)PORT Stiekem dromen van de Tour iïarry van der Laan: 'Mij mag je nooit wisselen' Pi4 [RDAC 20 FEBRUARI 1999 •WILLEM SPIERDIJK. 071-5356464, PLV -CHEF JANET VAN DIJK, 071-5356463 Aart Vierhouten leert opnieuw lopen en fietsen Aart Vierhouten klonk, die dag in januari, heel opgewekt. Tijdens de ploegpresentatie op het hoofdkantoor van de Rabobank werd hij even 'in de uitzending gehaald'. Live vanuit het ziekenhuisbed. Vierhoutens relaas over dé valpartij in Spanje en z'n bekkenbreuk klonk nuchter, zat vol kwinkslagen. Toen de telefoon op de haak ging en in Utrecht iedereen overging tot de orde van de dag, zakte Vierhouten echter in een diep wak. „Ik dacht, houd nu maar op met vragen stellen, anders word ik gillend gek. Toen het gesprek voorbij was, had ik mezelf niet meer in de hand, ging ik diep door de knieën." hseeeiük&IKM Figuurlijk en geestelijk dan. Want Vierhouten is sinds 10 januari, de dag dat hij in Spanje geschept werd door een auto. allesbehalve mobiel. Zijn linkerbeen mag én kan hij nog nauwelijks bewegen. Hoewel uit metin gen bleek dat zijn vetpercentage onveranderd is, viel hij vijf kilo af. Dus. rekende Vierhouten zelf uit, raakte hij vijfduizend gram aan spierkracht kwijt. Het duurt, dat lijdt geen twijfel, vele maanden voor hij weer op niveau is. Drie weken lag hij plat op zijn rug in het Amersfoortse Eemland-ziekenhuis en staarde wanhopig naar het pla fond. Maar sinds begin februari werkt hij thuis in Oud- Turnhout én in het aldaar gelegen Sint Jozef-ziekenhuis aan zijn herstel. Een crime voor een coureur die na een uitstekend seizoen juist zijn vleugels wijd wilde uitslaan. Vierhouten was voornemens zich niet alleen te profile ren met het halen van drinkbussen en het uit de wind houden van de kopmannen, maar te bewijzen dat hij was gerijpt. Hij dichtte zichzelf kansen toe in de klassie kers en wilde meesprinten om ritzeges in de kleinere ronden. Nog één keer haalt Vierhouten (28) zich, op verzoek, de gebeurtenissen van zondag 10 januari voor de geest. „We zaten in een klimmetje. Leon van Bon reed een meter of 200 voor me. Ieder hield zijn eigen hartslag in de gaten. Bovenaan trokken we nog even door, niet overdreven hard. Toen sloeg die tegemoetkomende au to ineens linksaf. Hij heeft me nooit gezien, remde niet eens. Ik kon nog een centimeter of twintig naar rechts uitwijken, maar werd toch getorpedeerd. Ik vloog door de lucht, raakte de straat en de stoeprand. Zo'n hele ho ge. Beng, ik maakte z'n harde klap, dat ik weer een heel stuk verder vloog. Als ik niet meer op deze aarde had hoeven zijn, dan had dit mijn laatste moment kunnen zijn. Als die auto mij frontaal had gepakt, was ik er niet meer geweest." De pijn was direct ondraaglijk. „Pas nog zei ik tegen Manda, mijn vrouw, dat als alle pijntjes en blessures die ik ooit heb gehad op een hoop worden geveegd, het nog niet half zo erg zou zijn als dit. Echt, ilc zou liever drie keer achter elkaar de Galibiër beklimmen, dan iets der gelijks nog eens beleven." Boren Vierhouten, meer dood dan levend, werd naar het zie kenhuis in Denia vervoerd. „Maar voor ik daar in een bed lag, ging er heel wat tijd overheen. Ze wilden zich er eerst van vergewissen hoe ik heette - ik moest per se m'n paspoort laten zien - en of ik wel verzekerd was." De Spaanse artsen oordeelden daarna (onterecht bleek later) dat Vierhoutens bekken van zijn plaats was geko men en achtten het noodzakelijk een pin door het been van de Rabo-renner te boren. „Ik heb een