'Kiezers beseffen weer dat er bij de provincie wat gebeurt'
Economie
Horecabond: Arbeidsomstandigheden mensonterend
'Op hoofdlijnen is het
bij ons goed geregeld'
ISDAG 9 FEBRUARI 1999
De Horecabond kent schrijnende voorbeel
den van uitbuiting van Chinese werkne-
„Een Chinese werknemer moest voor een
zware operatie zeker vijf weken opgenomen
worden in een ziekenhuis. Zijn baas vond
het goed, op één voorwaarde: hij zou de
helft van het loon van de man doorbetalen
als diens vrouw en kinderen die vijf weken
het werk van hun man/vader zouden over
nemen. Zo is het gebeurd ook."
„Een Nederlandse technicus moest voor
zijn werk in een groot Chinees bedrijf zijn,
in Amsterdam. Hij begon er 's morgens om
zeven uur, op een tijdstip dat er normaal
gesproken geen eters in het restaurant zijn
en waarop overheidsdiensten bij voorkeur
geen controle uitvoeren. Die Nederlandse
technicus trof in de keuken van het restau
rant zestien Chinezen aan, slapend op een
badhanddoek. Ze werkten daar."
gezicht vertrekt geen spier,
rzijn woorden verlaten
lend zijn verbeten mond:
Nederlander werkt ruim
dagen per jaar, keer acht
is 1.600 arbeidsuren. Een
lees in Nederland werkt
i 300 dagen per jaar, keer
twaalf uur per dag is 3.000
1.600 arbeidsuren. Dat is
itwee keer zoveel uren, on-
raak heel zware arbeidsom-
digheden. Zijn loon is laag:
eveer de helft van het salaris
de gemiddelde Nederlan-
i dertig jaar geleden kwam
jnaar Nederland, op zoek
'welvaart'. Hij heeft die
gevonden. Begon als af-
ser, groentensnijder, ma-
evan alles. Werkte zes da-
per week, tien-twaalf uur
ig, soms langer. Nauwe-
vakantiedagen. „Overuren
je nooit vergoed, niet in
niet in vrije tijd. In de Chi-
horeca geldt één ding: het
)uw verantwoordelijkheid
je werk af te maken, hoe
het ook wordt. Mijn loon
ïrtijd? Vijfhonderd gulden
maand. In de Chinese hore-
ilijft je loon laag, stijgt niet
met je leeftijd. De afgelo-
vier, vijf jaar heb ik geen
ele prijscompensatie gehad,
ir jaar krijg je het moeilij-
toostig laat Seng zijn keurig
rdende 'loonbriefjes' zien.
i laatste zes jaar laeeg hij
keer een geringe prijscom-
•atie, nadat hij erom had
aagd. Zijn loon is al die ja-
fcauwelijks gestegen.
bij de
Chinees
iverkte in meet-dan twintig Chinese restaurants in
hele land. Van Rotterdam tot Eindhoven, van Den
gtot Zutphen, van Geldrop tot Noordwijk en Kat-
Seng Ko. Midden veertig is hij nu en 'totaal afge-
ld'. Seng zit ziek thuis, met vrouw en kinderen, in
provinciestad in het oosten van het land. Als een van
ersten onder zijn duizenden land- en lotgenoten in
Ierland doorbreekt Seng de traditionele oosterse
gzaamheid:Chinese werknemers in Chinese res-
ants hebben geen leven. Rechteloos zijn ze, com-
:t rechteloos."
Nederland telt ruim 2.200 Chi
nese restaurants, zo weet Seng
Ko. Daarbij staan zo'n 3.000
Chinese werknemers inge
schreven, ruim één per restau
rant. In werkelijkheid werken er
veel meer mensen, gemiddeld
zeker zes per vestiging. Velen
van hen wonen in kleine be
dompte kamertjes, zonder pri
vacy, achter of boven het res-
taurant.*Honderden. duizenden
- Seng schat dat aantal op 'min
stens 15.000 mensen' - verblij
ven illegaal of semi-illegaal in
ons land.
„Twaalf vakantiedagen per jaar,
daar hebben we maximaal
recht op," zegt Seng bitter.
„Vroeger mocht je die nog wel
eens achter elkaar opnemen
zodat je twee weken vrij was.
Maar nu is ook dat verslech
terd. Er zijn werkgevers die hun
personeel verplicht elke maand
een vakantiedag 'geven'. Ande
ren zeggen op dinsdagavond
om elf uur: 'Jij hebt morgen een
vakantiedag.' Dan heb je die
maar te nemen, of je wilt of
niet."
