Het zesde bedrijf Het zesde bedrijf: amusante roman van P.F. Thomése Het bederf van het staatkundige leven Willem Oltmans doet boekje open over koningshuis Boeken Stront uitstekend middel om vijand te verjagen P.F. THOMÉSE Hunkeren naar de tuin der onschuldigen VRIJDAG 28 MEI 1999 Prachtig boek van sir David Attenborough Achter de kamerschermen van de Franse Revolutie ROMAN RECENSIE VOGELBOEK RECENSIE MONICA WESSELING David Attenborough. Over Vogels. Verta ling Conny Sykora. Uitgeverij Schuyt Co. 320 pagina's. Prijs 65,00. Every inch a gentlemansir Da vid Attenborough. De man die je verwacht op een high tea, filmt in werkelijkheid robben op Zuid-Georgia, een zeehond- verslindende orca in Zuid-Patagonië en een leeu wenkudde op de Serengetti- -vlakte. Hij trotseert vijf maan den vrieskou voor een docu mentaire over het leven op de polen, overwint zijn duikangst om een film over het koraal te maken en wacht weken achter een op het baltsgedrag van die ene bijzondere paradijsvogel. David Attenborough, antropo loog, bioloog, filmmaker, schrij ver en vooral benijdenswaardig man. Gelukkig voor ons is er weer een boek van hem in het Nederlands vertaald: Over Vo- gels. Kenners van de BBC-serie The life of birds, waarop het boek is gebaseerd, weten het al: Over Vogels is een 'per se willen hebben' boek. Een boek in de zelfde orde als onder meer Vo gelgedrag van Robert Burton en The lives of birds van Lester L. Short. De foto's zijn magnifiek en soms uiterst zeldzaam. Zoals de afbeelding van een koe koeksjong dat, met zijn rug, zijn pleegbroer het nest uit duwt of die van de secretarisvogel die sprinkhanen probeert te ver trappen. Hoe heerlijk foto's kijken ook is: de tekst eist aandacht op. Gerangschikt naar thema (bij voorbeeld vliegen of niet vlie gen, de eisen van het ei en een onverzadigbare eetlust) vertelt en verklaart Attenborough. Zo als we van hem gewend zijn, heeft hij de kennis verlekkerd met tal van smakelijke wetens waardigheden. Wat te denken van de verha len over de spechtvink die op de Galapagos keverlarven in een boom op het gehoor op spoort om ze vervolgens met een cactusdoorn uit de stam te peuteren, over de kramsvogel die zijn rivalen onderpoept of over de zadelrugspreeuw die, als hij een verweduwd wijfje wil imponeren, het geluid nabootst van haar overleden man. We le zen veel over buitenlandse vo gels - logisch want de meeste vogels vliegen niet boven ons land - maar gelukkig ook over vogels van 'thuis'. Zoals de to renvalk die woelmuizen op spoort via het ultraviolette licht dat de urine van het knaagdier weerkaatst. Hoewel niet alleen de leek, maar zeker ook de kenner heel veel uit Over Vogels kan leren, is het niet compleet. Zo staat er nagenoeg niets .in over het fe nomeen trek Maar ach, de vo gelwereld is zo groot en zo in gewikkeld dat je dat Atten borough eigenlijk niet kwalijk kunt nemen. Over Vogels leest, ondanks de hoge informatiedichtheid, als een spannende roman. Na eni ge tijd gebeurt echter hetzelfde als wat je vaak overkomt in een museum met louter mooie schilderijen: je raakt vol. Even een pauze en je bent weer klaar voor een nieuwe duik in dit ver rukkelijke boek. WIM VOGEL P.F. Thomése, Het zesde bedrijf. Uitgeve rij Querido. 277 blz. Prijs 39,90. Een intrigerende vrouw is ze zeker! Opgegroeid in de Gro ningse Poelestraat, een duf hu welijk ontvlucht, ontwikkelt ze zich in Parijs tot de bedvriendin van een minister, van een Prui sische gezant en als de tijden zo rond 1789 veranderen, veran deren ook haar liefjes van poli tieke kleur. Van de wind kan immers niemand leven en ze ker niet een dame van stand. Etta Palm (1743 - 1799) verhief zichzelf tot barones d'Aelders, maakte binnen de kortse keren carrière als maitresse in de hof kringen van Versailles maar stierf uiteindelijk vereenzaamd en vergeten op een huurkamer in de Haagse Wagenstraat. De laatste zeven jaren van haar tomeloze en turbulente le ven zijn door Thomése vastge legd in Het zesde bedrijf een geestige én tragische roman. De jachtige stijl past perfect bij de