asper Krabbé zoekt de perfecte herinnering ZATERDAG 6 MAART 1999 'Ik ben een echte verhalenverteller' De kunstwereld heeft er een jonge, veelbelovende kunstenaar bij: Jasper Krabbé. Hij moet nog doorbreken bij het grote publiek, hoewel zijn naam bekend in de oren klinkt. Inderdaad: 'dezoon van'. Dat de zoon van filmacteur Jeroen Krabbé werkelijk talent heeft, blijkt wel uit de waardering die hij krijgt in de galeriewereld van New York. In zijn schilderijen spelen herinneringen aan verre oorden en andere tijden een belangrijke rol. 'Reizen is een voedingsbodem voor mijn werk'. Jl asper Krabbé mag zich gelukkig prij- I zen. Niet veel Nederlandse kunste- naars slagen in New York. Vorig jaar d hij binnengehaald door de Brenda Tay lor Gallery, die gevestigd is in de kunste- naarswijk Chelsea. De leiding hierVan raakte onder de indruk van een schilderij, dat op dat moment ergens in New York te zien was. De expositie werd een succes. „Bijna alles bij Brenda Taylor is verkocht", zegt Krabbé. Dat hij in New York verzeild raakte is te verklaren uit zijn studie aan Cooper Union. Deze kunstenaarsopleiding volgde hij nadat hij, begin jaren negentig, afstudeerde aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Maar ei genlijk dateert zijn band met de mythische 'Big Apple' van veel langer geleden. „New York betekent van jongs af aan veel voor me. Toen ik een jongen was hield ik me bezig met graffiti en hiphop. Ik had 'links' met die stad, wilde er erg graag heen." Eenmaal op Cooper Union merkte hij dat het kunstonderwijs er anders georganiseerd is dan in Nederland. „Het is er veel prakti scher dan bij ons. De nadruk ligt op de pro ductie. Op Manhattan heb je concurrentie van wel duizend andere kunstenaars. Zo ziet men elkaar ook: als concurrenten. Iedereen moet zich waarmaken. Tijdens de opleiding leer je bijvoorbeeld je eigen tentoonstellin- gen organiseren. Hoe pakje zoiets aan? Zo moest ik eens een serie tekeningen ver dedigen tegenover een docent. Wat zijn dat voor vakantie-snapshots?, zei hij. Op die ma nier daagde hij me uit om mijn ideeën helder onder woorden te brengen. Nou, daar sta je dan voor een gehoor van andere studenten. Daar heb ik veel aan gehad. Ik ben er gedurfder door gaan werken. Losser. Ja, het was een bevrijding voor me. Een bevrijding van de ratio. New York is na tuurlijk een stad met een veelheid aan cul tuur. Er gebeurt zo ontzettend veel. Ten toonstellingen, muziek, nachdeven. Die energie kun je oppikken, terwijl je toch dankzij je Europese achtergrond met beide benen op de grond blijft. En dat heb ik ge daan. Daar komt bij dat ik me daar veel vrijer voel dan hier. Hier ben ik de zoon van, of - zegt hij verwijzend naar Martijn - ,de broer van. Déér word ik als mezelf beoordeeld, want niemand kent me. Ik begrijp wel dat in Nederland al gauw de link gelegd wordt.met het schilderwerk van mijn vader. Tóch ervaar ik dat wel eens als benauwend. Zo'n gevoel van: 'Living up to expectations', te moeten voldoen aan verwachtingen. En je dubbel zo hard moeten bewijzen is moeilijk. Toegegeven: aan de andere kant heb ik ook veel aan mijn milieu gehad. Want ik heb nooit met mijn ouders strijd hoeven leveren om kunstenaar te kunnen worden. Door hen heb ik ook veel interessante mensen ont moet. Het is denk ik fifty-fïfty. De .voors en tegens van het kirïd zijn van een beroemde vader wegen zo'n beetje tegen elkaar op." Voedingsbodem Jasper Krabbé brengt, zoals iedere andere se rieuze kunstenaar, uren, dagen, weken ach tereen door in zijn atelier, dat te vinden is in Amsterdam, vlakbij het.Centraal Station. Een handige situering die geen toeval lijkt, want hij houdt van reizen. Langdurig, en bij voor keur naar zeer verre streken. En veel van zijn schilderijen zijn gebaseerd op herinneringen aan deze reizen. Ze dragen verleidelijke, licht sentimentele titels als 'Leaving Taipe', 'Mid day at Amanusa' of 'Selfportrait with wave- ring thoughts'. Krabbé: „Het reizen is een voedingsbodem voor mijn werk. Toen ik klein was ging ik al tijd al met mijn vader mee. Met mijn ouders ben ik overal geweest. Australië, het Verre Oosten, de Stille Zuidzee. Als ik er .tegenwoordig op uittrek verzamel ik allerhande