'Asielprocedures opzettelijk gerekt'
T>
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1999
Albanees Bekim Zaqiri draait vijfjaar rond in ambtelijke molen
Meer dan vijf jaar heeft Bekim
Zaqiri als asielzoeker
rondgedraaid in de traag
malende ambtelijke molen
van de IND, de Immigratie en
Naturalisatie Dienst. Eerst was
er een wel heel vrij vertalende
tolk, die een geheel eigen draai
gaf aan het vluchtverhaal van
de Albanese Kosovaar. Daarna
pende een contactambtenaar
de naam van de in 1993 aan
de Servische doctrine
ontsnapte Zaqiri foutief op
papier. De langs elkaar heen
werkende bureaucratie nam
na verloop van tijd dermate
Kafkaiaanse vormen aan, dat
de Vreemdelingenpolitie hem
voor uitwijzing kwam
ophalen. En dat terwijl de
procedure nog liep.
Uitgerekend op het moment
dat hij de wanhoop nabij was,
werd hem op 28 oktober
alsnog het begeerde
Nederlandse paspoort
uitgereikt. „Wat ik de
afgelopen acht jaar achter de
rug heb gun ik m'n ergste
vijand niet, zelfs geen Serviër.
ekim Zaqiri en zijn vriendin
Marjan Maagdelijn hebben
jaren hun ergernissen over
de ambtenarij van de IND opgekropt.
Nu Bekim zich zeker weet van een toe
komst in Nederland, moet bij Maagde
lijn het hoge woord er maar eens uit.
„Na wat wij en anderen hebben meege
maakt, durf ik te stellen dat de IND met
opzet asielprocedures rekt. In de hoop
dat het in de landen waar de vluchtelin
gen vandaan komen op een gegeven
moment rustiger wordt, zodat ze per
kerende post kunnen worden uitgewe
zen."
Bekim Zaqiri kan nauwelijks naar de
tv-beelden kijken, die vanuit zijn vader
land dagelijks tot hem komen in zijn
huiskamer in Schalkwijk. Hij noemt het
een godvergeten schandaal, dat in Rasa-
ka en Rosovo onschuldige burgers door
de Servische barbarij als kanonnenvlees
worden gebruikt. Zijn broer Fitim ver
blijft sinds juli ook in Nederland, ge
vlucht als hij is voor het geweld dat
wordt ontketend door het bezettingsle
ger van Slobodan Milosevic en het naar
onafhankelijkheid schietende UCK.
„Maar ook hij wordt door de IND niet
op z'n woord geloofd."
Weliswaar voelt hij zich na ruim vijf
jaar Nederland volledig ingeburgerd in
deze samenleving, het heimwee naar de
al jaren in brand staande geboorte
grond knaagt nog elke seconde aan
hem. Eigenlijk tegen beter weten in
heeft de in Haarlem woonachtige bus
chauffeur van half mei tot juni vrijaf ge
vraagd bij de NZH, om zijn ouders en
twee zusjes te bezoeken. „Ik heb ze acht
jaar niet gezien. Ze zitten redelijk veilig
in Pristina, maar ik ben bang dat het
moeilijk zal worden daar te komen."
Op 28 oktober werd officieel een
streep gezet onder een langdurig be
staan zonder sofinummer. Bekim: „Het
gaf ons het onwezenlijke gevoel op de
begane grond te zijn beland na jaren op
een vulkaan te hebben geleefd."
C-status
Volkomen nutteloos heeft hij zich ge
voeld, in de voorafgaande jaren. Als nog
niet uitgeprocedeerde asielzoeker
mocht Zeqiri niets. Zijn vriendin Marjan
draaide volledig op voor zijn levenson
derhoud. ,,'sOchtends zag ik mijn buur
man naar z'n werk gaan. En 's avonds
zag ik hem van z'n werk thuiskomen. Ik
zat hier op de flat in Schalkwijk vier jaar
volkomen depressief te wezen. Ik kon
immers geen kant uit, onwetend hoe
mijn toekomst eruit zag. Uitgerekend
op het moment dat ik alle hoop had la
ten varen, werd mij na de lange tijd dat
ik niet menswaardig was behandeld uit
humanitaire overwegingen de C-status
verleend."
