De lijn van Mengelberg naar Chailly
Dichter Jacques Perk typisch overgangsfiguur
Nieuwe thriller Patterson
bloederig en beklemmend
")e uitzichtloosheid van
Boeken
Hollandse polderklei
J aagland: loodzware roman van Boomsma
gel
Honderd jaar Passie-traditie Concertgebouworkest
ROMAN RECENSIE
g populair is de politieke ro-
jn niet in onze letteren. En
lis jammer, want er moeten
ih fascinerende verhalen zit-
11 in al de parlementaire en-
jtes. Natuurlijk, Tomas Ross
René Appel verwerken nogal
maatschappelijke commo-
in hun thrillers, maar om de
of andere reden worden die
i altijd weer in een apart
ltl)e gestopt waar het dan ook
er heel moeilijk uitkomt.
Ret oeuvre van Graa Booms-
i (1953) is een prettige uit-
eda idering. Zijn roman De idi-
™van de geschiedenis (1986),
1992 herschreven als De laar-
tyfoon, veroorzaakte een
;e nationale rel. Oud-mili-
P ren, ooit met zijn tweehon-
dduizenden in de jaren
irtig op oorlogspad naar In-
nesië gestuurd, voelden zich
raden en belasterd door de
leur maar verloren de rechts-
ik.
in Laagland speelt ons
litiek niet zo frisse verleden
rol, zij het minder domi-
Want de twee jaren die
it Andreas Volleman in
[begin van de jaren zestig in
Guinea doorbrengt,
in door Boomsma vooral
tologisch, nauwelijks
ttschappelijk, laat staan po-
jeduid.
Andreas in 1963 terug-
ït in zijn Noord-Hollandse
Iderdorp is zijn vader overle-
is zijn moeder nog even
selachtig en autistisch, is
tien jaar jongere broertje
ird in de restanten van wat
een gezin was, opgegroeid
een veertienjarige gekwelde
tier en is het instinctieve
jgen van het dorp precies
relfde gebleven,
laar gefluisterd en gekeken
^meroddeld wordt er natuur-
^wvel. De dorpsmalloten - een
^Ssofische bakker, een Hon-
^frse fotograaf, een alziende
ouw die nooit meer bui-
komt - verwoorden, leggen
en beschrijven de brok-
kken van een tragische fami-
;eschiedenis. Dood, leegte,
raad en verlies spelen daarin
spel dat wel somber en he
mmend is maar mij toch ook
lelijk onberoerd liet. Debet
iraan zijn de lange innerlijke
nologen waarin de persona-
zichzelf en alle anderen
analyseren en interpreteren zo
dat er voor de lezer weinig te
raden overblijft. Hoe tragisch
hun geschiedenissen ook zijn,
verbonden met hen voel je je
zelden. In het motto wordt Don
DeLillo geciteerd: 'Longing on a
large scale is what makes histo
ry.' Jammer dat die hunkering
vooral beschreven wordt, dat ik
er al lezend buiten blijf. Mijn
hunkering is het in elk geval
niet geworden.
Laagland is een existentialis
tische roman waarin de beken
de tegenstelling van Camus -
solidair en solitair - maar weer
eens van stal wordt gehaald.
Waarin vrijwel iedereen wor
stelt met zingevingsvragen.
Maar Boomsma heeft ook een
historische roman willen schrij
ven over die andere tijden die
zich aankondigden, waar Dylan
over zong en waar de dood van
Kennedy zo abrupt een einde
aan leek te maken. En natuur
lijk is Laagland ook nog een
psychologische en een
bildungs- en een ontwikke
lingsroman vol dubBelpersona-
ges, structurele gelaagdheden,
een ingenieuze hoofdstukinde
ling en ook nog een dood
broertje waar tot in de laatste
zinnen op een macabere ma
nier naar gezocht wordt.
Ook het ontbreken van relati
vering, van een greintje humor
maakt deze ambitieuze roman
loodzwaar. Eigenlijk is het een
boek denk ik waar geen lezer op
zit te wachten. Geen nieuwe,
verrassende inzichten, een
sombere, bijna naturalistische
inhoud, en een stijl die al even
vlak is als de ruimte waarin de
treurigheden zich afspelen.