radicale omwentelingen in het Parijs van die jaren - je bent als lezer ooggetuige van de verwar ringen voor zover Etta Palm daar getuige van is. En die keu ze is voor de stijl en de sfeer al lergelukkigst. Want het is na tuurlijk onzin te menen dat his torische feiten worden beleefd zoals historici die later recon strueren. De opstootjes, de ver gaderingen van een feministi sche vrouwenbond ('l'homme est aussi une femme'), opera bezoek, de moordpartijen in de Tuileriën, de nieuwe orde die vooral wanorde voortbrengt én het lekkere warme bad, het ge babbel, geroddel en gekwebbel van de kennissen: het is die goed geslaagde afwisseling van het kleine in het grote die Het zesde bedrijf zo'n authentiek karakter geeft. Alsof een uiterst subjectieve cameravrouw, met gevoel voor nuances en details erbij was toen in Parijs de idee- en van de Verlichting met ge weld werden gerealiseerd. Dat ik de roman toch niet he lemaal geslaagd vind, komt vooral omdat Thomése de his toricus in zichzelf niet helemaal heeft kunnen onderdrukken. Meteen al in zijn Vooraf duikt die op als de nieuwste vrijhe den van de Revolutie worden gekoppeld aan de lantarens waaraan de gehangenen bun gelen. In datzelfde Vooraf stelt de verteller de retorische vraag dat het niet te hopen was dat er voor misdadigers werd geap- plaudiseerd en in zijn conclusie merkt hij op dat iedereen het goede wilde, al zegevierde voor alsnog het verderf. Dat zijn heldin van dit soort moralisaties niets moet weten, blijkt uit de roman die volgt. De schrijver laat haar voortdurend aan het woord. Weliswaar wor den haar laatste jaren in Den Haag verteld door een gefrus treerde buurman die al opge wonden wordt als hij bedenkt wat zo'n Parisienne allemaal voor hem zou kunnen beteke nen, in de andere tweehon derdzestig pagina's babbelt Etta aan een stuk door. En opportu nistisch en pragmatisch als ze is, is ook voor haar haar korset haar heel wat nader dan haar vele, vele rokken. Een groter bezwaar vind ik dat Thoméses heldin zelf wei nig boeiends te melden heeft. Ongetwijfeld verstond zij als geen ander de kunst 'haar leven lang bij toeval op de juiste plaats terecht (te) komen, en niet te vergeten in het juiste bed, en ze denkt dat ze de ver schillende partijen (Frankrijk, Holland en Pruisen) als dubbel spionne aardig tegen elkaar uit speelt. Maar als het er echt op aan komt, in de Assemblée, aan het Haagse hof, is ze toch niet meer dan een warrige, chaoti sche vrouw die altijd en overal alles en iedereen in haar netten denkt te kunnen strikken. Eigen ideeën zijn schaars, eigen visies ontbreken zoals ik het ook on geloofwaardig vind, gezien haar levenswandel, deze Etta Palm een feministe avant la lettre te noemen. Van vrouwen moet ze juist niets hebben en van man nen wil ze alles. In een notitie achteraf legt Thomése uit waarom hij voor Het zesde bedrijf als titel heeft gekozen. Hij ontleende die aan het gedicht Theaterimpressie van Wislawa Szymborska. Daarin deelt de Poolse dichter mee dat voor hem het belang rijkste bedrijf van de tragedie het zesde is waarin de doden weer opstaan, de messen uit de borsten worden getrokken en zij die spoorloos verdwenen waren met kleren en al vanach ter de coulissen weer naar vo ren komen. Door Etta Palm weer tot le ven te wekken, is Thomése er wel ingeslaagd een overtuigend en impressionistisch beeld te schetsen van flarden en frag menten uit de Franse Revolutie. Niet geslaagd is zijn poging zijn Groningse del op te blazen tot de Aletta Jacobs van de acht tiende eeuw. Twee werken van Sallustius vertaald in 'Rome in verval' KLASSIEKEN RECENSIE NOP MAAS Sallustius, Rome in verval. De samenzwering van Catilina. De oorlog tegen Jugurtha Uitgeverij Athenaeum - Polak Van Gennep. Prijs 56,90. Meer dan dertig jaar geleden lazen we op het gymnasium een paar weken lang Sallustius, tussen Livius, Vergilius en Tacitus door. Veel beklijfde daar niet van. Hij was interessanter dan Li vius met zijn repeterende beschrijvin gen van troepenbewegingen; hij had het meer over het werkelijke leven dan