Hoe een maandje vakantie zijn leven
radicaal naar een andere bestemming
leidde. Als jongen van zeventien ging hij
op bezoek bij familie in Slovenië. „Uit
gerekend in die periode begonnen de
Serviërs oorlog te voeren tegen de Kroa-
ten en naderhand ook tegen de Bos-
niërs. Ik zag de weg terug naar Kosovo
voor mezelf afgesneden. Want was ik
wel naar huis gegaan, de Serviërs had
den me ongetwijfeld uit mijn ouderlijke
woning gesleept om mij als soldaat in te
lijven. Onder geen beding wilde ik vech
ten met mensen die in Kosovo scholen
met zenuwgas hadden bestookt."
Hij stond bij de volledig geserviseerde
politie van Kosovo al enige tijd op de
lijst van subversieve personen. „Na de
dood van Tito in 1981 heeft de gekte in
mijn land toegeslagen. De Serviërs, in
wezen altijd te gast bij ons geweest, be
gonnen ons successievelijk te onder
drukken. Onze politieagenten werden
een voor een ontslagen en vervangen.
De scholen gingen dicht, omdat de Ser
viërs ons achterlijk wilden houden. Te
gen al dat onrecht kwam uiteraard ver
zet, dat zich uitte in allerlei demonstra
ties. Ik heb daar destijds ook aan deel
genomen. Van de mensen die aan der
gelijke betogingen meededen, nam de
Servische politie foto's. Mij hebben ze
nooit te pakken gekregen, maar vele de
monstranten zijn wel in de gevangenis
beland."
Martelen
Het werd Zeqiri ook in Slovenië te heet
onder zijn voeten. Hoe verder weg van
het voormalige Joegoslavië hoe beter,
bedacht hij. Zeqiri was erachter geko
men dat de politie de deur bij zijn ou
ders in Podujevo plat liep om te infor
meren waar de zoon des huizes zich
ophield. „Ergens in 1992 stelden ze
mijn vader een ultimatum, dat ik bin
nen een week terug in Kosovo moest
zijn. Ik moest hun leger in. Die eis zet
ten de heren kracht bij door mijn vader
zelfs een beetje te martelen. Mijn ou
ders zijn vervolgens ondergedoken bij
familie."
Zeqiri had intussen politiek asiel aan
gevraagd in het Zuidduitse plaatsje Me-
mingen. Maar nog voordat het goed en
wel tot een procedure kwam, was hij al
weer opgekrast. Vanwege de tramme
lant die hij kreeg met de familie van een
Turks meisje, aan wie Zaqiri kennis had
gekregen. „Ik besloot weg te gaan. Naar
Nederland, waar ik op 1 augustus 1993
aankwam in Eindhoven. Daarna heb ik
een omzwerving gemaakt langs opvang
centra in Bloemendaal, Luttelgeest,
Nijeveen in Meppel en Egmond aan
Zee. Uiteindelijk heb ik in 1994 een
ROA-woning gekregen in Leidschen-
dam. In die plaats heb ik mijn huidige
vriendin Marjan leren kennen. Sinds
mijn komst hier heb ik voortdurend tus
sen hoop en vrees moeten leven."
Officieel staat voor een asielaanvraag
een termijn van ten hoogste een jaar,
maar in zijn geval nam de procedure
dermate Kafkaiaanse vormen aan dat
eerst na ruim vijf jaar het dossier-Zeqiri
werd gesloten. Al tijdens het verhoor
dat hem op 20 april 1994 in Luttelgeest
werd afgenomen door een contactamb
tenaar van de IND, voelde de asielzoe
ker zich als displaced person in de hoek
gezet.
„Ik had de pech dat mij een Macedo
niër als tolk werd toegewezen. Uit alles
bleek dat dié man een hartgrondige he
kel had aan Albanezen, afkomstig uit
Kosovo. Niet alleen aan mijn verhaal
heeft hij een geheel eigen intepretatie
gegeven, ook aan verklaringen van an
deren. Mijn woordenschat na ruim zes
maanden Nederland was voldoende om
in elk geval te kunnen begrijpen dat die
man de contactambtenaar totaal ver
keerde conclusies liet trekken. Ik wist
toen nog niet precies wat mijn rechten
waren. Maar ik heb wel gezegd: "Van dit
verhoor klopt niks'. Daarop kreeg ik de
reactie dat aan mijn zaak niks meer zou
worden gedaan. Dat ik me maar tot
Vluchtelingenwerk moest wenden."
