VCkDWAALDt Gelukkig zijn er gekken die naar Amsterdam willen Knappe ontrafeling mythe Maria Montessori Honoré de Balzac en de macht der hartstochten Luchtige komeis over vrouwenlie Arnon Grunbergs liefde doet niet aan mooie praatjes Boeken I De laatste horizon: bevl debuut van Jaap Kranen VRIJDAG 14 MEI 1999 poezie recensie hans warren/gpd Arnon Grunberg Liefde is business. Ge dichten - 120 pag Uitgeverij Nijgh Van Ditmar Prijs 65,00 Bibliofiele editie 145,00 Weinig schrijvers zijn zo gekant tegen valse schijn als Arnon Grunberg (geb. 1971). Ook de onopgesmukte stijl van Blauwe maandagen, Figuranten en zijn andere boeken bewijst dat. Het lijkt daarom wonderlijk dat er in deze auteur ook een dichter schuilgaat, maar als je zijn pas verschenen dichtbundel Liefde is business gaat lezen - versche nen in een oplage van duizend exemplaren waarvan honderd als bibliofiele editie - wordt meteen duidelijk dat hij poëzie zonder enige ophef schrijft. Hij zoekt niet naar de welïui- dendste, bijzonderste, indrin gendste formulering. Nee, hij vertelt op vrij vlakke toon in een reeks lange gedichten met korte regels over de liefde tus sen schrijver A. en hoer C. Lief de is eigenlijk al een te groot woord bij deze auteur die illu sies heeft afgezworen. Voor zijn gevoelens komt hij hooguit terloops uit. Wanneer hij van tederheid blijk geeft, doet hij dat op een hardvochti ge manier. Misschien is het juist die weerbarstigheid, die onwil bijna die deze gedichten hun kracht geeft. Aan mooie praatjes, vrome beloften en al het andere dat verliefden sta melen, doet Grunberg niet. Zijn hooglied klinkt allesbehalve hoogdravend. De hals van zijn beminde ruikt 's ochtends vroeg, beweert deze dichter, 'naar sardientjes/ net een ha ven/ na een-hete dagmet vlie gen/ op etensresten'. Ook aller lei andere vergelijkingen klin ken allerminst vleiend: 'je ruikt/ fluister ik/ naar tartaar/ die in een oude krant/ bij de vuilnis heeft gelegen'. Hij heeft een geheel eigen wijze om van zijn liefde te ge tuigen. Maar liefde is het wel degelijk, al gebruikt hij dan niet de roze kleuren waarmee ande ren haar schilderen. Hij bidt voor hoer C. 'dat nog veel ge trouwde mannen/ je mogen bespringen/ op verlaten indu strieterreinen/ in Amsterdam- Noord'. Hij voegt aan die wran ge woorden echter ook een hartverscheurende wens toe: 'dat je na afloop/ niet alleen te rug hoeft op de fiets'. Het is een onmogelijke liefde die in deze gedichten wordt beschreven. Soms is er een moment van vervulling zoals in het erotische gedicht 'Mooi': 'als je heel erg dronken bent/ komt er geen einde/ aan het neuken'. Maar meestal is deze verhouding uit- zichdoos. Het leven van hoer C. is een aaneenschakeling van tegen slagen geweest. Ooit gold ze als een wonderkind, al snel ging het echter mis met haar. Ze werd ontmaagd in een vracht wagen. Later ging ze met ge trouwde mannen mee: 'ze wa ren overal/ ze vielen als rijpe appeltjes uit de bomen'. Ze verloederde volledig en vraagt aan de dichter: 'red mijn leven'. Schrijver A. en hoer C. hebben elkaar ontmoet door een brief van haar: 'geachte heer/ ik heb uw laatste/ boek gelezen ik ben/ tot en met/ woensdag in New Yorkheeft u zin/ in een glaasje wijn?' Ze leeft zo chaotisch dat er van vertrekken niet veel te rechtkomt: geld raakt zoek, tic kets worden verloren. Ze blijft lange tijd op de luchthaven 'John F. Kennedy' (JFK) han gen, over die periode schrijft hij een reeks intens trieste gedich ten. 