Vergilius; hij was niet zo verras send, maar ook niet zo moeilijk als Tacitus. Tot mijn verbazing herkende ik meteen het fragment uit De samen zwering van Catilina dat we indertijd vertaalden. Onder dreiging van een staatsgreep werd in Rome de staat van beleg afgekondigd: 'Na de grote uit bundigheid en losbandigheid waartoe de langdurige stabiele toestand had geleid, werd iedereen ineens bevan gen door somberte: overal haast, on rust, wantrouwen tegen elke plek of persoon. Oorlog was het niet, maar vrede evenmin en iedereen mat de ri sico's af naar zijn eigen angsten.' Met name die laatste zin plaatste me in dertijd voor grote problemen. Sallustius leefde van 86 tot 35 voor Christus. Hij maakte een politieke car rière - hij was een relatie van Caesar - en schijnt als propretor een onder zijn gezag geplaatste Afrikaanse provincie meedogenloos leeggeroofd tehebben. De laatste jaren van zijn leven wijdde hij aan het schrijven van geschiedwer ken. De twee werken die integraal overgeleverd zijn, werden door Vin cent Hunink in 'eigentijds' Neder lands vertaald: De samenzwering van Catilina en De oorlog tegen Jugurtha. Hunink presenteert zijn vertalingen onder de goedgekozen titel Rome in verval. Want Sallustius beschrijft epi soden uit de Romeinse republiek, waarin de grootheid van het vader landse verleden door de gedegene reerde nazaten te grabbel wordt ge gooid. De oorlogen waarmee de Noord-Afrikaan Jugurtha de Romei nen van 112 tot 106 v.Chr. bezighield kwamen in de visie van Sallustius tot stand en konden zo lang duren, om dat Jugurtha terecht opgepikt had dat in Rome alles en iedereen te koop was. Mede door zijn besliste en geser reerde stijl en de welgekozen details die Sallustius in zijn tekst opneemt, klinkt zijn schets van de heersende toestanden heel overtuigend. Daar staat tegenover dat hij in zijn uitingen over de glorietijd van de republiek een naïef idealisme aan de dag legt. Dat vroeger soldaten meer genoegen schepten 'in fraaie uitrustingen en oorlogspaarden dan in meisjes van plezier en drinkgelagen-, lijkt op waar schijnlijk. En wie wil geloven dat eer tijds onder de burgers geen wedijver bestond om roem of macht, dat de saamhorigheid compleet was en de hebzucht ontbrak? Hoe dit ook zij, Sallustius is van oordeel dat rust en voorspoed en vrede niet zo goed zijn voor een staat, omdat losbandigheid en arrogantie er de resultaten van zijn: 'De adel begon zijn status te misbrui ken en het volk zijn vrijheid. Diefstal, roverij en plundering werden schering en inslag.' De kernachtige wijze van uitdruk ken geeft het proza van Sallustius een grote aantrekkelijkheid. Dat geldt niet het minst voor de diverse redevoerin gen - kennelijk van eigen makelij - die hij enkele protagonisten in de nj legt. De teksten bevatten menig hullend inzicht in het gedrag van viduen en samenlevingen. De boi schetsen die hij geeft van het grui ke krijgsbedrijf laten zien dat de i altijd vindingrijk is geweest in het! raden en het afslachten van zijn ga's. En ook het inzicht dat hej makkelijker is een oorlog te begii, dan te stoppen heeft al twintig wen lang geen wereldleider van taire avonturen afgehouden. Het helpt weliswaar niet, maa is toch goed jeugdige gymnasiast kennis te brengen met de wijz dens van oude Romeinen en Grif 'De mensen herinneren zich wat het laatst gebeurd is', laat Sal] j us Caesar tegen de senaat zeggen. Beatrix is een 'over het paard getilde Haagse dame' Drie zusters in een boze wereld NON-FICTIE RECENSIE RONALD FRISART Willem Oltmans. Mijn vriendin Beatrix. Uitgeverij Papieren Tijger. 