Stijging aantal korhoenders blijft nog uit In Natura Nieuwe ruimte vliegtuigen De piepende vrijgezel WOENSDAG 26 MEI 1999 Machogedrag op Sallandse Heuvelrug Gewapend met verrekijkers tu ren medewerkers en vrijwilli gers van Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumen ten deze weken tot drie keer toe de uitgestrekte heidevelden van de Sallandse Heuvelrug in Overijssel af op zoek naar balt sende korhanen. Met de jaar lijkse telling wordt de omvang van de populatie korhoenders in beeld gebracht. Ook dit jaar zullen de resultaten uitwijzen dat het aantal dieren niet echt overhoudt. Maar ze houden moed; zo lang er leven is, is hoop gerechtvaardigd. Ton Klomphaar, namens dis trict Salland van Staatsbosbe heer belast met de inventarisa tie van flora en faunasoorten, wijst, tijdens een korte rond gang langs de telposten in de bossen. Bossen die geen bossen meer zijn, maar werden gekapt om meer heide te scheppen en daarmee de korhoenpopulatie op de Sallandse Heuvelrug de benodigde extra ruimte te bie den. „Het lijkt te werken", zo verklaart hij. „Op beide terrei nen zijn inmiddels baltsende korhanen gesignaleerd. Een be moedigend teken: wellicht dat die extra ruimte zich nu vertaalt in groei van de populatie." Vooralsnog heeft Klomphaar zijn medewerkers van die och tend op pad gestuurd met de mededeling dat bij de eerste telling van dit seizoen 23 korha nen zijn gesignaleerd. Gelijk aan het maximum aantal van vorig jaar. De boodschap mag volgens Klomphaar best posi tief worden opgevat. „Gezien de twee slechte voorjaarssei zoenen, die we achter de rug hebben, hadden we minder ha nen verwacht", verklaart de boswachter. Zelf, zo laat hij we ten, had hij al getekend voor zestien of zeventien exempla ren. „Als we maar niet onder de vijftien komen, want dan komt de populatie echt in de geva renzone.' Terwijl de Sallandse Heuvelrug zich koestert in de eerste stra len van het late aprilzonnetje turen de tellers met hun verre kijkers en telescopen de heide af. Op de bekende baltsplaats worden om half zeven vijf ha nen gezien. „Echte macho's", roept een vrijwilliger van de de Met verrekijker en telescopen turen tellers van Staatsbosbeheer de bol derplaatsen op de heidevelden af op zoek naar baltsende korhanen. FOTO GPD/DINAND BUISMAN De korhaan pronkt met alles wat hij tot zijn beschikking heeft. FOTO GPD vogelwerkgroep. Een blik door zijn telescoop leert wat hij be doelt. De haan pronkt met alles wat hij tot zijn beschikking heeft; z'n vuurrode kam en breed uitgewaaierde witte on derstaart als meest opvallend gereedschap. Zo nu en dan springt hij, in al zijn statigheid, een stukje van de grond. Een koerend geluid duidt op de aanwezigheid van een korhen, waarop alle drukte is gericht. De hennen laten zich nauwe lijks zien, houden zich - gehol pen door een effectieve schut kleur - gedekt in de heide. Een enkele keer vliegen ze op; de mensen op de telpost hebben geluk: daar maakt een hen van uit een dode boomstaak de kop van de haan gek. Elk kwartier leggen de telposten de aanwezige hanen in hun tel- gebied op papier vast. Naast de vliegbewegingen van hanen en hennen, die ze signaleren. Een bezigheid die de nodige con centratie van de tellers vergt. „En het is ook spannend", zegt boswachter Wil Gerritse. „We steken veel geld en energie in het biotoopbeheer en dan hoop je dat dat er ook een keer weer uitkomt." Anderzijds moet de boswachter constateren dat de