ZATERDAG 6 MAART 1999 Mamix van Rij: „Ik heb een mening en die wil ik Schwung en actie moet er in zijn partij komen. Marnix van Rij (38), de nieuwe voorzitter van het CDA, wil praten, debatteren. De boel opengooien. Weg met alle grijze muizen en angsthazen. „Ik ben de jongste uit een gezin met vier kinderen. Dan word je niet snel een schildknaap. verkondigen. 'Politiek geëngageerd met een zekere distantie' Marnix van Rij is nog geen week voorzitter of het eerste succes is daar: het CDA boekte woensdag een goede uitslag bij de verkiezingen voor de provinciale staten. Voor Van Rij is dit geen verrassing. Van het verband dat een Nijmeegse CDA-wethouder suggereerde tussen het overllijden van Enneüs Heerma, vlak voor de gang naar de stembus en het electorale suc ces van het CDA. wil hij niets weten. De Wassenaarder, getrouwd en va der van vier jonge kinderen, spreekt haastig. Wil geen tijd verliezen. Woor den en zinnen stuiteren over zijn lip pen. Snel en direct. Vragen zijn slechts een hinderlijke onderbreking voor de opvolger van Hans Helgers. „Ik ben tevreden over hoe hij het CDA heeft achtergelaten. De vernieu wing is voltooid. De kloof tussen de partijtop en de achterban is gedicht. Maar Hans heeft geen gespreid bedje achtergelaten. Dat zijn trouwens zijn eigen woorden. Ik ben daar erg blij om, want ik houd helemaal niet van gespreide bedjes. Als ik 65 ben mis schien wel. Ik moet wel wat te doen hebben. Ik wil investeren in ons men selijk kapitaal. Niet alleen debatteren in Nieuwspoort met wat hotemetoten. Wie zijn onze leden, waar zitten ze, wat willen ze en hoe betrekken we ze meer bij de partij? Dat weten we nu onvoldoende. Dat is raar voor een po litieke vereniging met 86.000 leden." Hij is in Rotterdam geboren en komt uit een gereformeerd gezin. Is gehuwd in de hervormde kerk, legde daar ook zijn belijdenis af, maar voelt zich naar eigen zeggen vaak katholiek. Op zon dagen bezoekt hij, om beurten, drie verschillende kerken in Wassenaar. „Ik doe dat omdat ik graag geïnspireerd raak door preek en sfeer. En af en toe wil ik wel eens een andere dominee horen." Zijn ouderlijk huis had een 'politieke traditie'. Vader Kees was jarenlang raadslid voor de ARP/CDA in Wasse naar. In 1986, direct na zijn afstuderen in fiscaal recht in Leiden, deed zoon Marnix zijn intrede in de Wassenaarse gemeenteraad. Na vier jaar werd hij wethouder, de jongste in de geschie denis van het dorp. Tot eind maart is hij in zijn woonplaats nog fractievoor zitter van het CDA. Naast zijn part-ti me voorzitterschap van het CDA is hij belastingadviseur bij Moret, Ernst Young. U wilt veel praten, maar niet over de uitgangspunten van het CDA. Waar over dan wel? ..Nee, natuurlijk wil ik geen debatten over onze uitgangspunten. Ik stel toch ook niet meer fundamenteel ter dis cussie of Mamix van Rij echt wel een jongen is die in Rotterdam is geboren! Onze basis en onze identiteit liggen vast. Het CDA heeft in tegenstelling tot andere partijen een uitstekend pro gram van uitgangspunten. We hebben idealen. Ik vind dat je als politieke par tij moet beginnen met idealen. Als ik, met alle respect, mevrouw Van FJees van de PvdA in haar speech hoor zeg gen 'Wij zitten nu in het centrum van de macht', dan denk ik: de PvdA is al leen nog maar geïnteresseerd in het uitoefenen van macht en heeft geen idealen meer." Maar waar moeten de debatten dan wel overgaan? „Thema voor 1999 is veiligheid. Met de nadruk op preventie, geen repressie. Daar komen we zo, denk ik, nog op te rug. Onderwijs is een tweede, heel be langrijk thema. De samenleving wordt steeds ingewikkelder, is dynamisch en inter-cultureel. Er zijn, niet overal, maar op sommige plekken, proble men. Ik denk aan de achterstandswij ken met hun sociale problematiek. De opvoeding van kinderen raakt daar in de knel. Scholen vervullen in