'Mijn god,
de oorlog is begonnen'
ZATERDAG 6 FEBRUAR11999
eidsch Dagblad
Niets lijkt er op vrijdagochtend 29
januari op te wijzen datRogovo
de zwartste dag van z'n
geschiedenis zal beleven. Maar
alles wordt anders als drie auto's
met Servische politiemannen het
dorp inrijden en een restaurant
binnen stormen, op zoek naar
UCjK-rebellen. Dan breekt de hel
los in Rogovo in Kosovo waar 26
mensen de dood vinden, onder
wie negen onschuldige burgers.
Geëxecuteerd op een koude
vrijdagochtend. De reconstructie
van een massamoord.
Net als elke dag wordt Enver Be-
risha (19) die vrijdag om half
zes 's ochtends wakker ge
maakt door zijn oom Xhevdet - ook een Be-
risha - om zich gereed te maken voor de da
gelijkse arbeid. Enver werkt in het restaurant
van Xhevdet (34) aan het begin van het dorp,
800 meter verderop, waar een brug over de
rivier de Drim naar de verharde hoofdweg
leidt. In Rogovo zelf bestaan alle wegen uit
zand, kuilen en hobbels.
Enver stapt samen met een neef en Xhev
det in een rode bestelbus die op het erf staat
van de boerderij waarin de Berisha-familie
woont. Het is koud en het dorp is op dat
vroege uur uitgestorven. Er ligt een nieuw
laagje sneeuw. Het is maar een kort ritje naar
het restaurant. In een Opel arriveert enkele
minuten later een andere neef. Hij vraagt
Xhevdet of hij de bus even mag lenen want
hij moet even wat regelen voor het U£K, de
rebellen van het Kosovo Bevrijdingsleger, die
sinds begin vorig jaar een gewapende strijd
voeren tegen de Servische troepen in Koso
vo. Xhevdet stemt toe, start zijn busje en
volgt de Opel naar de boerderij.
Het is gedaan met Envers gevoel dat dit
een dag is als alle anderen, als hij 25 minu
ten later drie auto's met Servische politie
mannen ziet die voor het restaurant stilhou
den. Sinds de oorlog laat de politie zich nog
zelden zien in Rogovo. Eigenlijk alleen op
vrijdagmiddag als het markt is in het dorp.
Dan rijdt de politie in pantserwagens door
het doip om te proberen sigaretten in beslag
te nemen die de handelaren de Albanees-
Kosovaarse grens over hebben gesmokkeld.
Rogovo ligt 12 kilometer van Albanië; de re
gio is altijd een smokkelzone geweest.
Politiemannen als deze heeft Enver echter
nog nooit eerder gezien. Dit zit fout, denkt
hij, dit zit heel erg fout. De politiemannen,
ongeveer vijftien in getal, dragen geweren,
kogelvrije vesten, en er steken messen uit
hun borstzak. De helft van hen draagt zwarte
bivakmutsen die alleen hun ogen en mond
vrij laten. Ze dragen ook niet de gebruikelijke
blauwe uniformen, maar camouflagepakken
in groen, blauw, grijs, bruin 'net de kleur
van de bergen in de herfst', schiet het door
zijn hoofd.
Bijnaam
Twee van de politiemannen stormen het res
taurant binnen, gooien Enver en zijn neef te
gen de grond. Beiden voelen de loop van een
geweer in hun nek. „Als jullie je verroeren,
zijn jullie dood", roepen ze in het Servisch.
Enver spreekt niet zo goed Servisch, maar
deze woorden snapt hij maar al te goed.
„Waar is Beli", schreeuwen ze. „WAAR IS B-
E-L-IEnver kent Beli, want dat is de bij
naam van zijn oom Xhevdet. „Die is even
weg", zegt Enver. Hij ligt op de grond en
weet dat hij binnen een paar seconden gaat
sterven. De agenten zijn door het dolle heen.
Hij krijgt klappen, op z'n hoofd, in z'n nier
streek. „Laten we ze afmaken", roept een
van de politiemannen. „Nee", schreeuwt de
ander, „niet schieten, anders hoort Beli het
en ontsnapt-ie."
