de eerste
keer in de geschiedenis heeft de
Tourorganisatie zulke rigoureu
ze beslissingen moeten nemen.
Wij hebben echter voor een lijn
gekozen die moet bijdragen tot
het terugdringen van het do
pinggebruik. Bovendien heb
ben we, na wat vorig jaar is ge
beurd, de plicht er voor te wa
ken dat de Tour niet meer be
smet raakt door affaires die de
sport niet ten goede komen.'
FOTO GPD BRUNO BADE
Uit de grond van zijn hart
hoopt Jean-Marie Leblanc dat
zondag 25 juli op de Champs
Elysées een nieuw gezicht als
Tourwinnaar gehuldigd kan
worden. „Dat zou het allerbeste
zijn voor de Ronde van Frank
rijk. De Tour was in het verle
den een voortdurende strijd
tussen kopstukken. Deze keer
staat de match tussen de favo
rieten niet voorop. Veel belang
rijker is het publiek, media en
sponsors te tonen dat de wie
lersport in staat is om te ver
nieuwen en een nieuwe start te
maken. Dat doe je met jonge
renners, die een nieuwe menta
liteit hebben. Als na vijf of zes
Tourdagen een jonge coureur
de gele trui verovert, ben ik er
van overtuigd dat het publiek er
meteen een nieuw idool van
maakt."
Leblanc noemt enkele namen.
Ook die van Michael Boogerd.
De kopman van Rabobank is
een renner naar zijn hart. „Een
geweldige coureur. Ik volg hem
sinds drie jaar. Boogerd kan de
Tour winnen. Daar ben ik van
overtuigd. Ik heb veel vertrou
wen in hem. Je ziet hem al jaren
groeien. Een harde werker en
heel serieus. Een typische Ne
derlander. Het bewijs ook, dat
ik niets tegen Hollanders heb."
Leblanc heeft geen enkele ze
kerheid dat de komende Tour
er eentje wordt zonder een do-
pingaffaire. „Ook al zal je het
niet helemaal kunnen uitban
nen, toch zal er veel minder
naar verboden middelen gegre
pen worden. Waarom? Omdat
de angst om uitgesloten te wor
den, de angst om nooit meer
aan de Tour te kunnen deelne
men en de vrees dat de politie
opnieuw in de Tour zal opdui
ken een grote rol zal spelen. Bo
vendien reken ik er op dat ik
kan vertrouwen op de goede
voornemens van de ploeglei
ders en renners. Al bewijst het
geval Gontsjar in de Ronde van
Zwitserland dat niet iedereen
het serieus neemt. Daarom heb
ik die ploeg meteen van de
Tour-lijst geschrapt."
EPO noemt hij een zwaar en ge
vaarlijk dopingmiddel. 'EPO
vergelijk ik met kerosine. Het is
gevaarlijk voor de gezondheid
van de atleten en immoreel op
het sportieve vlak. Coureurs die
EPO gebruiken zijn geen men
sen meer, maar robots. Door de
industriële doping wordt de
wielersport ontmenselijkt. Dat
is onacceptabel."
Catastrofe
Leblanc geeft de artsen de
schuld van de dopingplaag in
het peloton. „De intrede van de
sportartsen werd een drama
voor de wielrennerij. Zij zijn de
oorzaak van de huidige crisis.
Het cyclisme heeft géén dokters
nodig, wél trainers. Er zijn art
sen bij die getransformeerd zijn
tot trainer. Een dokter moet
over de gezondheid waken en
bij ziekte of blessures voor ge
nezing zorgen, maar hij dient
niet om prestaties op te krik
ken. Dokters als Conconi en
Ferrari zijn uit hun eigenlijke
vak als medicus gestapt om
wielertrainer te worden. Dat is
op een catastrofe voor de sport
uitgedraaid. Een renner die
psychisch zwak is. heeft ver
trouwen in zijn dokter. Ik ben
heel streng voor de medici. pr de
Daar zijn ze zelf schuldig aaifennp
Bij het horen van de naam W111 a£
Voet wordt Leblanc woeden<?at PÉ
Het ophefmakende boek varP8
voormalig Festina-soigneur antivi
heeft hij niet eens gelezen.
enkele uittreksels in de krantf"1110
Ik verafschuw mensen die at?er 8(
teraf spijt betuigen. Als Voet
drie of vijf jaar geleden zo'n "a
boek had geschreven, zou ik^8e
respect voor hem hebben ge^a 8e
had. Natuurlijk staan er waaif hgt1
heden in, maar het meeste isfwaa
zwaar overdreven. Als ik toctfn va
lees dat volgens Willy Voet jep vai
zelfs dient in te spuiten om d
auto in Parijs-Roubaix te besi
ren, houdt alles op. Aan die
mijnheer maak ik geen woorB
den vuil. In de krant France
Soir beweerde hij dat ik als r
ner zelf doping nam in de Tol
de France. Dat vernam ik 's f
morgens via de radio, 's Midi
dags publiceerde Le Monde
hetzelfde. Le Monde, een sen
euze krant toch, had die be-1
schuldigingen zonder dralenjij
overgenomen. Zonder bij mif
informeren. Alles wat Willy
Voet zegt is heilig. Monsieur
Willy Voet is een vedette g
den."
