De boer zit in een crisis
r
i
Snuitvast
136
ZATERDAG 13 MAART 1999
Psychologe verdiept zich in de specifieke problematiek van agrariërs
en boer die het land ploegt met
j een paard. Dat is het ouderwetse,
romantische beeld van het leven
op het platteland. Zo was het eens. Inmid
dels heeft het paard het veld geruimd voor
de tractor. En de man in de blauwe kiel heeft
een huizenhoge hypotheek voor een geavan
ceerd machinepark.
Bijna wekelijks vallen er nieuwe regelingen
en verordeningen op zijn deurmat. Verenigd
Europa zet het mes in de subsidies waarop
de boer drijft. De gemeente heeft het oog la
ten vallen op zijn land. waar een misoogst
dreigt omdat de piepers zijn verzopen. Om
van de stress af te komen, raadpleegt hij een
hulpverlener en krijgt een eigentijds advies:
,,Je moet eens lekker een andere baan zoe
ken, jongen."
Maar de therapeut weet niet wat het is om
te werken op het ritme van de seizoenen. Die
heeft geen idee hoe het voelt om er nog een
schepje bovenop te doen, als het tegenzit. Of
om vergroeid te zijn met de grond, waarin je
dagelijks wroet. Dezelfde grond waar je opa
ooit de kastanjeboom plantte. Eigenlijk weet
niemand hoeveel moeite het kost om je kop
boven water te moéten houden in een we
reld, waar onberekenbare ambtenaren en
politici steeds nieuwe regelingen door je
strot duwen. Een wereld zonder begrip of
een luisterend oor, waar je wordt afgeschil
derd als een milieuvervuilende domoor.
Waar je geen andere uitweg meer ziet, dan
een stuk touw tussen de hanenbalken.
Psychologe dr. Carin Giesen van de Uni
versiteit van Utrecht: „Niemand krijgt er een
vinger achter, maar dit proces speelt al jaren.
Boeren zien het niet meer zitten en slaan de
hand aan zichzelf. Ik sprak eens met een
boerin die zei: „Vier boeren bij ons in de
buurt hebben zich van het leven beroofd.
Wat moeten we doen om dat te voorkomen?
Al jarenlang bestudeert Giesen de psyche
van de agrariër. Ze is opgegroeid op een
melkveebedrijf in Gelderland. In haar boek
'Crisis op de boerderij' neemt ze het boeren-
De boer is een nuchter type. Vol
werklust en veerkracht. Maar
de laatste tijd is het kwakkelen.
Het aantal zelfmoorden op het
platteland ligt hoger dan in de
stad. Psychologe Carin Giesen
bestudeerde jarenlang de
psyche van de boer. Haar
bevindingen noteerde zij in het
boek 'Crisis op de boerderij'. De
spanning onder boeren loopt
hoog op, constateerde de
schrijfster. „Ze zijn eigen baas,
maar anderen leggen hen
voortdurend allerlei regels op.
Om gek van te worden.
denken en -doen onder de loep Het is een
schets van de talloze problemen die op de
boer afkomen en hoe hij daarmee omgaat.
Op dit moment begeleidt ze een onder
zoek onder 500 boeren van de Universiteit
van Utrecht in samenwerking met het Land
bouw Economisch Instituut. Giesen: „De
economen kunnen niet alles verklaren en
roepen de hulp in van psychologen. Toch
doen veel mensen lacherig, als je vertelt dat
je psychologisch onderzoek verricht onder
boeren. Bij een onderzoek naar artsen, poli
tiemannen of andere beroepen wordt hele
maal niet zo gereageerd. Bij boeren wel. Zijn
boeren een ander slag mensen? Is de psychi
sche problematiek in die sector meer verbor
gen? We weten het niet. Je hoeft geen aparte
hulpverlening voor boeren op te zetten.
Maar mensen moeten wel begrijpen waarom
het voor een boer zo erg is, als hij met zijn
bedrijf moet stoppen."
De psychologe is ervan overtuigd dat het
aanzien van het platteland de komende de
cennia drastisch zal veranderen. Uit recent
onderzoek blijkt dat de helft van de boeren
binnen tien jaar wil stoppen. Opgeslokt in
schaalvergroting of domweg omdat er geen
opvolger is. „Veel agrariërs zijn al op leeftijd
en hebben geen opvolgers. Die móéten wel
gaan afbouwen. Dat is een soort natuurlijk
verloop, maar er zijn ook boeren die
gemangeld worden. Die ermee stoppen, om
dat ze het financieel niet redden of omdat ze
gedemotiveerd raken. Het is natuurlijk mak
kelijk om te stoppen als je een alternatief
hebt. Maar voor een boer is het heel belang
rijk, dat hij kan blijven wonen op de plek
waar hij hoort."
