VCkDWAALDt
Gelukkig zijn er gekken die
naar Amsterdam willen
Knappe ontrafeling mythe Maria Montessori
Honoré de Balzac en de macht der hartstochten
Luchtige komeis
over vrouwenlie
Arnon Grunbergs liefde doet
niet aan mooie praatjes
Boeken
I
De laatste horizon: bevl
debuut van Jaap Kranen
VRIJDAG 14 MEI 1999
poezie recensie
hans warren/gpd
Arnon Grunberg Liefde is business. Ge
dichten - 120 pag Uitgeverij Nijgh Van
Ditmar Prijs 65,00 Bibliofiele editie
145,00
Weinig schrijvers zijn zo gekant
tegen valse schijn als Arnon
Grunberg (geb. 1971). Ook de
onopgesmukte stijl van Blauwe
maandagen, Figuranten en zijn
andere boeken bewijst dat. Het
lijkt daarom wonderlijk dat er
in deze auteur ook een dichter
schuilgaat, maar als je zijn pas
verschenen dichtbundel Liefde
is business gaat lezen - versche
nen in een oplage van duizend
exemplaren waarvan honderd
als bibliofiele editie - wordt
meteen duidelijk dat hij poëzie
zonder enige ophef schrijft.
Hij zoekt niet naar de welïui-
dendste, bijzonderste, indrin
gendste formulering. Nee, hij
vertelt op vrij vlakke toon in
een reeks lange gedichten met
korte regels over de liefde tus
sen schrijver A. en hoer C. Lief
de is eigenlijk al een te groot
woord bij deze auteur die illu
sies heeft afgezworen.
Voor zijn gevoelens komt hij
hooguit terloops uit. Wanneer
hij van tederheid blijk geeft,
doet hij dat op een hardvochti
ge manier. Misschien is het
juist die weerbarstigheid, die
onwil bijna die deze gedichten
hun kracht geeft. Aan mooie
praatjes, vrome beloften en al
het andere dat verliefden sta
melen, doet Grunberg niet. Zijn
hooglied klinkt allesbehalve
hoogdravend. De hals van zijn
beminde ruikt 's ochtends
vroeg, beweert deze dichter,
'naar sardientjes/ net een ha
ven/ na een-hete dagmet vlie
gen/ op etensresten'. Ook aller
lei andere vergelijkingen klin
ken allerminst vleiend: 'je
ruikt/ fluister ik/ naar tartaar/
die in een oude krant/ bij de
vuilnis heeft gelegen'.
Hij heeft een geheel eigen
wijze om van zijn liefde te ge
tuigen. Maar liefde is het wel
degelijk, al gebruikt hij dan niet
de roze kleuren waarmee ande
ren haar schilderen. Hij bidt
voor hoer C. 'dat nog veel ge
trouwde mannen/ je mogen
bespringen/ op verlaten indu
strieterreinen/ in Amsterdam-
Noord'. Hij voegt aan die wran
ge woorden echter ook een
hartverscheurende wens toe:
'dat je na afloop/ niet alleen te
rug hoeft op de fiets'. Het is een
onmogelijke liefde die in deze
gedichten wordt beschreven.
Soms is er een moment van
vervulling zoals in het erotische
gedicht 'Mooi': 'als je heel erg
dronken bent/ komt er geen
einde/ aan het neuken'. Maar
meestal is deze verhouding uit-
zichdoos.
Het leven van hoer C. is een
aaneenschakeling van tegen
slagen geweest. Ooit gold ze als
een wonderkind, al snel ging
het echter mis met haar. Ze
werd ontmaagd in een vracht
wagen. Later ging ze met ge
trouwde mannen mee: 'ze wa
ren overal/ ze vielen als rijpe
appeltjes uit de bomen'. Ze
verloederde volledig en vraagt
aan de dichter: 'red mijn leven'.
Schrijver A. en hoer C. hebben
elkaar ontmoet door een brief
van haar: 'geachte heer/ ik heb
uw laatste/ boek gelezen
ik ben/ tot en met/ woensdag
in New Yorkheeft u zin/ in
een glaasje wijn?'