kwartier ge protesteerd, dokter Van Meerwijk in Nederland vond het niet nodig. Maar die Spanjaard zei dat hij de baas was in Denia, en hup daar ging-ie met een boor aan de gang." „Of ik toen aan fietsen dacht, aan een verloren sei zoen? Nauwelijks. Ik had zoveel pijn, kon gewoon niet denken. Ik wist ook niet wat er kapot was. Langzaam kwam het besef dat ik maanden uitgeschakeld zou zijn, dat ik pas in september weer een beetje kon fietsen, als waar was wat ze in Spanje zeiden. Dat schokte me wel, ik werd bang. Mijn contract loopt immers tot het eind van 1999." Inmiddels heeft Vierhouten begrepen dat de soep in Spanje heter werd opgediend dan noodzakelijk. In Amersfoort werd een nieuwe diagnose gesteld. Het bek ken was op meerdere plaatsen gebroken, maar zat nog op z'n plaats. .Dankzij mijn fysieke gestel. Als topspor ter heb je heel wat meer en beter getrainde spieren en pezen. Die hebben de boel bij elkaar gehouden." Er zijn nu meer voordelen. Een 'normaal' mens kan pas na een week of zes gaan denken aan revalidatie, Vierhouten is al volop bezig. „Na een week of twee heb ben ze me, liggend op een brancard, zo in een zwem badje laten zakken. Maar ik kon niet rechtop zitten, of mijn been bewegen. Je gelooft dan nauwelijks dat het ooit nog goed komt." Elektrotherapie Sindsdien is het hard gegaan. Met elektrotherapie wor den de zenuwen in zijn been gestimuleerd. Vierhouten zit zelfs zo nu en dan al op de hometrainer, met een heel breed zadel. „Heerlijk. Dat geeft vertrouwen. Fiet sen gaat trouwens nog beter dan lopen. Het doet ook minder snel pijn. Ik mag zoveel doen als ik denk dat ik aankan, met één restrictie: het mag absoluut geen pijn doen. Inmiddels leer ik in het Sint Jozef weer lopen. Echt. zo mag je het noemen. Drie weken plat op je rug en je coördinatie is compleet weg. Gelukkig dat ik niet nog eens zo'n periode heb stilgelegen, je zou echt niet meer weten wat je moest doen. Ik ga nu met sprongen vooruit, zie bijna dagelijks vooruitgang. Ik probeer me nu al geestelijk voor te bereiden op de dag dat er min der vooruitgang is. Die komt, onherroepelijk." Dagelijks rijdt Manda hem heen en weer naar het Wielrenner Aart Vierhouten revalideert. Zijn linkerbeen mag en kan hij nog nauwelijks bewegen. hospitaal. De stukjes naar de auto, op krukken, zijn een beproeving. Niet in de laatste plaats omdat naast zijn fraaie woonboerderij klinkertjes liggen. Zelfs met een stel extra kussens in de auto is het geen pretje over zo'n weg te rijden. Ieder kuiltje voelt hij. De weg naar herstel is dus nog lang voor Aart Vier houten. „Wanneer ik mijn eerste wedstrijd zal fietsen? Ik heb echt geen idee. Stiekem denk ik aan de Tour de France. Maar of ik dan al weer op niveau ben, is zeer de vraag. Het is waarschijnlijk dat de Ronde van Spanje, in het najaar, mijn hoofddoel wordt." Uitslover Hij mijmert, droomt weg naar de dagen van voor zijn val. ,,Ik stond er goed voor. Had in de winter alle dagen minstens honderd kilometer gefietst. Ook op nieuw jaarsdag. Een uitslover noemden ze me in de groep. Tij dens het trainingskamp in Spanje merkte ik ook dat ik verder was dan het jaar ervoor. Ik wist dat ik wellicht mee kon gaan doen in de finales, zoals aan het eind van vorig seizoen." Moet hij nu voor contractverlenging gaan knokken? „Ik heb te horen gekregen dat ik niets hoef te vrezen. Kijk, kwakkel je met je gezondheid en kan je de koersen niet uitrijden, dan is het veel moeilijker je plekje in de ploeg te verdedigen." „Ik