toene mende mate de functie van het tweede huis." Uw pleidooien voor debatten doen veel denken aan de aanpak van Felix Rot tenberg bij de PvdA. „Ja, maar je ziet dat het nu angstig stil is bij de PvdA. Die partij vertoont de kenmerken van het CDA van vroeger. Ik zal nooit de Felix Rottenberg van het CDA zijn, al wil ik wel net als hij wilde, de cultuur opengooien, maar dan wel in CDA-stijl. Wij willen te allen tijde op resultaat uitkomen. Deze voorzitter scherpt de verschillen niet dermate aan dat we elkaar de tent uit knokken. Integendeel, we zoeken uiteindelijk de consensus en de dialoog. Daarvoor is nodig dat je eerst de verschillen bloot legt. Die omslag moet in het CDA wor den gemaakt. Geen paniek als een pro vincie-afdeling het niet eens is met een voorstel. Wissel argumenten uit en laat vervolgens de partijdemocratie zijn werk doen." Dus een beetje onrust mag wel? „Nee, dat woord onrust klinkt me te negatief. Als je discussieert, komen de tegenstellingen op tafel. Ga je daar spastisch mee om, dan is er onrust. En dat heeft de pers graag. Beter is het om er laconiek mee om te springen. Een grote volkspartij heeft per definitie ver schillende opvattingen. De PvdA is net als de WD op sommige onderdelen tot op het bot verdeeld. En het hangt er maar net vanaf hoe je daarmee om gaat. Als directeur Kalma van de Wiar- di Beckmanstichting zegt dat er gren zen zijn aan de groei en dat kwaliteit van de samenleving belangrijker is, dan staat daar Marjet van Zuijlen te genover. Die brengt daartegenin: 24- uurseconomie? Liever 48-uursecono- mie! Nou, dat is een diametrale opvat ting. Is er iemand in de pers of waar dan ook die zegt: opletten, er is onrust? Nee, dat hoort bij PvdA. De WD doet dat op haar WD's, zeg ik dan maar. Linschoten maakt een verkiezingspro gramma. Wil in successie hard ingrij pen in sociale zekerheid. Wordt op z'n congres teruggefloten omdat de ach terban de WD een sociaal geiicht wil meegeven. WD gespleten? Nee. Lin schoten gefrustreerd? Nou, in elk geval niet hierom. Ik daag m'n leden niet uit, maar het is ook niet erg als het congres het bestuur of de fractie terugfluit. Je moet niet altijd in winnaars-verliezers strategieën denken." Die uitgangspunten en de identiteit van het CDA mogen dan vastliggen, maar velen spreken toch over een groot imagoprobleem bij uw partij. „Het imagoprobleem heeft te maken met het vertalen van onze uitgangs punten in heldere, politieke bood schappen. Dat is tot op heden nog on voldoende gelukt. Daarin moet de par tij investeren, via die debatten." Geeft u daarmee toe dat het CDA on voldoende presteert als oppositiepartij „Nee, want het kabinet komt bijna nooit uit de onderwerpen die wij aan snijden. Denk bijvoorbeeld maar aan Wim van de Camps wetsvoorstel om agenten preventief te laten fouilleren. Veiligheid leeft nadrukkelijk. Maar het kabinet blijft treuzelen met z'n nota over integraal veiligheidsbeleid. Een debat daarover, dat moet een opposi tiepartij doen." Toch schreef NRC-journalist Versteegh een boek waarin staat dat het CDA nooit een goede oppostiepartij kan worden en waren velen dat met hem eens. „Dat boek is nog geen maand oud en de houdbaarheidsdatum van Ver- steeghs centrale boodschap is alweer verstreken. Want het Journaal opende onlangs nog met het nieuwsfeit dat de oppositie bloed ruikt. CDA en Groen Links zijn op pad, zei Philip Freriks, want de problemen onder paars stape len zich op. Van WAO tot asielzoekers tot varkens en bovenal de veiligheid. Freriks voegde daaraan toe dat het CDA hernieuwd zelfvertrouwen uit straalt." Is een debat over veiligheid wel echt noodzakelijk? Uit de cijfers blijkt hele maal niet dat Nederland zo'n onheilig land is. „Ik heb om die reden dan ook geen behoefte aan een debat over repressie. Dat is het slot van de keten. Maar we moeten ons wel afvragen