ïlPORT Marciano Vink snakt naar latje-trappen 7 De diesel pruttelt zo nog wel een tijdje door DAG 6 MAART 1999 UEM SPIERDIJK. 071-5356464. PLV -CHEF JANET VAN DIJK. 071-5356463 I en ere den West Hij heeft diep gezeten, heel diep. „Je moet alles in je eentje verwerken. Ik werd er soms kotsmisselijk van." Dat is geweest. Nu herstelt Marciano Vink (van 17 oktober 1970) van een kruisbandoperatie, maar aan de horizon gloort voor de PSV'er weer een nieuwe voetbaltoekomst. „Over vier maandjes kan ik weer latje trappen. Heerlijk." JW TJ ij zit aan een uitsmijter. Op de rand van ot eejl zijn bord glanst een tomaatje. Marciano ijen e|ink mag én kan het weer hebben. ,,Ik weeg ebruiPu 88 kilo, toch zon zes kilootjes minder dan vorig jaar. De komende maanden nog yijf er af, en ik zit op mijn streefgewicht. Dan priiïj:an ik er weer lekker tegenaan. Tuurlijk kom ik terug. Die mentaliteit heeft altijd in me gezeten, zit in me en blijft altijd in me zitten. 0 Ik zou mezelf nooit meer onder ogen kun- met iien komen als ik nu zeg dat ik ermee kap. Ze moeten écht van een rolstoel van het veld rijden, wil ik beseffen dat het voorbij is." riculuj Zijn verhaal is dat van de ezel, ook Mar- >n vaiiano Vink stootte zich twee keer tegen die iectiek° verguisde steen. Zelf wil hij niet spreken rlemf?n naiv^te't' het is eerder een erfenis van m zijn karakter. Anders had hij zich wel eerder 33rt 'pten opereren in plaats van te wachten tot er daadwerkelijk geen weg terug meer was. Keer op keer liet Vink zijn eerzucht alsmede het belang van PSV prevaleren boven zijn ptimaaiezondheid. k van J „Stel je eens voor: ik had maanden op troomclmateur basis gespeeld bij PSV en net weer een contraclje voor zes maanden verdiend. Vliegt er iemand op de training in: weer maanden uit de roulatie. Kom ik terug, krijg k - heel mooi van PSV - toch een nieuw contractje, gebeurt in een wedstrijdje tegen Rudacia in de voorbereiding hetzelfde. Voor (nijn gevoel kon ik het ten opzichte van PSV niet maken om me te laten opereren. Ik hoopte mijn blessure te kunnen opvangen piet het ontwikkelen van spierkracht. Dat lukte dus niet. Tot ik op 6 december wéér door die knie ging. Toen had ik echt een re pen om te zeggen: hup, nu het mes erin." Kruisband Op 17 december 1998 liet Vink zich in het Dijkzigt-ziekenhuis in Rotterdam een nieu we kruisband in zijn linker knie 'aanmeten'. Na bedrijfsongeval op bedrijfsongeval was het pure noodzaak. „Ik kan nu dingen die een maand geleden nog voor ónmogelijk (werden gehouden. Er zit schot in, maar ik ben pas twee maanden ver. Voor een kruis band operatie staat minimaal zes maanden. Vergelijk het met de situatie van John van een len Brom. Maar gelukkig zie ik alweer licht an het einde van de tunnel." In de eenzame strijd naar herstel vocht Vink een even pikante als zware strijd, met zichzelf, met z'n omgeving. „Je moet alles in je eentje verwerken. Ik werd er soms kots misselijk van. Het leven van een geblesseer de voetballer is eenzaam, heel eenzaam. Je kunt je ei niet kwijt. Man, ik heb diep geze ten. Als mensen aan je vragen: 'Voetbal je nog?' 'Zitje nog bij PSV?' Pff." „Nu zorgen Ovidiu Stinga en Stan Valkcx, die met hetzelfde euvel kampen, voor een beetje houvast. Maar bijna anderhalfjaar al les alleen doen... Het zegt, denk ik, iets over je karakter. Tuurlijk vraag je jezelf wel eens af: komt het nog wel goed? Maar als voetbal ler heb je van nature een overwinnaars mentaliteit. Uit dit soort situaties moet je ook een soort overwinning behalen." Traantje „Ik heb regelmatig een traantje moeten la ten. Als je met een ballon op je knie thuis zit, als je gigantische pijn hebt, als je op de tri bune naar een wedstrijd zit te kijken waar jij zelf had móeten staan Dat heeft heel veel pijn gedaan. Dan