Rechtzaak
Maar een bezoek aan die instantie in
Meppel, haalde bitter weinig uit. De
hulpverlener zegde toe er alles aan te
zullen doen dat Zeqiri een nieuw ver
hoor zou worden afgenomen. „Die be
lofte is nooit waargemaakt. Gesteund
door mijn advocaat hebben mijn vrien
din en ik alles zelf moeten doen om het
mij aangedane onrecht uit te wissen. Ik
ben vijfenhalf jaar niet geloofwaardig
bevonden. Mij werd gewoon te verstaan
gegeven, dat ik me voor een ander uit
gaf. Dat had weer te maken met een
verschrijving van die contactambtenaar
van de IND. Die had mijn naam op pa
pier verbasterd tot Zegiri, in plaats van
Zeqiri. Ik heb jaren gevochten tegen die
g, maar telkens zag ik die terug op be
schikkingen en op mijn rijbewijs. Ik heb
de IND en de Vreemdelingenpolitie op
die fout gewezen. Maar vervolgens
kreeg ik brieven thuis, gericht aan Zegiri
pseudoniem Zeqiri. Mijn advocaat heeft
toen gezegd: 'AJs jullie hier niks aan
doen, span ik een rechtzaak aan'. Dat is
ook gebeurd en die zaak is door ons ge
wonnen."
„We hebben ons dikwijls wanhopig
gevoeld", bekent Marjan Maagdelijn,
met wie Bekim in de loop van 1995 ging
samenwonen. „Telkens kwam er weer
een belofte, die vervolgens loos bleek.
Voordat Bekim bij mij in de flat in
Schalkwijk ging wonen, heb ik eerst de
IND gebeld of het was toegestaan met
een nog niet uitgeprocedeerde asielzoe
ker te gaan samenwonen. Dat mocht
van de medewerkster die ik sprak. Om
dat ik beschikte over een Nederlands
paspoort, een eigen woonruimte met
minimaal twee kamers, boven bij
standsniveau verdiende en geen crimi
neel verleden had. Officieel moest ook
Bekim een uittreksel uit het geboortere
gister, een verklaring van ongehuwde
status en een paspoort uit het land van
herkomst overleggen. Gelegaliseerd, be
krachtigd met stempels en handteke
ningen van Joegoslavische overheidsin
stanties. Ik heb een IND-medewerkster
erop gewezen dat mijn vriend ongetwij
feld problemen zou krijgen als hij in
Belgrado al die formaliteiten moest af
handelen. Die mevrouw van de IND zei
dat daarvoor bij de dienst volledig be
grip bestond."
Zeqiri senior werd in januari 1995 be
naderd de gevraagde documenten bij
het gemeentehuis van Pristina op te ha
len. Zijn zoon Bekim kreeg ze in juni in
huis. „We hebben de papieren bij de
Vreemdelingendienst ingeleverd. Maan
den later, op 24 oktober, kregen we de
mededeling dat de papieren niet waren
gelegaliseerd. Terwijl die ene IND-me-
dewerkster eerder had geroepen dat een
gevluchte Albanees onmogelijk kon
worden gevraagd de gang naar Belgrado
te maken."
Uit pure wanhoop klopten Bekim en
Marjan na overleg met hun advocaat
mr. Basten Batenburg in november
1995 aan bij de Joegoslavische ambas
sade in Den Haag. In het Nederlands
vroegen ze de dienstdoende diploma
tieke vertegenwoordiger of het ter plaat
se mogelijk was de papieren te legalise
ren. Marjan: „In keurig Nederlands ant
woordde de man dat een en ander geen
problemen gaf. Maar die ambassade
medewerker verstarde, toen hij ontdek
te dat mijn vriend een Albanees uit Kos
ovo was. Geen mens in die ambassade
sprak daarna nog een woord Neder
lands. Er kwam een militair naast ons
staan met het geweer in de aanslag. En
de deur werd vergrendeld, dat ook.
