Nog geen opvolger voor de Concorde
'Kernenergie over twintig jaar broodnodig'
Rotorline voorziet groei onder Deense vlag
rii
s lh
W
E-mailcenters
sterk in opkom
Economie
m
MAANDAG MAAK I 'IS
Nieuwe supersonische generatie ook na 30 jaar nog niet in zicht
Ze is dertig en nog altijd doet haar ranke verschijning de
mensen opkijken van hun bezigheden als zé langskomt.
Zelfs in plaatsen rond het vliegveld Charles de Gaulle bij
Parijs, waar de Concorde toch een dagelijkse verschij
ning is. Maar naarmate de dertien toestellen van Air
France en British Airways ouder worden, beginnen velen
zich zorgen te maken over de toekomst van de superso
nische luchtvaart.
luxe-vluchten. Air France voert
er ruim 50 per jaar uit. Lijn
diensten op andere bestem
mingen hebben niet aan hun
beloften voldaan. Wegens ge
brek aan passagiers moest Air
France de vluchten tussen Pa
rijs en Rio de Janeiro staken.
Volgens Air France kan de be
staande vloot nog acht jaar vei
lig mee. Na een complete revi
sie, die ongeveer een jaar vergt,
zal elk toestel nog tot 2015 mee
kunnen en na een tweede revi
sie misschien zelfs tot 2030.
„Daarna blijft de civiele super
sonische luchtvaart een groot
vraagteken", zegt Debouck.
Vooralsnog is de Concorde
een van de veiligste toestellen
ter wereld. Afgezien van een
klapband bij een harde landing
in 1979, waarna het ontwerp
werd aangepast, hebben zich
geen noemenswaardige inci
denten voorgedaan.
Voor Frankrijk en Groot-Brit-
tannië bracht het Concorde-
project erkenning van hun
technologisch vernuft. De ont
werpers hebben een groot aan
tal technische doorbraken op
hun naam staan, waaronder de
hittebestendige grafietremmen
waarmee ook de Airbus en
Boeing 777 zijn uitgerust.
Sommige militaire vliegtui
gen kunnen hogere snelheden
bereiken, maar niet één kan zo
lang achter elkaar Mach-2 vlie
gen als de Concorde, die de At
lantische oceaan met meer dan
2.000 kilometer per uur over
steekt in ongeveer 3,5 uur. min
der dan de helft van de tijd die
MARYLIN AUGUST
„Er staat nergens in Europa een
tweede generatie Concorde op
de tekentafel", zegt Henri Perri-
er, die als hoofdingenieur de
leiding had toen de Concorde
op 2 maart 1969 het nest in
Toulouse voor haar eerste
vlucht verliet. „Het is een pe
perduur project waarin zeker
vijftien jaar werk zit.
De enorme ontwikkelings
kosten deden het Amerikaanse
Boeing afgelopen najaar beslui
ten zich terug te trekken uit een
onderzoeksgroep die de moge
lijkheden van een nieuw super
sonisch passagiersvliegtuig be
studeert.
Vanwege de eigen ontwikke
lingskosten van de Concorde
vragen velen zich af of het toe
stel dat rijken en beroemdhe
den twee keer zo snel als het
geluid tussen Parijs of Londen
en New York heen en weer
vliegt wel een succes is. Air
France en British Airways vin
den van wel. De Concorde is
winstgevend, ook al zijn ge
woonlijk maar veertig tot ze
ventig van de honderd stoelen
bezet, zegt Frank Debouck van
Air France.
Die passagiers betalen een
lieve duit. Een retourtje Parijs-
New York kost 18.000 gulden,
ongeveer een kwart meer dan
een gewoon eersteklas ticket.
Londen-New York v.v. kost bij
na 20.000 gulden. De twee
maatschappijen gebruiken hun
Concordes ook voor speciale
conventionele straalvliegtuigen
ervoor nodig hebben.
Van lawaai of turbulentie
hebben de passagiers geen last.
Zij krijgen champagne te drin
ken en eersteklas eten. Zij zijn
van alle gemakken voorzien -
behalve films. Toen het toestel
op de tekentafel stond waren
videosystemen nog veel te
zwaar. Het 110 ton zware pro
totype dat dertig jaar geleden
voor het eerst het luchtruim
koos had geen passagiersstoe
len. Alleen een cockpit, een ca
bine zonder ramen vol meetap
paratuur en een vierkoppige
bemanning die luchtvaartge
schiedenis schreef.
