Tuin vertegenwoordigt ook verlangens'
Tuinen door de ogen van kunstenaars
Suver nuver stopt te vroeg
Cultuur Kunst
Dageraad
,0e platenbazen hebben het zweet in de handen
Evenwichtige muzikale kwaliteit
r~~
No Sweat Live in Ahoy'
inTTERDAMFoxy Brown, TQ, Ginuwine, Imajin, 3RD Storee, Az-
Vet. 112, Destiny's Child, Romeo, Dignity, Sat-R-Day, E-Life,
Voices in Motion, Replay en Postmen treden op 4 april op in
Ahoy' Rotterdam tijdens het R&B feest No Sweat Life. Kaartver
koop bij de 150 grotere postkantoren, de Ticket Service 0900-
3001250 en andere bekende voorverkoopadressen.
Nieuwe kunstvorm: sierkauwen
jjterdam Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam
introduceert volgende maand het 'sierkunstkauwen'. Kunstkau-
wers kunnen zich op 10 en 11 april melden bij de kunsttempel.
Voor een gulden kunnen zij zich een stuk kauwgum aanschaf
fen en dat tot een fraai kunstwerk kauwen. Het mooiste wordt
in zilver gedoopt en tot broche verwerkt. Alle versgekauwde
kunstvoorwerpen worden tijdens het Museumweekeinde in
joijmans geëxposeerd.
CHEF JAN RIJSDAM, 071 -5356444, PLV CHEF ANNET VAN AARSEN 071 -5356443
Kunstenaars hebben zich de afgelopen
twee eeuwen op verschillende manieren
met het fenomeen tuin bemoeid. Impres
sionisten leefden zich er in uit, symbolisten
gebruikten de seizoenen in de tuin vooral
als metafoor voor de vergankelijkheid van
het leven en portretschilders zagen er een
goed decor in voor hun opdrachtgevers.
Aanhangers van het modernisme hadden
niet veel affiniteit met de schilderkunstige
verbeelding van de tuin, maar sinds de ja
ren tachtig is er weer belangstelling voor
het thema.
In de Haarlemse Vleeshal is het vervolg
op de tentoonstelling 'Aardse Paradijzen'
uit 1996 te zien. Aan de hand van schilde
rijen, boeken, foto's en maquettes wordt
getoond hoe kunstenaars en ontwerpers
vanaf 1770 tot heden met het begrip tuin
zijn omgegaan. Uit diverse musea zijn in
totaal honderdvijftig kunstwerken geselec
teerd, waaronder schilderijen van Pyke
Koch, Carel Willink, Jacobus van Looy, Vin
cent van Gogh en Anton Mauve. De Am
sterdamse kunstenares Fortuyn/O'Brien
kreeg opdracht voor een installatie. Ook
bevat de expositie tuinontwerpen en ma
quettes van onder anderen Theo van Does
burg, J.D. Zocher jr. en de onlangs overle
den tuinarchitecte Mien Ruys. Een presen
tatie van antiquarische en eigentijdse boe
ken, tijdschriften, bloemencatalogi en fo
to's, laat zien hoe er de afgelopen twee eeu
wen is getuinierd. De tentoonstelling is in
gericht rond vijf thema's: Privé en open
baar, Tuinen en seizoenen, Het leven in de
tuin, Ontwerpen en Kleur en droom.
Behalve aan stadsparken, buitenplaatsen
en villatuinen besteedt de tentoonstelling
ook aandacht aan volkstuinen, kinder
speeltuinen en achtertuinen.