'Ik woonin een duty-free shop/ op JFK', krijgt hij te ho ren. Want ze heeft genoeg 'van inpakken/ en uitpakken'. Ze krijgt een zekere faam 'als de luchthavenhoer'. Zo eindigt tenslotte deze liefde: 'we zien elkaar/ wel weer in 2004'. Liefde is business laat zich niet of nauwelijks vergelijken met wat er verder in de Neder landse dichtkunst gebeurt. Het is poëzie waarin alle regels van de poëzie worden geschonden. Maar bij een hartenkreet als deze zouden zulke wetten al snel neerkomen op de door Grunberg zo verafschuwde val se schijn. Formidabele herontdekking in 'Het verdwaalde eiland' Neem alleen de aardrijkskundi ge namen al: Maagd, Cycloop, Twee Tieten, Grote Kookpot, Valse Top, Ravijn van de Slaap wandelaars, Helling van de Wil de Stieren, Zeeltebek, Uiüoper der Regenwolken. Voeg daarbij een groep van nog geen veertig baardige mannen die luisteren naar bijnamen als de Kleffe, de Schoorsteen, de Asceet, Bon bon, de Wielrenner, de Slach ter, de Dromer, de Viezerd, Ni co met de Lange Haren. En dat alles niet in maar óp Amster dam, want Amsterdam is (ook) een Franse vulkaantop in de In dische Oceaan, waar het 223 dagen per jaar regent en de wind onophoudelijk loeit. Het is een prachtige setting voor een absurdistische roman, maar het is veel erger: het is al lemaal waar! recensie aly knol/gpd Alfred van Cleef. Het verdwaalde eiland, Amsterdam op 30 graden, 50 minuten zuiderbreedte. 239 pag Uitgeverij Meu- lenhoff. Pnjs 36,90. Het is aan de bezetenheid, de vasthoudendheid en de verme telheid van schrijver/journalist Alfred van Cleef te danken dat wij nu alle geheimen kennen van Amsterdam op 37 graden, 50 minuten zuiderbreedte, een eiland midden in de Indische Oceaan, kleiner dan Ameland. Een eiland waar ieder jaar een nieuwe ploeg meteorologen, biologen en radiotelegrafisten wordt gedropt, waar de dokter tevens winkelier, psycholoog, vuilnisverbrander en afwasser is en de districtschef, de DisAms, op koeien jaagt en rat ten verdelgt. Van Cleef verbleef een kleine twee maanden op Amsterdam en heeft zijn ervaringen opgete kend - soms hilarisch, dan weer ontroerend, doldwaas of be- ALFRED VAN CLEEF spiegelend - in het boek Het verdwaalde eiland. Zijn fantas tische relaas begint met zijn meer dan drie jaar durende strijd met de Franse autoritei ten om tot Amsterdam te mo gen worden toegelaten. De Fransen dulden er namelijk geen buitenlanders en de vroe gere minister van buitenlandse zaken Van Mierlo en burge meester Parijn van Amsterdam moeten eraan te pas komen om Parijs te vermurwen. Intussen beginnen Van Cleefs vrienden te denken dat Amsterdam in het geniep 'de meest afgelegen psychiatrische kliniek ter we reld' is. Dat blijkt het eiland (nog net) niet te zijn, maar er zijn wel een hele hoop merkwaardige din gen. Zo lopen er 'wilde' koeien en stieren rond, afstammelin gen van een paar koeien die een echtpaar in de vorige eeuw achterliet nadat het een volko men mislukte poging had on dernomen om zich permanent op Amsterdam te vestigen. Er huizen tienduizenden stinken de pelsrobben, pinguïns en geelsnavelalbatrossen die zich met niets anders dan de paring bezighouden: 'Op Amsterdam was voortplanting verworden tot een massaindustrie.' En er zijn ver, ver in de minderheid die nog geen veertig mannen - Amsterdam is voor vrouwen ta boe - die in de 'hoofdstad' Mar- tin-de-Viviès in barakken wo nen met namen als de