Ze leeft zo chaotisch dat er
van vertrekken niet veel te
rechtkomt: geld raakt zoek, tic
kets worden verloren. Ze blijft
lange tijd op de luchthaven
'John F. Kennedy' (JFK) han
gen, over die periode schrijft hij
een reeks intens trieste gedich
ten. 'Ik woonin een duty-free
shop/ op JFK', krijgt hij te ho
ren. Want ze heeft genoeg 'van
inpakken/ en uitpakken'. Ze
krijgt een zekere faam 'als de
luchthavenhoer'. Zo eindigt
tenslotte deze liefde: 'we zien
elkaar/ wel weer in 2004'.
Liefde is business laat zich
niet of nauwelijks vergelijken
met wat er verder in de Neder
landse dichtkunst gebeurt. Het
is poëzie waarin alle regels van
de poëzie worden geschonden.
Maar bij een hartenkreet als
deze zouden zulke wetten al
snel neerkomen op de door
Grunberg zo verafschuwde val
se schijn.
Formidabele herontdekking in 'Het verdwaalde eiland'
Neem alleen de aardrijkskundi
ge namen al: Maagd, Cycloop,
Twee Tieten, Grote Kookpot,
Valse Top, Ravijn van de Slaap
wandelaars, Helling van de Wil
de Stieren, Zeeltebek, Uiüoper
der Regenwolken. Voeg daarbij
een groep van nog geen veertig
baardige mannen die luisteren
naar bijnamen als de Kleffe, de
Schoorsteen, de Asceet, Bon
bon, de Wielrenner, de Slach
ter, de Dromer, de Viezerd, Ni
co met de Lange Haren. En dat
alles niet in maar óp Amster
dam, want Amsterdam is (ook)
een Franse vulkaantop in de In
dische Oceaan, waar het 223
dagen per jaar regent en de
wind onophoudelijk loeit. Het
is een prachtige setting voor
een absurdistische roman,
maar het is veel erger: het is al
lemaal waar!
recensie
aly knol/gpd
Alfred van Cleef. Het verdwaalde eiland,
Amsterdam op 30 graden, 50 minuten
zuiderbreedte. 239 pag Uitgeverij Meu-
lenhoff. Pnjs 36,90.
Het is aan de bezetenheid, de
vasthoudendheid en de verme
telheid van schrijver/journalist
Alfred van Cleef te danken dat
wij nu alle geheimen kennen
van Amsterdam op 37 graden,
50 minuten zuiderbreedte, een
eiland midden in de Indische
Oceaan, kleiner dan Ameland.
Een eiland waar ieder jaar een
nieuwe ploeg meteorologen,
biologen en radiotelegrafisten
wordt gedropt, waar de dokter
tevens winkelier, psycholoog,
vuilnisverbrander en afwasser
is en de districtschef, de
DisAms, op koeien jaagt en rat
ten verdelgt.
Van Cleef verbleef een kleine
twee maanden op Amsterdam
en heeft zijn ervaringen opgete
kend - soms hilarisch, dan weer
ontroerend, doldwaas of be-
ALFRED VAN CLEEF
spiegelend - in het boek Het
verdwaalde eiland. Zijn fantas
tische relaas begint met zijn
meer dan drie jaar durende
strijd met de Franse autoritei
ten om tot Amsterdam te mo
gen worden toegelaten. De
Fransen dulden er namelijk
geen buitenlanders en de vroe
gere minister van buitenlandse
zaken Van Mierlo en burge
meester Parijn van Amsterdam
moeten eraan te pas komen om
Parijs te vermurwen. Intussen
beginnen Van Cleefs vrienden
te denken dat Amsterdam in
het geniep 'de meest afgelegen
psychiatrische kliniek ter we
reld' is.
Dat blijkt het eiland (nog net)
niet te zijn, maar er zijn wel een
hele hoop merkwaardige din
gen. Zo lopen er 'wilde' koeien
en stieren rond, afstammelin
gen van een paar koeien die
een echtpaar in de vorige eeuw
achterliet nadat het een volko
men mislukte poging had on
dernomen om zich permanent
op Amsterdam te vestigen. Er
huizen tienduizenden stinken
de pelsrobben, pinguïns en
geelsnavelalbatrossen die zich
met niets anders dan de paring
bezighouden: 'Op Amsterdam
was voortplanting verworden
tot een massaindustrie.' En er
zijn ver, ver in de minderheid
die nog geen veertig mannen -
Amsterdam is voor vrouwen ta
boe - die in de 'hoofdstad' Mar-
tin-de-Viviès in barakken wo
nen met namen als de Zuid-
poolkip, de Pinguïn en de Grote
Jager. De meesten houden zich
met het weer bezig, maar de
weersvoorspelling voor Amster
dam zelf kennen ze niet!