Enver moet opstaan. Of Beli terugkomt.
„Binnen een half uur, hij moet salarissen uit
betalen aan een paar arbeiders." In de
sneeuw zien de politiemannen de sporen
van Xhevdets bestelbus en van de Opel.
Xhevdet was dus niet alleen, schreeuwt de
politie. Ze springen in hun drie auto's en
gaan richting de boerderij van de Berisha's.
„Die rot sneeuw", denkt Enver. Hij ver
schuilt zich snel en ziet politieversterkingen
over de brug het dorp inrijden.
Oom Xhevdet heeft zijn bestelbus achter
gelaten op het erf van zijn boerderij. Een
paar jongens van het U£K hadden het voer
tuig nodig om nieuwe recruten, jonge jon
gens, naar de Albanese grens te rijden. In Al
banië zouden ze een militaire training krij
gen om daarna gewapend naar Kosovo terug
te glippen. Als je sigaretten de berg en de
grens overkrijgt, lukt dat met die jongens ook
wel.
De recruten zitten als sardines in het bus
je, elf gaan er in de achterbak. Xhevdet wan
delt ondertussen terug naar zijn restaurant.
Maar terwijl hij terugloopt, stuit hij op drie
auto's die in volle vaart uit de richting van
zijn restaurant komen rijden. De politieman
nen zien Xhevdet oftewel Beli. En hij is al
leen.
Behar Berisha - de familie bestaat uit tiental
len leden - is pas 13 jaar oud. Normaal gaat
hij naar het restaurant; hangt daar dan een
beetje rond met zijn neven. Die ochtend is-ie
wat later en heeft hij meer interesse voor wat
zich op hun erf afspeelt. Er lopen mannen
rond, een paar in uniform en één met een
wapen, die aanstalten maken om met z'n al
len in de bestèlbus plaats te nemen. Op het
moment dat Behar in de deuropening zijn
schoenen staat aan te trekken, gaat de hou
ten poort van de ommuurde boerderij open.
Het is zijn oom Xhevdet, de handen gekruist
voor zich. Direct achter hem politiemannen.
„Niet bewegen, niet bewegen", schreeu
wen de agenten. Direct daarna openen zij
het vuur op de volslagen verraste mannen op
het erf. Een zee van kogels, een geratel zoals
je dat maar zelden hoort. Voordat hij weg
duikt, ziet Behar nog dat een van de Albane
se mannen - die met het wapen - uit de auto
springt. Dat is het laatste wat Behar ziet. Hij
rent naar boven; de bij elkaar vijftien vrou
wen en kinderen in het huis schreeuwen en
huilen en krijsen. Ze kruipen bij elkaar in een
kamer. Overal klinken schoten.
Wakker
Heel Rogovo is wakker geworden van het mi-
trailleurgeratel. In het schamele huis van de
linker buren van de Berisha's woont de Mo-
rina-familie. Met hun kleren in de handen
zijn vader Rrustem Morino (60) en zijn drie
zonen naar de kamer op de begane grond
gerend, waar moeder Zarife (49) zich be
vindt. „Mijn god, de oorlog is begonnen",
roept Zarife. Haar oudste zoon, Seliman (23),
die getrouwd is en boven lag te slapen naast
zijn vrouw, zegt bezorgd: „Moeder, hoor
toch al die kogels." Zarife begint te huilen.
„We gaan hier dood", zegt ze snikkend.
Rrustem: „Als we proberen te vluchten zul
len ze denken dat we Ut^K'ers zijn. Ze kun
nen ons dan zo doodschieten. Laten we hier
blijven, we hebben immers niets fout ge
daan."
Een uur later, er wordt buiten nog altijd
regelmatig geschoten, omsingelen zo'n 20
politiemannen het huis van de Morino's. Vijf
agenten stormen naar binnen. Ze voeren
Rrustem en zijn zoons Seliman, Muhamed
(20) en Nysret (17) af. „Izlazi, izlazi",
schreeuwen de Serviërs, „naar buiten, naar
buiten." Het is de laatste keer dat Zarife haar
man en kinderen levend ziet. Tegelijkertijd
zijn andere politiemannen naar de rechter
buren gegaan. Ook hier vallen ze het huis
binnen. Ibrahim Kryeziu (26) wordt bij zijn
vrouw weggehaald en ook afgevoerd. Ook zij
lagen nog te slapen toen het schieten begon.