Zuid- poolkip, de Pinguïn en de Grote Jager. De meesten houden zich met het weer bezig, maar de weersvoorspelling voor Amster dam zelf kennen ze niet! Amsterdam is 'een eiland in permanent verval, moegebeukt, weerloos tegen de heerschappij van de golven en de luchten', waar de evolutie rare dingen heeft laten gebeuren en waar vooral de mislukkingen voortle ven in deze of gene geografi sche aanduiding. Van Cleef vertrok naar Am sterdam om in de voetsporen te treden van de Vlielandse VOC- kapitein Willem Hesselsz. De Vlamingh, de eerste mens die er driehonderd jaar geleden voet aan wal zette. Hij probeerde er tevens zijn verloren gegane zie lenrust te hervinden. Maar wat uiteindelijk de doorslag gege ven mag hebben, het doet er niet toe. Na lezing van Het ver dwaalde eiland is er maar één conclusie mogelijk: gelukkig zijn er nog gekken die naar Am sterdam vrillen! Van Cleef heeft Amsterdam op formidabele wij ze herontdekt voor Nederland. Ondanks gesloten archief biografie recensie frangoise ledeboer/gpd Marjan Schwegman. Maria Montessori 1870-1952. Kind van haar tijd, vrouw van de wereld. 256 pagina's Uitgeven) Amsterdam University Press. Prijs 34,50 Onderzoekers naar Maria Mon tessori stuiten op het gesloten bastion van haar privé-archief. De Amerikaanse Rita Kramer mocht het materiaal bestude ren voor haar in 1975 versche nen onthullende biografie, maar sindsdien houdt de in Amsterdam gevestigde Associa tion Montessori Internationale (AMI) de deuren angstvallig ge sloten. Dat het Marjan Schweg- man lukte de zorgvuldig opge bouwde mythe rond de Itali aanse pedagoge verder te ont rafelen, is dan ook een knap huzarenstukje. Aan het slot van haar biogra fie Maria Montessori, 1870 - 1952. Kind van haar tijd, vrouw van de wereld verantwoordt Schwegman zich bescheiden. Ze laat weten dat ze de handi cap van het gesloten AMI-ar- chief heeft proberen te onder vangen 'door een serie omtrek kende bewegingen te maken'. Daartoe zette ze het leven van Montessori in een breed cul tuurhistorisch kader en pro beerde een nieuw licht op de geschiedenis van haar hoofd persoon te werpen 'door de netwerken te reconstrueren waarbinnen ze zich bewoog'. Bij de interpretatie van Mon tessori's leven koos ze voor een analyse van het genre van het 'heldenverhaal', omdat vooral het eerste deel van haar leven in die vorm is overgeleverd. Schwegman benadrukt dat ze niet zozeer heeft geprobeerd die verhalen te ontmaskeren, maar wilde nagaan waarom Montessori's levensverhaal 'juist deze vorm heeft aangeno men'. Ze kon voor haar biogra fie overigens wel putten uit Ita liaanse bronnen, waarbij met name de archieven van de Ope ra Montessori en het Archivio Centrale di Stato in Rome van belang bleken. Schwegman prijst bovendien nadrukkelijk het gebruik dat ze kon maken van de rijke gegevens die Kra mer opdiepte. De auteur is hoofddocent cultuurgeschiedenis in Maas tricht en bijzonder hoogleraar vrouwengeschiedenis in Utrecht. Ze benadert leven en werk van Montessori vanuit haar professie als 'afstandelijk' historicus. Bij een vrouw als Maria is dat een vruchtbaarder benadering dan die van de bio graaf die alleen een letter op papier kan krijgen als hij zijn onderwerp ook sympathiek vindt. De beeldschone, begaafde dochter van een hoge ambte naar op het ministerie van fi nanciën duldde namelijk geen tegenspraak en kreeg met zeer velen die haar pad kruisten knallende ruzies die tot