Op 8 april 1899 begeleidde
het Concertgebouworkest
in het Concertgebouw de
eerste uitvoering van
Bachs Matthaus Passion
door het Amsterdamse
Toonkunstkoor onder lei
ding van Willem Mengel
berg. Honderd jaar gele
den: goede aanleiding voor
een boek over honderd
jaar betrokkenheid van het
beroemde orkest bij uit
voeringen van Bachs
meesterwerk. Dat boek is
er nu ook, maar uit de in
datzelfde boek opgeno
men uitbundige hoeveel
heid statistisch materiaal
blijkt dat die datum en het
daaraan verbonden 'jubi
leum' ietwat aanvechtbaar
zijn. Immers, al op 25 april
1891 werkte het Concert
gebouworkest mee aan de
eerste Toonkunst-uitvoe
ring van de Matthaus Pas
sion, onder leiding van Ju
lius Röntgen, in J 893 bege
leidde het orkest Toon
kunst Haarlem, in 1895
weer Toonkunst Amster
dam, in 1896 en 1898
Toonkunst Leiden.
BOEK RECENSIE
RENÉ DE COCQ/CPD
'De Matthaus Passion - 100 jaar passie-
traditie van het Koninklijk Concertge
bouworkest' Teksten: Christian Martin
Schmidt. Johan Giskes, Emile Wennekes,
Fnts Zwart, Wolfgang Dinglinger e a Uit
gave Thoth Bussum i.s.m Koninklijk Con
certgebouworkest, gebonden uitgave met
cd Prijs 65,00,
De ondertitel van het feestboek
De Matthaus Passion, 100 jaar
passietraditie van het Konink
lijk Concertgebouworkest, lijkt
dus niet helemaal gedekt door
de historische werkelijkheid.
Temeer omdat het orkest zelfs
al in 1889 meewerkte aan een
uitvoering van de Johannes
Passion door het Leidse Toon
kunstkoor onder leiding van
Daniël de Lange; de Johannes
Passion behoort onomstreden
ook tot Bachs 'passiemuziek' en
zodoende is de stelling houd
baar dat die 'passietraditie' van
het Amsterdamse orkest eigen
lijk al 110 jaar oud is.
Maar ook het uitgangspunt
van 100 jaar is te verdedigen.
Immers: in 1899 stond de uit
Uitvoering van de Matthaus-Passion onder leiding van Willem Mengelberg in 1916.
voering onder leiding van Wil
lem Mengelberg, die zowel diri
gent was van het Amsterdamse
Toonkunstkoor (aangesteld in
1898) als van het Concertge
bouworkest (aangesteld in
1895). En juist hij was de man
die het te hooi en te gras bege
leiden van koren in de regio
omzette in de opmerkelijke
Palmzondag-Matthaus-traditie
die het Concertgebouworkest is
gaan kenmerken.
Hij was de drijvende kracht
achter het elk jaar weer her
scheppen van Bachs impone
rende verklanking van het pas
sieverhaal op basis van Mat-
theus' evangelietekst en de (in
middels literair behoorlijk om
streden) rijmelarij van zijn
huisdichter Picander. Het is dus
begrijpelijk dat het orkest juist
die eerste keer van de langjarige
samenwerking tussen Toon
kunst en Concertgebouworkest
onder Mengelberg als meet
punt heeft genomen voor dit
boek.
Het is een indrukwekkend
werkstuk geworden, dat zowel
de al genoemde statistiek in
zich bergt (wie zong en speelde
wanneer mee onder wiens lei
ding, pagina's vol nauwgezet
archievenspeurwerk van Nico
Steffen), als de dikke en dunne
muzikale en historische lijnen
die kunnen worden getrokken
vanaf Mengelbergs eerste be
moeienissen tot en met het ko
mende Matthaus-debuut op 28
maart van de huidige chef-diri
gent, Riccardo Chailly.
Het lees- en kijkboek is voor
zien van een unieke cd, waarop
Matthaus-fragmenten zijn te
horen uit verleden en heden.