waarom het onveiliger is in bepaalde gebieden in het land en waarom bepaalde groepen jongeren eerder in aanraking komen met criminaliteit dan andere. En dan kom je op een echt CDA- punt: jeugdbeleid. Vroeger noemden we dat 'gezins- en familiebeleid', maar ik vind jeugdbeleid een betere term. De jongerenproblematiek overstijgt alle betrokken ministeries, dus moet er een minister voor jeugdbeleid ko men." Het aanstellen van een extra minister klinkt een beetje vreemd uit de mond van iemand die meermalen heeft ge klaagd over 'ambtelijke verkokering'. We hebben toch al een minister voor 'grote steden „Die zou er dan wat mij betreft.... eh, die grotestedenminister stelt toch niets voor. Die zit gewoon in een kamer naast Peper. Een minister zonder geld en bevoegdheden is niets." Vanwaar die grote bezorgdheid over de jeugd? „Harde cijfers: als eenderde van de Marokkaanse jongeren in aanraking komt met criminaliteit voor hun zes tiende jaar, als er met een kwart van de Turkse jongeren en vijftien procent van de Nederlande jongeren hetzelfde gebeurt, als we een toenemend schoolverzuim en voortijdig schoolver laten constateren en als het aantal ge weldsdelicten toeneemt, dan beginnen de draden van de maatschappelijke solidariteit wel erg dun te worden. Geen somber verhaal van mijn kant dat dat in heel Nederland zo is, maar wel in de steden van dit land." U zegt dus eigenlijk dat de jeugd het grootste probleem van de toekomst is? „Met het grootste deel gaat het goed in Nederland. Debatten over de jeugd mogen zich dan ook niet toespitsen op criminaliteit. Ze moeten gaan over op voeden. Over respect tonen, normen en waarden bijbrengen en de jeugd le ren zich actief in te zetten in de sa menleving. De jeugd is niet een pro bleem, maar jeugdbeleid is wel een be langrijk speerpunt om de samenleving bij elkaar te houden, solidariteit te le ren." Heeft u als part-time voorzitter wel ge noeg tijd voor het CDA, dat toch be hoorlijk in de problemen zit? „Als part-timer blijf je lekker fris en onafhankelijk. Dat is een belangrijke overweging geweest om geen full-time voorzitter te worden. Ik ben altijd poli tiek geëngageerd geweest, maar met een zekere distantie. Ik zal me niet gauw laten meesleuren door het poli tieke metier." Niet meesleuren? U heeft de afgelopen jaren regelmatig flink uitgehaald naar de partijtop van het CDA in een aantal artikelen in Trouw. „Ik werd niet meegesleurd. Die stuk ken duidden op betrokkenheid en op een kritische opstelling." En op iemand die veel politieke ambi ties heeft en zichzelf wil profileren. Er alles aan doet om binnen de partij zo ver mogelijk te komen. „Ik vind dat wel héél negatief. Wat is dit nu?! Die formulering staat me niet aan. In het CDA werkt dat absoluut niet zo. Als je in het CDA kritische brieven stuurde, werd je bestraffend toegesproken.Ik heb nooit een politie ke carrière nagestreefd. Dat moeten jullie mij nóóit in de schoenen schui ven. Sterker nog, als ik dat wél had ge daan, dan was ik een grijze muis, een angsthaas geweest. En dat ben ik niet. Ik heb een mening en die wil ik ver kondigen. Dat verwacht ik ook van de andere leden." De jongste wethouder van Wassenaar zegt dat hij geen politieke carrière na streeft? „Geen 'carrière'! Het CDA is de groot ste politieke vrijwilligersvereniging. Je doet het - en nu kom ik tot de essentie van m'n opvoeding - omdat je met je talenten moet woekeren. Omdat je verantwoordelijkheid hebt te nemen en uit plichtsbesef. Dat klinkt allemaal heel zwaar. Maar er is meer in dit leven dan alleen maar je eigen gewin nastre ven." U spreekt het woord carrière uit alsof het een vies woord is. „Daar komt weer dat woord 'vies'. U zoekt zeker een mooie kop boven dit artikel.... Kijk ik zo vies? Ik heb geen politieke carrière nage streefd, omdat ik dat geen doel op zichzelf vind. Net zo min