len rampvlucht die een raadsel blijft
7
Roodgeploegd
De herdenkingsplechtigheid op zee, waar het vliegtuig in de golven verdween.
FOTO SPAARNESTAD FOTO ARCHIEF
ZATERDAG 6 MAART 1999
ijl dagelijks onthullingen
vorden gedaan over de
ijlmerramp, worstelen
nabestaanden van de
vlucht met de KLM Super
twfellation 'Neutron'al meer
41 jaar met de waarom-
De wrakstukken van het
957 verongelukte toestel
>.n op een diepte van 250
ir naast Biak, een koraal-
land, dat behoorde tot
ierlands Nieuw-Guinea.
Onbereikbaar voor de
derzoekers, die destijds
den naar de oorzaak van
grootste Nederlandse
ramp (58 doden) tot dan
Yas het een fatale fout van
'Jlieger of een catastrofale
technische storing?
estien juli 1957, half vier 's nachts
i °P vliegveld Mokmer, Nieuw Gui-
nea. Ondanks het vroege uur kij
ken zo'n tweehonderd wegbrengers en
grondpersoneel naar het vertrek van de vier
motorige Super Constellation de Neutron.
Het is dan al 25,6 graden Celsius. Gezagvoer
der Rob de Roos (36) uit Laren geeft vol gas.
Het ruim 51 ton wegende toestel, bijge-
naamd Superconnie, maakt zich los van het
eiland. Lijnvlucht KL 844 naar Manilla, Bang
kok, Karachi, Beiroet, Rome en Amsterdam,
is begonnen. Aan boord bevinden zich 47
volwassenen, 18 kinderen en drie baby's.
De purser begint met het uitdelen van de
kranten. Passagiers trekken hun schoeneft
uit en maken het zich gemakkelijk. De mees
te gordijntjes voor de ramen zijn dicht. Bui
ten is het donker. Het toestel stijgt snel en
maakt eerst een bocht naar rechts.
Captain De Roos vraagt en krijgt toestem
ming voor een low-run, een lage vlucht over
het vliegveld bij wijze van afscheid. Vervol
gens brengt De Roos het passagiersvliegtuig
in een lange bocht naar links. De gezagvoer
der begint aan een daalvlucht en neemt gas
terug. Naast hem zit tweede vlieger Chardon.
Achter hem in de cockpit bevinden zich
boordwerktuigkundige Oudejans uit Hilver
sum en diens collega Iseke uit Nieuw-Loos-
drecht. Ze maken deel uit van de negenkop
pige bemanning.
In de verte zijn de lichten van de startbaan
van vliegveld Mokmer te zien. Het vliegtuig
nadert met een snelheid van ongeveer 370
kilometer per uur en daalt heel geleidelijk.
Boven het eilandje Owi worden de grote, uit
geklapte schijnwerpers van de Neutron aan
gezet. Twee enorme lichtbundels priemen
schuin naar beneden de duisternis in. In de
cockpit pakt gezagvoerder De Roos de inter
com. „Dames en heren, over een minuut
gaan we nog even de lichtjes van Biak zien
en daarna door naar Amsterdam." De ene
passagier hoort het niet eens, de ander
neemt het voor kennisgeving aan, een derde
meent dat het bericht abrupt wordt afgebro
ken.
In zee
De Neutron daalt door met draaiende moto
ren. Het vliegveld is nog ruim vijf kilometer
ver. De verlichte startbaan, die zich ongeveer
tien meter boven zeeniveau bevindt, ver
dwijnt uit het zicht, als het toestel minder
dan twintig meter van het water is verwij
derd. Kort daarna zakt de KLM-machine
naar links weg en stort in zee.
Wilhelmina de Rijke uit Hilversum die sa
men met haar man en drie kinderen op weg
is naar Nederland, zit helemaal achterin de
Super Constellation. „Ik dacht dat we in een
storm terecht waren gekomen. Het vliegtuig
ging geweldig heen en weer, en schudde
voor- en achteruit. Ik zag de kinderen aan de
rechterkant omhoog gaan." De neus van het
vliegtuig krijgt de zwaarste klap te verduren.
