Niets te vrezen
en toch bang
n
1 H
Acteur Hans Kesting over humor en somberheid
Onbevangenheid maakt soms plaats voor angst. Juist nu het zo
goed gaat met zijn carrière. Hoofdrollen in tragedies en
komedies, een miljoen kijkers voor Taxi, vaste klant in Klokhuis
en een veelgevraagde stem voor reclames. Hans Kesting (38) over
humor en somberheid. ,,Ik leef er op los, ik leef in uitersten.
Vroeger ging ik altijd whóé-
éém dat toneel op. Volstrekt
onbevangen. Ik stortte me er
volledig in, zonder na te den
ken. Maakte me nergens
druk over. Niet over mijn tekst, niet of het
wel zou lukken, niet of ze me wel goed zou
den vinden. Maar nu, juist nu ik mag zeggen
dat het toch goed gaat met mijn carrière, be
gint dat te verdwijnen. Ben ik jaloers op de
doodsverachting waarmee ik op dat toneel
stond. Ik ben angstiger geworden. Soms loop
ik naar het toneel en dan denk ik ineens: o
God, wat moet ik daar ook weer zeggen? Dan
ren ik terug naar mijn kleedkamer, kijk in de
tekst en vraag me gelijk alweer af waarom ik
me zo'n zorgen maakte, want ik weet die
tekst nog perfect.''
Ik ben being dat de mensen aan wier oor
deel ik grote waarde hecht gaan zeggen: 'Ja,
nu weten we het wel van die Kesting....' Bang
dat ze op me uitgekeken raken, bang om af
te gaan. Het zal wel te maken hebben met
ouder worden, dat ik kritischer ben gewor
den op wat ik doe. Je denkt toch één keer
meer na. Het is een beetje dubbel, want ik
ben óók zekerder geworden. Ik doe dit vak
nu dertien jaar en ik heb me elk jaar verder
ontwikkeld. Ik weet nu dat ik kan toneelspe
len en dat ik het goed kan. Ik geloof ook wel
dat ik beter ben geworden en ik merk dat an
deren dat ook vinden. Niet dat ik mijn oren
laat hangen naar wat 'de mensen' zeggen, al
hoor ik natuurlijk graag dat ik fantastisch
was, maar ik speel in de eerste plaats voor
mezelf. En voor de collega's met wie ik speel.
Ik denk in toenemende mate: dit mag ik la
ten zien, hier hoef ik me niet voor te scha
men. Ik ben alleen bang dat ik mezelf te veel
verlies. Ik moet leren doceren, in mijn le
vensstijl en in mijn werk. Ik leef er op los, ik
leef in uitersten."
Mechanismen
Lang lijf op gympen. Hans Kesting drapeert
zich over twee stoelen. Kijkt veel de ruimte
van het café in. Zit er niet mee dat hij een
nieuwe rol leert terwijl hij enkele uren later
een andere rol moet spelen. „Dat zijn me
chanismen waar ik niet over nadenk. Ik haal
die rollen echt niet door elkaar, o nee, geen
enkel probleem." Hij leert steeds beter zich
te concentreren op waar hij mee bezig is.
„Nu zit ik hier en dan denk ik totaal niet aan
de rol die ik vanavond moet spelen. En als ik
vanavond op het toneel sta. denk ik niet
meer aan dit gesprek.
Toch heeft hij leiding nodig. „Iemand die
zegt: zo en zo moet het, zo en zo laat moet je
daar en daar zijn. Daar gedraag ik me dan
heel erg naar en dat werkt het beste. Daarom
is het voor mij ook zo goed om bij een gezel
schap te spelen, dan wordt die discipline me
vanzelf opgelegd.