„Wij waren totaal niet ner
veus", herinnert Perrier zich.
„Wij hadden maandenlang ge
oefend op vluchtsimulators."
Afgezien van een defecte air
conditioning waardoor de tem
peratuur in de cabine opliep tot
dertig graden Celsius deden
zich op die eerste vlucht - op
3.000 meter hoogte bij een snel
heid van 450 kilometer per uur
- geen problemen voor. Maar
het duurde daarna nog zeven
jaar voor de eerste commerciële
vlucht, op 21 januari 1976.
Voor velen was echter de eer
ste landing op Kennedy Airport
in New York, op 10 oktober
1977, de zoetste overwinning.
Met het oog op de motorherrie
hadden omwonenden van de
luchthaven en milieugroepen
met succes een lobby uitge
voerd voor een verbod van de
Concorde.
„De Amerikaanse autoriteiten
lieten ons uiteindelijk weten dat
we mochten landen, mits we de
geluidsmeters die op bepaalde
plekken rond de luchthaven
waren opgesteld, niet zouden
doen uitslaan", aldus Debouck.
„Hebt u zich ooit afgevraagd
waarom de Concorde bij starts
en landingen op Kennedy zulke
bruuske bochten maakt? Om
dat onze piloten hebben ge
leerd hoe ze de geluidsmeters
moeten ontwijken."
De Concorde, dertig jaar, maar nog altijd een opvallende verschijning.
Delftse hoogleraar prof. ir. Koujfeld
„Je zou de stroom eens moeten uitdoen tijdens de fi
nale van het WK voetbal. Met zo'n schok zou je wel
licht bereiken dat de mensen beseffen dat de energie
die we gebruiken opraakt en doorbreek je misschien
het taboe op kernenergie." Volgens prof. ir. Kouffeld,
scheidend hoogleraar Energievoorziening aan de TU
in Delft, zullen we over twintig jaar kernenergie
broodnodig hebben en mogen we de kennis daarom
niet verloren laten gaan.
Hij is er heilig van overtuigd. En niet alleen door
zijn eigen berekeningen, ook Shell heeft een dergelij
ke prognose op papier gezet: Over twintig jaar zal de
vraag naar energie gigantisch zijn en zal tegelijkertijd
het aanbod van fossiele brandstoffen drastisch afne
men.
En zelfs als er, tussen nu en dan, nieuwe voorra
den olie en gas worden gevonden en de energiecrisis
pas over dertig of veertig jaar toeslaat, komt er een
einde aan de voorraden. „Dat is per definitie zo met
voorraden, eens zijn ze gewoon op."
Vooral de toenemende vraag in de ontwikkelings
landen alsmede de bevolkingsgroei is daar debet
aan. „Je kunt het de mensen in die landen niet kwa
lijk nemen dat ze ook wel eens een koelkastje willen
en niemand stopt voorlopig de groei van de wereld
bevolking." Het gebruik van kernenergie is in zijn
ogen daarom onvermijdelijk. Alternatieve, duurzame
energiebronnen kunnen voorlopig niet in de ener
giebehoefte voorzien. Daarvoor is nog minstens
honderd tot tweehonderd jaar ontwikkeling nodig.
De hoogleraar pleit daarom voor de bouw van een
nieuwe generatie kleine kerncentrales. Deze hebben
een capaciteit van ongeveer 25 MegaWatt (MW), vol
doende om een stad als Delft van energie te voor
zien. Kouffeld: „Ze zijn absoluut veilig, fundamen
teel ongeschikt voor de productie van wapens en
hun afvalprobleem is overzienbaar."
De scheidend hoogleraar Energievoorziening ver
gelijkt het afvalprobleem met het potentiële gevaar
van de lage ligging van ons land. „Nederland ligt
voor het grootste deel onder de zeespiegel en dat is
riskant. Maar dat risico aanvaarden we als de ge
woonste zaak van de wereld. We hebben dijken ge
bouwd om ons tegen dat gevaar in te dekken. Die
dijken moeten we eeuwig blijven onderhouden en
bewaken, anders krijgen we echt natte voeten. Maar
ook dat aanvaarden we en we betalen er graag voor."
Hetzelfde geldt volgens Kouffeld voor het afvalpro
bleem van de door hem bedoelde kerncentrales.
