Een departement in verwarring
«'«'S RIS ,vv
137
ZATERDAG 12 JUNI 199,
Ministerie van Landbouw worstelt al tien jaar met nieuwe rol
Het is niet eenvoudig te werken op het ministerie van landbouw.
Ambtenaren moeten steeds meer rekening houden met de
wensen van de maatschappij en de aandacht voor natuur groeit.
Die veranderingen zorgen voor verwarring en onzekerheid. Daar
kwam de cultuurshock tussen de aanpak van Van Aartsen en
Apotheker als ministers nog eens bij. Intern heeft Landbouw al
jaren een dioxine-affaire.
De politiek viel de afgelopen
week veelvuldig en luidkeels
over het ministerie van land
bouw heen. Eerst werd minister Hayo Apo
theker zijn politieke graf ingetrapt, vervol
gens kreeg staatssecretaris Geke Faber ervan
langs. Tussen de bedrijven door mengden
ook de ambtenaren op Landbouw zich in de
discussie: aardige mensen, die Apotheker en
Faber, maar daar was ook wel alles mee ge
zegd, vond ondernemingsraadsvoorzitter
Chiel Bouwmeester.
De buitenwacht kijkt met een mengeling
van leedvermaak en verwondering naar het
geharrewar op het departement. „Het minis
terie is in vecwarring en ontzettend op zoek
naar een rol voor zichzelf', aldus Bas Spren-
gers, höofd afdeling Groene Ruimte van de
stichting Natuur en Milieu. „Bovendien is er
nog steeds de stammenstrijd tussen de amb
tenaren van de directie Landbouw en die
van Natuurbeheer."
Sprengers illustreert die twee conflicten
met een discussie die hij had met de directie
Landbouw. „Wij worden gesubsidieerd door
de directie Natuurbeheer. De helft van ons
oifderzoek ën onze voorstellen gaan*e£hter
over landbouw. Ik heb de directie Landbouw
'daar eens'OVer aangesproken. Kunnen jullie
ons niet subsidiëren, want jullie nemen onze
beleidsvoorstellen soms letterlijk over. Nee,
ik moest maar naar het ministerie van
VROM. 'Wij beschouwen jullie niet als onze
natuurlijke bondgenoot'. Daar blijkt duide
lijk "uit dat ze nog moeite hebben met de ver
anderde rol van Landbouw."
Keerzijde
Het ministerie van landbouw is van oudsher
een departement dat erg naar binnen is ge
richt. Na de oorlog was het veiligstellen van
de voedselproductie het adagium. De nauwe
samenwerking tussen ministerie, boeren
stand en onderzoeksinstellingen als de
Landbouwhogeschool in Wageningen zorg
de voor een ongekend succesverhaal. De Ne
derlandse landbouw stond op veel terreinen
aan de absolute wereldtop.
In de loop van de jaren tachtig groeide de
kritiek. De keerzijde van de hoge productivi
teit, veel mest en veel bestrijdingsmiddelen,
zorgde voor milieuproblemen. Het ministe
rie reageerde op die kritiek door nog geslote-
ner te worden.
De eerste die de luiken een beetje probeer
de te openen, was Gerrit Braks. „Ik was mi
nister toen het beleid om moest. Tot die tijd
was Landbouw vooral gericht op zoveel mo
gelijk produceren. We moesten toe naar een
model van beheersen, minder mest, minder
bestrijdingsmiddelen en dergelijke. Boven
dien kwam de hele natuurpoot erbij. Dat wa
ren andere mensen met een andere achter
grond en dat leidde wel eens tot onderlinge
botsingen."
Braks was ook de eerste minister die de
uitbreiding van de veestapel aanpakte. Daar
mee zorgde hij voor eep schok in de land-
bouwwereld. Desalniettemin groeide de vee
stapel daarna nog tien jaar door. Zijn opvol
ger Piet Bukman hield zich meer bezig met
de relaties met andere ministeries.
Koude douche
Als de landbouw al dacht dat ze het ergste
had gehad met de maatregelen van Braks,
was de komst van buitenstaander Jozias van
Aartsen pas een echte koude douche. Van
Aartsen was niet afkomstig uit het CDA en
had geen agrarische achtergrond, twee zaken
die een trendbreuk betekenden met het ver
leden. Hij maakte als eerste écht werk van de
aanpak van het mestprobleem en de verklei
ning van de varkensstapel.
Daardoor kreeg het ministerie ook op een
andere manier te maken met de veranderen
de samenleving. De bemoeienis van maat
schappelijke organisaties met het beleid
zorgde al voor verwarring en onrust binnen
het ministerie. De aanpak van Van Aartsen
deed het departement schudden, zo weet
Gerard Doornbos, voorzitter van de boeren-
en tuindersorganisatie LTO-Nederland. „Van
Aartsen was heel erg bezig met manipuleren
van zijn ambtenaren. Er werd met dossiers
geschoven. Wat bij de ene directie thuis
hoorde, werd ineens door een andere direc
tie gedaan."
