'Een liedje, elke keer:
weer een wondertje'
Bl0f op succesgolf naar een pittiger koers
Extra
DONDERDAG 1 APRIL 1999
Schrijven heeft de hoogste prioriteit voor Stef Bos, niet zingen
Stef Bos: „Ik heb wel eens van die momenten dat ik denk dat het allemaal niks voorstelt wat ik doe. Maar als ik dan een cd van mezelf draai, reali
seer ik me dat ik toch wel hard heb gewerkt, de laatste jaren." foto bartbeckers
De nieuwe theatertour van Stef Bos bevat vooral liedjes die hij nog niet op
cd vastlegde. Had hij al veel eerder moeten doen, vindt hij. Bos zet de ge
bruikelijke werkwijze maar eens op z'n kop. Eerst liedjes in de theaters laten
rijpen en pas daarna op een cd zetten. Al heeft hij songs gemaakt waaraan
tijdens optredens niet valt te ontkomen. „Sommige liedjes achtervolgen
me, fantastisch toch?"
Door Ton Ouwehand
Stef Bos bestelt dezelfde pizzavariant als
zijn drummer. Die vindt 'm goed smaken.
Reden voor de zanger-liedjesschrijver om
de menukaart dicht te klappen en dat type
pizza ook maar te laten aanrukken. Een
nuchtere man. Anders dan zijn teksten
soms doen vermoeden, is Stef Bos iemand
die met beide benen op de grond staat. Hij
zegt er een punthoofd van te krijgen dat
sommigen hem als een kunstenaar be
schouwen. Je reinste flauwekul. Hij maakt
liedjes en dat is in de eerste plaats gewoon
ambacht. Moetje in Ierland komen. Daar
speelt iedereen gitaar, daar doet iedereen
aan muziek. Daar is wat hij doet een onder
deel van de cultuur.
„In Nederland kan men over dat soort din
gen maar niet gewoon doen", zegt hij ter
wijl hij de pizza in flinke punten naar bin
nen schuift. Hij zegt dat-ie er in Nederland
eigenlijk maar twee soorten reacties krijgt.
Als ze vernemen dat hij zes cd's heeft ge
maakt, wordt gezegd: 'zes cd's, interessant'
of 'verbeeld je maar niks'.
Hoeveel liedjes hij inmiddels heeft geschre
ven? Hij schat het aantal ergens tussen de
drie- en vierhonderd. Een stapel teksten
van een halve meter. Tien bandjes van 90
minuten heeft hij vol staan met eigen lied
jes. dus reken maar uit. Maar hij voegt er
direct aan toe dat lang niet alles goed is.
,,Op de cd's die ik heb gemaakt staan er in
totaal tien of twintig die echt wat zijn."
Prioriteit
Zijn grootste hit 'Papa' behoort ook tot die
'echte liedjes'. „Ik schreef het niet met het
idee van: kom, laat ik eens een liedje over
mijn vader schrijven. Ik zag hem een keer
naar zijn nagels kijken en ik dacht: dat doe
ik op precies dezelfde manier. En toen ben
ik gaan kijken wat we"nog meer gemeen
hadden. Toen ik het liedje af had, heb ik
hem een demo gegeven. Ik zei dat hij daar
eens naar moest luisteren. Mijn vader komt
uit Almelo. Hij reageerde als een echte
nuchtere Tukker. 'Ja jongen,' zei hij, 'we
zijn het niet in alles met elkaar eens. Maar
zoals jij het hebt gezegd is het waar.' Toen
wist ik dat het raak was."
„Het samenspel tussen realiteit en verbeel
ding, dat is voor mij het boeiende van
schrijven. Mensen vragen me wel eens of
het allemaal autobiografisch is wat ik
schrijf. Dan kan ik zeggen: gelukkig niet.
Sommige elementen zijn dat wel. Maar als
ik schrijf, probeer ik dat als mens te doen.
Niet als Stef Bos. Als ik in mijn eigen we
reldje blijf hangen dan gaat zo'n liedje als
Papa alleen over mijn eigen vader en niet
over die van ander."
Hij mag dan te boek staan als zanger; het
schrijven heeft de hoogste prioriteit. „Het
uitvoeren vind ik steeds boeiender worden,
maar het schrijven vind ik het leukst. Dat je
een zin opschrijft die er tien minuten daar
voor nog niet was. Een soort geboorte. Ik
vind het elke keer weer een wondertje. In
het schrijven zit een onbewuste laag. Zo'n
zinnetje waarvan je niet snapt hoe je daar
aan komt. Dat is die vijf procent inspiratie.