Amsterdam is 'een eiland in
permanent verval, moegebeukt,
weerloos tegen de heerschappij
van de golven en de luchten',
waar de evolutie rare dingen
heeft laten gebeuren en waar
vooral de mislukkingen voortle
ven in deze of gene geografi
sche aanduiding.
Van Cleef vertrok naar Am
sterdam om in de voetsporen te
treden van de Vlielandse VOC-
kapitein Willem Hesselsz. De
Vlamingh, de eerste mens die er
driehonderd jaar geleden voet
aan wal zette. Hij probeerde er
tevens zijn verloren gegane zie
lenrust te hervinden. Maar wat
uiteindelijk de doorslag gege
ven mag hebben, het doet er
niet toe. Na lezing van Het ver
dwaalde eiland is er maar één
conclusie mogelijk: gelukkig
zijn er nog gekken die naar Am
sterdam vrillen! Van Cleef heeft
Amsterdam op formidabele wij
ze herontdekt voor Nederland.
Ondanks gesloten archief
biografie recensie
frangoise ledeboer/gpd
Marjan Schwegman. Maria Montessori
1870-1952. Kind van haar tijd, vrouw
van de wereld. 256 pagina's Uitgeven)
Amsterdam University Press. Prijs 34,50
Onderzoekers naar Maria Mon
tessori stuiten op het gesloten
bastion van haar privé-archief.
De Amerikaanse Rita Kramer
mocht het materiaal bestude
ren voor haar in 1975 versche
nen onthullende biografie,
maar sindsdien houdt de in
Amsterdam gevestigde Associa
tion Montessori Internationale
(AMI) de deuren angstvallig ge
sloten. Dat het Marjan Schweg-
man lukte de zorgvuldig opge
bouwde mythe rond de Itali
aanse pedagoge verder te ont
rafelen, is dan ook een knap
huzarenstukje.
Aan het slot van haar biogra
fie Maria Montessori, 1870 -
1952. Kind van haar tijd, vrouw
van de wereld verantwoordt
Schwegman zich bescheiden.
Ze laat weten dat ze de handi
cap van het gesloten AMI-ar-
chief heeft proberen te onder
vangen 'door een serie omtrek
kende bewegingen te maken'.
Daartoe zette ze het leven van
Montessori in een breed cul
tuurhistorisch kader en pro
beerde een nieuw licht op de
geschiedenis van haar hoofd
persoon te werpen 'door de
netwerken te reconstrueren
waarbinnen ze zich bewoog'.
Bij de interpretatie van Mon
tessori's leven koos ze voor een
analyse van het genre van het
'heldenverhaal', omdat vooral
het eerste deel van haar leven
in die vorm is overgeleverd.
Schwegman benadrukt dat ze
niet zozeer heeft geprobeerd
die verhalen te ontmaskeren,
maar wilde nagaan waarom
Montessori's levensverhaal
'juist deze vorm heeft aangeno
men'. Ze kon voor haar biogra
fie overigens wel putten uit Ita
liaanse bronnen, waarbij met
name de archieven van de Ope
ra Montessori en het Archivio
Centrale di Stato in Rome van
belang bleken. Schwegman
prijst bovendien nadrukkelijk
het gebruik dat ze kon maken
van de rijke gegevens die Kra
mer opdiepte.
De auteur is hoofddocent
cultuurgeschiedenis in Maas
tricht en bijzonder hoogleraar
vrouwengeschiedenis in
Utrecht. Ze benadert leven en
werk van Montessori vanuit
haar professie als 'afstandelijk'
historicus. Bij een vrouw als
Maria is dat een vruchtbaarder
benadering dan die van de bio
graaf die alleen een letter op
papier kan krijgen als hij zijn
onderwerp ook sympathiek
vindt.