Doodsbang waren we. Opeens kon niets
meer. Na een half uur dat voor mijn ge
voel wel twee uur duurde, konden we
gaan. Met niets."
Amnestiewet
In januari 1997 kreeg Zeqiri weer eens
post van de IND. Het betrof een nega
tieve beschikking, louter gestoeld op het
argument dat er geen gelegaliseerd Joe-
goslavisch paspoort was ingediend.
Marjan: „Reden genoeg voor Bekim om
contact op te nemen met zijn ouders. In
Joegoslavië was namelijk een amnestie
wet van kracht geworden, die voor zijn
vader de weg vrij maakte de papieren
namens Bekim te laten legaliseren."
Bekim: „Mijn vader heeft een groot ri
sico genomen door in mijn belang naar
Belgrado te gaan. De meeste Serviërs
zijn zo gehersenspoeld door de bandiet
Slobodan Milosevic, dat al wie daar als
Albanees rondloopt vogelvrij is. Geluk
kig spreekt mijn vader goed Joegosla-
visch, zodat niemand gemerkt heeft
waar hij vandaan kwam. Zodoende
heeft mijn vader al wat nodig was voor
elkaar kunnen krijgen. Met de gelegali
seerde papieren en het paspoort zijn we
naar de Vreemdelingendienst gegaan.
Daarna, het was ergens in oktober 1997,
heb ik binnen een week een werkver
gunning gekregen op basis van het part
nerschap met Marjan. Het verzoek
daartoe had ik, los van mijn asielaan
vraag, twee jaar eerder al ingediend."
De Vreemdelingenpolitie had tussen
tijds, op 16 april 1997, een inval gedaan
in hun flat. Marjan, als verpleegkundige
net terug uit de avonddienst, stond juist
op het punt naar bed te gaan. Bekim:
„Zelf was ik er niet, zat op school. Maar
de heren, twee man sterk, waren er nog
steeds toen ik thuis kwam. Een mede
werkster van de IND had de Vreemde
lingenpolitie doodleuk verteld dat ik
uitgeprocedeerd was en niets in de weg
stond mij op te halen. Nou ja, ik liet de
heren zien dat mijn verzoek om een
verblijfsvergunning op basis van het
partnerschap met een Nederlandse nog
altijd liep. En ook de papieren die duid
den op een nog lopende rechtszaak te
gen de IND met als inzet een nieuw ver
hoor. De IND heeft zich naderhand
schriftelijk geëxcuseerd voor zowel de
inval als voor de langdurige behande
ling van mijn verzoek om een werkver
gunning. Ik had die excuusbrief al een
half jaar in huis, toen die eindelijk af
kwam"
Na alle soesa was Zaqiri meer dan te
vreden met het document dat zijn ver
blijf in Nederland legaal maakte, vrien
din Marjan evenzeer. Maar hun advo
caat mr. Basten Batenburg stond erop
de al vier jaar slepende asielaanvraag
procedure door te zetten. Bekim: „Hij
wees erop dat Marjan dood kon gaan.
Of dat het met onze relatie mis kon
gaan. En dan, zo hield hij me voor, ver
valt jouw recht om nog langer in Neder
land te blijven. Tja, dat hadden wij in
ons enthousiasme even over het hoofd
gezien. Uiteindelijk ben ik op 18 april
1998 in Hoofddorp gehoord door een
IND-commissie, die mij ondervroeg
over de punten waarover tijdens het
eerdere verhoor verschil van mening
was ontstaan. Ruim een half jaar later
kreeg ik eindelijk absolute zekerheid
over mijn status. Terugkijkend op de
hele affaire, krijg ik opnieuw een nare
smaak in mijn mond. Als bij de IND iets
fout gaat, valt dat heel moeilijk recht te
zetten."
GERARD VAN PUTTEN
'n Bekim Zaqiri:
'^.Terugkijkend
op de hele
affaire,
krijg ik
de een nare
smaak
et in mijn
jir mond."