De rest is ambacht. Schaven. Als je zingt,
voel je wanneer zinnen niet helemaal klop
pen. Dat heb ik nog met liedjes van jaren
geleden. In Hilton Barcelona bijvoorbeeld,
heb ik onlangs weer een zin veranderd. En
er zit nog een zin in waar wat mee moet ge
beuren. Voor mij is dat puur plezier. Ik ben
heel gelukkig met het feit dat ik mijn tijd
daarmee mag doorbrengen. Echt pure
luxe."
Twee gebeurtenissen vormden de aanlei
ding voor zijn schrijverij. Het eerste was de
Ryam-agenda. Daarin trof hij aforismen die
hij als 15-jarige middelbare scholier poog
de na te maken. En het tweede was voor de
romantisch ingestelde Bos de liefde. „Ik
deed aan atletiek. En met name hoogsprin
gen. Dat was de enige sport waarbij je met
goed fatsoen kon roken. Ik was een keer op
een atletiekwedstrijd in Apeldoorn. Daar
zag ik een meisje in een blauwe regenjas. II
durfde niet naar haar toe te lopen. Maar
toen ik thuis kwam schreef ik een liedje
over haar, in het Engels. Zestien was ik."
Het schrijven is nooit gestopt. Het roken
ook niet. Bos draait een zwaar shaggie. „Ik
zou geschiedenisleraar worden, want mijn
ouders vonden dat ik eerst maar eens een
deugdelijk vak moest leren. Maar in de eer
ste week van mijn studie kwam ik een heel
interessant meisje tegen, dat sociale psy
chologie studeerde. Ik ben direct ge
switcht."
Met dat meisje werd het verder niets, maar
de studie rondde hij af. Hij kon als leraar
aan de slag, maar deed aan cabaret en ging
naar de toneelschool van België, Studio
Herman Teilinck te Antwerpen. Een oplei
ding waarvan Jan Decleir studieleider is en
Bos zelf inmiddels coördinator.
Over erkenning hoeft hij niet te klagen. Eer
stuk of of zes, zeven gouden en platina cd':
heeft hij. „Lelijke dingen zijn dat. Dat geldt
trouwens voor al die prijzen. Alleen de Edi
son, dat vond ik wel een mooi beeldje."
De trofeeën liggen ergens weggemoffeld oj
zolder. „Prijzen ervaar ik als een compli
ment, als ze van een jury komen die ik res
pecteer. Maar ik heb ook wel eens het Gou
den Hart van Rotterdam gewonnen. Vol
gens mij was dat alleen maar georganiseer
voor de jetset van Rotterdam. Degene die
de prijs aan mij overhandigde, was zo zat
als een kanon. Het jaar daarvoor had Jean
Decleir die prijs gekregen, maar hij mocht
niet naar binnen omdat-ie geen smoking
aanhad. Ze hadden hem niet herkend."
België
Bos woont nu veertien jaar in België. De
manier waarop ze daar tegen muziek aan
kijken, bevalt hem wel. „In België kun je
moeiteloos een man met een gitaar laten
optreden voor achthonderd mensen. Daar
houden ze wel van. Daar wordt beter ge
luisterd. In Nederland lukt zulks niet. Toer
ik begon, speelde ik vooral in België. Maar
de Vlaamse theaters ben je snel rond. Veer
tig, vijftig keer en dan heb je ze wel gehad.
Nu zijn tweederde van mijn optredens in
Nederland."
Een cd draaien van zichzelf? Tijdens som
bere buien wil dat wel eens gebeuren. „Ik
heb wel eens van die momenten dat ik
denk dat het allemaal niks voorstelt wat ik
doe. Maar als ik dan zo'n cd van mezelf
draai, dan realiseer ik me dat ik toch wel
hard heb gewerkt, de laatste jaren."
Soms steekt de werkelijkheid
toch onschuldiger in elkaar dan
op het eerste gezicht lijkt. Zo
zou je denken dat de zojuist be
ëindigde concerttoumee, waar
bij Blof het rijke repertoire van
Doe Maar nieuw leven inblies,
een slim ideetje uit de koker
van manager Frank van der
Meijden is geweest Per slot van
rekening was deze regelneef
destijds ook de man die de gek
te rond Henny Vrienten, Ernst
Jansz cs in goede banen leidde.
Het was echter toetsenist Bas
Kennis die z'n band bij toeval
richting Doe Maar loodste.
„We dachten eerder aan een
flashbacks rond John Hiatt en
The Counting Crows toen hij
ineens met een ouwe video
band met live-opnamen van
Doe Maar op de proppen
kwam. We hadden meteen zo
iets van: laten we ons lekker
daar op storten. Ook omdat in
het kader van die Marlboro-
toertjes nog niet eerder een Ne
derlandse act uit het verleden
in het zonnetje was gezet," blikt
Paskal Jakobsen (25) terug.
