De koningin van de 60 meter
Nr.28: Nelli Cooman
Wonen met allure
door FRANS DREISSEN
a Koningin Nelli. Geboren op 6 juni 1964 in Su
riname en groot geworden in hartje Rotter
dam. Ambassadrice van de korte sprintde 60
meter indoor. Liefst zesmaal stond Nelli Coo
man op de hoogste trede in Europa, tweemaal
veroverde ze 'wereld-goud'. Het absolute
hoogtepunt bereikte ze op 23 februari 1986
zeven uur 's avonds in Madrid: 60 meter
in 7.00 seconden. Destijds een fabuleus we
reldrecord. De parel aan de kroon. Slechts vier
sprintsters waren in de jaren daarna sneller.
De 100 meter outdoor bleek altijd net iets te
lang. Ook al lijken het EK-brons van Stuttgart
(11.08 seconden) en de vijfde plek bij het
EK in Helsinki '94 het tegendeel te bewijzen.
Nelli Cooman, een sportvrouw met gevoel
voor show. Een egoïst, regelmatig middelpunt
van een relletje. En: gezegend met een bijzon
dere eigenschap: vlammen op het juiste mo
ment. In 1997 zette ze op 32-jarige leeftijd een
punt achter haar sportcarrière.
Als door een revolver gelanceerd. Klein, snel en explosief.
Fenomenaal op dat 'verdomd, rot kort stukje'. De konin-
van de zestig meter. Nelli Cooman. De kleine, grote
onbegrepene. Vaak bestempeld als het enfant terrible van
de Nederlandse atletiek. Een emotioneel dondersteentje,
exceptionele eigenschap: ze floreerde onder
hoogspanning. „Ik ben", zei ze ooit, „een echt toernooi-
mens. Als ik de startblokken zie, wordt het beest in mij
wakker."
Vijftien jaren topatletiek. „Bewogen jaren, tropenjaren.
Oogkleppen op. Keihard trainen. Soms jankend, kruipend
en kokhalzend." Nelli Cooman ten vóeten uit. Een brok
emotie. Geliefd bij de één, verguisd door de ander. Altijd
lopend. Op en buiten de piste. Theatraal. „Een
verwend kind dat voortdurend aandacht wil en daarom
van gekkigheid niet weet wat zij moet doen", sprak de
concurrentie ooit.
Kritiek was de ruwe brandstof die Nelli Cooman voort-
Ijoeg. „Het is mijn lichaam, mijn sport, mijn geloof, mijn
prestatie, mijn keuze." Ze werd gedreven door passie en
liefde voor de sprint. Elke stap die ze zette zat vol woede,
dynamiet, leven. „Ik wil altijd winnen; Grenzen verleg-
Topsporters var
^®deze eeuw
Honderd jaar sport, honderd
jaar prestaties van formaat.
Tijd voor het maken van een 01
verbiddelijke ranglijst. Wie zij
de beste Nederlandse topsporte
van deze eeuw?
Gedurende het hele jaar word
elke week op deze plaats een
sportfiguur geportretteerd dit
van de redactie een plaats heeJ
gekregen in de top 50.
Nelli Cooman: een sportvrouw die op het juiste moment kon vlammen.
1
In het begin van haar carrière zei trainer Henk Kraaijenhof
eens: zonder doping zul je nooit hardlopen. „Ik heb ge
antwoord dat ik hem het tegendeel zou bewijzen." Nelli
Cooman werd een soort proefkonijn. „Handenvol vitami
nes moest ik slikken. Ik kreeg soms een mix zoals nog
nooit was gezien in de sport. Middelen die niet eens op de
dopinglijst stonden, zo nieuw. Maar het hielp uiteindelijk
allemaal niets. Het enige leuke was de geheimzinnigheid.
Niemand mocht het Wéten, ik moest alles stiekem doen."
Groot op de korte afstand. Haar pasamplitude en -fre
quentie waren optimaal op de afmetingen van de indoor-
hal afgestemd. De sprint verenigt tal van schijnbaar tegen
strijdige factoren met elkaar. Woede om de adrenaline op
gang te brengen, spanning om de atleet voort te jagen en
ontspanning om de spieren soepel te houden. Nelli Coo
man verstond de kunst om die elementen indoor perfect
met elkaar in evenwicht te brengen.