Bagage vliegt uit de netten, stoelen worden
losgerukt en de staart breekt. Vrijwel meteen
ontstaat er brand, doordat de benzinetanks
lek zijn geslagen. Vanaf de kust schiet de lo
kale bevolking met prauwen te hulp. Overal
dobberen wrakstukken, stoelen, koffers, een
snorkel en zelfs een opgezette paradijsvogel.
De ramp kost 58 mensen het leven. Twaalf
mensen overleven de crash. Twee zwaarge
wonden, de stewardess en een vijfjarig meis
je, overlijden later alsnog. Van de slachtoffers
worden slechts elf lichamen teruggevonden,
waaronder dat van gezagvoerder De Roos.
Direct na de catastrofe begint een groot
onderzoek. Handicap daarbij is dat het vlieg
tuig niet is uitgerust met 'zwarte' dozen voor
Fatale low-run van de 'Neutron'
De omgekomen gezagvoerder Rob de
ROOS. FOTO ARCHIEF ANEFO
de registratie van technische gegevens en de
gesprekken in de cockpit. Toch kan door veel
mogelijke oorzaken een streep worden ge
haald: sabotage, brand, botsing, weer, over-
belading, noodlanding of een hartaanval van
de piloot.
Maar een waterdichte verklaring voor de
tragedie wordt niet gevonden. Niet alleen is
de bemanning overleden, het wrak verdwijnt
naar een diepte van 250 meter. Berging is
misschien met veel moeite wel mogelijk,
maar daar zien Rijksluchtvaartdienst (RLD)
en KLM van af, omdat het te veel tijd en geld
zou kosten.
In haar eindrapport uit 1958 kan de Raad
voor de Luchtvaart niet kiezen tussen een
vliegerfout, een technische storing of een
combinatie van beide. Er blijven meer vra
gen dan antwoorden. Het eindoordeel van
de raad is dat het uitvoeren van low-runs tij
dens lijnvluchten 'dient te worden nagela
ten'. De risico's zijn te groot.
Uit nog niet eerder gepubliceerde stukken
van de Raad voor de Luchtvaart blijkt dat de
leden van de raad aanvankelijk een kritisch
oordeel hadden over gezagvoerder De Roos.
In een van de concepten voor het eindrap
port acht de raad het 'waarschijnlijk dat de
gezagvoerder een onjuiste voorstelling had
van de hoogte waarop het vliegtuig zich be
vond, ten gevolge van een tekort aan aan
dacht voor de hoogte'. Maar deze passage is
uiteindelijk vervangen.
Een belangrijke reden voor de afzwakking
staat in een brief van voorzitter mr. J.E. van
der Meulen aan de leden van de raad. Hij is
huiverig 'om iets meer ten laste van de ge
zagvoerder die dood is en zich niet meer kan
rechtvaardigen, neer te schrijven dan strikt
nodig is'. Bij het mildere eindoordeel speelde
ook mee dat de low-run met toestemming
van de luchthaven werd uitgevoerd.
De gegevens die hebben geleid tot het
eindrapport, waaronder met 'geheim' en
'vertrouwelijk' bestempelde rapporten van
de KLM, de RLD, de lokale autoriteiten en
justitie, zijn op veel punten zeer gedetail
leerd.
Het KLM-dossier Ongeval PH-LKT 'Neu
tron' meldt dat De Roos sinds september
1956 als gezagvoerder op een Super Constel
lation vloog. Hij was een goede piloot met
9123 KLM-vlieguren. Op Biak was hij voor de
ramp slechts drie keer geland. Op 3 juni 1956
als co-piloot en op 4 en 6 juni 1956 tijdens
proefvluchten. Volgens de leiding van het
vliegveld Mokmer was er nog nooit een low-
run bij nacht uitgevoerd. Onder de vliegers
van de nabij gelegen vliegbasis van de Mari
ne Luchtvaart Dienst was spectaculair laag
overvliegen regelmatig aan de orde. Uit de
stukken blijkt dat een KLM-gezagvoerder uit
die tijd een low-run voor vertrekkende Ne
derlanders uit Biak niet ongewoon vond, ter
wijl een Engelsman in dienst van de KLM het
'crazy' noemde. De KLM-directie verbood
overigens low-runs na het ongeluk.