158 blz. Prijs 29,90. Kan een republikein zitting ne men in de ministerraad van het koninkrijk? Welzeker, vond ko ningin Juliana. Toen minister Sicco Mansholt haar eens deel genoot maakte van zijn republi keinse gezindheid, antwoordde Juliana: „Ach meneer Mansholt, als ik geen koningin was, zou ik ook republikein zijn." Het is een van de anekdotes die journalist Willem Oltmans (74) opdist in zijn onderhou- dende boek Mijn vriendin Bea trix. Juliana komt opnieuw naar voren als iemand die weinig moest hebben van koninklijke 'apekool'. Toen een tuinslang te kort bleek om het gazon rond Paleis Soestdijk te besproeien, pakte de Juliana de fiets en ging bij een kwekerij in Soest een verlengstuk halen. Pas na wat pingelen over de prijs werd de koop gesloten. Dat verhaal hoorde de auteur van mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt (1893- 1982), met wie hij levenslang bevriend bleef sinds hij in de oorlog, als middelbare scholier, bijles Duits van haar kreeg. Later leid de mejuffrouw Büringh Boek houdt het speciale klasjedat rond prinses Beatrix werd ge formeerd aan het Baarns Ly ceum. „Voor ons beiden was zij een tweede moeder", schrijft Oltmans. Daarom beschouwt hij de huidige vorstin als een soort vriendin. Dat Miss B.B., zoals Beatrix haar noemde, de kroonprinses onder haar hoede kreeg, was opmerkelijk. Volgens de auteur stond zij immers kritisch tegen over de monarchie. Oltmans De auteur en (toen nog) prinses Beatrix in 1964 in Mexico. deelt die scepsis: „Men verdient in dit leven geen respect of be wondering louter omdat men in een bepaalde wieg heeft gele gen." Bepaald zot vindt Oltmans de erfelijkheid van het koning schap. Wat hem betreft is de kroonprins „een Nederlands sprekende Duitser". Nu is dat onjuist. De prins heeft immers een Nederlands paspoort. El ders noemt Oltmans Willem- Alexander „in genetische zin een allochtoon". Dat is wel juist. Als we beginnen bij Wil lem de Rijke en Juliana van Stolberg - de ouders van Willem van Oranje - en stap voor stap de stamboom nalopen, dan blijkt dat Willem-Alexander ge netisch voor 96,414 procent Duitser is, voor 3,125 procent Rus en voor 0,391 procent En gelsman. Bij tal van gelegenheden kruisten Oltmans' wegen die van de koninklijke familie, te beginnen in 1936. Als elfjarig knaapje logeerde hij met zijn ouders en broer in hetzelfde hotel in de Franse Vogezen waar koningin Wilhelmina en prinses Juliana overnachtten. Als journalist raakte hij veel later bevriend met de Indonesi sche president Soekarno. Met diens weduwe Ratna Sari Dewi bleef hij ook na Soekarno's dood in 1970 contact onder houden. Dewi's dochtertje Kari- na bezocht in Parijs dezelfde school als Alexia le Leune, het buitenechtelijke kind van Hélè- ne Grinda en prins Bernhard. Tijdens een van zijn Parijse uitjes was een foto gemaakt van Bernhard en een Franse dame. Die foto kwam Juliana onder ogen. zo vernam Oltmans van Bernhards vriend Hans Teengs Gerritsen. Toen Teengs Gerrit sen eens lunchte op Soestdijk zei Juliana: „Ik heb een foto ge zien in een Parijse krant van pappie met een vriendin van jou." Teengs Gerritsen wist van niets, maar gaf er een draai aan nadat Bernhard hem onder ta fel een schop had gegeven. „Wanneer je het gedrag van de Oranjes, ook jegens elkaar, op de keper beschouwt, is er beslist geen aanleiding om tot massale verafgoding over te gaan", concludeert de auteur. In dat verband memoreert hij hoe Beatrix een gast van prins Claus eens op genante wijze be handelde. „Hoe ontwapenend haar glimlach naar het volk toe ook mag lijken, ontdaan van haar koninklijke parafernalia houd je bij Beatrix helaas een over het paard getilde Haagse dame over", meent Oltmans. Toch is hij de koningin dank baar. Aan haar invloed schrijft hij het toe dat hij in 1990 een stapel documenten van het mi nisterie van buitenlandse zaken in handen kreeg. Daarmee kon hij een proces tegen de Staat beginnen. Oltmans meent dat Buitenlandse Zaken hem ruim veertig jaar in zijn werk heeft gedwarsboomd en eist daarom schadevergoeding. Het proces sleept zich nog al tijd voort en landsadvocaat Den Hertog liet onlangs blijken dat het einde wat hem betreft nog lang niet in zicht is. In een po ging de zaak te bespoedigen, schreef Oltmans begin dit jaar aan de koningin: „Ik vraag u misschien veel, maar zou u nog één keer met de heren Kok en Lubbers samen mijn gevecht met Buitenlandse Zaken willen bespreken?" Zichtbaar resultaat heeft die noodkreet niet gehad. Oltmans zelf zal de laatste zijn om zich daarover te verbazen. Hij kent de taaie onverzettelijkeheid van de Haagse bureaucratie. En Beatrix heeft andere dingen aan haar hoofd. Zij is volgens Olt mans immers „een theaterko ningin, die met toewijding en een enorme dosis volksverlak kerij de Oranje-soap op de weg houdt." ROMAN RECENSIE WIM VOGEL Kristien Hemmerechts, De tuin der on schuldigen. Uitgeverij Atlas. 