korhoenpopulatie het uiteinde lijk wel zelf moet doen. „Je kunt vanuit je kennis wat voorwaar den scheppen, maar je kunt er natuurlijk geen korhoenfoksta- tion van maken." Ton Klomphaar weet ook wel dat er zo nu en dan wat scham perend wordt gedaan over de korhoenpopulatie van de Sal landse Heuvelrug. Het heet weliswaar de enige nog levens vatbare in Nederland te zijn, maar alle inspanningen - zowel financiële als fysieke - ten spijt, de lijn omhoog heeft de kor- hoendergroep nog niet te pak ken. "Maar aan de andere kant heb ik ook wel eens het gevoel dat de hele zaak wat teveel aan de korhoenders wordt opge hangen. Doordat het biotoop- beheer op het korhoen is ge richt, profiteren ook andere kri tische soorten. En dat zie je bij voorbeeld weer terug in de toe name van de aantallen broed- paren nachtzwaluwen, veld leeuweriken, kwartels, roodbor- sttapuiten en van het aantal zandhagedissen. Die resultaten mag je ook best meetellen', vindt Klomphaar. De getelde aantallen van die ochtend komen in grote lijnen overeen met de aantallen van de eerste inventarisatie. De ko mende week worden de telpos ten nog een keer bemand. De op te maken balans zal vervol gens moeten uitwijzen of hoop op overleven gerechtvaardigd blijft. Een ding staat vast: machogedrag alleen is niet ge noeg. Bij de jaarlijkse korhoentellin- gen wordt alleen het aantal ha nen officieel geregistreerd. Dat komt doordat de korhoen-man- netjes zich tijdens de baltspe- riode in maart en april op de bolderplaatsen laten zien. Waarschijnlijk is het aantal hennen ongeveer even groot als het aantal hanen. Na de paar tijd zoeken de korhennen de ruigere heidevelden en de bos randen op om eieren te leggen en te broeden. Begin juni zullen de jonge korhoenders uit het ei kruipen. Vooral in het begin zijn de nestvlieders kwetsbaar voor koud en regenachtig weer. Dat leidt namelijk tot een ge brek aan insecten waardoor er onvoldoende aanbod is van ei witrijk voedsel. Over de invloed van verstoring door andere diersoorten - waaronder vos, marter, zwarte kraaien, haviken en buizerds - lopen de menin gen uiteen. BEN APELDOORN Het duurt niet meer lang voor dat we ze zien vliegen: ruimte vliegtuigen die als echte vlieg tuigen vanaf de aarde opstijgen om de ruimte buiten de aardse dampkring te betreden. In au gustus zal een eerste exemplaar al testvluchten uitvoeren. X-34 is zijn naam. Het is een kleintje en ook nog onbemand, maar er wordt reikhalzend uitgekeken naar zijn automatische verrich tingen. Zo hadden de Space Shuttles eigenlijk ook moeten worden: als een vliegtuig op eigen kracht opstijgend en ook weer terug komend als een gewoon vlieg tuig. Dat was het beeld dat ve len een jaar of twintig geleden van de Shuttles hadden, vlak voordat de eerste de lucht in ging. Toen pas werd duidelijk dat het helemaal geen gewoon vliegtuig was, laat staan dat het op eigen kracht vanaf een vlieg veld opsteeg. In plaats daarvan zag men een bijna 75 meter hoog bouwwerk op een nog twee maal zo grote vlam van kracht en verzenging van het aardoppervlak los komen met een gebrul dat op minder dan vijftien kilometer afstand desa streus voor je gehoorvliezen was. De nieuwe generatie ruimte vliegtuigen luisteren naar mys terieuze aanduidingen als X-33 en X-34 en VentureStar. De eer ste twee zijn de tekentafels al ontstegen. Ze vormen als het ware de springplanken naar de goedkopere opvolger: de Ven tureStar. Qua vorm lijken deze twee X'n