Drank
De rol van gezagvoerder Rob de Roos kwam
onlangs in KRO's Netwerk weer ter sprake.
De actualiteitenrubriek sprak over 'geruch
ten dat de bemanning voor de vlucht wel
eens te veel gedronken zou kunnen hebben'.
De bron hiervoor is oud-marineman Pim
Thijssen uit Haarlem. Hij werkte anderhalf
jaar op Biak, „dat godvergeten eiland", zoals
hij zegt.
Volgens Thijssen is zijn drank-theorie 'het
missende puzzelstukje' in de zoektocht naar
de oorzaak van de ramp. Hij beweert dat hij
de bemanning van de Neutron de bewuste
avond voor vertrek heeft gezien aan de bar
van de marinebasis Soridor op Biak. „Ik
kwam een vriend ophalen, om samen ergens
anders nog even een biertje te drinken. Het
was heel gezellig, daar in de longroom. Ik zag
De Roos in gesprek met marinevlieger Goos-
sens (als passagier verongelukt in de Neu
tron, red.). Het was een gesprek van piloten
onder elkaar, want die Goossens zou invlie-
ger op de Fokker 27 worden. Er stonden wel
flessen op de bar, maar ik heb De Roos niet
zien drinken. Wel zei hij bij vertrek, dat ze de
lichten in het kamp aan moesten doen, om
dat hij een low-pass zou maken."
De Haarlemmer geeft aan dat er op Biak
altijd veel werd gedronken, ook door KLM-
bemanningen. „Maar ik heb nooit beweerd
dat ze stomdronken in het vliegtuig stapten.
Je moet alles bekijken met de ogen van toen.
'We wisten niet, wat we nu wel weten, name
lijk dat één glas bier je reactievermogen al
kan beïnvloeden." Mede op basis van Thijs-
sens getuigenis eiste PvdA-kamerlid Rob van
Gijzel onlangs in KRO's Netwerk heropening
van het Neutron-onderzoek. De Raad voor
de Luchtvaart zag daartoe echter geen aan
leiding.
De verklaring van Thijssen in Netwerk
roept grote verbazing op bij de Hilversum
mer Max Tak. Hij was destijds als hofmeester
verbonden aan het 321 Squadron van de Ma
rine Luchtvaart Dienst, dat op Biak was ge
stationeerd. „Pimmetje Thijssen is een fan
tast", zegt Tak. „Zijn verhaal klopt niet. De
avond van de ramp heb ik dienst gedraaid in
die bar. Er was een afscheidsfeestje van
Goossens en andere officieren van het 321
Squadron. Ik ben er heel zeker van dat er
geen KLM-bemanning bij was. De vliegers,
van wie ik me de namen Bosveld, Moquette,
Van Minnen, Moolenaar en Van Dam herin
ner, gingen om half twee weg met Goossens
naar het (burger)vliegveld Mokmer om hem
uit te zwaaien."
Goossens zou met de Superconstellation
van gezagvoerder De Roos naar Amsterdam
vertrekken. Tak: „Je denkt toch niet dat
Goossens, zelf vlieger, in dat vliegtuig was
gestapt, als hij had gezien dat De Roos aan
de bar had gedronken?" Tak kraakt de getui
genis van Thijssen helemaal af. „Die had als
iemand van de 'zeedienst' helemaal niets te
zoeken bij de vliegers. In de bar mocht hij als
niet-officier niet eens komen. Sterker, ik
mocht als ik geen dienst had, zelfs niet eens
mijn eigen bar in."
Als Thijssen geconfronteerd wordt met het
verhaal van Tak, schrikt hij. De Haarlemmer
blijft weliswaar vasthouden aan zijn versie
van het verhaal, maar dringt tegelijkertijd er
op aan de zaak 'verder te laten rusten'.
Geen misbruik
Er zijn meer aanwijzingen dat de drank-the
orie van Thijssen niet deugt. Op het kleine
eiland Biak was behalve de marinebasis, het
zogeheten KLM-hotel de enige andere ge
schikte plek voor een afscheidsborrel in de
buurt van het vliegveld. In dat KLM-hotel zat
op de avond voor de ramp Joop van Zijl, de
oud NOS Journaal-presentator die op Biak
voor Radio Omroep Nieuw-Guinea (de
RONG) werkte. „Ik zat aan de tap van het
KLM-hotel. Daar heb ik gedronken met Sieg
de Boer uit Wassenaar, die de ramp met de
Neutron heeft overleefd. De Boer nam af
scheid en ik weet nog goed dat hij beneveld
is vertrokken naar het vliegtuig."