heb altijd mijn werk gedaan. Ik hield bij de ama teurs al niet van linkeballen, ik vlieg er altijd in. Vorig jaar was het mijn taak de eerste 130 kilometer met de ontsnappingen mee te zitten, mijn werk te doen. Maar langzaam werd het meer. In Hamburg, waar Van Bon won, was ik zelf ook top. Hoefde ik geen bidons voor anderen te halen, mocht ik laten zien wat ik kon. Die rol had ik dit jaar ook voor ogen. Aart Vierhouten is geen programmavulling meer. Nu moet ik natuurlijk weer een paar treetjes lager op de trap beginnen. Maar ik hoop dat ik aan het einde van het seizoen weer behoor lijk bovenin zit." Harry van der Laan scoort altijd en overal. Vorig seizoen maakte hij 29 doelpunten voor Cambuur Leeuwarden, dat promoveerde naar de eredivisie. Bij FC Den Bosch is Van der Laan hard op weg dat kunststukje te herhalen. Hij scoorde al 21 keer en vooral dankzij zijn doelpuntenhonger gaat de Brabantse titelfavoriet aan de leiding in de eerste divisie. aarom ik in een hotel woon? Omdat dan alle zaken geregeld ik hoef dan alleen maar te voet- Sen. Dat vind ik makkelijker. Mijn nilie woont in Gouda, daar ben ik regelmatig, ik heb in Gouda ook woning. Dit hier bij FC Den sch is toch maar tijdelijk. Je bent twee jaar in Leeuwarden, daar- ben je even twee jaar in Den sch en zo rommel je een beetje, mmigen worden helemaal ge- Qrd als ze in hun eentje in een ho- iamer zitten. Ik niet. Ik ben graag mezelf. Het is trouwens geen ge ne hotelkamer waarin ik woon, het iet penthouse op het hotel, met al- erop en eraan. Er zit een keuken een grote badkamer, een woonka- een grote slaapkamer, ik heb i groot dakterras. Het is gigantisch, deren kunnen van zoiets alleen lar dromen. fee, koken kan ik niet en ik ben niet van plan dat te gaan leren. maaltijden worden allemaal me geregeld, ik kan zelf afspra- maken met de keuken, ideaal. Je iet alleen wel een beetje gediscipli- terd zijn voor jezelf. Je moet na- nrlijk niet elke dag een tournedos oganof naar binnen gaan zitten rken en gaan rommelen met saus- Ik heb het hier in hotel Vught naar de zin. Zoals ik het in het irohotel in Leeuwarden, waar ik önde toen ik bij Cambuur speelde, kontzetend naar de zin had. ik kan aardig een bal in het net tieten. Het lijkt wel of het elk, jaar 'er gaat. Ik denk dat dat te maken eft met ervaring. Iemand die z'n Ie leven al heeft gescoord, heeft op gebied alles wel zo'n beetje mee maakt. Scoren is daardoor een au- natisme geworden. In bepaalde si- ities maak je daardoor gewoon de ste keuzes. Scoren heeft ook met frtuiging te maken. En ik ben over tuigd van mezelf, al heb ik ook m'n spanningen en m'n momenten van twijfel. Als ik me niet lekker fit voel, of als het elftal wat minder draait. Dan heb ik ook wel eens dat ik denk: hoe moet ik er vandaag in hemelsnaam nog eentje inkrijgen? Maar over het algemeen maak ik me daar niet druk over. Ik voetbal op dit moment zeker niet groots, maar als het op het af werken van kansen aankomt, ben ik top. Natuurlijk sta ik onder druk. Er wordt van mij verwacht dat ik ergens tussen de 20 en de 25 goals maak, maar druk is voor mij geen probleem. Mijn hele leven wordt er al van mij verwacht dat ik goals maak. Als ik er gens de bus uitstap staan er altijd wel supporters 'Harry, vandaag drie' te roepen. Nooit wordt dat tegen ie mand anders geroepen, altijd tegen mij. Doelpunten maken is altijd het enige geweest waar het bij mij om ging en ik merkte al gauw dat ik daar handig in was. Bij de pupilletjes was ik dat