„De Nederlander krijgt een va
kantietoeslag van acht procent,
wij geen cent. 'Dat zit al in je
loon inbegrepen,' zegt de baas.
Vaak wordt je loon contant uit
betaald, maar bijna altijd een
week later dan afgesproken. Als
je vraagt om je loon via de bank
uitbetaald te krijgen, loop je
een beste kans om de volgende
maand ontslagen te zijn. De
toplonen? Een meesterkok die
minstens vijftien jaar lang ge
werkt heeft, verdient maximaal
zo'n 3.200-3.300 gulden netto.
Dat lijkt aardig, maar denk wel
even aan d&t rekensommetje:
zes dagen per week, twaalf uur
'Een moderne vorm van slavernij.' Er is
voor haar gevoel geregeld sprake van 'abso
lute onderwerping en totale afhankelijk
heid.' Voorzitter Marchien Koster van de
Horecabond FNV windt er geen doekjes
om: de arbeidsomstandigheden voor veel
Chinezen in de Chinese horeca zijn 'mens
onterend'.
De Horecabond kan veel betekenen voor
Chinese werknemers, meent Koster. „In be
ginsel net zo veel als voor Nederlandse
werknemers, maar het grote probleem is
dat de Chinese werknemers zelf vaak de
eerste stap naar ons toe niet durven te zet
ten. Ze zijn erg bang hun werk te verliezen,
hoe slecht ze het ook hebben, en soms zelfs
zijn ze bang voor hun leven."
Sinds een paar jaar probeert de Horeca
bond structureel te werken aan positiever
betering van de Chinezen. Er werd een
klachtenlijn geopend, folders over rechten
en plichten werden in het Chinees vertaald
en verspreid, er kwamen (regionale) bijeen
komsten, brieven werden gestuurd aan de
werkgevers. Toch is het resultaat mager, er
kent Koster.
„De klachtenlijn kan elke maandagmiddag
tussen twee en drie uur gebeld worden. We
hebben een speciaal mobiel nummer inge
voerd (06-22492198) om te zorgen dat het
niet tot enige plaats of persoon te herleiden
is. Elke maandag bellen er tussen de vier en
zes Chinezen. De helft van hen durft zijn
naam niet te noemen, maar vraagt alleen
informatie of zoekt een klankbord bij ie
mand die hen verstaat en begrijpt.
Concreet kunnen we pas wat voor de ar-
beidspositie van een werknemer gaan doen
als hij lid is of wordt van de bond én als hij
zelf wil dat we actie gaan ondernemen,
richting werkgever. Maar die stap is erg
groot voor hen."
Koster ziet drie mogelijkheden om de ar-
beidspositie van de Chinese werknemers -
geleidelijk aan - te verbeteren. In de eerste
plaats zou volgens Koster de politiek de
Chinese groepering in Nederland weer als
etnische minderheid moeten beschouwen.
Dat schept meer (subsidie) mogelijkheden
voor werkgelegenheidsprojecten, meer mo
gelijkheden om 'dwingend' te zorgen dat
Chinezen cursussen Nederlands gaan vol
gen.
Voorts zouden Chinese werknemers zelf
minder afhankelijk moeten worden van
hun Chinese horeca-werkgevers. Het zijn
uitstekende werkkrachten die ook in de
'Franse of Nederlandse horeca' zó aan de
slag kunnen.
Tenslotte zouden overheidsdiensten meer
en vaker gebruik moeten maken van hun
controlerende bevoegdheden. Immigratie-,
belasting- en gezondheidsdiensten hebben
veel meer mogelijkheden om harder op te
treden, dan ze nu doen.
Recent onderzoek leerde de Horecabond
dat Chinese werkgevers in hun bedrijven de
Chinese CAO zouden toepassen, in plaats
van de Nederlandse. „Een verbijsterende
ontdekking," zegt Koster. Vertalers hebben
intussen de Nederlandse CAO in het Chi
nees vertaald. De bond wil dat boekje op 16
februari presenteren, het begin van het Chi
nese nieuwjaar.
„Op hoofdlijnen is de Horeca-cao goed en strak geregeld en
wordt ze bij de aangesloten Chinees-Indische bedrijven ook
correct uitgevoerd." Zo reageert woordvoerder A. Groenewe-
gen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) op het 'beeld'
dat de Chinese werknemer Seng Ko en voorzitter Marchien
Koster van de Horecabond schetsen van de arbeidspositie van
werknemers in de Chinese horeca.