Want als Nederland in zijn gehele energiebehoefte
zou voorzien met behulp van dergelijke centrales,
zou een stuk grond ter grootte van twee voetbalvel
den ruim voldoende zijn om er al het afval van hon
derden jaren te kunnen opslaan. „Bouw er een dijk
omheen, graaf er desnoods nog een gracht om, zet er
bovendien een hek om en laat het vervolgens bewa
ken. De kosten van dit alles zijn peanuts," weet de
professor.
De halfwaardetijd van het nucleaire afval, de tijd
waarin de hoeveelheid gevaarlijke straling halveert,
zal volgens Kouffeld dank zij nieuwe technische ont
wikkelingen bovendien teruglopen tot zo'n honderd
jaar. „Daarmee is het afvalprobleem van kerncentra
les geen eeuwig probleem meer.
Er is volgens hem ook geen alternatief. De Neder
landse overheid wil in 2020 tien procent van de ener
giebehoefte dekken met behulp van duurzame ener
gie. „Maar dat halen we nooit, dat is een illusie, we
houden onszelf daarmee voor de gek." Ook het over-
heidsplan om in Nederland 400.000 zonneboilers te
installeren, getuigt volgens hem van een onrealisti
sche kijk op de zaak.
„Dat zal slechts één procent minder gasverbruik
opleveren." En de kosten die gemoeid zijn met de
aanmaak en installatie van zonneboilers, windmo
lens en wat al niet zijn volgens Kouffeld zo groot, dat
de economie erdoor zou ontwrichten. „Voor het ge
mak rekent bijna niemand dit uit. En de kritische
mensen die het wel uitrekenen, publiceren hun uit
komsten liever niet, want die vallen doorgaans niet
goed."
Niemand bovendien die volgens hem let op de
ernstige milieuvervuiling die bijvoorbeeld de fabrica
ge van zonnecellen met zich meebrengt en de ener
gie die het kost om ze te maken. Ook in dat opzicht
pakt kernenergie volgens Kouffeld veel voordeliger
uit. Er is voor de bouw van dergelijke centrales veel
minder materiaal en energie nodig, de energieop
brengst is vele malen groter en de milieuvervuiling
aanzienlijk geringer.
Geen wonder dat Kouffeld tevens vurig pleit voor
het openhouden van de kerncentrale Borssele en
niet graag ziet dat deze volgens plan in 2004 sluit. „Je
zult het zien, ook in de landen om ons heen blijven
de kerncentrales gewoon staan." Kouffeld wil met
het instandhouden van de centrale in Borssele niet
alleen onze kennis van kernenergie op peil houden,
maar ook de Nederlandse invloed in de Iasa in We
nen, het orgaan dat internationaal toezicht houdt op
de veiligheid van kernenergiecentrales. „Als we zelf
geen centrales meer hebben, hebben we daar na
tuurlijk niets meer te zoeken en kun je ook de inter
nationale ontwikkelingen niet meer in de gaten hou
den."
Prof. ir. R. Kouffeld: „Je zou de stroom eens moeten uitdoen tijdens de finale van het WK Voetbal.
FOTO GPD CEES ZORN
Elektronische post steeds vaker uitb
DEN HAAG RIXT ALBERTSMA
Lekker in je luie stoel achte
de computer allerlei produc
ten en diensten bestellen.
Wie de deur niet uit wil kan
steeds vaker terecht op Inter
net. Bedrijven bieden van al
les aan via de elektronische
snelweg, zelfs verzekeringen.
Dan moet men eerst wel even
een mailtje sturen. Maar wie
beantwoordt al die 'zakken'
mail? 'E-mailcenters' sprin
gen in dit gat.
De moderne variant van de
callcenters rukt op. Steeds va
ker krijgen bedrijven te ma
ken met mailtjes die mensen
sturen naar bedrijven voor
informatie, vragen of het aan
vragen van producten. Mail
tjes die ook weer beantwoord
moeten worden en het liefst
zo snel mogelijk. Het grote
voordeel van e-mail. Naar
voorbeeld van de callcenters
ontstaan er nu e-mailcenters
die voor bedrijven de elektro
nische brieven beantwoor
den. Het Utrechtse bedrijfje
Em@ilco.nl opende deze
week als eerste zijn 'elektro
nische' deuren met drie
werknemers. Over drie jaar
moeten daar zeventig werk
nemers zitten.