al. Ik ben natuurlijk wel een speler met een gebruiksaanwijzing, ik moet een beetje m'n eigen gang kunnen gaan. De trainer moet mij accepteren zoals ik ben, de ploeg moet mij ac cepteren zoals ik ben, en gebeurt dat, dan maak ik het ook waar, dan zorg ik voor rendement. Ik had natuurlijk nooit in de eerste divisie mogen spelen. Misschien niet bij Ajax, Feyenoord of PSV, maar ik had zeker toch wel bij de ploegen daar vlak onder moeten voetballen. Het is onzin dat ik een typische eer- ste-divisiespits ben, want dat ben je natuurlijk niet als je als tweede ein digt op de topscorerslijst achter Ro- mario (seizoen 1989-1990, Van der Laan scoorde toen 21 maal voor FC Den Haag, red.). Ik kan straks terugkijken op een mooie carrière, al is mijn carrière niet Harry van der Laan schermt de bal af in de wedstrijd tegen Den Haag in januari, waarin hij beide doelpunten scoorde voor Den Bosch. foto anp verlopen zoals ik had gehoopt en ook had verwacht. Ik had verwacht dat ik door zou breken naar de absolute top. Het is bij Feyenoord niet goed gegaan en dat is bepalend geweest voor mijn carrière. Ik kwam in een elftal dat niet draaide en we hadden een trainer, Guilder Bengtsson, die ik helemaal niks vond. En daar kwam bij, en dat was misschien nog wel het grootste probleem, dat ik iemand ben die binnen een elftal een belangrijke positie in moet nemen. Ik moet een bepalende factor zijn, er moet een hoop op mij zijn afgestemd. En bij een club als Feyenoord ligt dat na tuurlijk effe wat moeilijker dan bij een club als FC Den Haag, waar ik vandaan kwam. In het begin stond ik bij Feyenoord gewoon in de basis, maar het liep niet en ik verloor mijn plaats. Toen heb ik de kardinale fout gemaakt de knuppel te snel in het hoenderhok te gooien. Ik ben wegge gaan, terug naar FC Den Haag, terwijl ik bij Feyenoord nog een tweejarig contract had. Ik had mezelf meer tijd moeten geven. De 24ste van deze maand word ik 35, ik zit bijna in de Kerst van mijn carrière. De ambitie die ik nog heb is promoveren met FC Den Bosch en dan nog één jaar in de eredivisie. Nog één rondje in de echte stadions, nog één keer om het echie. Ons spel is overigens nog niet van dien aard dat ik nu al zeg: we worden kampioen. Emmen moet je nog niet uitvlakken, maar FC Groningen is voor mij de ge vaarlijkste concurrent. Het heeft nog steeds de uitstraling van een echte eredivisieclub. Dat is een psycholo gisch voordeel, andere ploegen kijken daardoor tegen je op. Je hebt in de eerste divisie vaak met hele jonge, onervaren spelers te ma ken. Laatst tegen Dordrecht komt er zo'n jongen tegen mij spelen. Van Bielzen of zo, weet ik veel hoe hij heet. Sterk, fysiek alles in orde en hij deed het ook hartstikke goed, daar niet van, maar hij stond helemaal strak, was er helemaal op gefixeerd mij van scoren af te houden. Hij leek wel een mummie en hij was doof stom ook, dat weet ik zeker. Geen woord heeft hij tegen me gezegd, geen kik heeft hij gegeven. Een robot. Met dat soort jongens heb ik in de eerste divisie voortdurend te maken. Als je tegen eredivisieclubs speelt, speel je tegen jongens die je kent en die jou kennen. Dan lui je tijdens een wedstrijd over van alles en nog wat, is het gezellig, maar in de eerste divisie is er wat dat betreft vaak geen lol aan. Dan speel je tegen jongens als Van Bielzen, jongens die door hun trainer nog zijn opgenaaid ook. Zo van: denk erom, jé staat tegen Harry van der Laan, de topscorer, die heeft daar en daar gespeeld, scoort