's Avonds speelt hij de hoofdrol in 'Oom
Wanja' van Tsjechov, 's middags repeteert
hij voor 'De ideale Vrouw' van Sommerset
Maugham. Op de maandagavonden is hij op
tv te zien als chauffeur in Taxi. Op de meeste
avonden ook nog in Het Klokhuis en elke
avond is zijn stem te horen in talloze recla
mespots. „Toch heb ik absoluut niet het ge
voel dat ik een artistieke spagaat maakt. Het
één heeft niets te maken met het ander. Wel
heb ik soms het idee dat ik het druk heb,
vooral in de periode dat er opnamen voor
Taxi zijn als ik ook op toneel sta. Maar dat
gebeurt zelden; de draaidagen zijn meestal
in de zomer en dan speel ik geen toneel."
Soms zegt iemand op straat tegen hem 'Ik
heb u gisteren gezien in TsjechovL Dat vindt
hij dan leuk. Maar meestal zeggen ze 'Ik heb
u gezien in Taxi'. Dat vindt hij ook leuk,
maar anders. „Ik heb er geen enkel pro
bleem mee als mensen mij van de tv herken
nen, dat gebeurt veel acteurs van mijn gene
ratie. Maar toneel blijft toch het leukst, ook
door de directe waardering. Toneel en Taxi
zijn twee totaal andere dingen. Als chauffeur
in Taxi ben ik geen acteur, maar iemand die
probeert een mooi, goed gesprek met ie
mand te krijgen zodat je iets van die persoon
te weten komt. Soms roept de regisseur wel
eens in mijn oortelefoon: 'Doe een gek ac
cent', maar dat vind ik dan toch vervelend.
Natuurlijk, ik doe me wel eens en beetje an
ders voor dan ik ben om een gesprek uit te
lokken, maar als taxichauffeur ben ik toch
vooral mezelf. In Taxi voel ik wel gêne als ik
een heel persoonlijk gesprek met iemand
heb gehad en aan het eind moet zeggen dat
het is opgenomen met de verborgen camera.
Dan zeggen mensen wel eens: 'O, u was al
111 i i III11H t
leen maar in mij geïnteresseerd voor dat
programma en niet als mens?' Dat kan ik
dan goed begrijpen, ook al ben ik altijd wel
degelijk in die mensen geïnteresseerd. Een
paar keer heb ik ook voorgesteld zo'n ge
sprek maar niet uit te zenden.
Wat mensen verder van mij als taxichauf
feur vinden en of ze vinden dat ik dat als 'se
rieus' acteur niet zou moeten doen, dat laat
me echt helemaal koud. En dat Maarten
Spanjer het programma heeft groot gemaakt
vind ik ook niet anders dan vreselijk goed
van hem. Ik heb echt niet het gevoel dat ik
tegen hem moet opboksen. Hij was er ge
knipt voor, hij kon het meesterlijk. Ik doe het
anders en ik vind het leuk om te doen. Men
sen herkennen me nog niet, misschien doe
ik het nog een derde seizoen en dan mis
schien weer iets anders.
Als acteur laat ik me veel gelegen liggen
aan de mening van enkele hele goede vrien
den. Als die zeggen 'Hans, dit en dat is niet
zo goed', dan weet ik dat ik dat moet verbe
teren. Maar als zij zeggen 'Hans, stop toch
met Taxi', of 'Vreselijk dat je je voor reclame
spotjes leent', dan trek ik me daar absoluut
niets van aan. Net zoals ik me niets aantrek
van recensenten. Ik doe iets, los van het geld,
als ik het leuk vind om ermee bezig te zijn.
Dat vooral reclame heel erg goed wordt be
taald, is bovendien zeer prettig, want het
stelt je in staat comfortabel te leven.