Van Zijl vertelt dat in de bar van het hotel
geen KLM-bemanning aanwezig was. „Als
het anders was geweest, zouden we dat na
de ramp wel tegen elkaar hebben opge
merkt. Of ze elders in het hotel zaten, kan ik
niet zeggen omdat je vanuit de bar geen
overzicht had over de rest van het hotel."
Het alcoholgebruik van de bemanning
heeft geen centrale rol gespeeld in de zoek
tocht naar de oorzaak van de Neutron-crash.
In de dossiers staat summier dat het gedrag
van de bemanning voor de vlucht is onder
zocht en dat er geen misdragingen zijn vast
gesteld.
Op verzoek van deze krant verleende het
openbaar ministerie Haarlem inzage in het
dossier dat rijkspolitieman Martin Weymer
samenstelde. Hij ging in 1957 op Biak als
'waarnemer van het ministerie van justitie'
de gangen van de bemanning na. Het verslag
van zijn recherchewerk is beknopt. „Zeer
veel personen werden door mij verhoord,
maar de verklaringen waren steeds gunstig.
Namelijk dat de crew zich zeer rustig had ge
dragen en geen misbruik had gemaakt van
alcoholische dranken."
Wie hij verhoorde, laat Weymer in het
midden. Wel staat vast dat hij zich heeft ge
richt op het KLM-hotel op Biak, waar de
KLM-bemanningen verbleven. Hun bestel
lingen werden nagetrokken. 'Uit de bonnen
voor de verteringen bleek mij dat deze zeer
miniem zijn geweest'. Weymer stelt verder
vast dat gezagvoerder De Roos bekend stond
als een zeer 'matig, rustig en evenwichtig
mens'.
Uit niets blijkt dat Weymer onderzoek
heeft gedaan op de marinebasis, maar gelet
op de verklaring van hofmeester Tak had hij
daar ook weinig te zoeken. De KLM-beman
ning bevond zich niet in het gezelschap van
marinevlieger Goossens. En volgens journa
list Van Zijl zat de bemanning de avond van
de ramp ook niet aan de bar van het KLM-
hotel.
Dat er op het geïsoleerde koraal-atol Biak
flink werd gedronken, staat wel vast, getuige
de verklaringen. Maar dat de oorzaak van de
ramp ligt in drankmisbruik door gezagvoer
der De Roos is niet echt waarschijnlijk. Wat
dan wel heeft geleid tot de crash blijft een
raadsel, omdat alle bemanningsleden zijn
omgekomen. Het laatste puzzelstukje zal
daardoor nooit meer boven water komen.
EDWARD DE VRIES LENTSCH
Onze Taal
Geert Mak lees ik graag. Het is be
gonnen met zijn boek 'Hoe God
verdween uit Jorwerd'. Dat is het
aangrijpende verhaal over de neer
gang van een plattelandsdorp. Of
eigenlijk over de betrekkelijkheid
van de vooruitgang. En nu schrijft
hij dagelijkse stukjes over de ge
schiedenis van de 20ste eeuw.
Natuurlijk ontbreken de grote jaar
tallen en de wereldschokkende ge
beurtenissen niet, maar wat zijn
stukken zo bijzonder maakt, dat
zijn de details. Geen dag
sla ik hem over.
Op 't ogenblik gaat het over de Eerste
Wereldoorlog, die toen nog niet zo
heette. Hij is op zoek gegaan naar herinne
ringen aan de Grote Oorlog. Onder andere
naar Pronne, waar je de plaats van de loop
graven nog in de akkers kunt zien. Daar
over schrijft hij: 'In de roodgeploegde ak
kers zijn de wittige schimmen van de loop
graven nog vaag zichtbaar'.