gemakkelijk, is hartstikke gevaarlijk, als je hem een meter geeft schiet hij hem erin. Tegen types als Van Bielzen moet je echt tot de 90ste minuut scherp blijven om er een in te krijgen. Dat is dodelijk ver moeiend hoor. Aan de manier waarop ik het ver baal aanpak hebben ze aan mij moe ten wennen bij Den Bosch. In be sprekingen zeg ik gewoon tegen mijn medespelers dat ze de bal naar mij moeten spelen 'en dan schiet ik hem er wel in'. Die vent is gek, zie je zo'n groep spelers denken als ik dat dan zeg. Dat kan ik me ook goed voorstel len, maar ik maak het waar. Doelpun ten maken is. nu eenmaal mijn kwali teit en die moet je benutten. Er zijn er niet zoveel die gemiddeld één goal per wedstrijd maken. De kans dat je met zo iemand komt te spelen is dus niet erg groot. Daar kun je alleen maar je voordeel mee doen. Ik probeer jonge spitsen ook altijd wegwijs te maken, ze te vertellen hoe ze het beste in bepaalde situaties kunnen reageren, dat ze het beste vaste hoeken kunnen nemen, vaste principes kunnen hanteren en dat ze, als ze op de training een afwerkvorm doen, die wedstrijdeigen moet doen. Ik denk ook dat ik heel veel ver stand heb van voetballen. Ja, er wordt gezegd dat ik overal verstand van heb. Bij sommige clubs noemden ze me Johan. Ik bemoei me overal mee, maar als ik iets zeg, of iets beweer, heb ik me er ook in verdiept en ik vind dat ik dan ook mijn mening kan ventileren. Ik denk ook dat ik verbaal sterker ben dan Cruijff. Cruijff heeft zijn eigen taal ontworpen, wat ieder een prachtig vindt, maar ik denk dat ik met begrijpelijker argumentatie kan komen. Als je Cruijff soms op de televisie hoort, dan denk je: waar heeft hij het in godsnaam over. Sommigen vinden het helemaal niet leuk om hun mening te geven, ik wel. Als wij een nabespreking heb ben, bijvoorbeeld, dan zegt hij (doelt op trainer Martin Koopman), en dat doet hij dan expres: 'Zeg Roberto (Verhagen red.), heb jij nog wat?' 'Neuh, neuh neuh...' Patrick, Patrick Deckers, ook zo'n jongen. 'Zeg Pa trick, heb jij nog wat?' 'Neuh neuh neuh neuh...' Dat zijn jongen die blij zijn als ze niet aangekeken worden. Maar dan mis je toch wat ik je per soonlijkheid en dat zie je ook terug in het veld. Ik ben natuurlijk niet bescheiden. Ja, dat wekt soms irritatie op. Wat denk je wat er gebeurt als ik er niet voldoende inschiet..? Dan hebben de mensen een hekel aan me, absoluut, misschien hebben ze sowieso wel een hekel aan mij, maar dat ik is iets waar ik totaal niet mee zit. Martin Koopman? Een sympathie ke man. Geen schreeuwer. Een mo derne trainer, met moderne oefenstof en moderne denkbeelden over voet bal. Ik heb ook al een paar aanvarin- kjes met hem gehad, maar dat komt omdat hij aan mij moet wennen. Ie dere trainer moet aan mij wennen. Ik heb het een paar keer meegemaakt dat hij mij een kwartier voor tijd wis selde. Jaah...Mij mag je nooit wisse len, zeg ik dan tegen hem. Hoezo niet wisselen? zegt hij dan, ik heb met twintig man te maken en iedereen is vervangbaar. Nee, zeg ik dan, je mag mij nooit wisselen, ik ben in staat om in de negentigste minuut nog een doelpunt te maken." Romantiek s gentleman Wenger al door Elisabeth geridderd of beltaagi dit Buckingham Palace alleen als Arsenal er ondanks het over spelen van de wedstrijd tegen Sheffield United ook nog in slaagt de FA Cup te winnen? Want dan pas zou het sprookje volledig zijn. Deze krant citeerde de Engelse kwaliteitskrant The Indepen dent die van een historisch offer sprak. Hans