De beeldschone, begaafde
dochter van een hoge ambte
naar op het ministerie van fi
nanciën duldde namelijk geen
tegenspraak en kreeg met zeer
velen die haar pad kruisten
knallende ruzies die tot een de
finitieve breuk leidden. Ze deed
het voorkomen als ze helemaal
alleen haar pedagogische me
thode over het belang van de
ongestoorde ontwikkeling van
het kind had bedacht, terwijl ze
in werkelijkheid schatplichtig
was aan het werk van voorgan
gers in de 19de eeuw.
Kramer was de eerste die uit
gebreid aandacht besteedde
aan de geboorte van Maria's
buitenechtelijke zoon op 31
maart 1898. Mario verbleef tot
zijn vijftiende bij pleegouders
en op een kostschool en Maria
zou hem haar hele leven blijven
voorstellen als haar neef of
pleegzoon. Ook Schwegman
analyseert Maria's handelwijze
tegenover haar kind uitvoerig,
maar laat ook zien dat Montes
sori haar carrière begon in een
tijd dat de publieke opinie al
leenstaande vrouwen met kin
deren onverbiddelijk als sociale
verschoppelingen behandelde.
Als 'kind van haar tijd' zat er
voor haar weinig anders op dan
Mario de deur uitdoen.
Schwegman schetst meesle
pend hoe Montessori na een
carrière als arts in sneltrein
vaart als pedagoge van India tot
de Verenigde Staten de wereld
veroverde. Ze had er een hekel
aan dat mannen des te gretiger
naar haar luisterden omdat ze
ook mooi was, maar speelde
haar rol als beeldschone, onge
naakbare koningin intussen vol
overgave. Nadat Benito Mus
solini zijn ware gezicht had la
ten zien en Italië ontaardde in
een fascistische dictatuur, ves
tigde de AMI zich na enige om
zwervingen tenslotte in 1935 in
Amsterdam. Maar Schwegman
vertelt dat Mario, die sinds zijn
vijftiende niet meer van de zijde
van zijn moeder week, nog in
1933 een poging deed Mussoli
ni tot hernieuwde financiële
steun aan de Montessori-me-
thode te bewegen.
Montessori ondervond sinds
1899 veel steun van de theoso
fie, de levensbeschouwing
waarin geen sprake is van een
persoonlijke, autoritaire God
die straft en beloont. De theo
sofen geloofden in een godde
lijke dimensie waar de mensen
zelf deel van waren en zelfver
betering was mogelijk 'als men
zich bewust werd van de ware
aard der dingen'.
In haar onvermoeibare stre
ven naar zelfverbetering van
kinderen creëerde Montessori
voor zichzelf door haar karakter
en de maatschappelijke om
standigheden een centrale rol
als heldin, een rol die de AMI
kennelijk het liefst onaangetast
wil houden. Bijna vijftig jaar na
haar dood is zo'n benadering
niet meer van deze tijd. Sch
wegman relativeert de rol van
deze heldin nu zonder heilig- theorieën plukken. De recente
schennis afdoende en brengt kritiek op de kwaliteit van het
Montessori tegelijk een eerbe- Nederlandse Montessorionder-
toon omdat vele generaties kin- wijs is niet uitzonderlijk en treft
deren overal ter wereld onom- op dit moment ook andere
stotelijk nog steeds veel vruch- schooltypen,
ten van de toepassing van haar
roman recensie
CO
nop maas
Honoré de Balzac. Nicht Bette. Vertaald,
geannoteerd en van een nawoord voor
zien door Hans van Plnxteren. Athenae
um - Polak Van Gennep Prijs 77,90
In Nicht Bette (1846) van Honoré de
Balzac formuleren enkele persona
ges de simpele principes waardoor
de gebeurtenissen van de roman op
gang worden gehouden. 'Mannen
begaan voor hun genot de ergste
lafheden, gemeenheden, misda
den', zegt de een. 'Je moet de men
sen in de maatschappij zien als ge
reedschap dat je opneemt, gebruikt
en weer weglegt al naar het je van
dienst kan zijn', adviseert een an
der.