enigszins op vliegtui gen en de X-33 moet straks ook op eigen kracht vanaf een vlieg veld op kunnen stijgen, maar daarmee houdt de gelijkenis met modale vliegtuigen dan ook op. Ze hebben weliswaar vleugels, maar hun krachtbron is niet een straal- of een rotormotor maar een raketmotor. Je hebt buiten de dampkring immers niets aan draaiende rotoren die lucht naar achteren duwen. De ruimte binnen de bijna twintig meter lange X-34 bestaat voor 85 procent uit brandstoftanks voor de raketmotor. Met het geld van een enkele shuttle- vlucht kan de X-34 meer dan 600 trips maken. Goed voor zo'n 300 ton nuttige lading; tienmaal zoveel als met een shuttle in één keer mogelijk is." Op z'n vroegst wordt aan het eind van dit jaar de raketmotor geïnstalleerd. Dan beginnen de tochten naar de rand van de dampkring. Maïs funest voor vlinders rigens niet. Van de tien eitjes die jaarlijks door een vinken- paartje worden geproduceerd, zullen er maar twee de kiem zijn van uiteindelijk volwassen vogels. De natuur is spijker hard, maar de soort blijft in stand. Zo gauw de kinderen op eigen benen staan, zoeken de man nen elkaar weer op en scharen de vrouwtjes zich bijeen tot hechte groepen. Dan ontwaakt de reislust. Noordelijke gezel schappen begeven zich zuid waarts. Een gevaarlijke tocht, niet alleen vanwege storm en ontij, roofvogels en voedselge brek, maar ook door toedoen van de mens. Er zijn nog altijd vinkenvangers, ofschoon geluk kig lang niet meer zo talrijk als vroeger. In het verleden was het vinkeniersbedrijf zeer in zwang en niet minder lucratief. De vo geltjes werden gevangen voor kooi of pan. De mooiste man netjes dienden altijd als kooivo- gels. Om hun zang melancho lisch te maken werden hun de ogen uitgebrand. Zo'n blinde vink schikte zich bovendien be ter in het leven in een kooitje. Dan had je pas echt een Fringil- la coelebs: een van ellende pie pende vrijgezel! THEO SCHILDKAMP Een genetisch veranderd maïsras is funest voor rupsen van de monarchvlinder. Dat schrijven onderzoekers van de Cornell universiteit in Ithaca, New York in wetenschapsblad Nature van deze week. Boos doener is maïs dat is verrijkt met genen van de bodembac terie Bacillus thuriniensis. De ze zogenoemde Bt-maïsrassen rekenen af met de maïsboor- der, een plaaginsect dat de plant van binnen uitholt waardoor de maïsopbrengst keldert. Het veranderd gewas is onschadelijk voor menselij ke consumptie. Ook is bewe zen dat er geen nadelig effect is op bestuivers zoals bijen en lieveheersbeestjes. Maar naar nu blijkt is de veranderde maïsplant wel schadelijk voor de monarchvlinder die een eindje verderop huist. De stuifmeelkorrels die zich over tientallen meters kunnen ver spreiden bevatten namelijk een endotoxine, een gif af komstig van de bacteriële ge nen. Als dit stuifmeel landt op melkdistels rond het perceel, de enige plant waar de mo narchvlinder op teert, dan krijgen de rupsen last. De rup sen vreten ongelukkigerwijs net van de bladeren als de Smaakvollere tomaat Pad luistert naar man CRYPTOGRAM HORIZONTAAL: 1. Element van naaigoed (8); 5. Mensen aan de top in de familie (4); 6. Gooi 'm vol voor de strijd! (4); 8. Die lekkernij is tamelijk eindeloos (4); 10. Wat men van een marionet rede lijkerwijs kan verwachten (5); 12. Uitgevoerd door een leeg loper (5). VERTICAAL: 1Gaf verlichting aan het been (6); 2. De binnenvaart komt erdoor (6); 3. Schoon heid op het groene laken (5); 4. Dicht tegen elkaar