Verhuizen is een ramp. „Boeren zijn ge
worteld. Ze hebben een levenswijze die is in
gebed in de natuur. Ze werken met een fami
liebedrijf van generatie op generatie. Een
boer die zijn land moest verkopen en naar
het dorp vertrok, zei ooit: 'Ik voel me een
burger op klompen'. Een boer wil niet weg
van z'n bedrijf. Dat is alles voor hem. Als het
slecht gaat, z$l liij zich vaak snel isoleren."
Onder boeren bestaat nog zoiets als
schande. „Je mag niet mislukken. De omge
ving heeft vaak de neiging om het falen al
leen maar toe te schrijven aan de capacitei
ten van de boer. Je bedrijf verliezen is wat
anders dan het verliezen van een baan. Je ei
genwaarde komt in het gedrang: Dat maakt
het ook zo zwaar als een boer moei stoppen.
Dan is het belangrijk dat ze een luisterend
oor vinden voor him verdriet."
De psyche van de boer is waarschijnlijk
anders dan de psyche van de gemiddelde
mens. Je zult hem niet snel aantreffen op een
zweverige cursus in het Amsterdamse Oibi-
bio. „De boer is niet zo'n prater. Hij is heel
concreet en niet zo bezig met zijn innerlijk.
Hij leeft in een zuinige cultuur van 'Doe
maar gewoon dan doe je al gek genoeg'. En
boeren hebben een ongelofelijke veerkracht.
Het zijn doorzetters. Als zelfstandige onder
nemers hebben ze daar ook voor gekozen.
Ze gaan door tot het echt niet meer kan. Ze
zoeken een nieuwe uitweg, gaan harder wer
ken of beginnen iets naast hun bedrijf om te
kunnen overleven.
Boeren kunnen nuchter met een crisis
omgaan. Maar het ligt er wel aan om wat
voor crisis het gaat. De varkenspest en een
misoogst zijn beroepsrisico's, waarvan de
verliezen een boer diep kunnen raken. Maar
als het gaat om zaken die overheden hen op
leggen met steeds veranderende regels wor
den ze gek. Ze zijn weliswaar eigen baas,
maar anderen-zitten zich voortdurend met
hen te bemoeien. Ik kan me die frustratie
voorstellen. Er is geen enkele bedrijfstak
waar zoveel regels worden opgelegd. Je werkt
als boer met levend materiaal en met de sei
zoenen. En dan bedenkt een ambtenaar ach
ter een bureau een regel voor jouw boerderij.
Je verliest de controle en voelt je machteloos.
Er zijn heel veel boeren die verlamd raken
van de papierwinkel waaronder ze worden
bedolven."
Boeren staan bekend als klagers. 'Zolang je
ze nog hoort, valt het wel mee. Maar als je
niks hoort, gaat het dan goed met ze? Of is
dat reden tot alarm? In Gelderland hebben
ze een oud gezegde: "Zo lang de boeren nog
klagen en de pastoors nog vragen, zijn we
nog niet aan het einde der dagen'."
RIEN FLORIS
'Crisis op de boerderij'; Carin Giesen: te bestel
len bij Stichting Werk en privé. Saxen Weintar-
laan 52-II, 1075 CE Amsterdam; 29,90 gulden.
Onze Taal
Je lijkt op zo'n droevige hond. En
om zich te verduidelijken voegt
mijn vrouw eraan toe: met van die
treurig afhangende oren. Nee, zo
zie ik er niet altijd uit, maar alleen
als ik de griep heb. En nu heb ik de
griep, en ik zit in een hoekje van de
bank, als een droevige hond, en als
ik t goed begrijp dan hangen ook
mijn oren treurig naar omlaag. Ik
ga niet naar mijn werk, en volgens
haar mag ik ook geen stukje schrij
ven voor de krant; alleen maar
bruistabletten, vitaminepillen, uit
geperste sinaasappels en mijn neus
snuiten.