'Hartstochten zijn zo verwoes
tend als de cholera', constateert
een derde. En de verteller zelf stelt
vast: 'Schoonheid is van alle
machtsmiddelen die de mens bezit
het grootste. Iedere macht die on
beperkt is, zonder tegenwicht of
remmen, leidt tot misbruik en
dwaasheid. Despotisme is een tot
waanzin doorgevoerde macht. De
wispelturigheid van de vrouw is
een vorm van despotisme.'
De hartstochten spelen in deze
roman meer de hoofdrol dan de
personages die eraan lijden. De
naamgeefster van het boek, de lelij
ke oude vrijster Nicht Bette, voelt
zich tekort gedaan door haar fami
lie. Ze is jaloers op haar mooie
nicht Adeline die barones gewór
den is door haar huwelijk. Bette
heeft zich ontfermd over een ge
vluchte Poolse edelman, met wie ze
een soort moederlijke verhouding
heeft. Als Adelines dochter hem
van haar afkaapt door een huwelijk,
besluit Bette wraak te nemen op
haar familie. De hefboom daarvoor
is het dwangmatig overspelige ge
drag van Adelines echtgenoot. Deze
Hulot is bereid zijn ziel en zalig
heid, maar vooral zijn kapitaal en
zijn familie op te offeren aan zijn
vrouwengeschiedenissen. Bene as
socieert zich met een vrouw die.
mede op haar instigatie, Hulot ruï
neert. De complete familie wordt in
de afgrond meegetrokken. Bette
zorgt ervoor dat ze tijdens het hele
proces met iedereen op goede voet
blijft en de rol van vertrouwelinge
kan spelen. Het klinkt allemaal als
de synopsis van een langgerekte
opera. En dat is ook wel zo, temeer
als men bedenkt dat er ook nog
moord en zelfmoord in voorko
men: dat de familie door ingrijpen
van hogerhand weer in goeden
doen raakt: en de wraakzuchtige
nicht ten slotte niet in haar opzet
slaagt.
Nicht Bette is een van de laatste
romans die Balzac geschreven
heeft. Het boek verscheen eerst als
feuilleton in een krant. Balzac
moest concurreren met succesvolle
- en minder goede - auteurs als
Eugène Sue en Alexandre Dumas.
Een en ander heeft zijn sporen in
de roman nagelaten. Af en toe
neemt Balzac verteltechnische re
gie-aanwijzingen op die in de krant
misschien nuttig zijn voor de ver
geetachtige lezer, maar die in de ro
man als boek wel erg expliciet zijn.
Iets soortgelijks geldt voor de wel
erg opzichtige moralistische be
schouwingen.
Een ouderwets verhaal, persona
ges die bijna karikaturen van wel
lust, wraakzucht en deugdzaam
heid zijn, en een pathos in de dia
loog dat vertaler Hans van Pinxte-
ren in zijn vertaling heeft proberen
te mitigeren 'zonder de betekenis
van de zin in dit soort momenten
geweld aan te doen': je zou zeggen
dat een dergelijk boek geen spek is
voor de bek van moderne lezers.
Maar het blijft natuurlijk een ro
man van Balzac: een lekker dik
boek vol prachtige beelden en tref
fende aforismen, een boek vol
fraaie sociologische en psychologi
sche analyses, en ondanks alles
toch een met verve verteld verhaal.
Balzac geeft een beeld van het Pa-
rijse leven in de periode
1838 - 1846; hij laat de lezers ken
nismaken met buurten, straten en
woningen: hij leidt hen binnen bij
de duurdere lichte vrouwen en bij
parvenu's. Het is een Parijs, waar
weldaden eigenlijk investeringen
zijn en waar in het algemeen alleen
de macht van het geld telt, samen
met die van de liefde. De ware lief
de wordt door Balzac in dit boek
geconfronteerd met de veile en de
eerste verliest: 'Het besef hoe on
metelijk veel een absolute liefde
waard is, gaat snel verloren, zoals
een schuldenaar zich na enige tijd
inbeeldt dat de geleende som hem
toebehoort. Deze verheven trouw
wordt als het ware het dagelijks
brood van de ziel, terwijl de on
trouw het verleidelijke krijgt van
een lekkernij.'