Trouwens, onderschat reclame niet. Het is
heel moeilijk om in dertig seconden iets te
vertellen en ook nog leuk te zijn. Dat wil niet
zeggen dat ik alles aanpak. Zeker niet als ik
in beeld moet komen. Dat heb ik twee keer
gedaan, en alleen omdat ik het een leuk
scriptje vond. Ik wil absoluut geen reclame
maken als mijzelf, zoals Monique van de Ven
dat doet. Dat gaat me te ver. Maar zolang ik
iets kan spelen laat het me koud wat ande
ren daarvan vinden. Als ik op kom als dokter
Astrow in Oom Wanja van Tsjechov dan
denkt echt niet de hele zaal van 'hé, daar heb
je die Kesting van de reclame'. Misschien
een enkeling, en dan nog maar heel even. Ik
geloof namelijk te veel in de magie van het
vak."
Aandacht
Altijd acteur willen worden. Op de lagere
school geen groter plezier dan voorlezen. „Ik
was er ook erg goed in." En met een vriendje
voorstellingen geven. Een bloederige versie
van Roodkapje, een songfestival, het maakte
niet uit. .Altijd: whóééém er in. Doen. Ge
nieten. Ik was een nerveus kind. Druk, ze
nuwachtig. Wilde altijd aandacht trekken, al
tijd de boel vermaken. Dat komt van mijn
moeders kant, dat is een beetje de labiele tak
van de familie."
Kind uit Rotterdam-Crooswijk. „Niet arm,
niet rijk. Eenvoudig." Via Zuid in Ommoord
beland. Met een broer en een zus, een vader
in de automatisering en een moeder die voor
de kinderen zorgde. „Ik was tien, elf jaar
toen ik al iets voelde voor jongens. Niks sek
sueels; klaarkomen was niet aan de orde. Pas
ruim tien jaar later, ik was 21, heb ik mijn
ouders verteld dat ik homoseksueel was. Het
gebruikelijke verhaal: bang om je ouders ver
driet te doen. Maar niemand deed er moei
lijk over, mijn vader ook niet. Alleen mijn
broer was tien minuten van de kaart omdat
hij het absoluut niet had verwacht. Ik hoor
wel vaker dat ik een mannelijke uitstraling
heb, dat niemand meteen denkt: 'Ja hoor,
homo'. Niemand die zei 'Met jou wil ik niets
meer te maken hebben'. Ook mijn vriendjes
niet. Goed beschouwd veranderde er voor
mijn omgeving weinig of niets. Ik heb er ech
ter vooral zelf nogal mee geworsteld.
Ik heb een relatie van anderhalf jaar gehad
met een meisje. Ik was hartstikke verliefd, ik
hield echt heel veel van haar. Maar seksueel
was er niets. Ik ben gek op vrouwen, kan
heel goed met ze opschieten, maar seksueel
is het moeilijk. Daarop is ook die relatie stuk
gelopen en daar denk ik niet met veel plezier
aan terug. Ik heb haar veel verdriet gedaan
en ik wil nog altijd dat ik dat ongedaan kan
maken. Daarna hqb ik alleen nog relaties
met mannen gehad. Twee om precies te zijn.
Die zijn alletwee na zo'n vier jaar uitgegaan.
De eerste keer omdat ik verliefd werd op een
ander, mijn tweede relatie dus. Daar heb ik
mei vorig jaar een punt achter gezet. Ik vond
het niet meer boeiend, 't begon me te verve
len. Sinds die tijd ben ik alleen. Dat is niet
leuk, maar je kunt het nu eenmaal niet force
ren. Ik ga niet de straat op van: vandaag
word ik verliefd. Het overkomt je
Hans Kesting: „Ik moet leren doceren, in mijn levensstijl en in mijn werk."
Een relatie is moeilijk. Punt. Ongeacht je
seksuele voorkeur. Nou ben ik toevallig wel
een lastig iemand. Moeilijk voor mezelf en
voor anderen. Ik stort me deels obsessief op
mijn vak en ik ben veeleisend. Er moet iets te
beleven zijn. En ik ben er onderhand achter
gekomen dat ik jongens kies die ook niet erg
gemakkelijk zijn. Ik val op een beetje rare ty
pes. Als ik dan op iemand verliefd ben, dan
ben ik dat ook zó verschrikkelijk dat er bijna
geen ruimte meer is voor iets anders. Dan
word ik er volstrekt door in beslag genomen
Ik ben heftig, ik verlies me altijd in iets, of
het nou positief of negatief is. Dat klinkt mis
schien romantisch, maar daar doe ik het niet
voor. Het zit me eerder in de weg.