[eel Nederland tuiniert. Tuintijdschriften en boeken
ju niet aan te slepen en elke omroep heeft zijn eigen
linkabouter. Op zaterdag staan we met zijn allen in de
bij het tuincentrum en in volkstuinen wordt harts-
chtelijk sla gekweekt. „In de ogen van veel Nederland
tuinontwerpers vinden volkstuinen, net als tuinka-
mters geen genade, maar dat is een klasse-onder
leid", zo beweert tuinhistoricus Erik de Jong.
rtRLEMMIEKE PREUOE-MEUER
Jong: ,,Je kunt bijna niets
nslaan of het is tuin, tuin,
L, maar wat wij met deze
itoonstelling vooral willen la-
zien, is dat tuinieren niet
laar een bezigheid is, maar
product van maatschappe
en culturele opvattingen,
park of een tuin vertegen-
jrdigt ook ideeën en verlan-
Om die reden besteedt de
itoonstelling niet alleen aan-
aan tuinarchitectuur,
ook aan de verbeelding
het onderwerp tuin. De
door de ogen van kunste-
dichters en fotografen."
b jDe tentoonstelling Aardse Pa-
ijzen II behandelt de perio-
van 1770 tot 2000. In de ge-
iedenis van de tuinkunst
it de tweede helft van de
le eeuw een belangrijk keer-
it. De geometrisch aangeleg-
tuin maakt plaats voor de
ire landschapsstijl. Vanaf
moment wordt de tuin niet
ir beschouwd als een orde
die de grote ordening van
kosmos weerspiegelt, maar
_een reconstructie van het
i luurlijke, het niet door de
ens aangeraakte.
Met dit nieuwe natuurideaal
emt ook de belangstelling
m bomen, heesters en plan-
Ja toe en wordt de beleving
m de tuin persoonlijker. De
Bg: „Men gaat de tuin ook in-
*en in tonelen, in sferen. Hij
:et bijvoorbeeld vrolijk zijn of
lancholiek en dat heeft dus
erg te maken met persoon
ervaring. Wij noemen dit
ro I democratiseringsproces van
in tuin. Daarmee kan de tuin
i u en mij worden, wij kun-
(|l d ons ermee identificeren,
l alleen als verlengstuk van
ihuis, maar ook van onszelf,
tuin weerspiegelt ons en wij
|a! erspiegelen de tuin."
Tot ver in de 18de eeuw blijft
het bezit van een tuin voorbe
houden aan de bovenklasse.
Pas met de komst van wandel
parken, dierentuinen en kin
derspeeltuinen krijgt ook de
rest van de bevolking zicht op
groen. De aanleg van tuindor
pen en nieuwbouwwijken
brengt de tuin binnen het be
reik van de massa.
Een belangrijk deel van de ex
positie gaat over parken en tui
nen als dragers van maatschap
pelijke idealen en vernieuwing.
Tuinieren is volgens De Jong
namelijk niet iets onschuldigs:
„Een tuin kan ook worden in
gezet als politiek instrument.
Neem de tuinsteden. Die zijn
ontstaan als reactie op de ste
denbouw zoals bijvoorbeeld in
de Pijp in Amsterdam. Men
vond dat arbeiders recht had
den op een gezonder bestaan
en dat kon worden ingevuld
door een voor- en achtertuin.
Bovendien zou het omgaan met
de natuur en het zelf laten
groeien van bloemen en plan
ten goed zijn voor het leren
scheppen van orde en kweken
van geduld. Een gedachte die
door veel opvoedkundigen
wordt gedeeld. Kijk maar naar
de vroegere schooltuintjes."
Gelukkig hangt de essentie
van tuinieren niet af van ons
aantal vierkante meters. Ook in
een plantenbak of een verwij
derde stoeptegel kan iemand
zijn eigen paradijs scheppen.
Hoewel dat 'eigen' volgens De
Jong wel met een korreltje zout
moet worden genomen, want
tuinbladen en boeken schrijven
allemaal hetzelfde voor: „Idea
len en verlangens worden door
de commercie snel opgepikt.
Het geloof dat je echt iets van
jezelf in een tuin stopt is een
aardige paradox. Maar waar be
oordeel je de tuincultuur op?