Aan het eind van de roman wijdt
Balzac nog enkele woorden aan de
toekomst die zijn nog in leven zijn
de personages tegemoet gaan. Over
de Poolse artiest die beter is in
overspel dan in het maken van
kunst deelt hij mee dat hij veel suc
ces had in de salons en door meni
ge kunstliefhebber werd geraad
pleegd. Hij rondt deze passage af
met een degenprik die ongetwijfeld
ook bedoeld was voor de schrijvers
over zijn werk: 'Tenslotte werd hij
criticus, zoals allen die een veelbe
lovend debuut niet waar kunnen
maken.'
Engelse liefde van Sjuul Dech
roaaan recensie
hans warren/gpd
Sjuul Deckwitz Engelse liefde. 204 pag.
Uitgeverij Querido Prijs 37,50
Het nieuwe boek van Sjuul
Deckwitz, Engelse liefde, is een
opmerkelijke roman over het
lesbisch-feministische leven. Ze
spot onbekommerd met de gro
te periode van de vrouwenbe
weging, met vrouwenyoga en
vrouwencafé, met de 'Radikale
Vrouwelijke Alternatieve Ge
zondheidszorg' en de 'Lesbi
sche Culturele Bond', met alle
onbenullige maar zeer serieus
genomen tegenstellingen in
'Vrouwenland'.
De hoofdpersoon, Bets de
Meester, heeft welbewust geko
zen voor een leven zonder man.
Soms, heel soms bevalt dat
minder, bijvoorbeeld wanneer
er in haar huis moet worden
verbouwd. „Op dat moment
wenste ik oprecht een normale
vrouw te zijn. Gewoonlijk zag ik
daar de nadelen wel van in",
laat de schrijfster haar overwe
gen. Die uitdagende toon, deze
subtiele ironie is kenmerkend
voor dit boek.
Het is een lichte roman over
een zwaar onderwerp. Bets
breekt met haar overspelige ge
liefde en ze moet op een of an
dere manier een nieuw bestaan
beginnen. Het verleden biedt
haar enige steun voor de toe
komst. Ze denkt terug aan haar
eerste grote liefde die een En
gelse mevrouw gold: „Ik was elf
en Lucinda vijftig." Het leven
van Bets en haar Dorothee leek
niet stuk te kunnen. Maar door
een toeval komt Bets erachter
dat haar beminde haar bedriegt
met een zekere Helen. Ze geeft
'de huwelijksontwrichter' geen
kans zich te verdedigen. Ze laat
zonder meer de Sleutelkoning
komen om een nieuw slot te la
ten monteren en ontdoet zich
van haar spullen. Al snel vindt
Dorothee weer een ander met
wie ze naar Australië vertrekt.
Bets is woedend, vooral op
Helen. Haar rivale groeit in het
boek uit tot een soort duivelin.
Wanneer ze snurkt, klinkt dat
precies als 'de dreun van een
Lancaster bommenwerper.'
Een buurvrouw noemt haar een
'stuk addergebroed' en een an
der oordeelt zo over Helen: „O,
de gracht in, met een steen om
haar nek." Helens moeder
deugt ook al niet, ze is 'de be-
kendste
schrijfster v
Je krijgt als leze
dat Sjuul Deckwitz
openstaande i
effenen: zo overtuijj
stekelijk komt haai
heid over. F"
slachtoffers,
'Zwarte Prins'. Ze vi
ra te vellen, de toch|
kende bazin van 1
prominenten bezo
wencafé 'De Diabolf
vaak heftig toegaat. I
Samen met een j
bindt Bets de strijj
kwaad dat Helen h
middels heeft ze ooi
werk als redactrice i
wenblad L' Una,
seerd in onderwerp
Uw stress' en 'D
of Kankerverwekker!"
haar gevraagd eenroi
over een lesbische!
schrijven. „Mijn ma(
van om", is haar s
actie wanneer meed
begint met haar sesg
Nuchtere Bets
zachtaardigheid, zei
huishoudelijke takel*
haar woning in als ej
de eerste, en aan i
digste liefde van
aan Lucinda'. Voor
wacht hoort ze helei n e
lesbisch-feministisc! bei
Zelf voelt ze zich da rs
nauwelijks op haar or
positie maakt haar
schikte hoofdpersoc iet
verrassende en
Grote literatuur is B n.
dan misschien niel li1
luchtige komedie
derde roman van S rde
witz geslaagd heten.