Ondanks alle problemen en 1
drukte zegt de vroegere knecf
van Jan Janssen nog tijd te ha
ben voor een privéleven. Daar
in staan het gezin, zijn moedl
en de racefiets centraal. De
zoon van een veekoopman i
het Noord-Franse dorpje Foij
taine-au-Bois bezoekt tijdens!
de weekeinden geregeld zijn I
moeder. „Als ik een dag vrij
heb, ben ik blij dat ik de Parijl
drukte achter me kan laten.
Geeft mij maar de simpele c
gen van het platteland. Daar
kom ik tot rust. Mijn moeder om
woont nog steeds in ons oudé
lijk huis. Ik ben zelfs gemeenti A
raadslid in Fontaine-au-Bois. 'y
Sinds de laatste verkiezingen,
1995. Ik heb een heel hechte
band met mijn geboortestreelAsif
Leblanc, die na zijn wielerloo
baan jarenlang journalist wasn d,
nam vorige winter de pen zel^orl
weer ter hand. Een dezer dagvett
verschijnt een boek over het 1 ra:
ven van Jean-Marie Leblanc. lorn
titel luidt: 'Jean-Marie Leblan cat
gardien du Tour de France', onnc
tewel bewaker van de Tour. c
had een betere typering kun- yal
nen bedenken.
haarlem fred segaar
Lance Armstrong heeft weer eens
ergens zijn tanden ingezet. Als dat
het geval is, is de wielerwereld ge
waarschuwd. Dit keer bijt hij zich
vast in de Tour de France. Hij heeft
al meer mee gemaakt dan een an
der in tachtig jaar, maar hij is nog
pas 27 jaar. Airnstrong heeft nog
een heel (wieier)leven voor zich en
daarin wil hij in elk geval één keer
een gooi doen naar de gele trui. Hij
heeft daar de aanstaande editie
voor uitgekozen en wie de Texaan
een beetje kent, weet dat wat hij
voor ogen heeft (bijna) altijd uit
komt.
De Tour winnen lijkt voor hem ech
ter een te zware opgave. Daarvoor
beschikt hij over te weinig klim
merscapaciteiten en is zijn ploeg
(US Postal) in de breedte te zwak.
Maar laat de Amerikaan het niet
horen. Hij heeft zich voorbereid in
Dauphiné Libéré en andere kleine
rittenkoersen zoals de Route du
Sud waarin hij nog een etappe won.
De man die in het'najaar van 1996
werd getroffen door kanker, ver
foeit deelnemen om het deelne
men.
Armstrong heeft de klassieke eerste
jaren van de wielerschool overge
slagen. Regenjacks halen voor
ploegmaten, bidons aanreiken, an
deren uit de wind houden, zijn fiets
afstaan aan een betere renner?
Armstrong niet gezien. Als hij dat
had moeten doen, was hij liever
onmiddellijk gestopt.
Niet gehinderd door enige kennis
van het metier aangaande onder
danigheid aan een kopman en zon
der historisch besef, stapte hij on
bevangen het van tradities aan el
kaar hangende Europese wielerpe-
loton in.
In Italië vroegen ze hem vaak naar
Fausto Coppi, maar hij had geen
idee wie dat was. En vlak voor de
Ronde van Vlaanderen zat hij ooit
naast 'Brik Shot' (Briek Schotte),
een Vlaamse held uit jaren vijftig
die de Belgen verafgoden. Arm
strong herkende hem niet.
In plaats van een pet met de naam
van de sponsor, droeg hij er eentje
van de Dallas Cowboys, zijn favo
riete footballclub. Hij had geluk dat
hij in een Amerikaanse ploeg te
recht kwam. Traditionele ploeglei
ders van het type Raas, Post en
Priem zouden die uitdagende hou
ding niet hebben geaccepteerd. Bij
het Motorola van Jim Ochowitcz,
ook een Amerikaan en eveneens
wars van tradities, vond hij begrip,
vertrouwen en kreeg hij de kans
kopman te worden. Ochowicz had
juist dringend behoefte aan uitda
gers.
Hij werd prof onmiddellijk na de
Olympische Spelen van 1992 in
Barcelona, die overigens teleurstel
lend voor hem verliepen. Zijn eer
ste wedstrijd als beroepsrenner
was ook bijna zijn laatste. Arm
strong dacht vooraf nog de Clasica
San Sebastian van dat jaar te kun
nen winnen, maar de bergen rond
de Baskische badplaats deden hem
halfweg gillen om zijn moeder.