Er komt geen einde aan, aan dat neus
snuiten. Hele pakken papieren zakdoek
jes gaan eraan op. De gebruikte liggen
overal om mij heen, maar dat schijnt niet
hygiënisch te zijn. Er komt een speciale
prullenbak voor mij. En een nieuwe baal
papieren zakdoekjes. Dertig pakjes van
tien. Op al die pakjes staat hetzelfde, in ze
ven talen: Nasenweich und schneuzfest,
Nosesoft and strong, Morbido e resisten
te
Ik heb niets te doen, behalve niezen, en ik
zit uit het raam te kijken. Er gebeurt niet
veel in onze straat. De kinderen van de bu
ren zijn al naar school. Er komt een jongen
op de fiets voorbij, met een raar petje op
zijn hoofd. Ik vraag mij af of hij in een
drukkere straat dat rare petje ook durft op
te houden. Een auto van een installatiebe
drijf voor centrale verwarmingen. Een ou
dere heer met een klein en zenuwachtig
hondje aan de lijn, dat even snuffelt aan
onze brievenbus. Dan is het weer heel stil.
Misschien ben ik vandaag een beetje doof.
De postbode op haar bromfiets, maar ik
heb geen trek in de krant. Ik kijk nog steeds
naar buiten als de postbode al lang weer
weg is.
Nasenweich und schneuzfest. Vandaag
blijft mijn lectuur beperkt tot de wikkel van
de papieren zakdoekjes. Altijd nog in zeven
talen. Delikatne dia nosa i wytrzymale. Met
zo'n 1 met een streepje erdoor, dus dat zal
wel Pools zijn. Zou wytrzymale hetzelfde
zijn als nasenweich? Zo kun je nog een
woordje Pools leren. Maar in het Frans
staat er Doux, resistant et absorbant. Bij
nader inzien zal toch 'delikatne' wel het
Poolse woord zijn voor Nasenweich en
Doux. Het is gevaarlijk je talenkennis op te
doen aan de hand van wikkels van papie
ren zakdoekjes. Want ook het Franse Doux
lijkt me niet in alle gevallen te vertalen met
Nasenweich.
Kijk, daar komt die man met z'n hondje
weer terug. Het hondje ziet er nu veel
opgewekter uit, alsof er een zware opdracht
is vervuld. Dan is het weer opvallend stil. Je
hoort alleen het suizen van de verwarming.
De hele wereld is aan het werk, maar niet
bij ons in de straat. Hier ben ik de enige,
die met afhangende oren een pakje papie
ren zakdoekjes zit te lezen. Suave, resisten
te y absorbente. En natuurlijk ook in het
Nederlands. Jawel, ook in het Nederlands:
Zacht en snuitvast. Dertig pakjes zachte en
snuitvaste zakdoekjes heb ik, en heb geen
zin om naar boven te gaan en in Van Dale
te kijken bij "snuitvast". Ik kan zo wel zeg
gen dat het er niet in staat. Snuitvast, hoe
komen ze op het idee. De bedoeling is dui
delijk. Je steekt er niet meteen je vingers
door. Bij goedkopere merken is dat wel
eens een probleem. Ik moet toegeven, deze
zijn inderdaad snuitvast. Is het klakkeloos
nagevolgd van het Duitse Sneuzfest? Dat
lijkt me trouwens ook iets nieuws. In het
Frans en het Engels schijnt zoiets niet te
kunnen. "Resistant" lijkt me niet zo beel
dend als: 'snuitvast'. En het Engelse
'strong' al helemaal niet. Het is waarschijn
lijk toch iets wat in het Nederlands (en het
Duits) kan, en elders niet.
Wij hebben ook panklaar, gootzindelijk
(een eigenschap van sommige honden),
vuurgevaarlijk (een eigenschap van sommi
ge misdadigers), trendgevoelig, vrouw
vriendelijk, tramvijandig en inkomensaf
hankelijk. En nog een heleboel meer, maar
ik hoop dat u het niet erg vind als ik u zeg
vandaag geen zin te hebben ze voor u op te
zoeken.
Trouwens, die zijn niet eens echt verge
lijkbaar. Snuitvast lijkt me afgeleid van
het werkwoord 'snuiten', en niet van het
zelfstandige naamwoord 'snuit'. Die andere
bevatten allemaal een naamwoord, niet
een werkwoord. We moeten dus eerder
denken aan 'slijtvast', 'trefzeker', wat er, ge
loof ik, niet zo veel zijn. Enfin, het doet er
ook niet toe. Het kan me vandaag allemaal
niks schelen.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
De ouderwetse boerenromantiek is verdwenen. De moderne agrariër wordt gek van alle regelingen en verordeningen die zijn bestaan ondermijnen.
FOTO GPD'CATRINUS VAN DER VEEN