Op zoek naar een rol in de geschu
roman recensie
wim vogel
Jaap Kranenborg. De laatste horizon. Ro
man. Uitgeverij Veen. 222 blz. Prijs
34,90.
Groots en meeslepend zouden
ze leven. Gezamenlijk zouden
ze bouwen aan een nieuwe sa
menleving want tegenover de
bescheiden idealen van hun
ouders stelden zij échte idea
len. En vanuit hun comfortabe
le maatschappelijke randposi
ties dweepten ze met Mao en
Tito en Marx en allerlei Zuid-
- Amerikaanse revolutionaire
bewegingen. Een dilemma was
natuurlijk hoe dromen om te
zetten in daden. Wie voor het
laatste koos, verdween in de ge
vangenis en die dromen verloe
derden met de jaren, werden
'groener of gingen teloor in va
ge, pseudo-religieuze bewegin
gen.
In De laatste horizon, debuut
roman van Jaap Kranenborg
(1951), wordt dat stuurloze ide
alisme van de jaren zeventig
zonder mededogen geanaly
seerd, gewogen en te licht be
vonden. Twintig jaar later blij
ken nogal wat van die bevloge
nen zich te hebben ontwikkeld
tot verloederde alcoholisten of
tot cynische buitenstaanders bij
wie alleen een dun vlechtje in
hun nek hen 'als een inge
droogd navelstrengetje nog met
dat verleden verbindt'.
A.F.Th van der Heijden, Na-
tasja Gerzon en nog onlangs
Robert Anker, met zijn onder
schatte roman Vrouwenzand,
hebben de opkomst, ondergang
en vooral de voosheid van onze
vaderlandse
maatschappij-kritische jaren
zeventig-generatie literair vast
gelegd. In zijn ambitieuze ro
man De laatste horizon, een
programmatische titel, vult
Kranenborg dat negatieve beeld
aan door zijn anti-held Menno
Brand overal te laten wonen,
werken en strijden maar nu net
niet in Nederland. Opgetogen
reist Menno begin jaren tachtig
door Joegoslavië, Roemenië en
nadere Oostbloklanden. In De
nemarken sluit hij zich aan bij
de Rode Wrekers, een soort Ro
te Armee Fraktion. Hij wordt
een trouw discipel van de
Deense School van de Toe
komst (geen alcohol
geen vlees, enz., ec [eft
landt als idealistisch aaj
strijder zelfs in Pen
lijk komt ook hij ei
zijn strevingen veel
chologisch dan ma
lijk zijn te verklaren.
Van al die interna
zoekjes doet de ai
breid verslag ofscho
tuurlijk nooit de e
zijn roman uit kan b
echte drama wordt I
ter duidelijk als Me
ger, getrouwd en e
Utrecht, terugkeert
marken om uit te
welke wijze nu f
Duitse kennis van hi
tijd aan zijn einde
en wat zijn aand
moordpartij is gei
zich dan ontwikki
spannende, bij vlagi
schreven tragische, "Sl1
sche roman waarin
persoon, hopeloos
naar zichzelf,
slachtoffer wordt \i
heid, leugens en ni
ten van de gevolgen
gedankte jeugddrora d<
Het is jammer d2
ver bij het vasüegg *Jr
gecompliceerde lev Kh
held werkelijk alles
en uitleggen. De ov ht
details, aan zijweg
kleine weggetjes dit lei
uit voortkomen, is i
dat je soms niet
waar dat allemaal
uit voortkomt. En_
iets suggereren nif16
borgs opvallendste
laat die hele Menu E
tamelijk koud. Veel
ter, want raadselac ,al
Rosa, de dochter
moorde Duitser. En
eens te meer dat sn
fectiever is dan hetdij
volledigheid. Nier ,e
laatste horizon is P
mislukte roman. D ze
Cremer-achtige sn ,n<
trant, zijn ingeniei
ting van heden en
zijn knappe psyc
van de vele, vele bi
er voldoende
over. En zullen we
beeld van de pro a'
nu verder maar mei 'er
lie
elj
>u loe