denk je: Jezus, wat over komt me allemaal? Het is ook zo tegenstrij dig. Aan de ene kant zoek je steun, aan de andere kant wil je die absoluut niet hebben. Ik heb soms echt gedacht: laat me alsjeblieft zelf uit deze misère komen. Dan wilde ik be wust niemand om me heen. Dan werd ik gek van de verhalen en berichten. Dan las je weer "Vink geblesseerd', 'Tegenslag voor Vink' of 'Vink moet opnieuw operatie on dergaan'. Voor de buitenwereld leek het wel of heel mijn lichaam iets mankeerde, terwijl het toch echt alleen mijn linker knie betrof." Op 2 maart 1997 schreef Vink de eerste bladzijde van wat inmiddels is verworden tot een roman vol blessureleed. Bij RKC ging Vink bij een bloktackle door zijn inmiddels veel besproken gewricht. Het moment staat hem nog helder voor de geest. „Het was koud en vies daar in Waalwijk. We speelden aardig - ik had zelfs gescoord - tot ik bij een onschuldige actie aan de zijlijn finaal door m'n linker knie ging. Krak, krak. In eerste in stantie viel het nog mee. De knie werd wel wat dik, maar ik liep nadat ik van het veld was gedragen nog joggend om de massage tafel. De dokter kwam binnen en zei nog: Hé, dat gaat wel. Voor de televisie meldde Er gloort weer hoop voor Vink, na een lange periode van blessureleed. „Alles wat voetbal is, geeft een heerlijk gevoel." foto cpd hij die avond nog: 'Marciano kan volgende week tegen Feyenoord gewoon meedoen'. Twee dagen later bleek dat een band in m'n knie volledig van het bot was losgerukt." Geboorte Als hij de afgelopen jaren de revue laat pas seren, beaamt Vink dat hij zijn fysieke mal heur al in de kiem had moeten smoren. „Maar dat was juist het probleem. Ik houd niet van dat halfzachte. Zo is mijn instelling. Maar het is tegelijkertijd ook mijn fout ge weest. Een ander had rust genomen. Ik ben doorgegaan. Zo zit in elkaar. Ik voetbal te graag. Als ik op het veld sta, kan ik me uitle ven. Een bal is zo iets moois. Alles wat voet bal is, geeft een heerlijk gevoel." De schaduwzijde kende ook een zonnige kant. Vink beleefde de geboorte van zijn dochter Tara, nu bijna acht maanden oud, als een openbaring. „Mijn andere dochter, Zenzi, is geboren in Italië. Toen zat ik elke week met Genoa in trainingskamp en had ik heel weinig tijd voor haar. Tara heb ik vanaf de eerste minuut zien opgroeien. Dat is niet te beschrijven, zo mooi." Veel tijd doodde Vink bovendien met het kijken naar voetbalwedstrijden, in het stadi on of thuis op de bank voor de televisie. „Maar dan overheerst bij elke wedstrijd het idee dat ik daar had moeten staan. Ik kan dat niveau nog aan. Bij Oranje, bij PSV. Ja, ook het Nederlands elftal. Ze hebben op rechts niet echt een probleem, maar ze zijn daar wel zoekende." Naar één ding snakt Vink nog het meest als hij na afloop van een training op de Herdgang naar zijn fitte makkers kijkt. „Die gaan dan nog even latje trappen. Hou op, denk ik dan: dat wil ik ook. Iets lekkerders is er niet. Maar die tijd komt er heus aan. Dat voel ik. Nog vier maandjes, dan kan ik het ook weer. Voetballen, daar verheug ik me op. Ik wil alles gewoon nog een keer bele ven: hoe het voelt om op het gras te staan, hoe het voelt om een doelpunt te maken. Bij welke club? Geen idee. Is het niet bij PSV, dan is dat jammer. Dan heb ik hier een mooie tijd gehad." Doelen ,Als er één club goed voor me is geweest dan is het PSV, voorzitter Harry van Raaij in het bijzonder. Hij heeft altijd oog gehad voor mijn problemen. Vooral voor hem vind ik het jammer dat ik PSV niet hebben kun nen geven, wat ik in mijn mars heb. Nee, er heeft zich geen club gemeld. Veel clubs heb ben wel wat anders aan hun hoofd. Die zijn bezig zich te redden, Europees voetbal te halen, die denken nu echt niet: 'Hé, zullen we Marciano Vink eens even bellen. Het zal