Em@ilco.nl is nu nog de
enige bedrijf dat opereert in
de opkomende markt. Begin
maart start SNT uit Zoeter-
meer, marktleider op het ge
bied van callcenters, met
eenzelfde e-mailcenter voor
de Nederlandse markt. Vol
gens de algemeen directeur
van SNT, Tobias Walraven, is
het bedrijf al langer bezig met
het beantwoorden van elek
tronische post voor interna
tionale bedrijven. SNT begint
met ongeveer tien mef-8 'a
wil er binnen een jaz 0
tientallen bij hebben. n
De bedrijven staj nc
een markt die op dai J™1
nog open ligt. Volgei Üver
vens van het CBS
ruim tachtig procent
grote geautomatisee re
drijven eind vorig j 11
bruik van de elekü
snelweg. De helft v :ur v
bedrijven biedt prodt
diensten aan via het!
Steeds meer aanvrage.
dus via de elektronisf "os
lopen
Marketing directe
World Online Inten
Rob van der Lil
wacht dan ook dat
centers erg interei
nen zijn voor bedrij
op Internet zitten,
drijven hebben een
maar gaan daar n iden^
mee om. Ze beanri
hun e-mail niet of
genoeg. Een van de
rijkste aspecten is
dat men een snelle
kan verwachten.
Volgens Walraven
voor SNT noodzakel te Leid
beginnen met een e t ten ha
ter omdat dit over t teer h
een 'ingeburgerd fe: traat
zal zijn. Ook Dan Hu: naanc
bestuursvoorzitter c of het
Ohra Beheer noemde
pen via Internet, ht
naamde e-commen zich oj
groeiende markt i jtsprc
meer weg te denken De i
Ohra maakt gebruik oordec
e-mailcenter voor de decern
van autoverzekerinjflpor d
verzekeraar verwacht
jaar een kwart van öndt c
keringen via Interna
kopen.
HEERHUGOWAARD GPD
De Nederlandse windmolenindu
strie lijkt steeds meer in Deense
handen te komen. Nadat vorig jaar
al de grootste fabrikant Nedwind
onder Deense vlag kwam is er nu
sprake van een voorlopig akkoord
over de overname van de aandelen
Rotorline door het Deense LM Glas
fiber. Voor Rotorline, fabrikant van
rotorbladen voor windmolens uit
Heerhugowaard, opent de overna
me de deur naar verdubbeling van
de productie, volgens directeur J.
Olthoff.
Olthoff verwacht dat de overname
eind maart bezegeld kan worden.
De aandelen Rotorline werden te
koop aangeboden door de Neder
landse eigenaar, de familie Lubbers.
Rotorline is voortgekomen uit Bou-
ma Windenergie, opgericht in 1981.
Later werd het bedrijf door Ned
wind overgenomen. In 1995 volgde
verzelfstandiging.
Het bedrijf met vijftig werknemers
ontwerpt en fabriceert rotorbladen.
Rotorline draaide de laatste jaren
met verlies. Volgens directeur Olt
hoff gaat Rotorline vooral gebruik
maken van het verkoopkanaal van
LM Glasfiber. De Denen maken met
1.500 werknemers ruim 5.000 rotor
bladen per jaar. Rotorline maakt er
jaarlijks zo'n vierhonderd. De ont
werp- en productieafdeling in Heer
hugowaard kunnen volgens de di
recteur op termijn groeien naar ver
dubbeling van de bezetting.
„Wereldwijd is de vraag naar
windmolens enorm", aldus Olthoff.
Hij verwijst naar afzetmarkten als
Duitsland, Spanje, Griekenland,
China, India en de VS. In India is
door de hoge rentestand de verkoop
momenteel ingezakt, maar tot voor
kort was dat een van de grootste af
zetmarkten.
Nederland heeft een traditie hoog
te houden als het gaat om antieke
windmolens, maar de moderne mo
lens worden als landschapsvervui-
lend gezien. „In Nederland zijn er
bijna altijd problemen met de plaat
sing", verzucht Olthoff.
Volgens hem zit het gebrek aan
een thuismarkt de Nederlandse
windmolenenergie dwars. De mo
lenmakers, meestal in de jaren tach
tig begonnen, zijn klein gebleven,
waar de Deense concurrenten fors
zijn gegroeid. Olthoff heeft echter
grootse plannen. Hij zoekt een pro
ductielocatie aan de kust waar roto-
bladen tot een lengte van vijftig me
ter kunnen worden
bladen zijn bedoeld voorl
lens met een diameter van Villen
meter, die op boorplatfoC chien
nen worden geplaatst. InB
waard kan Rotorline bladet ond d
dertig meter maken.
voner:
zocht
Yoner
l'orij
ten
•ii
lat eei
Lees 1
Villen
luim
aterd,
meh