Maar ook op de 100 meter was ze steevast present. Omni
present. Niemand kon om haar heen. De concurrentie gaf
ze regelmatig een handje voor de wedstrijd in de call-
room, soms zat ze geknield voor het startblok. Intimidatie,
psychische oorlogvoering. Het hoorde allemaal bij het
spel. „Spuug je concurrenten desnoods in het gezicht",
had Kraaijenhof haar ooit meegegeven.
Honderd meter was voor Nelli Cooman net iets te ver.
Maar laat het haar niet horen. Derde tijdens het EK in
Stuttgart 1986, vijfde bij het EK in Helsinki acht jaar later.
11.08 seconden als persoonlijk record. Een cijfercombina
tie die al jaren in de nationale recordboeken staat.
Een heerlijk mens. Een vrolijke flapuit. Nelli Cooman pre
dikte de show. Ze was populair bij het grote publiek. Ze
onderging in de loop der jaren nogal wat gedaanteverwis
selingen. Snelle Nel, vrome Nel, theatrale Nel, Nelli Turba-
na. Het flirten met de camera, de kushandjes, de rood-
wit-blauw en oranje-goud- geverfde vingernagels. Ze
vroeg altoos aandacht, wilde altijd in het middelpunt
Dat was al zo toen ze nog klein was. Nelli Cooman was de
eerste resusbaby die in Suriname een bloedtransfusie
overleefde. Enkele jaren later kreeg ze in haar geboorte
land de bijnaam zoekie-takkie. Zoeken en praten; iemand
die snel in conflictueuze situaties terecht komt. De botsin
gen met de atletiekunie in haar aüetiekloopbaan zijn tal
rijk. Nelli Cooman was als atlete een individualiste. Een
vulkaan, wier sluimerende agressie niet alleen een uitweg
vond op de baan.
Ze vocht op en buiten de arena menig oorlogje uit. Met
haar uitspraken leek ze slechts zelden te beseffen wat ze
omwoelde. Ze haalde zich soms de woede van anderen op
de hals en voelde zich dan de 'Grote Onbegrepene'.
„Toch is ze altijd eenvoudig gebleven. Als ze iets wil dan
gaat ze desnoods door het vuur. Die vechtlust, die wils
kracht heeft ze van haar vader", zei moeder Cooman ooit.
Het overlijden van haar vader in 1990 was een schok. Nelli
Cooman ontdekte dat ze in de topsport nooit die gebor
genheid had gekend die ze thuis kreeg. Een bijna excessief
vertrouwen in de Heer sleepte haar door de crisis heen.
„Ik heb bijna alle ellende gekend die je je kunt voorstel
len", zei Cooman eens, „en ook in de atletiek nooit een
FOTO ARCHIEF ANP
jeugd gehad. Ik ben binnen een maand volwassen gewor
den, in alles." Ze trok haar eigen plan, samen met trainer
Henk Kraaijenhof die altijd dicht in haar buurt was.
Enkele jaren werd ze begeleid en gecoached door haar
toenmalige echtgenoot Hans Fiere. Maar de grootste suc
cessen boekte ze onder Kraaijenhof. „Nelli is een uniek
mens. Vriendelijk tegen iedereen. Zelfs tegen klootzak
ken", aldus de sprintgoeroe.
Nelli Cooman had een zwak voor de zwakkere. Voor Ben
Johnson bijvoorbeeld. Een atleet die een hele berg 'shit'
over zich heen kreeg. Ze identificeerde zich met hem, om
dat ze vond dat ook haar vaak onrecht was aangedaan. Ze
liet zich verleiden tot allerlei onderzoeken bij de Argen
tijnse arts Bijl Lgijrh J^erjgn^caris, spierbiopten .etcjtgjgj^
begon als één van de eerste atleten met elektrostimulatie.
Ze fungeerde als een soort proefkonijn voor de weten
schap.