me ook worst wezen waar ik ga spelen, al moet ik bij de amateurs beginnen. Dan ga ik van daaruit wel omhoog. Eerst moet mijn knie goed komen, zodat ik alle doelen die ik had alsnog kan verwezenlijken. Want er zit nog heel veel aan te komen." Piet Kleine wordt meesterknecht van Henk Angenent leine (47) won in 1976 in Innsbruck Olympisch op de tien kilometer. Dat jaar werd de bekendste postbesteller ook wereldkampioen allround in (een. Ruim twintig jaar later is Kleine nog steeds marathonschaatser. Winnen doet hij niet meer. tste marathonzege was in december 1994. Zijn restatie dit seizoen was een zevende plaats. Van uit hij in Groningen zijn veertiende marathonsei- ditmaal in dienst van sprinter Jan-Maarten Hei- e al>| Stoppen denkt Piet Kleine nog niet. Zolang zijn li- ics. jniet tegenstribbelt, gaat hij door. Volgend seizoen hij deel uit van de nieuwe Frisiaploeg van AZ-voor- trai-iirk Scheringa. Dan wordt de marathonkampioen 90 meesterloiecht voor Henk Angenent (die van- iages| marathontitel kan pakken) en René Ruitenberg. fme vereerd dat ik voor deze topploeg ben ge- En ik weet wat er van mij verwacht wordt, ze vra- iniet voor niks." 1,1 J fedoeling was dat dit zijn laatste seizoen zou zijn. pge maand liep hij nog met de gedachte rond om te p- Zijn sponsor Merks hield ermee op. En zelf op lt w(Pn naar een andere ploeg, daar had de Drent geen ïn Groningen zou Piet Kleine zijn laatste wedstrijd Piet Kleine (links), hier in de kopgroep tijdens de laatste Elfstedentocht, samen met Henk Angenent. De twee schaatsen volgend jaar in dezelfde ploeg. foto cpd >opT was mooi geweest. is zo veranderlijk als de mens. En geen menselijk ee[| Piet Kleine vreemd. Hij hoorde begin februari van taen van AZ-voorzitter Scheringa om een topploeg bijiuf31*611 Hij hoorde dat Henk Angenent, de Wou- Elfstedentocht-winnaar, kopman zou worden. Hij t'oorlervan °P dat-ie zelf óók hoog op het verlanglijstje peringa stond. „Daar zit Henk Angenent achter", t ompkioe. De twee reden ooit samen bij Siebrand. Vol- Hzoen bij Frisia samen met René Ruitenberg en Jan pmkamp. „Als we maar geen oude AZ-shirtjes krij- Pwapperen zo." Peine is wars van uiterlijk vertoon. Thuis herinnert an zijn loopbaan. De medailles en bekers liggen in °P zolder. Zijn gouden plak van de Olympische lometer heeft hij uitgeleend voor een tentoonstel- sportcentrum Papendal. Aan plakboeken doet hij hangen geen foto's aan de muur. „Wat achter je gebeurd. Ik kijk me voldoening terug, hoor. Ik heb 'tijden gekend, soms mindere. Maar ik kijk liever 0 Hij heeft maling aan kritiek, het deert hem niet wat an deren van hem denken. „Hoe meer kritiek ik krijg, des te beter heb ik gereden." Zijn huidige stijl van rijden roept veel weerstand op. Kleine valt niet meer aan. Hij beperkt zich tot het temporijden om elke uitlooppoging in de kiem te smoren. En mocht een concurrent desondanks op avontuur durven gaan, dan neemt de Drentse diesel het peloton op sleeptouw en rijdt hij de gaatjes dicht. „Ik ben realist. Het is tegenwoordig bijna uitgesloten dat ik nog wedstrijden win. Maar ik heb nog steeds een goed koersinzicht en vind het geen probleem om me dienstbaar op te stellen. Daarom cijfer ik me nu weg om Jan Maarten Heideman te ondersteunen. Ik kan ervan ge nieten als hij een wedstrijd wint, als hij mijn werk af maakt. Je moet niet naar mijn uitslagen kijken, die zijn niet van belang. Laatst zei er iemand tegen mij: 'Nou Piet, jij maakt ook helemaal niks meer klaar, hè'. Zo'n man heeft er dus niets van begrepen. De kritiek van de pers of het publiek doet me niks. Ik weet voor mezelf wel wan neer ik goed of slecht heb gereden. Spiegel mijn prestaties maar af aan de uitslagen van Heideman." „Kijk, die jongens van een jaar of 24 hebben allemaal de drang om te