Op de vorm? Of aan het plezier
De kunst en cultuur uit de pe- i>an Doesburgfontein,
riode 1890-1940 zijn voldtrekt Zou onze junior-wethouder
ondergewaardeerd. Toch durft Alexander eigenlijk zelf wel wil-
ons Stedeljk Museum De Laken- len, maar wordt hij (te) kort ge-
hal het aan om een tentoonstel- houden door de senior-wethou
ders Tjeerd
van Rij en Jan
Laurier? Ik
hoop maar
dat de nieuwe
burgemeester
onze Alexan
der wat steun
geeft om eens
een echt en
zichtbaar cul
tuurbeleid
vorm te ge
ven. Burge
meester drs
J.K.T. Postma
heeft zijn eer
ste culturele
optreden ach
ter de rug.
Met ik citeer
"een heuse
cowboyhoed
en twee plas
tic pistooltjes"
acteerde hij
de komende tentoonstelling nu
toch tot de verbeelding. De voor
beschouwingen zijn veelbelo
vend. De tentoonstelling inspi
reert ook tot andere activiteiten,
als de Amerikaanse stripheld
Lucky Luke. Hij kan zich cultu
reel revancheren door Leiden de
komende tijd (ook) te profileren
als stad van de Dageraad van de
die het oorspronkelijke initiatief Moderne Kunst. Met het voor de
Johan Heinrich Neuman (1819-1998) portretteerde de familie Metelerkamp in de achtertuin van hun huis aan de Nieuwe Gracht in Utrecht.
foto cpd
van het tuinieren? In de ogen
van veel Nederlandse tuinont
werpers vinden volkstuinen
geen genade, net als tuinkabou
ters, maar dat is een klasse-on
derscheid."
De afbeeldingen van volkstui
nen op de tentoonstelling laten
zien hoe in Nederland op veel
plaatsen met hartstocht tuin-
boontjes en kroppen sla wor
den gekweekt. De geschiedenis
leert dat dergelijke complexen
vaak zijn opgericht op plekken
die de stad over had, zoals
naast het spoor. Inmiddels zijn
juist die locaties veel geld
waard en worden in veel steden
de volkstuintjes opgedoekt. Een
slechte zaak, vindt De Jong:
„Waarom zou je wel alle trap
gevels in een stad tot de laatste
steen restaureren en volkstui
nen niet?"
Niet alleen volkstuinen ook
stadsparken lijden volgens de
tuinhistoricus onder het gebrek
aan visie en beleid. Verwaarlo
zing en vervuiling veranderden
de door de burgers en overheid
aangelegde parken uit de 19de
eeuw in afschrikwekkende
plekken en vieze hondentoilet
ten waarin niemand zich meer
waagt.
Aardse Paradijzen. De tuin
in de Nederlandse kunst, 1770
tot 2000. De Vleeshal, Grote
Markt 16 Haarlem, t/m 30 mei.
Ma t/m za 11.00-17.00 uur,
zon- en feestdagen 12.00-17.00
uur. Catalogus f 55,-.
versterken. Zo komt er een aan
sluitend zomerprogramma. Na
tuurlijk verschijnt er een rijke
lijk geïllustreerd boek.
Als opmaat voor de tentoon
stelling wordt overmorgen, 28
maart, een Dagerciadconcert ge
geven (15.00 uur in de Stadsge
hoorzaal). Centraal in dit con
cert staat het muziektheaterstuk
De Vliegende Hollander van
Matthijs Vermeulen en Marti-
nus Nijhoff; in 1930 voor het
eerst op eilandjes in de Kager-
plassen uitgevoerd. Daarnaast is
er zelfs een wereldpremière. Het
Tweede Pianoconcert van Jakob
van Domselaer (1890-1960) uit
halverwege de jaren twintig is
(voor zover bekend) nog nooit
uitgevoerd. Er is niets op tegen
om een muziekstuk pas na enige
decennia voor het eerst uit te
voeren. Na enige tijd kunnen we
de betekenis van een kunstwerk
vaak beter inschatten dan direct
na de totstandkoming ervan.
Nu besteedt de pers meer aan
dacht dan ooit aan de compo
nist van De Stijl' Van Domse
laer.