„Het was beestenweer. Lance wilde
afstappen. Ik heb moeten praten
als Brugman om hem op de fiets te
houden zei Hennie Kuiper, assis
tent-ploegleider, na afloop. Bege
leid door twee motoragenten pas
seerde hij in het schemerdonker als
allerlaatste de finish.
In de Grote Prijs van Zürich een
paar weken later maakte hij al deel
uit van een kopgroep met de Rus
Ekimov en de Belg Nevens. Nevens
weigerde kopwerk te doen en toen
Ekimov ontsnapte, wilde hij niet
meewerken aan een inhaalrace.
Armstrong was na afloop oprecht
woedend over deze laffe maar in
West-Europa geaccepteerde tac
tiek. Het kwam de Amerikaan op
hoongelach te staan. Dat hij zo na-
ief kon zijn.
Het was een verfrissende instelling
waarmee het kind van de alleen
staande Linda Walling (ze was 17
toen hij geboren werd) beginjaren
negentig de wielrennerij instapte.
Toch beseften Kuiper en Ochowicz
dat hij daarmee weinig wedstrijden
zou winnen. Wie in het wielrennen
wil winnen, dient eerst het bord
van een ander leeg te eten alvorens
aan zijn eigen maal te beginnen.
Armstrong had moeite die uit
spraak in de praktijk te brengen.
Wat er op neer kwam dat hij alleen
won als hij de allersterkste was.
Profiteren van het werk van ande
ren of zich wegsteken als hij een
mindere dag had, was aan hem
niet besteed.
In de WK-race in Oslo op 29 augus
tus 1993, hij was pas een jaar be
roepsrenner, was hij niet alleen de
sterkste, maar ook bereid meer risi
co's te nemen dan de meeste ande
ren. Armstrong reed in een kop-
groepje met Dag-Otto Lauritzen en
Frans Maassen. Het weer was bar
slecht, het wegdek glad en de afda
ling steil. Maassen had angst en
twijfelde toen Armstrong zich in de
afgrond stortte. De vingers in de
lucht priemend en kushandjes ver
zendend, passeerde hij even later
de finish. Veel van zijn collega's ko
pieerden dit zege-gebaar later.
Twee jaar duurde het alvorens
Armstrong op deze wijze de streep
weer kon passeren als winnaar van
een belangrijke koers. Dat was de
Tour-etappe naar Limoges, twee
dagen na de dood van zijn ploeg
maat Fabio Casartelli, die veronge
lukte bij een val in een Pyreneeën-
afdaling.
Armstrong moest vaak aan Casar
telli denken toen in het najaar van
1996 kankergezwellen werden ge
constateerd aan zijn testikels en in
zijn hoofd. Hoewel kanker zoveel
betekent als doodgaan, was Arm
strong niet eens verdrietig. Hij was
alleen boos dat hij niet meer zou
kunnen fietsen en besloot de gerin
ge kans die hij had de ziekte te be
strijden, keihard aan te gaan. Er
werden twee tumoren uit zijn
hoofd verwijderd, hij onderging
slopende chemokuren, maar had in
elk geval een kans. „Fabio heeft die
nooit gehad", zei hij in april 1997
aan de vooravond van Parijs-Rou
baix. „Die was kansloos. Ik toch ze
ker niet?"
In januari 1997 was hij aanwezig bij
de presentatie van zijn nieuwe
ploeg, Cofidis. Hij had er een con
tract voor twee jaar getekend. Tony
Rominger was er, Maurizo Fon-
driest verscheen er en dus wilde
ook Armstrong er bij aanwezig zijn.
Hij was nog kaal toen. De kanker
was zijn lichaam nog niet uit, maar
hij straalde een rotsvast geloof uit
dat de ziekte snel zou zijn bedwon
gen. Hij trok zich niet terug in zijn
bungalow in Austin, maar liet zich
juist zoveel mogelijk zien en gaf in
terviews bij de vleet.
'Kanker is kanker. Niets geheimzin
nigs aan'.
Uiteraard reed hij dat jaar geen
wedstrijden meer, maar hij genas.
Armstrong won in 1998 de Ronde
van Luxemburg. Mooi, maar dat
waren niet de wedstrijden waar
voor hij dit vak was ingestapt. Op
het WK, vorig jaar in Valkenburg,
toonde hij aan helemaal terug te
zijn. De Amerikaan werd vierde. Dit
seizoen trok hij die lijn door, met
een tweede plaats in de Amstel
Gold Race achter Michael Boogerd
als voorlopig hoogtepunt. Arm
strong klaagde bij de aankomst niet
over het feit dat de Nederlander in
de laatste 25 km geen kopwerk
meer had gedaan. Hij klaagde wel
over het feit dat hij vaker tweede is
geweest in wereldbekerwedstrijden
dan hem lief is: twee keer in Luik-
Bastenaken-Luik, in de Clasica San
Sebastian en nu in Maastricht. Heel
vreemd, maar ondanks die 'onthul
ling' is het heel moeilijk in de Te
xaan een verliezer te herkennen.
Hij wint altijd, ook als hij niet wint.