winnen. Ik hoef niet meer zo nodig, ik heb al genoeg gewonnen. Ik begrijp dat de mensen sympathie hebben voor een strijdlustig type als Arnold Stam. Hij valt altijd aan, hij maakt vaak de wedstrijden. Nee, ik vrees dat winnen er voor mij niet meer inzit. Ze laten mij nooit gaan, daar heb ik het zelf inderdaad naar gemaakt de laat ste jaren. Mijn manier van rijden heeft antipathie opge wekt, dat realiseer ik me terdege. Maar ik maak me er niet druk om, waarom zou ik?" Wat is zijn drijfveer om op veteranenleeftijd nog tussen de A-rijders in het peloton te zitten? „Leuk, ja wat is leuk? Ik heb lol in het knechtenwerk. En dat gaat me nog steeds goed af. Moet ik dan stoppen? Zolang mijn lichaam het volhoudt en ik geen zware blessures krijg, ga ik door. Eén jaar, twee jaar, misschien nog drie jaar Niemand weet wat de toekomst brengt. Mijn vrouw \indt het niet erg dat ik nog steeds elke zaterdag van huis ben. Ze gaat zelfs altijd mee, ze is mijn trouwste supporter. Van haar mag ik ook nog wel even doorgaan." „Eerlijk gezegd vind ik het niet zo prettig dat in Gronin gen alweer de laatste wedstrijd van het seizoen is. Ik ben nog in vorm, ik voel me nog lekker. Of ik niet weet wat ik anders op zaterdag moet doen? Nou, dat valt wel mee, hoor. Hier thuis liggen nog genoeg klusjes op me te wach ten, ik tennis graag en ga vaak op mijn ATB-fiets het bos in. Niemand hoeft bang te zijn dat Piet Kleine zich zonder schaatsen verveelt." Met Scheringa heeft hij een overeenkomst voor één jaar. „Ik ben voor twee jaar gewaagd, maar dat vind ik te lang. Ik bekijk van jaar tot jaar wat ik doe." Ziet hij zich zelf in de toekomst als ploegleider? „Daar is niet over ge sproken. Het komt ook niet aan de orde, denk ik. Ik weet niet of ik wel een geschikt type ben om ploegleider te zijn." Scheringa zoekt nog een ploegleider voor komend jaar. De naam van oüd-wielerkampioen Hennie Kuiper circuleert. „Of ik Kuiper een goede keuze zou vinden? Daar kan ik geen oordeel over vellen. Laten we eerst maar afwachten wie het wordt." Heeft zo'n superkwartet als Angenent/Ruitenberg/Kromkamp/Kleine eigenlijk wel een ploegleider nodig? „We krijgen een team dat van alle markten thuis is, dat is waar. Maar wij hebben geen ogen in onze rug. We kunnen niet zien wat er achter ons ge beurd. Een ploegleider kan de wedstrijd tactisch in de ga ten houden en de rijders vanaf de kant een beetje bijstu ren. Zo'n man heb je er echt bij nodig." Kleine heeft de schaatssport zien veranderen. Hij heeft alle commerciële ontwikkelingen van nabij meegemaakt, was onderdeel van de professionalisering. Dat hij voor het grote geld nog een jaar bij Frisia gaat rijden, daar haalt hij de schouders over op. Hij is blij dat hij nog een paar krui mels meepikt. Zeker in vergelijking met de huidige lich ting topschaatsers als Rintje Ritsma en Gianni Romme heeft de wereldkampioen allround van 1976 heel wat ge mist. „Ik sprak laatst Jan Bols en die zei het ook al: 'Piet we zijn te vroeg geboren'. Dat klopt, maar ach wat geeft het? Ik ben nu ook gelukkig hoor." Eén ding zit hem nog altijd dwars: zijn diskwalificatie na de Elfstedentocht 1997 die hij als vijfde beëindigde. Hij werd uit de uitslag geschrapt, omdat hij de stempelpost in Hindeloopen had gemist. Kleine kreeg ook geen kruisje. De grootste deceptie uit zijn ruim 25-jarige carrière? „Och, bij de massa blijft alleen de naam van de winnaar hangen. Henk Angenent en Erik Huizebosch, de nummer twee, zijn nationale bekendheden geworden. Maar hoe veel mensen weten bijvoorbeeld nog dat Bert Verduin derde werd? Als ik vijfde was geworden, was het volk dat al lang vergeten. Door die gemiste stempelpost weten de mensen tenminste nog dat ik erbij was. Dan is het toch niet allemaal voor niks geweest." Blessure Wat