Er is ook niets op tegen om
bijvoorbeeld een ontwerp voor
een fontein pas jaren later uit te
voeren. De Stichting Vierkant in
Vierkant ijvert voor het alsnog
realiseren van het ontwerp voor
een fontein van Theo van Does
burg. Het ontwerp is uit 1917,
hetzelfde jaar waarin Theo van
Doesburg in Leiden De Stijl op
richtte. De leden van de raads
commissie cultuur lijken inmid
dels te zijn doordrongen van het
belang van het ontwerp. Zij
steunen het voorstel van Vier
kant in Vierkant. Alleen onze
wethouder cultuur Alexander
Pechtold stribbelt in de raads
commissie nog tegen bij het als
nog willen bouwen van de Theo
Dageraad zo kenmerkende
nieuwe elan.
Leiden geldt als de Hollandse
17de eeuwse stad bij uitstek. De
Leiden-promotie richt zich op
17de eeuwse kunstenaars als
Rembrandt en Jan Steen. Het
nieuwe project 'Sprekende Mo
numenten' is eveneens 17de-
eeuws georiënteerd. De domi
nante rol van de 17de eeuw be
lemmert echter het zicht op be
langwekkende en vernieuwende
ontwikkelingen in andere eeu
wen.
Bij de Breestraat en de achter
kant daarvan, de Marktenroute,
denkt echt niet iedereen aan de
gebouwen die dateren uit de pe
riode van de 'Dageraad'. Tot de
landelijke hoogtepunten beho
ren de Panderpassage uit 1907
(Breestraat 146), de voormalige
boekwinkel Breestraat 52 (uit
1933/34; nu NBBS), en het V
&Dgebouw aan de Aalmarkt
(1934/6).
In mijn vorige column pleitte
ik voor de herbouw van het Van
Nellegebouw(1927) aan de Aal
markt als start van het ambiti
euze Aalmarktproject. Zoals het
niet vreemd is om een muziek
stuk vaker uit te voeren of een
succesvol type woning te herha
len, is er is niets op tegen zo'n
belangrijk gebouw te herbou
wen. Een dergelijke herbouw
past naadloos in het profiel van
Leiden als stad van De Stijl en
de Dageraad; sterker: het zou
met de fontein van van Does
burg het symbool ervan kunnen
worden.
Een positief neveneffect van
de komende tentoonstelling in
De Lakenhal kan bovenal zijn
dat bij onze stadsbestuurders
het belang en het unieke karak
ter van de periode 1890-1940
voor Leiden gaan dagen.
xid Rundgren wordt via Internet onderhouden
INGELES HARRY DE JONG
sen hotelkamer in Los Ange-
zitten Todd Rundgren en
{l^go Starr te foeteren op die
lijke haaien' van de grote
tenmaatschappijen. „Geld
en die geen oog hebben
t de menselijke kant van
artiesten, moppert R'und-
fDat is Ringo roerend met
eens. Het illustere tweetal
op dit moment met ande-
oude helden' als Gary Broo-
en Jack Bruce door Ameri-
En overal waar ze komen
ioflfde zalen uitverkocht. Je zou
dat Rundgren niet veel
dagen heeft, want alle elpees
hij vanaf de jaren zeventig
akte, zijn op dit moment
volop in Nederland te
p De Engelse platenmaat-
appij Casüe is namelijk be-
om alles wat Rundgren ooit
nnyl heeft geperst, op cd uit
'rengen. En dat betekent dat
ïidarische albums als 'Runt'
The Ballad Of Todd Rund-
i' weer in elke platenwinkel
sn te pronken.
'pees die Todd maakte toen
producer werkzaam was
studio's van het Ameri-
Bearsville-label. Ter
ipensatie van zijn produc-
trk voor groepen als Bad-
W en Grand Funk Railroad
dit Rundgren in de spaarza-
4vrije studiouurtjes 'zelf wat
ri'. Hij stroopte de plaatse
muziekwinkels af en kocht
suf aan instrumenten. Als
eenmansorkest bracht hij
jg volgens vele nachten' door in
Bearsville-studio's en vol
de aldus nummers die je
3 teraf klassieke psychedeli-
ePop zou kunnen noemen,
idgren is altijd een vreem
and in de bijt gebleven,
in de loop der jaren
tornde hij niet om zijn
Todd Rundgren: „Platenmaatschappijen willen je altijd naar hun pijpen laten dansen."
vroegere composities door de
mangel te halen en in een easy
tune- of tangojasje te hijsen.