Groenewegen komt tot haar reactie in samenspraak met me
vrouw L.P. Lin, sectormanager van de Chinees-Indische 'tak'
van de werkgeversorganisatie KHN, waarbij 800 van de in to
taal circa 2.000 Chinees-Indische restaurants zijn aangesloten.
Groenewegen erkent dat ze 'geen verantwoorde reactie' kan
geven op de arbeidsomstandigheden bij de ruim 1.200 niet-
aangesloten Chinese bedrijven. Toch verdedigt ze ook dat on
derdeel van de Chinese werkgeversmarkt: „Werknemers zijn
tegenwoordig mondig genoeg, ook Chinese werknemers. Als
zij het niet eens zijn met hun werkomstandigheden, kunnen
ze dat met hun baas bespreken. Goed overleg moet mogelijk
zijn."
Groenewegen: „De horeca is nou eenmaal geen negen-tot-vijf
baan, en kent veel flexibele werktijden voor full-timers en
part-timers. Natuurlijk zal er bij de Chinees-Indische restau
rants wel eens een uurtje worden overgewerkt, dat gebeurt bij
alle horeca-bedrijven. Maar dat is hoogstens incidenteel, niet
structureel. Op hoofdlijnen is dat bij onze bedrijven goed ge
regeld, gelooft u mij maar."
Ja natuurlijk, de prijs voor het Chinese eten zou omhoog moeten. Nu is die lage prijs het 'wapen' van het restaurant. Maar het gaat wel ten koste
van de werknemers."
FOTO CPD HANS DEN HOEDT
per dag, minimale vakanties,
geen enkel extraatje."
Een kwart eeuw hield Seng zijn
mond. Hij zag, hij hoorde, maar
hij zweeg. Vier jaar geleden was
hij de uitbuiting beu. Hij stapte
naar de Horecabond FNV. Er is
'wel wat' gebeurd sindsdien,
maar niet veel. Vakbond en
werkgevers boekten nauwelijks
vooruitgang, want ze geven el
kaar overal de schuld van. Er
kwam een telefoonlijn waar
Chinese werknemers, vaak ano
niem. hun klachten kunnen
spuien. De Erasmusuniversiteit
in Rotterdam is bezig met een
onderzoek naar de leef- en
werkomstandigheden van de
Chinezen in Nederland.
Seng heeft er geen verwachtin
gen meer van: „Op papier zijn
sommige regelingen verbeterd,
officieel in de CAO vastgelegd.
Maar in de praktijk werkt die
absoluut niet. Er is geen con
trole op de naleving van de re-
gels."
„De vakbond hamert er steeds
op dat de Chinese samenleving
opener moet zijn, dat de werk
nemers onderling solidair moe
ten zijn, voor hun rechten op
moeten komen, samen een
vuist ballen. Dat is mooi ge
zegd, maar het zal niet gebeu
ren, nooit. Chinezen zijn niet
lief voor elkaar. Mijn eigen Chi
nese samenleving wil dat ik
mijn mond houd. 'Het heeft
geen zin om voor je rechten op
te komen, leg je er bij neer',
zeggen ze. Ze geloven niet meer
in verbetering."
„Er zijn werkgevers nu, die heel
lang werknemer zijn geweest.
Die dus aan den lijve hebben
ondervonden hoe moeilijk het
was als personeelslid. Je zou
verwachten dat ze milder zijn,
rechtvaardiger, als ze eenmaal
baas geworden zijn. Vergeet het
maar. Ze snoeren de banden
juist nog strakker aan. Komt
ook omdat ze steeds meer fami
lieleden om zich heen verzame
len die nog goedkoper willen
werken. Daardoor krijgen de
'alleenstaande' Chinezen het
moeilijker. Die worden tegen
elkaar uitgespeeld: voor jou zó
een ander."
„De Chinees zelf leeft erg geïso
leerd, laat zich snel intimide
ren, durft niet in de aanval te
gaan. Je moet vooral je mond
houden, niet protesteren. Het is
allemaal heel fatalistisch. Ik zie
nog een man voor me die, heel
normaal toch, vroeg of hij gelei
delijk aan terug mocht van ze
ventig uur werken per week
naar 38 uur. Twee weken later
was hij ontslagen, weggepest.
De politie kwam er nog bij om
dat hij aangifte wilde doen van
mishandeling. Dat werd dus
niks, geen bewijs, geen getui
gen."
„Vergeet niet: die taalbarrière is
een enorme handicap. Daar ko
men we bijna nooit doorheen.