boven aan de hitlijst (5); 7. Aandeel in beweging (5); 9. Palm met halmen (4); 11. Gewicht met zelfkennis (3). Oplossing van dinsdag: 1. noot - toorn - Notoir2. na ga - graan - Ongaar3. even - neven - Novene4. keel - en kel - VenkeI5. rome - morel - Lommer6. reet - rente - In tree?. toen - notie - Noviet8. druk - kruid - Duiker9. veer - lever - Eervol 10. kern - koren - Ronken Gevraagd woord: NONVLINDER HEINZ FOTO UNITED PHOTOS Dl B |jet Vrouwelijke vroedineester- padden vormen alleen rijpe eieren als ze continu een be reidwillig mannetje horen kwaken. Zonder een man in de buurt verspillen ze geen energie aan de eiproductie. Dat schrijft bioloog Jerry Lea van de universiteit van Milton Keynes in wetenschapsblad New Scientist. De onderzoe ker bekeek drie vrouwelijke groepen van de Majorcaanse vroedmeesterpad (Alytes mu- letensis). Alle padden hadden eitjes in de baarmoeder. Een groep kreeg een maand lang via een geluidsband de roep van een mannetje te horen. De andere groep hoorde de lokroep van een andere pad- densoort en de derde groep kreeg helemaal niets te horen. De vrouwtjes in de eerste groep hadden binnen vier we ken rijpe eieren die klaar wa ren om te bevruchten, de vrouwtjespadden in de4efj£ twee groepen hadden ni lijks rijpe eieren. Lea denkt dat door de pi TOrcj ling van het gehoorzinti en hormonen in de hersene Ams vrijkomen die van belan [et voor de voortplanting. z zeer aannemelijk", mee; „Want de mannetjes ziji korte tijd beschikbaar. l/o bevruchting van de eiei trekt het mannetje zich :u^tui maand lang terug om zi j over het broedsel te onl |0S.| men totdat dat verandei /oor w kikkervisjes." EenmaalI nse vrucht krakelen de vrou 03.02 over de resterende manfOCo om opnieuw te paren, mige vrouwtjes blijven heel broedseizoen versl ihuis van een partner. „Waar >egoi zouden zij moeite doen van eren te produceren alsiake 11 hoop is op bevruchting jn dus Lea. ÏOS 1.041 maïs zijn stuifmeel laat wai en. Uit labproeven blijkt dl 06 blootgestelde rupsen veel 31 minder groeien en de helft van de larven sterft. Het gif 06 breekt de beschermende maagwand af, zodat kvvalij 1 stoffen zich over het helel chaam kunnen verspreidei Genetische verandering van een hormoon in tomatenplan ten kan een smakelijkere vrucht opleveren, die boven dien langer houdbaar is. Zo'n tomaat is al binnen drie jaar op de markt, verwacht Jerry Cohen van het onderzoeksin stituut van het Amerikaanse ministerie van landbouw in Beltsville, Maryland. Auxine is een van de vijf belangrijkste plantenhormonen. Van dit groeihormoon, dat naast de groei ook de rijping regelt, is het meeste bekend over de exacte opbouw en werkin| Wetenschappers bestudei jg al 120 jaar dit hormoon zf t zijn al tientallen jaren in om de auxine niveaus in ten te veranderen, via kruisingen, maar greep heeft effect op all derdelen van de plant, om de hormoonprodiu tii |g j dusdanig te sturen dat die leen tot expressie komt injg paalde weefsels, zoals dë vnicht, zonder de rest groeiproces te verstoren. riode wordt volop superbrand stof getankt: eiwitrijk spul zoals rupsen en kevers, in plaats van het zadendieet waaraan ze zich de rest van hun leven zullen houden. Lang is dat leven ove De befaamde natuurgeleerde Carolus Linnaeus had geen goed woord over voor de vrouwtjesvink. In de herfst, zo beweerde hij, gaat zij vrolijk op vakantie terwijl zij haar man thuis op de boel laat passen. Dat zij zes maanden lang de beest