In mijn puberteit heb ik vooral mezelf veel
te veel buiten gesloten toen ik eenmaal wist
dat ik homoseksueel was. Ik heb humor,
maar ben tegelijkertijd ook somber, zwaar
op de hand. Dat komt niet door de buiten
wereld, niet door reacties van anderen op
mijn homoseksualiteit. Dat tobberige zit juist
volledig in mijzelf, het zit in mijn natuur. Ik
ben er niet vrolijker op geworden dat ik dat
meisje, en mijzelf, zoveel verdriet heb ge
daan. Ik heb een aantal jaren geleden een
fikse depressie gehad. Psychiater nodig ge
had. Niks bijzonders, daar kom ik wel vaker
en er zijn zoveel mensen die daar last van
hebben. Maar die ene depressie was echt
verschrikkelijk. Ver-schrik-ke-lijk. Ik had vre
selijke angstaanvallen. Pure paniek. Onver
klaarbaar, irrationeel, maar ik had het gevoel
dat ik er zelf niet meer was. Dat ik van een
afstand naar mezelf keek. Ik moest in de
spiegel kijken om te weten: ik ben er wél.
Ik weet nog zó goed dat ik een keer voor
opnamen van het Klokhuis naar Hilversum
moest en dat ik op het station van Amster
dam zo'n paniekaanval kreeg. Het hele stuk
naar de trein heb ik geschuifeld, met mijn
handen tegen de muur. Ik durfde niet meer
los te laten, durfde me niet om te draaien.
Daarna ben ik de trein in gerend en heb de
hele weg op de wc gezeten. Als je dat soort
aanvallen hebt, kun je het best in hele kleine
ruimten zitten, dat is nog te overzien, nog
enigszins beheersbaar. Verder is alles te veel,
te druk. Van alle indrukken breekt het zweet
je uit. Je krijgt een verhoogde hartslag, bent
in een verhoogde staat van paraatheid. Het
gevoel alsof je in een Ieeuwenkooi rond
loopt. Pas in de studio kwam ik een beetje
tot rust. En bij de opnamen had ik nergens
last meer van.
Die depressie heeft zo'n driekwart jaar ge
duurd. Ik dacht op een gegeven moment
FOTO CPD'CEES ZORN
echt: wanneer gaat dit weg, kom ik hier ooit
nog uit? Mede met de hulp van pillen is die
somberte onder controle te houden, maar
het blijft altijd latent aanwezig. Er is altijd
een kans dat het terugkomt, je hebt er niets
over te zeggen, al geloof ik dat het nooit
meer zo erg zal worden als toen. Die neiging
tot somberte, dat gevaar van die paniekaan
vallen verklaart ook dat ik me op het toneel
zo prettig voel. Daar heb ik de controle die ik
in het dagelijkse leven niet heb. Maar ik tap
als acteur niet bewust uit dat vaatje. Het zal
wel een voedingsbodem zijn voor de manier
waarop ik rollen speel, maar ik denk niet:
laat ik dit nou eens zo spelen, want in die de
pressie voelde ik me zo en zo. Ik heb inmid
dels wel geleerd om me er rustiger over te
voelen.
Dat het met mijn carrière zo goed gaat,
geeft ook rust. Dan bedoel ik toch vooral als
acteur. Zeker dit seizoen, waarin ik ben be
gonnen met een zwaar stuk, een Griekse tra
gedie. Nu speel ik in een tragikomedie en
daama komt dan een komedie.
Dat vind ik nou mooi, want het
zit allemaal in mijn bloed: hu-
DICK HOFLAND