Als je eenmaal ontslagen bent,
kom je ergens anders niet meer
aan de bak. Je komt op een
zwarte lijst. De werkgevers zijn
beter georganiseerd dan de
werknemers. Die zijn doods
bang voor represailles en bazui
nen hun droevige ervaringen
dus niet rond. Daardoor blijven
de duistere kanten van de Chi
nese horeca altijd verborgen. Ja
natuurlijk, de prijs voor het
Chinese eten zou omhoog
moeten. Nu is.die lage prijs het
'wapen' van het restaurant.
Maar het gaat wel ten koste van
de werknemers."
Seng spreekt redelijk Neder
lands, maar toch is een van zijn
kinderen aanwezig bij het ge
sprek. Als de emotie hem te
veel wordt, schakelt hij over op
zijn moedertaal. „Veel jonge,
eerste generatie Chinezen blij
ven lang alleenstaand. Ik denk
dat nu nog zeventig procent al
leen is. Ze zijn jong, ze werken
hard en hebben (nog) niet in de
gaten dat er van alles mis is."
„Als je jong bent, werk je alleen
maar. Dan voel je geen pijn,
geen vermoeidheid of je drukt
het opzij. Sommigen trouwen,
krijgen kinderen, in Nederland.
Ze verwerven een stabieler le
ven, hun kinderen weten meer
van de rechten en plichten die
Nederlanders hebben. Ze ver
tellen er thuis over. Die tweede
generatie is gelukkig kritischer.
Dan ga je denken en piekeren.
Dan wil je - tegen alle verdruk
king in - toch in actie kpmen,
ook al weet je dat de kansen op
structurele verbetering mini
maal zijn."
Maandenlang zit Seng Ko nu
thuis. Hij voelt zich 'verdrietig,
heel verdrietig' en moe, heel
moe. „Ik ben in zoveel dingen
teleurgesteld. Ik ben mijn waar
digheid kwijt. Mijn toekomst is
weg, ik heb nog hoop voor mijn
kinderen, maar dan moet er nu
wel wat gebeuren. De vakbond
zegt dat ik uit de Chinese bran
che moet gaan. Maar waar
moet ik heen? Kunt u me hel
pen?"
Om redenen van privacy is
de naam Seng Ko gefingeerd.
woensdag 3 maart zijn er ver
ezingen voor provinciade staten,
let slechts vijfeneenhalve week
de boeg is van politieke
oorts nog geen sprake; aanspre-
ende thema's ontbreken. De per
efinitie kleurloze provincies trok-
altijd al minder kiezers dan de
-meenteraad of de Tweede Ka-
er. Maar misschien heeft de
aagse annexatie-oorlog een ver-
ssend positief effect op de op-
imst.
nhaa<
haag henk de kat
blicist over bestuurlijke kwesties.
„De provincie heeft een bleek
profiel", is zijn waarneming. „Ik kan
me uit de afgelopen 25 jaar slechts
twee echte discussies herinneren:
over de Leidse Baan die er niet is
gekomen en over subsidie voor TV
West. Inwoners van Friesland en
Zeeland hebben nog binding met
hun provincie, op grond van een ver
terugvoerende geschiedenis. Maar
wie voelt zich nou Zuid-Hollander?
De mensen in Vianen? Laat die ge
meente toch naar Utrecht gaan, doe
daar niet krampachtig over. En Den
Haag en Rotterdam vallen er ook al
buiten. Dat zijn werelden op zich,
waar wethouders rechtstreeks on
derhandelen met het Rijk. En als er
écht wat te beslissen valt, zoals over
stadsuitbreidingen of een hogesnel
heidslijn, dan zijn dat toch steeds
weer rijksbesluiten. De provincie
huppelt daar met haar advisering
alleen een beetje achteraan".
Paul Bordewijk uit Leiden heeft
een verdergaand idee om een eind
te maken aan de volgens hem al van
1912 daterende 'oorlog' rond Den
Haag. „Laat Goeree-Overflakkee
naar Zeeland gaan, maak rond Lei
den en Dordrecht twee kleinere
provincies en roep twee grootstede
lijke besturen in het leven voor Den
Haag en Rotterdam. Dan krijg je
eindelijk ook eens een democra
tisch verantwoorde inbedding voor
de regionale politiekorpsen, want
ook dat is h'ard nodig".
Zo'n grootstedelijk bestuur is iets
anders dan een supergemeente.