uithing onder de subtro pische zon was voor Linnaeus een even voldongen feit als dat meneer vink al die tijd een vrij gezellenbestaan moest leiden. I lij vond het dan ook heel toe passelijk om de vink de welen- schappelijke benaming Fringil- la coelebs te geven, wat bete kent: de ongehuwde pieper. Linnaeus heeft beslist zijn spo ren verdiend met het invoeren van een wetenschappelijke naamgeving aan planten en dieren en met het brengen van orde in de veelheid van levende wezens, maar in het geval van de vink zat hij er natuurlijk he lemaal naast. Gedurende de winter kan immers iedereen vinkenvrouwtjes zien rond scharrelen in de struiken en bij de voedertafels. Wellicht maak te de geleerde Zweed dezelfde fout als diegenen onder ons, die vrouwelijke vinken aanzien voor mussen. Want het zijn on opvallende vogeltjes: bruingrijs, schuchter en stil. Pas wanneer ze opvliegen valt het wit van de vleugeltjes op: het karakteristie ke van de vinkenvlucht. Maar ook op de grond kunnen ze ogenblikkelijk van mussen wor den onderscheiden: mussen hippen, vinken trippelen. In tegenstelling tot mensen zijn in de dierenwereld de manne tjes meestal mooier dan de vrouwtjes. Dat is ook bij de vink het geval. Prachtige vogels, die vinkenmannetjes! Hun borst heeft de kleur van een opper beste Franse wijn en in het roodbruin van het verdere verenpakje, dat gebiesd en af- gezoomd is met wit, schemeren kanariegeel en blauwgrijs door. 's Winters kunnen we hele troepjes van deze mooie jon gens bijeen zien, want in zover re had Linnaeus gelijk: vinken vertoeven het liefst bij seksege noten en keren gedurende het grootste gedeelte van het jaar het andere geslacht de rug toe. In het voorjaar is het echter ge daan met het onbezorgde vrij gezellenbestaan: liefde kan niet van één kant komen en voor voortplanting zijn er al hele maal twee nodig. Al in de laat ste wintermaand schalt de vin kenslag door bos en tuin. I Iet is een korte riedel van toontjes, maar heel melodieus. De man nelijke vink bakent hiermee zijn territorium af. Een eindje ver derop doet een ander mannetje het op dezelfde manier: het stramien van de vinkenslag is overal eender, maar binnen dit compositorische schema be staan er net zoveel variaties als er vinken zijn. De invulling van het muzikale patroon is altijd heel persoonlijk. Een Utrechtse vink klinkt anders dan een Drentse, een Duitse vink spreekt een andere taal dan een Nederlandse. Met z'n stuiterende, uitbundige klankenreeks houdt de vink niet alleen rivaliserende mannetjes buiten de deur van zijn territo rium, maar fluit hij ook naar de vrouwtjes, zoals in de mensen wereld vrolijke bouwvakkers wel doen. Bij vinken wordt ech ter het 'bouwvakken' zelf alleen door de vrouwtjes gedaan. Dit mag dan wel geëmancipeerd klinken, maar is natuurlijk pre cies het tegengestelde. Vader zingt een lustig lied en moeder kan zo aardig handwerken. Want zij is het die het nestje bouwt. Een fijn en kunstig weefwerkje van draadjes en ha ren, van mosjes en grasjes, van pluisjes, spinrag en veertjes. In april zit mevrouw al op de ei eren. Haar echtgenoot brengt haar weliswaar voedsel, maar besteedt de rest van de tijd aan haar ontrouw te zijn. Meestal heeft hij elders nog een vrouw tje. In beide nesten aanschou wen twee weken later de jongen het levenslicht en nog eens veertien dagen nadien gaat het kroost op de vleugels. In die pe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 10