een de finitieve breuk leidden. Ze deed het voorkomen als ze helemaal alleen haar pedagogische me thode over het belang van de ongestoorde ontwikkeling van het kind had bedacht, terwijl ze in werkelijkheid schatplichtig was aan het werk van voorgan gers in de 19de eeuw. Kramer was de eerste die uit gebreid aandacht besteedde aan de geboorte van Maria's buitenechtelijke zoon op 31 maart 1898. Mario verbleef tot zijn vijftiende bij pleegouders en op een kostschool en Maria zou hem haar hele leven blijven voorstellen als haar neef of pleegzoon. Ook Schwegman analyseert Maria's handelwijze tegenover haar kind uitvoerig, maar laat ook zien dat Montes sori haar carrière begon in een tijd dat de publieke opinie al leenstaande vrouwen met kin deren onverbiddelijk als sociale verschoppelingen behandelde. Als 'kind van haar tijd' zat er voor haar weinig anders op dan Mario de deur uitdoen. Schwegman schetst meesle pend hoe Montessori na een carrière als arts in sneltrein vaart als pedagoge van India tot de Verenigde Staten de wereld veroverde. Ze had er een hekel aan dat mannen des te gretiger naar haar luisterden omdat ze ook mooi was, maar speelde haar rol als beeldschone, onge naakbare koningin intussen vol overgave. Nadat Benito Mus solini zijn ware gezicht had la ten zien en Italië ontaardde in een fascistische dictatuur, ves tigde de AMI zich na enige om zwervingen tenslotte in 1935 in Amsterdam. Maar Schwegman vertelt dat Mario, die sinds zijn vijftiende niet meer van de zijde van zijn moeder week, nog in 1933 een poging deed Mussoli ni tot hernieuwde financiële steun aan de Montessori-me- thode te bewegen. Montessori ondervond sinds 1899 veel steun van de theoso fie, de levensbeschouwing waarin geen sprake is van een persoonlijke, autoritaire God die straft en beloont. De theo sofen geloofden in een godde lijke dimensie waar de mensen zelf deel van waren en zelfver betering was mogelijk 'als men zich bewust werd van de ware aard der dingen'. In haar onvermoeibare stre ven naar zelfverbetering van kinderen creëerde Montessori voor zichzelf door haar karakter en de maatschappelijke om standigheden een centrale rol als heldin, een rol die de AMI kennelijk het liefst onaangetast wil houden. Bijna vijftig jaar na haar dood is zo'n benadering niet meer van deze tijd. Sch wegman relativeert de rol van deze heldin nu zonder heilig- theorieën plukken. De recente schennis afdoende en brengt kritiek op de kwaliteit van het Montessori tegelijk een eerbe- Nederlandse Montessorionder- toon omdat vele generaties kin- wijs is niet uitzonderlijk en treft deren overal ter wereld onom- op dit moment ook andere stotelijk nog steeds veel vruch- schooltypen, ten van de toepassing van haar roman recensie CO nop maas Honoré de Balzac. Nicht Bette. Vertaald, geannoteerd en van een nawoord voor zien door Hans van Plnxteren. Athenae um - Polak Van Gennep Prijs 77,90 In Nicht Bette (1846) van Honoré de Balzac formuleren enkele persona ges de simpele principes waardoor de gebeurtenissen van de roman op gang worden gehouden. 'Mannen begaan voor hun genot de ergste lafheden, gemeenheden, misda den', zegt de een. 'Je moet de men sen in de maatschappij zien als ge reedschap dat je opneemt, gebruikt en weer weglegt al naar het je van dienst kan zijn', adviseert een an der. 