„Mijn voorstel houdt in dat inwo
ners van Den Haag twee keer gaan
stemmen voor het rijk en voor het
grootstedelijk bestuur terwijl inwo
ners van bijvoorbeeld Rijswijk en
Voorburg drie keer naar de stembus
mogen: voor het rijk, het grootste
delijk bestuur en hun eigen ge
meente. Het Haagse stadscentmm
zal zo rechtstreeks onder het groot
stedelijk bestuur vallen. De be
voegdheden die nu liggen bij stads
gewest Haaglanden gaan dan naar
het nieuwe bestuur, zoals openbaar
vervoer en de bouw van nieuwe wij
ken. Maar ook de financiering van
musea en de schouwburg en extra
gelden voor de Schilderswijk in Den
Haag moeten centraal worden gere
geld. Dat zijn immers voorzieningen
waar heel het grootstedelijk gebied
belang bij heeft. De buurgemeenten
moet je daarvoor dus ook verant
woordelijk maken. Met dat concept
ga je een beetje tussen de verschil
lende ideeën in zitten. Daarvoor is
dan wel wijziging van de Grondwet
nodig. Zoiets vergt meer differentia
tie in bestuursvormen dan nu mo
gelijk is. Ik hoop dat het kabinet
daartoe bereid is. Zuid-Holland
vraagt nu eenmaal een andere aan
pak dan Zeeland of Friesland".
Voor Joan Leemhuis-Stout, com
missaris van de koningin in Zuid-
Holland, zijn dergelijke bespiegelin
gen 'niet aan de orde'. „Provincies
zijn eerder te klein dan te groot, als
je het bekijkt op Europese schaal.
Niet dat ik nu een discussie begin
om Zuid-Holland" uit te breiden,
maar ik wil wel dit tegengeluid laten
horen tegenover de veelgehoorde
stelling dat provincies kleiner moe
ten".
Leemhuis heeft deze week het
startschot gelost voor de komende
verkiezingen. Ze wijst liever op het
belang van de huidige provinciale
bezigheden. Ze somt op: het aanleg
gen en veiliger maken van wegen en
fietspaden, de regeling van het
openbaar vervoer buiten de grote
steden (een nieuwe taak voor de
provincies), de medeverantwoorde
lijkheid voor recreatiegebieden, de
helikoptersurveillance op illegale
slootdempingen en de subsidiëring
van TV West.
„Dat zijn toch heel concrete din
gen, zaken die mensen raken. Ver
der zijn we nauw betrokken bij de
aanleg van de A4 door Midden-Del
fland. de komst van het Bentwoud
en samen met gemeenten werken
we aan het jeugdbeleid om drop
outs te voorkomen. Ook hebben we
de plek bepaald voor Europa's
grootste rioolwaterzuivering, die in
de Harnaschpolder van Schipluiden
komt".
De afgelopen vier jaar is gebleken
dat het provinciale 'oliekannetje'
geslaagde voorbeelden oplevert van
het veelgeroemde Hollandse pol
dermodel. In de Duin- en Bollen
streek, de Alblasserwaard en nu ook
in de Krimpenerwaard zitten boe
ren, burgers, bedrijfsleven en mi
lieubeweging op initiatief van de
provincie met elkaar om de tafel
voor het opstellen van voor ieder
een aanvaardbare toekomstscena
rio's. 'Gebiedsgericht werken' wordt
deze succesformule genoemd in het
Provinciehuis.
„Voor besturen en maatschappe
lijke organisaties werkt het heel
goed", constateert Leemhuis tevre
den. Alleen is het nogal zuur dat er
weinig mee kan worden gepronkt
De geboekte resultaten zijn immers
een optelsom van binnenskamers
gesloten compromissen, waarmee
je niet echt spectaculair kunt sco
ren.
Leemhuis is nog altijd enthousiast
over haar baan bij Zuid-Holland. Ze
laat in toespraken nooit na deze
provincie te roemen om haar veel
zijdigheid. „Voorlopig kijk ik uit
naar m'n herbenoeming voor zes
jaar". Een kater heeft ze niet overge
houden aan de annexatieperikelen:
„Daarvoor loop ik bestuurlijk al te
lang mee. En of de plannen van ge
deputeerde staten nu welgevallig
uitkwamen of niet. die hele discus
sie heeft in elk geval duidelijk ge
maakt dat in het provinciehuis wel
degelijk politieke keuzes worden ge
maakt. Men is gaan beseffen: 'Hé, er
gebeurt wat bij de provincie'. Dat is
dus ongewild een positief effect.
Voor de kiezer zou dat op 3 maart
zeker reden moeten zijn om te zeg
gen: met die politiek moeten we ons
bemoeien".