.Achteraf kun je spreken van
een gouden greep, want die
avonden zijn telkens uitge
draaid op heerlijke feestjes der
herkenning."
.Anders dan aanvankelijk de
bedoeling was, zijn we dicht bij
de originele versies gebleven. Je
kan wel alle liedjes helemaal
gaan verbouwen, maar als je
dan net die specifieke geluidjes
weglaat, worden ze toch vaak
een stuk minder spannend.
Dus klonkt het aliemaal zo au
thentiek dat Frank af en toe z'n
oren amper kon geloven. Voor
ons best een aardig compli
ment. omdat de muziek van
Doe Maar nu eenmaal onge
looflijk veel raffinement bevat."
Ach tergrondkrach t
Inzake dit 'verfrissende uitstap
je mag zijn inbreng bescheiden
zijn geweest; op andere fronten
mag de rol van good old' Van
der Meijden als stuwende ach
tergrondkracht geenszins wor
den onderschat. „We boffen
niet te weinig met hem", weet
drummer Chris Gótte (35). „En
dan te bedenken dat we hem
bijna hadden laten lopen. Om
dat we, bleu als we nog waren,
maar niet reageerden toen hij
ons zijn expertise aanbood,
puur omdat-ie vond dat we te
goed waren om zo onbekend te
blijven. We hadden zoiets van:
die vent kan wel zeggen dat hij
manager van Doe Maar is ge
weest, maar wat is er van waar?
Pas een paar maanden later zijn
we alsnog tot elkaar gekomen.
Hoewel Frank een goed gevoel
over ons had. kon toch ook hij
niet bevroeden dat het hele ge
beuren zó'n vlucht zou ne-
De meerwaarde van een intege
re rot als Van der Meijden is
volgens de Bloffers al vanaf de
vroegste tumult, veroorzaakt
door de eerste singlehit 'Liefs
uit Londen', merkbaar geweest,
stelt Jakobsen. .Alleen al het
grenzeloze vertrouwen dat er is,
haalt al zoveel spanning weg. Je
weet dat je een heleboel zaken
zelf niet meer hoeft te controle
ren, omdat je er gewoon van
kunt uitgaan dat Frank z'n din
gen altijd goed doet. Los van
dat hij alleen het hoognodige
doorsluist, heeft hij ook een
karrenvracht ervaring met bij
komende aangelegenheden als
merchandising en image-bewa
king. Dit kan je wel doen, dat
moet je absoluut laten - dat
soort adviezen rolt er aan de lo
pende band uit z'n mouw. Nee
zijn we geen jongens die ineens
een ander kloffie aan willen of
die zo nodig in panels eri talk
shows moeten zitten, maar der
gelijke bescherming is toch wel
reuze handig. Want er komt na
tuurlijk verschrikkelijk veel op
je af."
Plotseling razend populair zijn,
is zeker zo prettig als altijd ge
dacht, vinden deze (vanzelf
sprekend) nuchtere Zeeuwen
vooralsnog. .Alles is er alleen
maar gezelliger, aangenamer op
geworden, ondanks de soms
krankzinnige werkdruk", ver
duidelijkt Chris Gótte „Maar dit
hebben altijd gewild, best be
hoorlijk voor moeten ploeteren.
Als je dan ook je doel bereikt is
het fijn dat je ook nog eens el-
kaars vrienden bent. Datje bij
voorbeeld, als je achttien uur
onderweg bent, dondersgoed
kunt begrijpen waarom er drie
uur lang geen stom woord
wordt gezegd."
Paskal Jakobsen: „We genieten
optimaal, omdat we evenzeer
beseffen dat we ook wel weer
een tik op onze neus zullen krij-
Ruim een jaar geleden tweifelde Blof nog over deelname aan het Nationale Songfestival. Het zou immers een mooie
doorbraakkans betekenen. Uiteindelijk bedankte de Zeeuwse popgroep voor de uitnodiging. Waarna alles ineens
dusdanig op rolletjes begon te verlopen dat het al sinds 1992 actieve kwartet uitgroeide tot een van 's lands meest
populaire bands. Die behaaglijke sterstatus moet thans worden geconsolideerd met de kersverse cd 'Boven', die ze
ker niet zomaar een vervolg is op het succesalbum 'Helder'. Over die nieuwe taakstelling en andere bijkomstigheden
die uit Blofs algehele opwaardering zijn voortgevloeid - zoals de recente serie Marlboro Flashback-optredens in de
geest van Doe Maar - een gesprek met frontman Paskal Jakobsen en drummer Chris Gótte.