Opnamen uit 1939 onder Men
gelberg (al bekend van de Phi-
lips-heruitgave), uit 1958 onder
Eduard van Beinum (opname
Wereldomroep), uit 1970 onder
Eugen Jochum (opname AVRO)
en uit 1985 onder Nikolaus
Harnoncourt (bekend van de
Teldec-cd) leiden naar een
veelbelovende preview van hoe
Chailly het zondag gaat doen.
Twee stukken: het koraal O
Haupt voll Blut und Wunden
en het slotkoor Wir setzen uns
mit Tranen nieder, in januari
1999 opgenomen (gelukkig
zonder publiek, dus zonder ge
hoest en gekuch en gestommel)
met het huidige Concertge
bouworkest en het Groot Om
roepkoor.
Hoe belangrijk de makers
hun boek ook vinden, het be
langrijkst vinden ze de muziek.
Vandaar dat de cd een wel bij
zonder prominente plaats is
toegekend: de vormgever heeft
het plaatje op de voorkant van
het boek bevestigd, en het is zo
danig bedrukt dat het deel uit
maakt van de Rembrandt-ets
die daar is afgedrukt. Aardige
vondst van Studio Hans Lem-
mens.
Los van de breed opgezette
geschiedschrijving rond de
Matthaus-uitvoeringen is het
boek ook muziekhistorisch in
teressant vanwege de breed
weergegeven overwegingen
rond de betekenissen van
Bachs meesterwerk en de uit
voeringspraktijk (de opvattin
gen van Mengelberg tegenover
die van Anthon van der Horst,
de ontwikkeling van romantiek
naar reconstructie en de daarbij
behorende 'richtingenstrijd', de
toelaatbaarheid van coupures
in het voetspoor van Mendels
sohn).
Belangwekkend is ook de vi
sie van Chailly, vastgelegd in de
vorm van een interview, die een
pleidooi houdt voor de roman
tische en dramatische aanpak,
maar zonder de inmiddels ver
worven subtiliteiten van de
nieuwe school te verwerpen.
Hij heeft naar eigen zeggen
twintig jaar gewacht, omdat hij
eerst als dirigent wilde rijpen
voor deze muzikale uitdaging,
voordat hij toe was aan 'zijn'
Matthaus, en hij heeft uitzon
derlijk intensief onderzoek ge
daan naar de bronnen en de
voorbeelden. Onder die laatste
FOTO UIT BOEK
ziet hij zeker ook Mengelberg
zelf, naar wie hij regelmatig ver
wijst. In die zin toont Chailly
zich hier een waardig beheer
der van de Concertgebouw-er
fenis.
Het nieuwe elan dat Chailly
geeft aan de Palmzondag-tradi
tie (overigens is de Concertge-
bouworkest-Matthaus lang niet
altijd op Palmzondag zelf uitge
voerd) is een aardig aspect van
de eigenlijk steeds weer verba
zingwekkende Matthaus Pas-
sion-gekte die muzikaal Neder
land kenmerkt.
De Amsterdamse traditie, de
Naardense traditie, de talloze
uitvoeringen van het werk door
oratoriumverenigingen door
het hele land, sinds vorig jaar
de meezing-Matthaus in de
Amsterdamse Mozes en Aaron-
kerk: wij vinden het allemaal
maar heel gewoon, maar eigen
lijk is het heel bijzonder. Dit in
teressante (en prachtig verzorg
de) boek is daar een zoveelste
getuige van.
Gedichten kunnen dankzij heruitgave verantwoord de volgende eeuw in
POEZIE RECENSIE
NOP MAAS
Perk. Gedichten Met voorrede van
C. Vosmaer en inleiding van Willem
Bezorgd door Fabian R.W. Stolk. Del-
As. Uitgeverij Bert Bakker. Prijs:
49.90.