Het woord 'roodgeploegde' treft me. Ik
blijf erover nadenken. Het is kennelijk be
dacht door Geert Mak, want het staat in
geen enkel woordenboek dat ik heb. Het
misstaat hier volstrekt niet, het is in deze
context zelfs beeldend en duidelijk, waar
schijnlijk beter dan enig ander woord. We
kunnen met onze taal, als dat nodig is, ge
rust eens zelf een nieuw woord maken.
Eens te meer blijkt hoe zot het idee is dat
een woord bestaat als het in een woorden
boek is opgenomen en niet bestaat als het
nergens te vinden is. Een beetje schrijver
vormt zelf zijn woorden, als dat te pas
komt. Als het goed gebeurt, weten we dan
meteen ook wat het woord betekent. Zo
weten we in dit geval dat de akkers ge
ploegd zijn, dat ze er roodachtig uitzien, en
bovendien dat die roodachtige kleur ver
oorzaakt is doordat er geploegd is. Dat laat
ste komt niet door Geert Mak, maar door
algemene eigenschappen van onze taal.
Het is natuurlijk mogelijk dat Geert Mak
zich vergist, en dat die akkers er altijd
rood uitzien, geploegd of niet geploegd.
Daarover heb ik geen mening. Maar als je
zegt dat de akkers roodgeploegd zijn, dan
beweer je dat het rode door het ploegen
komt.
Of nee, eigenlijk is de situatie iets inge
wikkelder. Er zou ook nog iets anders mee
bedoeld kunnen zijn. We kennen in onze
taal namelijk ook woorden als 'breedge
schouderd', 'blondgelokt', 'kortgerokt' en
'blauwgeaderd'. In dit geval is de betekenis
anders. We vatten dat op als 'met brede
schouders', 'met blonde lokken', 'meteen
kort rokje' en 'met blauwe aderen'. Hier is
niet iemand breed geworden door het
schouderen, blond geworden door het lok
ken of kort geworden door het rokken. Er
bestaat niet eens een werkwoord 'rokken'.
De hier bedoelde woorden zijn dan ook
niet afgeleid van een werkwoord, maar van
de zelfstandige naamwoorden schouder,
lokken, rok en ader. Op deze manier kun
nen we ook nieuwe woorden maken. Hoe
het komt weet ik niet, maar zulke nieuw
vormingen klinken meestal gekunsteld. In
principe kunnen we iemand met een blau
we neus een blauwgeneusd persoon noe
men, maar het is een beetje flauw. Zo is het
theoretisch mogelijk om Geert Mak z'n
'roodgeploegde akkers' op te vatten als 'ak
kers vol met rode ploegen', maar dat is stel
lig niet bedoeld.
Het woord 'roodgeploegd' zal opgevat
moeten worden als parallel met 'zwart
geverfd', 'opengebroken', 'dichtgesmeerd'
en 'kapotgegooid'. Dit zijn^evallen waarin
iets zwart is door het verven, open door het
breken, enzovoort. Zo ook kromgetrokken,
thuisgebracht en weggegooid. Als je het na
gaat, zijn er eigenlijk veel van zulke woor
den, en daardoor zal het wel komen dat we
zonder enige moeite dat 'roodgeploegde'
kunnen thuisbrengen en begrijpen.
Dat het ook wel anders kan, blijkt uit
woorden als 'goedgekleed', 'vetgedrukt'
en 'versgebakken'. Iemand is niet goed ge
worden door zijn kleding; veeleer heeft die
persoon goede kleding aan. Het woord lijkt
dus op 'breedgeschouderd' en 'kortgerokt'.
Bij 'vetgedrukt' twijfel ik. De letters zijn vet,
en het komt door het drukken, jawel, maar
het zijn geen gewone letters geweest die
door hard drukken vet geworden zijn. En
het is ook niet 'van vette druk voorzien'.
Het versgebakken brood is niet vers gewor
den door het bakken. Het is gebakken en
het is vers, maar zonder de implicatie dat
het eerst niet vers was. Bij zwartgeverfd en
kromgetrokken gaat het wel om iets dat
eerst niet zwart was, of niet krom. Vcindaar
dat 'versgebakken', dat wel in woordenboe
ken staat, eigenlijk vreemder is dan roodge- -
ploegd, dat niet in de woordenboeken
staat.