als het m'n doel is om in het centrum van de poli tieke macht te verkeren. Dat is een proces dat zich nu voltrekt bij de PvdA. Dat is het begin van het einde van de PvdA, het begin van de arrogantie van de macht. Dit is geen partijpolitieke opmerking, maar meer een advies aan de PvdA. Ik heb enige reserve bij het nastre ven van een politieke loopbaan. Poli tiek is idealen, dat zit van binnen. Ui teraard moet je ook een beetje gek zijn. En een zekere ambitie hebben om je standpunten voor het voetlicht te brengen. Maar een carrière nastreven kan ertoe leiden dat je op een bepaald moment, als het om principiële keuzes gaat, je eigen agenda zwaarder laat we gen dan het politieke algemene be lang. Ik vind dat geen goede drijfveer." Een van uw artikelen in Trouw ging over de kloof tussen partijtop en tradi tionele achterban. Het CDA werd 'cen tralistisch bestuurd', schreef u. Vier jaar later is het ironisch om te moeten vast stellen dat uw eigen voorzitterschap de CDA-Jeden toch weer is opgelegd. Frac tievoorzitter De Hoop Scheffer zou uw benoeming 'door de strot' van de ach terban hebben geduwd, ten koste van de Brabantse gedeputeerde Van Geel. „Dit vind ik nu vieze woorden! Maar ik kan hier heel kort over zijn. Daar ben ik niet verantwoordelijk voor geweest, maar het bestuur. Blij ben ik er niet mee. Het CDA kent de mogelijkheid van ledenraadpleging als een benoe ming van een voorzitter aan de orde is. Kennelijk was men dat vergeten." Het heeft er wel toe geleid dat u door CDA'ers in het zuiden wordt gezien als de 'stroman van De Hoop Scheffer'. „Stromannen en paladijnen, hou alsje blieft op! No way! ik ben de jongste uit een gezin van vier. Dat zijn niet de ty pes die zich ontwikkelen tot schildkna pen. Dit is geen valse start, helemaal niet. Ik stoor me er niet aan. In de partij speelt dit alles helemaal niet. Eenieder die bij ons congres is geweest, weet wel beter. Sinds tijden was dat weer eens een heel goed congres." Wat heeft u nu vaker op schoot, uw laptop of de bijbel? „Ha, ha. Nou, je kunt de bijbel ook op de laptop lezen. Ik heb geen van beide op schoot. De laptop ligt op tafel. En ik zit niet 24 uur per dag achter een lap top. Ook niet in de bijbel te lezen. Ik ga wel regelmatig naar de kerk. Mijn kin deren ook. Als ik ze tenminste mee krijg, want hun vader is zo'n idioot om drie kerken af te lopen. Niet allemaal op een en dezelfde zondag hoor, wees gerust. Ik geef mijn kinderen de kerkgang mee, maar ik zal ze niet verplichten om er naartoe te gaan. Mijn vrouw, die uit dezelfde traditie komt, denkt daar ook zo over. Verplichten werkt niet. Mijn ouders hebben dat ook zo ge daan. Uiteindelijk bereik je daar meer mee. Ik heb zelf ook meegemaakt dat ik op het gymnasium aan de aardrijks kundeleraar vroeg: u vertelt mij hier het evolutieverhaal, maar de gods dienstleraar vertelde ons nog geen uur geleden het scheppingsverhaal. Vond- ie niet zo leuk. Hij wilde snel doorgaan over de hoofdstad van Italië. Ik heb een periode doorgemaakt dat ik ratio nalistischer was, dat ik me meer door de rede liet leiden. Maar goed, je krijgt toch iets mee, van huis uit. Het moment waarop het schep pingsverhaal weer centraal ging staan was het moment waarop mijn vader overleed. Dat moment kwam bij mij vroeger dan statistisch verwacht kon worden. Ik was 22 en ik had een bij zondere band met mijn vader. De hele zaak werd op zijn kop gezet. Je gaat nadenken over zin van het leven. Mijn 22e jaar was voor mij een heel belang rijk jaar. Je denkt over het geloof na, relati veert, geeft het een plaats in je leven. Het hoort er allemaal bij, ook twijfel. Vroeg of laat kristalliseert zich het uit en maak je een keuze. Geloof is voor mij heel belangrijk. Geeft richting in m'n leven. En kracht." WIM KOEVOET ERNA STRAATSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 51