nands reputatie in de litera-
irgeschiedenis hangt uiter-
samen met de kwaliteit
de teksten die hij levert,
ar het toeval spreekt toch
een woordje mee. Jacques
k (1859- 1881) geldt als de
;estorven dichter die aan
wieg stond van het poëtisch
til dat als de Beweging van
:htig de geschiedenis in is
aan. Het is maar de vraag of
hem nu ook op deze manier
len kennen, als hij langer
•fd had, of niet een tijdje
iend geweest was met Wil-
Kloos. In zijn
(ir-historische beschou-
bij deze heruitgave van
s Gedichten laat Fabian
Stolk zien dat Perk een ty-
le overgangsfiguur was. De
oeienissen van Willem
s hebben hem gemaakt tot
leraut van de nieuwe poë-
een zekere reputatie als
ter op grond van publica-
in tijdschriften. De jonge
fm Kloos was er alles aan
jen om als tekstbezorger
e treden van het werk van
vriend. Nu ja, 'vriend' is
veel gezegd. Eigenlijk was
riendschap tussen Perk en
al voorbij. De familie gaf
voorkeur aan een reeds
tiveerde letterkundige met
werk te belasten. Kloos
5de erin de Haagse letter-
ïige Carel Vosmaer voor
karretje te spannen en
i deze omweg het werk in
jen te krijgen. Kloos' ingre-
in de tekst zijn aanzienlijk.
Hathilde-krans' bestond in
bedoeling uit honderd
netten of meer. Kloos
ht hem terug tot 72 gedich-
Hij veranderde de volgorde
ierschreef menige regel,
bos legde zijn Perk-beeld
in een in memoriam dat
publiceerde in De Neder-
jsche Spectator en in een
iding bij de boekuitgave van
Gedichten. Beide teksten
m manifesten voor de
THRILLER RECENSIE
De op 22-jarige leeftijd gestorven dichter Jacques Perk
nieuwe poëzie. In het pole
misch getoonzette in memori
am claimde hij de poëzie als
een gave van weinigen voor
weinigen: voor de kleine en stil
le gemeente. En dat woord 'ge
meente' staat er niet voor niets.
Voor Perk, Kloos en de andere
jonge dichters moesten poëzie
en kunst de plaats van de gods
dienst innemen. De nieuwe
poëzie vroeg om dichters die
zich boven huiselijke thematiek
verhieven. Volgens Kloos smol
ten in de gedichten van Perk de
geliefde, de natuur en het god
delijke ideaal van de schoon
heid samen. De nieuwe dichter
moest zijn allerindividueelste
emotie bovendien op allerindi
vidueelste wijze uitdrukken in
beelden en klanken.
Helemaal nieuw was het alle
maal natuurlijk niet. De gods
dienst van het schone bijvoor
beeld vond ook in Vosmaer een
aanhanger. Perk bezingt haar
onder andere in de terzinen van
het sonnet Dein Theos.
'Schoonheid, o gij, wier naam
geheiligd zij,/ Uw wil geschie
de; kóme uw heerschappij;/
Naast u aanbidde den aard
geen andren god!' Daarmee
verwoordde hij een gedachte
die ook bij anderen leefde. En
kele jaren eerder had de taal
kundige Eelco Verwijs al een
bescheiden rel veroorzaakt
door - in proza - de Venus van
Milo toe te spreken met aan het
'Onze Vader' ontleende termen:
'Lieve vrouwe der eeuwige
schoonheid, rein en vlekkeloos
als het schuim der zee, waaruit
gij werd geboren! Uw koning
rijk, het rijk van het eeuwige en
ware schoone kome. Uw geest
vervulle den hemel en de we
dergeboren aarde' etc. Mis
schien heeft deze tekst van Ver
wijs Perk nog wel als voorbeeld
gediend.
De Gedichten van Perk zijn
PR-ILLUSTRATIE
nu in een uitstekende editie
herdrukt. Het gaat om de uitga
ve van 1882 (inclusief de voor
rede van Carel Vosmaer en de
inleiding van Willem Kloos).
Fabian Stolk heeft de teksten
uitputtend geannoteerd en le
vert bovendien een instructieve
literair-historische beschou
wing en een literatuuropgave.
In deze editie kunnen de Ge
dichten van Perk (met klassieke
regels als 'Klinkt helder op, ge
beeldhouwde sonnetten' en 'Ik
ben geboren uit zonnegloren/
En een zucht van de ziedende
zee') verantwoord de volgende
eeuw in.
MARIËLLE NULAND
James Patterson - Kat en muis, uitgeverij Het Spectrum,
379 pag., f34,90.