Door Louis du Moulin
gen. Zoiets is onontkoombaar
en soms merk je nu al dat er na
al die voorspoed wordt gespe
culeerd op een tegenreactie. Ik
bedoel, na het binnenhalen van
de Zilveren Harp. de Tros Pu
blieksprijs, een Hitkrant Award
en een platina-plaat kwamen
we bij de Edisons niet verder
dan een nominatie. Voor ons
nog altijd best een hele eer,
maar daar wordt dan over be
richt alsof je een doffe dreun te
incasseren hebt gekregen.
Een weg terug naar het vorige
beroep, in geval van een doem
scenario, zou er voor Chris Gót
te eventueel nog wel inzitten.
Gedeeltelijk omdat hij als
drummer nog vrij anoniem kan
rondstappen, gedeeltelijk om
dat hij als instrumentenverko
per wellicht nog wel enig voor
deel uit z'n faam als 'NL-pop-
per' zou kunnen putten.
Paskal Jakobsen daarentegen
acht voor zichzelf een rentree
naar het jongerenwerk, waarin
hij tot voor kort het grootste
deel van z'n boterham verdien
de, onmogelijk. „Ik kan wel zeg
gen dat al die aandacht niets
met je doet, maar het is natuur
lijk wel zo. Iedereen kan wel
roepen dat je met beide benen
op de grond moet blijven staan,
maar juist dat feit maakt het zo
moeilijk. Want als ik nu ergens
binnenstap ben ik toch die zan
ger van Blof en moet ik extra op
m'n tellen passen. En is het een
keer afgelopen met de band,
dan zal ik dat stempel ook nog
wel blijven meedragen. Dat zie
je toch ook bij Henny Vrienten
en Ernst Jansz, die vijftien jaar
na dato nog met het etiket Doe
Maar rondlopen. Probeer dat
maar eens te combineren met
pedagogisch opvoeden, lukt je
Dergelijke noodsprong-gedach
ten staan wel heel erg ver af van
de actuele groepssfeer, die met
de warme ontvangst van de sin
gle 'Harder dan ik hebben kan'
en de lancering van het derde
album 'Boven' net aan een
s piekperiode is begon-
De in Brussel, ver weg van alles
en nog wat, opgenomen lang-
speler laat in vergelijking met
voorganger 'Helder' een pitti-
De Zeeuwse popgroep Blof. „We genieten optimaal, omdat we evenzeer beseffen dat we ook wel v
ger, steviger Blof horen. Alsof
het viertal even genoeg had vai
het zoete imago bij het grote
publiek, verworven met de op
single uitgebrachte ballades
'Liefs uit Londen', 'Aan de kusl
en 'Wat zou je doen?'.
Die eerste indruk klopt ook we
erkennen Jakobsen en Gótte.
De laatste: „Deze plaat klinkt
zoals we 'Helder' eigenlijk al
hadden willen laten klinken.
Zodoende zou dat album al be
ter hebben aangesloten bij ons
live-geluid, dat gemiddeld poti
ger, harder is dan de meeste
niet-kenners zullen denken. Di
intentie is nu wel beter tot uit
drukking gekomen."
„We wilden sowieso een herha
lingsoefening voorkomen.
Daarom dat we in zee zijn ge
gaan met andere producers,
Ronald Vanhuffel en Peter Bau
wens, twee Belgische knapen
die helemaal fris tegenover on:
stonden. Voor Hans Bunt, onz
vorige producer, niet zo leuk
natuurlijk, maar die begreep
ook wel dat we weer een stap
verder wilden."
Taakverdeling
De onderlinge taakverdeling
bleef ongewijzigd. Waarmee
dus de belangrijke inbreng van
bassist (en tweede stem) Peter
Slager als tekstschrijver is her
bevestigd. En daar heeft de
man die de poëtische vondstei
moet uitdragen nog altijd geen
enkele moeite mee. „We zegg
wel eens dat Peter mijn stem
en ik de zijne ben. Ofwel, wat
hij bedenkt, had doorgaans ne
zo goed door mij bedacht kun
nen zijn. Alleen verwoordt hij
het meestal beter. Het zou dus
onzin zijn om van dat grotere
talent geen gebruik te maken"
aldus Paskal Jakobsen.
„Het is ook geen kwestie van a'
les of niks. Soms verander ik
best dingetjes of draag ik wat
aan, waarmee Peter verder gaa
Ik ben ook best wel met het
schrijven van teksten bezig en
merk gewoon dat ik me daarin
aardig ontwikkel. Zo heb ik tot
ieders tevredenheid meege
schreven aan de nieuwe single
van Ruth Jacott, 'Leun op mij'.
Dus wie weet kom ik nog wel
eens aan Peter z'n niveau. In
elk geval willen we niets uitslui
ten. Zo hou je de kans op vast
roesten zo klein mogelijk."