Ze was een soliste, kon slecht gedijen in een team. Ze
vroeg altijd aandacht en dat werd haar nog wel eens ver
weten. Aan de andere kant miste zij juist bij haar collega's
de behoefte om zich te manifesteren. En dat was nou net
haar gave par excellence. Als het erop aankwam was Nelli
Cooman gedreven, ongekend fanatiek. Dan vlogen de
spetters er tijdens de training vanaf en zorgde ze altijd wel
weer voor een klein wondertje.
19.
20.
21.
22.
25.
26.
27.
28. Nelli Cooman
29. Ron Zwerver
30. GerritSchulte
31. Marianne Timmer
32. fan Timman
33. Beb Bakhuys
34. Zus Braun
35. Leontien van Moorsel
36. Willem van Hanegem
37. Tinus Osendarp
38. Ties Kruize
39. Jan Raas
40. Rik Smits
41. Piet Roozenburg
42. Kees Verkerk
43. Piet van de Pol
44. Ellen van Langen
45. Gianni Romme
46. Marcel Wouda
47. Bok de Korver
48. Rein de Waal
49. Bep van Klaveren
50. Just Göbel
Waardeiland
LU
LU
CO
K
CC
h-
LO
door MARINA VAN DEN BERG
Er ligt veel geld in de jachthaven van het Waardei
land, een gemeenschap van iets meer dan 1200
mensen. De bewoners houden niet zo van die re
putatie, Goudkust van Leiden. Maar toch, die zee
waardige zeilboten, glanzende sloepjes, motorbo
ten met drie verdiepingen, waar alleen een gene
raal het bevel kan voeren. 'Warship' heten ze,
maar ook poëtischer, Lady of Lowlands. Toch val
len ze in het niet bij de rijnaken die tussen de hui
zen door lijken te varen. Want overal is water
rondom het Waardeiland. De Oude Rijn, de Nieu
we Rijn, het Rijn Schiekanaal, bijna elk huis ligt
hier aan het water. „Klapperende zeilen, de be
roepsvaart, roeiers die opgejaagd worden door
zo'n toeter", zegt Florien van Wijk, één van de be
woners. „Het is heerlijk als je hier 's morgens je
gordijnen opendoet."
Zacht knerpende jonge futen, de geur van pas ge
maaid gras, en schemerig zonlicht dat de water
planten onthult. Alles ademt rust en sfeer. Twee
jongens klauteren voorzichtig in hun 'catamaran'.
Reinier Haas is 11 jaar en straalt helemaal als je
hem vraagt hoe het hier is. „Heerlijk!" en zijn gro
te grijns spreekt boekdelen. Met zijn open sproe
terig gezicht kan hij zo in een pindakaasreclame.
„Er zijn hier zoveel kinderen in de straat, en ik kan
hier zwemmen en in de winter ijshockeyen!" Het
plastic oranje zeiltje klappert in de wind. Het
bootje is lekker gammel en oud. Van zijn ouders
mag hij alleen maar op dit stukje water zigzaggen.
„Ze komen geen meter vooruit", lacht zijn moeder
vertederd, „maar ze zijn er eindeloos mee bezig."
Al is het dan bijna een kinderparadijs, Reinier
vindt het jammer dat er geen voetbalveldje meer
is. Het laatste stukje grond bij de toegang staat nu
ook vol met appartementen. Zijn moeder beves
tigt dat er weinig te doen is voor de opgroeiende
jongeren.
Daar kunnen de nieuwe bewoners van die ap
partementen over mee praten. „Kattenkwaad, hè,
ze vervelen zich", zegt een bewoner. Dat kattenk
waad bestaat uit stickies roken op het strookje
gras onder'de balkons, en een bierflesje op een
auto zetten. Genoeg om de bewoners op tilt te la
ten slaan.
Het was het laatste stukje onbebouwd op het
Waardeiland. De jongsten zijn hun trapveldje
kwijt, maar ze kunnen nog op straat spelen. Waar
moet je echter heen als verveelde 16-jarige? Je ver
stoppen onder zo'n balkon, met uitzicht over de
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en
omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving,
maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: het Waardeiland in Leiden.