'Hartstochten zijn zo verwoes tend als de cholera', constateert een derde. En de verteller zelf stelt vast: 'Schoonheid is van alle machtsmiddelen die de mens bezit het grootste. Iedere macht die on beperkt is, zonder tegenwicht of remmen, leidt tot misbruik en dwaasheid. Despotisme is een tot waanzin doorgevoerde macht. De wispelturigheid van de vrouw is een vorm van despotisme.' De hartstochten spelen in deze roman meer de hoofdrol dan de personages die eraan lijden. De naamgeefster van het boek, de lelij ke oude vrijster Nicht Bette, voelt zich tekort gedaan door haar fami lie. Ze is jaloers op haar mooie nicht Adeline die barones gewór den is door haar huwelijk. Bette heeft zich ontfermd over een ge vluchte Poolse edelman, met wie ze een soort moederlijke verhouding heeft. Als Adelines dochter hem van haar afkaapt door een huwelijk, besluit Bette wraak te nemen op haar familie. De hefboom daarvoor is het dwangmatig overspelige ge drag van Adelines echtgenoot. Deze Hulot is bereid zijn ziel en zalig heid, maar vooral zijn kapitaal en zijn familie op te offeren aan zijn vrouwengeschiedenissen. Bene as socieert zich met een vrouw die. mede op haar instigatie, Hulot ruï neert. De complete familie wordt in de afgrond meegetrokken. Bette zorgt ervoor dat ze tijdens het hele proces met iedereen op goede voet blijft en de rol van vertrouwelinge kan spelen. Het klinkt allemaal als de synopsis van een langgerekte opera. En dat is ook wel zo, temeer als men bedenkt dat er ook nog moord en zelfmoord in voorko men: dat de familie door ingrijpen van hogerhand weer in goeden doen raakt: en de wraakzuchtige nicht ten slotte niet in haar opzet slaagt. Nicht Bette is een van de laatste romans die Balzac geschreven heeft. Het boek verscheen eerst als feuilleton in een krant. Balzac moest concurreren met succesvolle - en minder goede - auteurs als Eugène Sue en Alexandre Dumas. Een en ander heeft zijn sporen in de roman nagelaten. Af en toe neemt Balzac verteltechnische re gie-aanwijzingen op die in de krant misschien nuttig zijn voor de ver geetachtige lezer, maar die in de ro man als boek wel erg expliciet zijn. Iets soortgelijks geldt voor de wel erg opzichtige moralistische be schouwingen. Een ouderwets verhaal, persona ges die bijna karikaturen van wel lust, wraakzucht en deugdzaam heid zijn, en een pathos in de dia loog dat vertaler Hans van Pinxte- ren in zijn vertaling heeft proberen te mitigeren 'zonder de betekenis van de zin in dit soort momenten geweld aan te doen': je zou zeggen dat een dergelijk boek geen spek is voor de bek van moderne lezers. Maar het blijft natuurlijk een ro man van Balzac: een lekker dik boek vol prachtige beelden en tref fende aforismen, een boek vol fraaie sociologische en psychologi sche analyses, en ondanks alles toch een met verve verteld verhaal. Balzac geeft een beeld van het Pa- rijse leven in de periode 1838 - 1846; hij laat de lezers ken nismaken met buurten, straten en woningen: hij leidt hen binnen bij de duurdere lichte vrouwen en bij parvenu's. Het is een Parijs, waar weldaden eigenlijk investeringen zijn en waar in het algemeen alleen de macht van het geld telt, samen met die van de liefde. De ware lief de wordt door Balzac in dit boek geconfronteerd met de veile en de eerste verliest: 'Het besef hoe on metelijk veel een absolute liefde waard is, gaat snel verloren, zoals een schuldenaar zich na enige tijd inbeeldt dat de geleende som hem toebehoort. Deze verheven trouw wordt als het ware het dagelijks brood van