Denk echter niet dat Todd,
Rundgren een mompelende
nostalgicus is geworden, die
vindt dat alles vroeger veel be
ter was. Integendeel, de Ameri
kaan was een van de eersten die
het belang van Internet voor de
popmuziek ontdekte.
Rundgren heeft allang geen
contract meer met een platen
maatschappij. De nieuwe num
mers die hij maakt, biedt hij
aan via Internet. En het aantal
downloaders groeit met de dag.
Internet betekent voor Todd
Rundgren totale artistieke vrij
heid en voor de fan een goed
kope manier om aan zijn mu
ziek te komen. Je hoeft je alleen
maar te abonneren op de web
site van Todd en vervolgens
wordt alles je voor een paar
centen toegeworpen. „Daar
naast geef ik ook nog een ma
gazine uit waarin alles staat
waar ik mee bezig ben", aldus
Rundgren.
„Dat blad gaat de hele wereld
rond. Met de opbrengsten van
de abonnementen op dat blad
en mijn website op Internet
ben ik in staat nieuwe num
mers te maken. Mijn fans hou
den mij dus eigenlijk financieel
in stand. Vanaf november vorig
jaar heb ik vijf nieuwe muziek
stukken op Internet gezet en de
belangstelling daarvoor is
enorm. Aan het eind van dit
jaar hoop ik een cyclus van
songs af te ronden en mis
schien dat dan een selectie
daaruit op een reguliere cd
wordt gezet."
„Ik vind dit een geweldige
manier om met muziek bezig te
zijn", stelt Todd Rundgren.
„Platenmaatschappijen willen
je altijd naar hun pijpen laten
dansen. En daar pas ik voor. Ik
zit al dertig jaar in het vak en
laat me niet meer de wet voor
schrijven door een jong broekje
dat nog in de luiers lag toen ik
al op het podium stond. Inter
net is ook heel direct: ik bereik
nu precies de mensen die ik wil
bereiken. Want alleen de echte
liefhebbers surfen naar mijn si
te. Ik denk trouwens dat de pla
tenbazen zo langzamerhand
met het zweet in de handen
staan te kijken naar de ontwik
kelingen op Internet."
„Met een MP3-format kun je
immers al je eigen cd's van top
kwaliteit vastleggen. Dat proces
heeft in minder dan een jaar
een enorme vlucht genomen en
zal zeker van invloed zijn op de
reguliere cd-verkoop. Internet
is de grootste bedreiging van de
platenindustrie, neem dat maar
van mij aan. Maar ik ben alleen
maar blij, want ik heb het ge
voel van vroeger weer te pak
ken. De tijd dat je als artiest niet
gefixeerd was op platenver-
koop, maar je alleen maar mu
ziek wilde maken. Ik ben dank
zij Internet dus weer terug bij
waar ik begon. De tijd dat ik
nog voor een klein publiek
stond te spelen, mensen die
echt waren gekomen om naar
mij te luisteren."
Het saxofoonsextet, opgebouwd rond een kern
van bekende Nederlandse musici, heeft dezelfde
eigenaardigheid als andere formaties die geleid
worden door baritonsaxofonist Ad Peijnenburg;
voor elke tournee wordt een aansprekende bui
tenlandse muzikant met een grote staat van
dienst uitgenodigd. Dit jaar waren het er zelfs
twee die overigens alleen bij insiders bekend zijn.
De Amerikaan Andrew White en de Japanner Ka-
zutoki Umezu zijn van die ikonen zonder wie de
recente jazzgeschiedenis een stuk minder inte
ressant zouden zijn. Altsaxofonist Umezu is een
spil in de Japanse muziekscene die ervan houdt
ogenschijnlijke tegenstellingen bijeen te voegen.