Waardeiland. 'Het heeft hier zó'n sfeer'.
haven, waar je zo lekker kunt wegdromen met een
stickie; wèg van 'dit duffe eiland, met zijn keurig
onderhouden groenstroken'. Maar nu staat er het
Artikel 461-bord bij de parkeerplaats: verboden
toegang. Dat zal ze wel tegenhouden.
Trots laat een bewoner de overdekte binnenplaats
zien van het nieuwe blok. In een lange houten bak
1 c- r .'■F'-'if.
staan palmen en citroenbomen. Geen onkruidje
krijgt hier de kans, want de bakken zijn opgevuld
met steentjes waar niets op groeit. Een fonteintje
en een rotspartijtje zorgen voor de sfeer, ,,'s
Avonds gaan hier de lampjes aan, met een tijd
klok." Er is een speciale tuincommissie voor. „Het
moet er verzorgd uitzien, er staat hier voor een
FOTO MARK LAMERS
aardig bedrag." Zijn appartement heeft een riant
balkon; uitzicht over het water. Het gebouw oogt
lomp. Oorzaak: de architect was gedwongen de
onderkant met speelse bogen eraf te halen. Om
wonenden protesteerden omdat het complex
ruim anderhalve meter te hoog zou worden. Rijn
Staete heet het geheel, in dat quasi ouderwetse
proj ecton twikkelaars - N ede r land s
De architectuur van het Waardeiland is niet er
uitnodigend. Het Amerikaanse ontwerp uit de js
ren '70 heeft een wat merkwaardige tegenstellin
in zich: het gesloten woonerf. „Dat is heel vreem
ja, die dichte huizen met garage en keukenblo
aan de straatkant", zegt Kees Lau, een Leidse ai
chitect, „het is wel anders, maar niet per se beter'
Voorzitter Van Dijk van de bewonersverenigin;
merkt op dat er door deze dichte gevels in de win;
ter weinig burencontact is. „Je ziet elkaar gewoo
niet meer".
Vooral mensen uit het buitenland - werkzaal
voor internationale bedrijven - lijken zich hie
thuis te voelen; bij Leidenaars is het Waardeilan
niet zo in trek. Het verklaart misschien ook de je;
renlange leegstand in de beginperiode van het ei
land. De projectontwikkelaar kon de peperdur
huizen die bij de oplevering in de jaren '80 eei
half miljoen gulden kostten, alleen kwijt door d
prijzen te verlagen. En zelfs met de overspanne
huizenmarkt van nu, zijn er niet de hectische toe
standen zoals in de Burgemeesterwijk, om maa!
eens een andere goudkust te noemen. „Het i
geen typisch Nederlandse doorzonwijk", zegt ma
keiaar Joost Verbaas. „Ik heb er net een boven d
vraagprijs verkocht." Een 'toplocatie' (make
laarsjargon) aan het water op het zuiden, gas
voor 750.000 gulden weg. „Wonen met allurt
noemen wij dat." En zo dichtbij de uitvalsweger
jubelen de advertenties. Inderdaad, want de fil
begint op het Waardeiland pal voor je voordeui
als 's morgens vroeg de hele wijk zich over de bru
moet wurmen naar de Hoge Rijndijk.
Maar wat er op Waardeiland ook aan te merkel
valt: elke bewoner die je hier spreekt straalt, vaj
jong tot oud. Zo woont Florien van Wijk in eei
van de mooiste - zo niet het mooiste - huis: d
nieuwe beheerderswoning met café bij de jacht
haven. Zij kan haar geluk niet op. „Wij zijn zulk
bofkonten." Het huis lijkt een kinderdroom, vc
geheime hoekjes, kozijnen in fuchsiakleuren, ko
ningsblauw tegelwerk en zacht beige baksieer
Overal groeien wijnranken tegen de trappetjes ei
regenpijpen. De tuin heeft dat moderne ongere
gelde en doet verfrissend aan tegenover de ver
stikkende keurigheid die hier soms heerst. Eet
stokoude hond en een Abessijnse kat begroeten j
vriendelijk. „Het heeft hier zó'n sfeer.... Zelfs on
weer is prachtig aan het water."