de ziel, terwijl de on trouw het verleidelijke krijgt van een lekkernij.' Aan het eind van de roman wijdt Balzac nog enkele woorden aan de toekomst die zijn nog in leven zijn de personages tegemoet gaan. Over de Poolse artiest die beter is in overspel dan in het maken van kunst deelt hij mee dat hij veel suc ces had in de salons en door meni ge kunstliefhebber werd geraad pleegd. Hij rondt deze passage af met een degenprik die ongetwijfeld ook bedoeld was voor de schrijvers over zijn werk: 'Tenslotte werd hij criticus, zoals allen die een veelbe lovend debuut niet waar kunnen maken.' Engelse liefde van Sjuul Dech roaaan recensie hans warren/gpd Sjuul Deckwitz Engelse liefde. 204 pag. Uitgeverij Querido Prijs 37,50 Het nieuwe boek van Sjuul Deckwitz, Engelse liefde, is een opmerkelijke roman over het lesbisch-feministische leven. Ze spot onbekommerd met de gro te periode van de vrouwenbe weging, met vrouwenyoga en vrouwencafé, met de 'Radikale Vrouwelijke Alternatieve Ge zondheidszorg' en de 'Lesbi sche Culturele Bond', met alle onbenullige maar zeer serieus genomen tegenstellingen in 'Vrouwenland'. De hoofdpersoon, Bets de Meester, heeft welbewust geko zen voor een leven zonder man. Soms, heel soms bevalt dat minder, bijvoorbeeld wanneer er in haar huis moet worden verbouwd. „Op dat moment wenste ik oprecht een normale vrouw te zijn. Gewoonlijk zag ik daar de nadelen wel van in", laat de schrijfster haar overwe gen. Die uitdagende toon, deze subtiele ironie is kenmerkend voor dit boek. Het is een lichte roman over een zwaar onderwerp. Bets breekt met haar overspelige ge liefde en ze moet op een of an dere manier een nieuw bestaan beginnen. Het verleden biedt haar enige steun voor de toe komst. Ze denkt terug aan haar eerste grote liefde die een En gelse mevrouw gold: „Ik was elf en Lucinda vijftig." Het leven van Bets en haar Dorothee leek niet stuk te kunnen. Maar door een toeval komt Bets erachter dat haar beminde haar bedriegt met een zekere Helen. Ze geeft 'de huwelijksontwrichter' geen kans zich te verdedigen. Ze laat zonder meer de Sleutelkoning komen om een nieuw slot te la ten monteren en ontdoet zich van haar spullen. Al snel vindt Dorothee weer een ander met wie ze naar Australië vertrekt. Bets is woedend, vooral op Helen. Haar rivale groeit in het boek uit tot een soort duivelin. Wanneer ze snurkt, klinkt dat precies als 'de dreun van een Lancaster bommenwerper.' Een buurvrouw noemt haar een 'stuk addergebroed' en een an der oordeelt zo over Helen: „O, de gracht in, met een steen om haar nek." Helens moeder deugt ook al niet, ze is 'de be- kendste schrijfster v Je krijgt als leze dat Sjuul Deckwitz openstaande i effenen: zo overtuijj stekelijk komt haai heid over. F" slachtoffers, 'Zwarte Prins'. Ze vi ra te vellen, de toch| kende bazin van 1 prominenten bezo wencafé 'De Diabolf vaak heftig toegaat. I Samen met een j bindt Bets de strijj kwaad dat Helen h middels heeft ze ooi werk als redactrice i wenblad L' Una, seerd in onderwerp Uw stress' en 'D of Kankerverwekker!" haar gevraagd eenroi over een lesbische! schrijven. „Mijn ma( van om", is haar s actie wanneer meed begint met haar sesg Nuchtere Bets zachtaardigheid, zei huishoudelijke takel* haar woning in als ej de eerste, en aan i digste liefde van aan Lucinda'. Voor wacht hoort ze helei n e lesbisch-feministisc! bei Zelf voelt ze zich da rs nauwelijks op haar or positie maakt