Tientallen gruwelijk verminkte lijken en li
ters, heel veel liters bloed. Dit zijn de voor
naamste ingrediënten van Kat en muis,
het nieuwste boek van de Amerikaanse
auteur James Patterson. Lezers met een
zwakke maag kunnen dit boek beter links
laten liggen. Patterson, winnaar van de
prestigieuze Edgar Award, lijkt een voor
liefde te hebben voor bizarre moorden. In
één van zijn vorige boeken, De regels van
het huis (verfilmd onder de titel: Kiss the
girls met onbder anderen Morgan Free
man), worden de slachtoffers langzaam
uitgedroogd. Dit keer past één van de twee
gestoorde moordenaars anatomielessen
toe bij zijn nog levende slachtoffers.
Kat en muis is alweer de vijfde thriller
met de zwarte politieman Alex Cross in de
hoofdrol. De rechercheur krijgt te maken
met een oude bekende: seriemoordenaar
Gary Soneji. De briljante killer uit Op zoek
naar Maggie Rose laat een spoor van stof
felijke resten na met maar een enkel doel:
een spel spelen met Cross. Soneji wil
wraak op de man die hem vijf jaar geleden
achter de tralies heeft gestopt.
Stations en treinen, daar draait het in de
allemaal om in de geest van Soneji. Vroe
ger heeft hij dagenlang opgesloten gezeten
in de kelder van zijn ouderlijk huis. Aan
vankelijk was hij doodsbang, maar hij
heeft zichzelf geleerd om van de kelders te
gaan houden. Nu beschouwt hij stations als w
te kelders. Zijn eerste moordpartij vindt dan ook
plaats op Union Station, het grootste station van
Washington. Met een geweer opent hij het vuur
op willekeurige reizigers. Zeker vijf mensen vin
den de dood.
Een bloederig spoor achterlatend trekt Soneji
verder. Tot het tot een keiharde confrontatie
komt met Cross op het New Yorkse Grand Cen
tral Station. Soneji's ultieme kelder.
En of deze psychopathische moordenaar al
niet voor genoeg ellende heeft gezorgd, ver
schijnt er een tweede zo mogelijk nog gestoorde
re killer ten tonele: Mr. Smith. In de media doen
geruchten de ronde dat de moorden het werk
moeten zijn van een buitenaards wezen, een
alien. Zulke gruweldaden zijn nog nooit ge
pleegd. Dè moordenaar gebruikt zijn slachtoffers
voor zijn eigen anatomielessen. Hij snijdt ze
open terwijl ze nog leven en haalt één voor één
de organen eruit. Er lijkt totaal geen volgorde in
zijn keuze van de slachtoffers te zitten.
Soneji en Mr. Smith vertonen geen enkele
overeenkomst. De enige schakel vormt een FBI-
agent Thomas Pierce. Raar toeval blijkt dat Pier
ce's vriendin het eerste slachtoffer van Mr. Smith
is geweest. Langzamerhand rijst het vermoeden
dat er iets niet in de haak is met Pierce. Cross
wordt op de zaak gezet en samen met de FBI
komt hij achter de verschrikkelijke waarheid.
De ontknoping is enigszins voorspelbaar én
het antwoord op de vraag waarom Mr. Smith de
ze gruwelijke moorden heeft gepleegd blijft on
bevredigend. Paradoxaal genoeg maken de ex
treem gewelddadige moorden het boek ook
enigszins ongeloofwaardig. Mr.Smith heeft meer
dan twintig moorden op zijn naam staan en ook
Soneji heeft een positief saldo. De échte serie
moordenaars die als voorbeeld dienen voor So
neji lijken bijna lieve jongetjes in vergelijking
met deze twee gekken.
Toch maken de spanning die van de bladzij
den afdruipt en de beklemmende sfeer dit boek
tot een van de betere thrillers, maar bovenal
meer luguber en bloedstollender. De vlotte ver
teltrant van Patterson en de korte hoofdstukken
zorgen voor vaart en afwisseling. De New York
Times schreef: 'Ruw en bloedstollend genoeg
voor twee thrillers'. Misschien had Patterson dat
moeten doen: van dit ene boek twee maken.
Vooral omdat er geen enkel verband bestaat tus
sen beide geniale moordenaars waardoor er
twee verhaallijnen ontstaan. Maar spannend
blijft het...