dingen die eigen aan een land zijn. In Sulawezi kocht ik een boek over ge neeskrachtige kruiden. Eén zo'n takje heb ik nageschilderd, hier, kijk maar. Op het strand vond ik een cementzak. Daarop heb ik een kunstwerk gemaakt. Zo'n vel heeft al een ge schiedenis. Het is de drager van een verhaal. Dat is dan al de helft van het schilderwerk. Mijn reiservaringen zijn momenten die ik graag bij me wil houden. Natuurlijk kan ik weer terug gaan naar een land, maar dit kan intussen veranderd zijn, of ik ben zelf veran derd. Het zijn momenten van perfectie, die ik wil vertalen in een kunstwerk. Er komt ook een besef van vergankelijkheid bij kijken. Ik wil niet zeggen dat het pijnlijk is, maar soms, onder bepaalde omstandigheden, realiseer ik me dat de tijd door mijn vingers glipt. Daar moet ik iets mee doen. Al leg ik het maar vast voor mezelf. Ik neem een ervaring uit de rea liteit, en geef haar vervolgens aan diezelfde realiteit terug. Dat vind ik mooi." Bijzonder In Nederland was'Krabbé al twee maal verte genwoordigd op de prestigieuze, jaarlijkse KunstRai in Amsterdam. Krabbé: „Puur door de reacties op mijn werk heb ik zó veel bij zondere mensen ontmoet. Op de KunstRai kwam er een jongen naar me toe, die een schilderij van me zag dat ik naar aanleiding van een reis door Zimbabwe gemaakt had. Hij zei: 'Hier ben ik al zo lang naar op zoek'. Het bleek dat hij in één week zo'n beetje alle hoogte- en dieptepunten in een heel men senleven doorgemaakt had. Hij was ge trouwd en op huwelijksreis gegaan naar Zimbabwe. Daar was zijn vrouw omgeko men bij een auto-ongeluk. Mijn schilderij was voor hem een herinnering aan dat land en wat hij daar beleefd had. Het idee dat je emoties kunt overdragen op andere mensen spreekt me enoirm aan. Misschien doe ik het daar wel voor." Veelvuldig schildert Jasper Krabbé zijn ei gen hoofd in zijn composities. Het hoofd is immers de onuitputtelijke schatkamer van herinneringen en emoties. Hij zegt dat hij zich het beste thuis voelt bij een figuratieve werkwijze, in tegenstelling tot de abstractie. „Ik ben een echte verhalenverteller. Ik heb iets met taal. Vroeger schreef ik ook wel ge dichten. Ook in mijn schilderijen heb ik een verhaal nodig. Als ik puur abstract werkte, zou ik dat er niet in kunnen leggen. Terwijl voor veel andere kunstenaars abstractie de enige manier is waarop ze zich met kunst bezighouden. Hen is het wél gegeven om in abstracte schilderijen emoties over te bren gen. Maar ik kan dat niet." Een van zijn helden is de Duitse kunste naar Markus Lüpertz, bij wie hij een work shop volgde. Lüpertz werkt gewoonlijk met stijlcitaten en hanteert een veelzijdige the matiek. „Hij is een grote inspiratiebron voor me", zegt Krabbé. „Lüpertz is tegelijk speels en loodzwaar in zijn werk. Gevoelig en grof. Het hele scala aan emoties durft hij aan. Dat is een vorm van eerlijkheid. Toen ik die workshop bij hem deed was hij niet mals in zijn kritiek hoor. Hij kon uitroepen, als iets hem niet beviel: 'Was malst du denn! Quatsch!' Van zo iemand pik ik dat." Opvallend in Krabbé's schilderwerken is de gelaagdheid. Hij gebruikt verschillende technieken en verfsoorten door elkaar, past in zijn schilderijen druktechnieken als de houtsnede en de linosnede toe, tekent in de verf, en plakt er papiertjes op. „Door gebruik te maken van de gevoeligheden van uiteen lopende materialen probeer ik de veelheid aan herinneringen voelbaar te maken", ver klaart hij. „Maar dit bedenk ik niet vooraf, het is een intuïtief proces. Een aftasten van mogelijkheden. Schilderen is iets wat je helemaal alleen moet doen. Uiteindelijk is het mijn proces, want ik zit hier de hele dag in mijn atelier te vogelen. Zolang je de dingen maakt die voor jou belangrijk zijn, kunnen ze dat ook voor anderen worden. En het geeft veel voldoe ning als het bij een ander herkenning op roept." WIM DE WAGT Jasper Krabbé exposeert Lm. 11 april in Galerie De Bleeker, Bleekersvaartiveg 18, Heemstede; open: donderdag t/m zondag 12.00 uur-17.00 uur, en op afspraak - tel (023) 5285980. Leaving Taipi, 1997, gouache. The trip tot Kadidiri, 1997, gemengde technieken op papier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 53