Uitgerekend van hem was het Keltisch geïnspi
reerde 'Belfast' dat in twee verschillende versies
onbekommerde vrolijkheid combineerde met ge
ëmotioneerd solowerk.
Multi-instrumentalist White, die met zijn drie
luik 'Three Jazz Parodies' op de tenorsax popcli-
che's een nieuw leven inblaast, weet het ouder
wetse bop-handwerkmoeiteloos te combineren
met meer hedendaagse vormen. De Nederlandse
inbreng bij het sextet is tenminste zo belangrijk;
compositorisch is deze gelijk verdeeld over bas-
saxofonist Klaas Hekman, sopranino-saxofoniste
Mariëtte Rouppe van der Voort, sopraansaxofo
nist Dies Le Due en natuurlijk Peijnenburg zelf.
Het meest opvallende bij dit qua persoonlijkheid
heterogene gezelschap en het gevarieerde reper
toire dat het hele gebied tussen de swing en de
hedendaagse muziek bestrijkt, is de evenwichtige
muzikale kwaliteit. Voor Ad Peijnenbrug is het
trouwens een erezaak dat elke editie van de Zes
Winden een geheel nieuw programma speelt. Bij
vlagen was het samenspel vooral in het begin wat
onwennig en zwaar op de hand, maar het grote
bereik in klankkleur en een zekere speelsheid in
arrangementen deden dit teniet.
THEATER
RECENSIE DICK VAN TEYLINCEN
Voorstelling: 'De kale huurder' door Su
ver nuver, naar The trial van Orson
Welles en Der Prozess van Franz Kaf
ka. Gezien: 25/3, LAKtheater, Leiden.
Nog te zien aldaar vanavond.
De stoere Friezen van Suver
nuver zijn nergens bang voor.
De kale huurder is de middel
ste voorstelling van een drie
luik naar bestaande teksten.
De eerste van de drie was een
free-fight naar The family van
Lodewijk de Boer, voor de der
de gaan ze uit van de Ameri
kaanse rechtbankjuryklassie-
ker De twaalf gezworenen van
Reginald Rose.
Kafka's Der Prozess is een
geniaal horrorverhaal. Orson
Welles maakte er de film The
trial van, en die werd weer de
basis voor De kale huurder.
Een ambtenaar wordt van zijn
bed gelicht en gearresteerd.
Wel wordt hem enige vrijheid
gelaten, die hij gebruikt om te
onderzoeken waarvan hij be
schuldigd wordt en, als dat
niet lukt, zich in te dekken
voor het proces dat waar
schijnlijk volgt. Met al zijn ac
ties komt hij van de regen in
de drup. Hij zegt steeds on
schuldig te zijn. Had hij daar
nou maar naar gehandeld, dan
was er weinig aan de hand ge
weest, maar door de aange
koekte randjes schuld die hij
uit zijn geheugen en zijn ka
rakter schraapt, laat hij zelf alle
vaste grond onder zijn voeten
wegkantelen. Met uiteraard
noodlottige gevolgen.
Voor deze voorstelling is Su
ver nuver (Peer van den Berg,
Dette Glashouwer en Henk
Zwart) uitgebreid met musicus
Joop van Brakel. Zijn bijdrage
mist zijn effect niet, en schept
met de staalconstructies in het
decor van Sanne Danz een
sterke achtergrond voor de on
bekende dreiging. Regisseuse
Moniek Merkx schreef dialo
gen voor korte scènes en de
groep vulde die gaandeweg in.
In het vormgeven van buite
nissige personages en ver
vreemdende situaties is de
groep altijd sterk geweest.
Toch is de kwaliteit nogal wis
selend. Sommige scènes zijn
niet ver genoeg doorgewerkt
om te verrassen, andere leve
ren prachtige visuele effecten
op, zoals de magazijnbediende
die papiersnippers naar bene
den gooit. Altijd leuk zijn ook
de confronterende beelden,
zoals de verwijzing naar de
plasseksfoto van Serrano. Alles
bij elkaar is De kale huurder
een voorstelling die net een
stap verder nodig had gehad
om echt beklemmend te wor
den.