haar schikte hoofdpersoc iet verrassende en Grote literatuur is B n. dan misschien niel li1 luchtige komedie derde roman van S rde witz geslaagd heten. Op zoek naar een rol in de geschu roman recensie wim vogel Jaap Kranenborg. De laatste horizon. Ro man. Uitgeverij Veen. 222 blz. Prijs 34,90. Groots en meeslepend zouden ze leven. Gezamenlijk zouden ze bouwen aan een nieuwe sa menleving want tegenover de bescheiden idealen van hun ouders stelden zij échte idea len. En vanuit hun comfortabe le maatschappelijke randposi ties dweepten ze met Mao en Tito en Marx en allerlei Zuid- - Amerikaanse revolutionaire bewegingen. Een dilemma was natuurlijk hoe dromen om te zetten in daden. Wie voor het laatste koos, verdween in de ge vangenis en die dromen verloe derden met de jaren, werden 'groener of gingen teloor in va ge, pseudo-religieuze bewegin gen. In De laatste horizon, debuut roman van Jaap Kranenborg (1951), wordt dat stuurloze ide alisme van de jaren zeventig zonder mededogen geanaly seerd, gewogen en te licht be vonden. Twintig jaar later blij ken nogal wat van die bevloge nen zich te hebben ontwikkeld tot verloederde alcoholisten of tot cynische buitenstaanders bij wie alleen een dun vlechtje in hun nek hen 'als een inge droogd navelstrengetje nog met dat verleden verbindt'. A.F.Th van der Heijden, Na- tasja Gerzon en nog onlangs Robert Anker, met zijn onder schatte roman Vrouwenzand, hebben de opkomst, ondergang en vooral de voosheid van onze vaderlandse maatschappij-kritische jaren zeventig-generatie literair vast gelegd. In zijn ambitieuze ro man De laatste horizon, een programmatische titel, vult Kranenborg dat negatieve beeld aan door zijn anti-held Menno Brand overal te laten wonen, werken en strijden maar nu net niet in Nederland. Opgetogen reist Menno begin jaren tachtig door Joegoslavië, Roemenië en nadere Oostbloklanden. In De nemarken sluit hij zich aan bij de Rode Wrekers, een soort Ro te Armee Fraktion. Hij wordt een trouw discipel van de Deense School van de Toe komst (geen alcohol geen vlees, enz., ec [eft landt als idealistisch aaj strijder zelfs in Pen lijk komt ook hij ei zijn strevingen veel chologisch dan ma lijk zijn te verklaren. Van al die interna zoekjes doet de ai breid verslag ofscho tuurlijk nooit de e zijn roman uit kan b echte drama wordt I ter duidelijk als Me ger, getrouwd en e Utrecht, terugkeert marken om uit te welke wijze nu f Duitse kennis van hi tijd aan zijn einde en wat zijn aand moordpartij is gei zich dan ontwikki spannende, bij vlagi schreven tragische, "Sl1 sche roman waarin persoon, hopeloos naar zichzelf, slachtoffer wordt \i heid, leugens en ni ten van de gevolgen gedankte jeugddrora d< Het is jammer d2 ver bij het vasüegg *Jr gecompliceerde lev Kh held werkelijk alles en uitleggen. De ov ht details, aan zijweg kleine weggetjes dit lei uit voortkomen, is i dat je soms niet waar dat allemaal uit voortkomt. En_ iets suggereren nif16 borgs opvallendste laat die hele Menu E tamelijk koud. Veel ter, want raadselac ,al Rosa, de dochter moorde Duitser. En eens te meer dat sn fectiever is dan hetdij volledigheid. Nier ,e laatste horizon is P mislukte roman. D ze Cremer-achtige sn ,n< trant, zijn ingeniei ting van heden en zijn knappe psyc van de vele, vele bi er voldoende over. En zullen we beeld van de pro a' nu verder maar mei 'er lie elj >u loe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 8