Braks had, zoals hij het zelf noemde, 'mo
numenten van directeuren'. „Ze waren in
het land bekend, ze traden zelf naar buiten
als er iets aan de hand was. Landbouw was
in die tijd een broeinest van talent. Alle de
partementen probeerden mijn ambtenaren
weg te halen. 'Jij hebt nog goede anderen
over', zeiden mijn collega's als ze bij mij
weer eens een ambtenaar hadden wegge
trokken."
Van Aartsen gaf zijn ambtenaren heel wat
minder ruimte. „Jozias had een grote tas
waar hij alle stukken in stopte. Die kwamen
er weer uit als hij een beslissing had geno
men over dat dossier. Wanneer dat was, wis
ten zijn ambtenaren niet. Van Aartsen betrok
hen nooit bij de belangrijke beslissingen",
aldus Wien van den Brink, voorzitter van de
Nederlandse Vakbond voor Varkenshouders.
„Dat deed Apotheker heel anders. Die
overlegde en probeerde draagvlak te creëren.
Soms was er wel al te veel overleg, dat straal
de geen daadkracht uit", aldus Doornbos.
Toch vindt Doornbos dat Apotheker meer
had kunnen bereiken als hij voldoende was
gesteund. „Zijn eigen departement hanteer
de steeds vaker de werkwijze: hier heb je een
volle tas, zoek het maar uit."
Een bestuurslid van het Produktschap
voor Vee en Vlees denkt dat het gebrek aan
besluitvaardigheid van Apotheker tot de pro
blemen op het departement heeft bijgedra
gen. „Ambtenaren willen een minister die ze
vertelt wat ze moeten doen."
OR-voorzitter Bouwmeester beaamt dat
het ontbreekt aan politieke sturing op het
departement. „Straks krijgen we wél een
zwaargewicht", doelend op de nieuwe mi
nister Laurens Jan Brinkhorst.
Gemis
PvdA- Kamerlid en landbouwwoordvoerder
Harm Evert Waalkens stelt dat de politieke
bestuurders op Landbouw niet vrijuit gaan.
Maar je moet nieuwelingen ook een kans ge
ven, oordeelt hij iets milder. Het komt van
twee kanten, het schort bij de ambtenaren
aan politiek inzicht vindt hij. „Er is onvol
doende deskundigheid op het ministerie ge
bleven doordat allerlei onderdelen zijn ver
zelfstandigd. De vraag is dan of er nog know
how aanwezig is om de problemen te door
gronden."
Dat die politieke antenne nu niet aanwezig
is, komt volgens WD-landbouwwoordvoer-
der Gert-Jan Oplaat door het ontbreken van
gezag. „Dat was er wel toen Van Aartsen er
zat. En het is in die tien maanden dat hij weg
is verdwenen."
Doornbos zet daar zijn kanttekeningen bij.
„Van Aartsen gaf wel altijd de indruk een
'heel daadkrachtige minister te zijn, maar on
der zijn bewind bleven veel dingen liggen.
De dossiers die Apotheker en Faber in moei
lijkheden hebben gebracht, lagen er al onder
Van Aartsen. Ook de problemen met de var-
kenswet en de affaire met de oormerken,
maar hij heeft er niets aan gedaan."
Wat Van Aartsen noch zijn opvolger Apo
theker voor elkaar kreeg, is het ministerie
een nieuwe rol te geven in de discussie over
het platteland. „Dat is de grote worsteling
van dit moment", zegt Sprengers. „Wij vin
den het jammer dat Van Aartsen de verande
ringen die hij heeft ingezet niet heeft afge
maakt. Onder zijn leiding is natuurbeheer
veel meer op de agenda komen te staan."
Onder Apotheker bleef die verandering
steken, vindt Sprengers. „Landbouw zoekt
naar een rol die het kan spelen in het debat
over de inrichting van het landelijk gebied.
Die discussie wordt beheerst door het minis
terie van VROM. Pronk heeft een dikke vin
ger in de pap. Dat was een grote frustratie
van Apotheker."
De daadkracht die het ministerie nodig
heeft, ligt echter niet in het politiek punten
scoren. Na til die jaren is het ministerie er
nog steeds niet in geslaagd de ramen wijd
open te zetten. Een bewindspersoon die het
ministerie weer een belangrijke rol wil laten
spelen, zal de jarenlange zoektocht naar de
nieuwe plek in de samenleving moeten be
ëindigen. Een minister die een duidelijke
missie voor het ministerie formuleert is het
beste medicijn voor de kwakkelende patiënt.
LIANNE SLEUTJES
PEET VOGELS
Afgelopen maandag: Hayo Apotheker bij zijn onverwachte vertrek als minister.
Gerrit Braks, de minister die voor een schok in de landbouwwereld zorgde door de uitbreiding van de veestapel aan te
pakken. Op de foto: Braks in 1984 bij de opening van de tentoonstelling 'Leven met groen'.
Minister Jozias van Aartsen doelwit van protesterende boerinnen die (december '95) hun onvrede uitten over het land
bouwbeleid. FOTO'S ARCHIEF ANP