223 blz. Prijs 39,90. Waarschijnlijk is het een over blijfsel uit de achttiende eeuw: je jeugd willen zien als een pa radijselijke toestand, als een lang, prettig en vooral vredig verblijf in de tuin der onschul digen. Tijdens hun zomerva kanties in een Spaans dorpje raken drie zusjes gefascineerd door wat ze vanuit een boom kunnen waarnemen van het reilen en zeilen binnen de mu ren van een gesticht voor geval len meisjes. Als ze een kwart eeuw later terugrijden naar dat dorp, kennen ze de feiten en weten ze dat én dat kinderlijke paradijs én die tuin der on schuldigen nooit bestaan heb ben. Dat alles altijd anders is en dat wij zelf daar alle schuld van dragen. De nieuwe roman van Kris tien Hemmerechts is een verra derlijk boek. Zijn overvloed aan details, zijn vlakke en tot niets verplichtende herinneringen en gesprekken sussen je in slaap. Je vermoedt wel wat drama, maar ach: dat lijkt zo ver weg gedrukt door familiebesognes, door al die geamputeerde we zens die je nauwelijks leert ken nen. En dan die drie zussen met hun kleine irritaties, hun kleine zonden en hun kleine herinneringen... Maar dan ko men daar plotseling de laatste twee hoofdstukken waarin wat versluierd werd zichtbaar wordt en waarin de drie zusters voor wie je je niet echt interesseerde, uitgroeien tot moderne varia ties van personages, ooit be dacht door Tsjechov en Ibsen. En het tragische is dat zodra je je er bewust van bent dat je de geschiedenis leest van drie verloren zielen in een auto on derweg naar nergens, dat dan het doek weer valt en je maar moet zien wat je doet met die fragmenten over het menselijk tekort. Natuurlijk lees je dan de eer ste bladzijden nog eens maar je stelt vast dat de personages er niet interessanter op zijn ge worden. Het drama zit met an dere woorden niet in wat er ge beurt, maar in wat er ooit ge beurd is en waarover gezwegen dient te worden. In De tuin der onschuldigen wordt de geschiedenis van ver raad en schuld en weggedrukte lichamelijkheid verteld door het jongste zusje, Nora. Waar Ju dith als oudste door een bazige moeder altijd met velerlei ver antwoordelijkheden is belast, waar de licht-zwakzinnige He- leen voortdurend door iedereen in bescherming werd genoi daar leefde Nora in een ei literaire wereld. De prakti Judith is niet voor niets eei wiekste 'life consultant m ger' geworden, in staat or< scheppen in het promiscu ven van Nora. Waar die pro cuïteit vandaan komt, Nora's 'ontembare verlan vandaan komt om aangei te worden alsmede haar oi mogen anderen aan te ra daar gaat het in feite over ii ze intelligente en alles bij el toch wel suggestieve roman De tuin der lusten is eenl 'over de vele grote en kl dingen die leden van eenzi gezin voor elkaar verbo moeten houden' en u zuil er niet over horen klagen veel daarvan ook verbo blijft. Maar waar veel vei gen wordt, wordt ook veel gen. Gelukkig weet Hen rechts op het juiste momen juiste venster open te ze waardoor de verhoudingen sen de drie zusters ondei tussen hun ouders en tu vele andere familieleden o een niet te vermoeden i ning komt te staan. Ik ben bang dat nogal w< zers zich na de eerste hon pagina's zullen afvragen i de auteur met haar uitvoi detaillering naar toe wil sprankelend of humoristisi haar stijl bovendien ook al terwijl het echte drama lan zich laat wachten. Toch dient deze roman het helei te worden gelezen. Het we lijke gaat hier juist schuil a( al die beuzelarijen en diel ben, zo als we weten, vaa grootste invloed op wat er ons is geworden. Want wan en door wie werd ook al onze tuin der onschuldigen zoedeld en aangerand? P hoeverre waren wij daar feil zelf schuldig aan?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 20