van Breukelen nam het woord chique in de mond. „Zoiets kan alleen in Engeland" zei de ex-keeper van Notting ham Forest. „Dit maakt Engels voetbal zo romantisch." Romantiek. Het woord is gevallen. De replay staat in het teken van de verloren gewaande roman tiek van her voetbal. (Te hopen valt dat Sheffield goed aanvoelt dat de replay niet is bedoeld om de benadeelde underdog een nieuwe kans te geven. Want de replay mag van ons allemaal zijn, niet van Sheffield). In het belang van de romantiek is het gewenst dat dit voetbalsprookje ook een sprookjeséinde krijgt. In de traditie van ze leefden nog lang en gelukkig dacht ik hierbi aan 6-0 voor Arsenal. In de Engelse sportcultuur was oorspronkelijk niet het winnen van wedstrijden de maatstaf, maar hoe je de wedstrijd speel de. De Engelsen zèlfzijn dit al lang vergeten (wedstrijden wor den om 100 pond verkocht; zelfs lichtmasten worden gesaboteerd om goksyndicaten te gerieven), maar wij denken dat het tijds verschil nog steeds 100 jaar is, dat het in Engeland voor altijd 1899 is gebleven. Arsenal - Sheffield (zeg maar: Ajax - Veendam) stond 1-1 toen Parlour van Arsenal vlak voor tijd de bal inwierp naar Kanu. Eigenlijk wilde Parlour de bal kwijt aan de keeper van Shef field. Die had (ongeschreven) recht op de bal, omdat hij deze had uitgetrapt om een blessure behandeling mogelijk te maken Maar de ingooi mislukte. Kanu (in de afgelopen 2, 3 jaar weinig aan de bal geweest) aarzelde niet toen hij eindelijk weer eens een bal van dichtbij zagen trap te deze schitterend naar Over- mars. Wat Overmars in zijn Ajax-jaren veel te weinig deed, deed hij nu wel: hij scoorde! Scoort Overmars eindelijk, is he weer niet goed. „Zo wil ik niet winnen", zei Ar senal-trainer Arsène Wenger in de BBC-microfoon. „De wed strijd moet over. We hoorden dit Maradona niet zeggen, na zijn handsbal in Mexico City, 1986. De Engelsen verwijten hem dit nog steeds, toch was het een Fransman die het Engelse voetbal zijn roman tisch aura terugbezorgde. Had hij dit ook gedaan als de tegenstander van het formaa t Manchester United was ge weest? Goede vraag. Probeer het u voor te stellen. Feyenoord-PSV, dit weekend. PSV wint door een Linskensach tig doelpunt van Khokhlov. Hoort u het Robson al zeggen? „Khokhlov is er kapot van. Hij had niet in de gaten dat hij scoorde. Onze excuses aan de sympathieke supporters van Feyenoord. Wij bieden Leo en Jorien aan de match over te spe len. Nee, Robson is wel bejaard, maar niet gek. Niet zo gek als Wenger. Maar Wenger is ook niet helemaal gek natuurlijk. Sheffield zal Arsenal toch geen tweede keer voor de voeten lo pen? Want hoe nobel en oprecht de geste van Wenger misschien ook is, het moment ervoor was uit stekend getimed. Geen mens die eraan dacht de zaligi'erklaarde Fransman te confronteren met het ondermaatse spel van zijn kampioenself tegen het Engelse Veendam. Dat vonden ook Alan Hansen ei Trevor Brooking, de Kraay en Kieft van Engeland, zaterdag in de studio van de BBC. Hansen begreep niets van Wenger. Brooking alles. Maar dat her Engelse voetbal na de Hoddle- rel een onsje romantiek gebrui ken kon. dat begrepen ze al te goed. Vive le roi, vive Wenger. Hiermee is Wenger echter nog niet onsterfelijk. Dat wordt hij pas als Arsenal ook de FA Cup wint. Want hoe je de wedstrijd speelt mag dan belangrijk zijn, tegenwoordig moet je hem helaas ook winner Sir Arsène! fr Frank Snoeks is verslaggever van Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 33