lees ik daar nu, dacht ik onlangs toen ik las dat Rijkaard een blessure heeft. Rijkaard? Toch niet Frenk? Rijkaard geblesseerd' las ik. Voetbalt die weer dan? Bij de veteranen soms? Op het plein tje? Onderuitgehaald in wed strijdje met artiestenelftal, er gens op de Veluwe, na een één tweetje met Froger? Rijkaard. Geblesseerd. Ik wierp de krant van me af en dacht na over wat ik zojuist gelezen had. Twee woorden dreunden daar bij als aardbevingen na in mijn hoofd. Rijkaard. Geblesseerd. Hoe erg zou hij eraan toe zijn? Hoe staan zijn kansen? Van Rijkaard is bekend dat hij vorige maand een noodlanding meteen vliegtuig succesvol doorstond. De letterlijke weer gave van dat artikel is me ont schoten, maar de kop staat in mijn geheugen gegrift. Rijkaard doorstaat angstige momenten in Noorse bergen Je leest het en het eerste wat je denkt is, zal wel meevallen. Angstige momenten in Noorse bergen. Je denkt aan zoiets als stroomuitval, in jaloersmakend gezelschap, in een berghut, op een plek waar normaliter geen stroom behoort te zijn en dis het er al is dan gebruik je het niet. Welk ander nialheur kan een mens treffen in de Noorse wil dernis, een rendier? Die kans is niet groot en bovendien schrikt dan eerder het rendier. Een sneeuwbui. Kan. Maar zonder lawinegevaar dan toch: Noorse bergen zijn niet hoog. Aan een vliegtuigongeluk denk je niet meteen. Renze de Vries, in zijn glorietijd als FC Groningen-voorzitter, struikelde eens van een vlieg tuigtrap en kwam als mummie verkleed weer thuis, waarna hem de vraag voorgehouden werd wat hem, gelet op alle ver band, overkomen was. ..Vliegtitigongeluk antwoordde Renze zonder blikken of blozen. Toch moet Rijkaards avontuur in het Noorse luchtruim wel op het randje zijn geweest. Bepaald geen vluchtje om Bergkamp weer wat vertrouwen in de luchtvaarttechniek aan te sme ren. Een motor die uitviel, be vroren landingsbaan, toestel in de slip, enz., enz. En nu dit weer. Rijkaard. Ge blesseerd. De kop van het artikel vermeldt geen voornaam. Voornamen zijn taboe in krantenkoppen. Anderzijds, welke Rijkaard heb je nog meer, behalve Frenk? De eerste regel van het bericht dan maar. .Bondscoach Frank Rijkaard mist drie wedstrijden door een blessure. Drie wedstrijden nog wel! Er gaan wéken, soms mdadnden voorbij eer het Nederlands elftal een wedstrijd speelt. En Rijk aard mist er drie? Wat mankeert die man in hemelsnaam? Laatst, tegen Portugal, stond Rijkaard er toch nog kwiek bij. Noodlanding vergeten, 0-0, nog geen woorden gehad met Louis, ongeslagen nog en nu opeens dit, drie duels ernaast. Wat houdt de bondscoach zo lang aan de kant? Drie inter lands, dan praat je toch gauw over zes maanden. Een half jaar! Welk ergs is hem overko men? De ochtendkranten gaven geen uitsluitsel. Je gaar dan toch de wildste gedachten formuleren. Te strak ondergoed gedragen? Arm uit de kom geslagen tijdens partijtje golf met Hiddink? Spierscheuring opgelopen tij dens uitlaten hond? Neeskens balletje door de benen gespeeld (moet je nóóit doen, zelfs niet aan dénkentijdens laatste Oranje- train ing? Gelukkig wist deze krant het wel. Rijkaard miste, door een opspe lende knie, drie wedstrijden die hij, mits 100 procent fit, had bij willen wonen. Heerenveen-Ajax. PSV-Twente en Feyenoord-PSV. Is dat alles? Ja, dat is alles. Dus tegen de tijd van Roda-AZ was hij weer tot wedstrijdbezoek in staat. Ja, zij het met behulp van krukken. Daar was hij dus wel, bij Roda- AZ. Ja, evenals z'n vriend Vialii, namens Chelsea, Voor wie, voor Roda? Nee, voor Moens. Allebei voor Moens? Ja. Wat vindt Ed de Goey daarvan, dat Vialli naar Moens is wezen kijken? Die vond het alleen jammer dat het niet ook nog 9-2 werd. Frank Snoeks is verslaggever van Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 37