Behar, het 13-jarige jochie van de Berisha-
familie, zit tussen de gillende en huilende
vrouwen en kinderen in het kamertje. Hij
kan horen dat er buiten op het erf wordt ge
schoten. Later - tien minuten, een half uur?
Hoe lang duurt de hel? - hoort hij ge
schreeuw. Twee stemmen herkent hij; die
van Rrustem, de buurman, en die van Seli
man, zijn oudste zoon. „Wie zijn godver
domme die terroristen", hoort hij mannen in
het Servisch brullen. Behar hoort hoe zijn
buren het uitschreeuwen van pijn. Ze wor
den in elkaar geramd.
Politiemannen stormen de kamer van Be
har en de vrouwen en kinderen binnen. „De
ca, deca", schreeuwen de volledig hysteri
sche Albanese burgers in de kamer. ,,'Kinde
ren, kinderen," betekent dat in het Servisch.
De politiemannen geven een paar vrouwen
enkele klappen en slaan de lamp kapot:
„Hier blijven. Niet verroeren. Niet bij het
raam komen. Anders zijn jullie dood."
Het is ongeveer negen uur in de ochtend.
Zes burgers zijn in handen van de politie
Xhevdet Berisha, Rrustem Morino en zijn
drie zonen en Ibrahim Kryeziu. De eerste pa
trouille van de Internationale Waarnemers
missie KVM arriveert in een oranje gekleur
de, gepantserde jeep in Rogovo. De waarne
mers hebben gehoord dat 'er is geschoten'.
De Italiaanse waarnemer en zijn tolk rijden
door het dorp en hebben geen flauw idee
wat er is gebeurd. De politie heeft de poort
naar het erf van de Berisha's gesloten. Het
enige wat de Servische ordetroepen tegen de
waarnemer zeggen is dat er een politieman is
doodgeschoten door Albanese terroristen.
Om half tien verlaat de Italiaanse waarnemer
Rogovo, zonder te weten dat er enkele me
ters verderop tientallen mensen dood op de
bevroren grond liggen.
Er arriveert een tweede patrouille van de
KVM. Deze twee waarnemers zijn iets door
tastender. Ze krijgen het lichaam van de po
litieman te zien. „Predrag Rakovic, 21 jaar
oud", zeggen de Serviërs. Afgaand op sum
miere informatie die de waarnemers hebben
gekregen van enkele dorpelingen, vragen ze
of ze het erf van de Berisha's mogen betre
den. De politie weigert. „Het sterft daar van
de terroristen", luidt hun verklaring.
Een van de Albanese mannen die zich in
de buurt bevond van de rode bestelbus op
het moment dat de Serviërs de aanval inzet
ten, heeft weten te vluchten. Hij is gewond,
maar weet een kaal veld over te lopen dat
achter de boerderij ligt. Als je 300 meter
doorloopt, kom je bij het huis van de Shala-
familie. De man heeft hulp nodig want hij is
gewond. Dus gaat hij naar het gastenverblijf
van de Shala's. Naar Albanese traditie staat
de deur van het gastenverblijf - een met kus
sens en matrassen op de grond uitgeruste
soort van schuur - altijd open. De eigenaar
van het huis is verplicht, opnieuw naar Alba
nees gebruik, om iedere vreemdeling te hel
pen die een beroep op hem doet.
Ook de Shala-familie, met Zyber (60) aan
het hoofd, zit in spanning sinds het schieten
begon. Tegen half tien stikt het ineens van de
politie rondom hun kleine boerderij. Ze lij
ken erachter te zijn gekomen dat er een ont
snapte Albanees in het gastenverblijf zit. Ze
hebben zijn spoor kunnen volgen in de
sneeuw.
Schoten
Het enige dat Zybers vrouw Rabije (58) zich
herinnert, is dat de politie hun woonkamer
binnenstormt. Zyber wordt afgevoerd. Even
later krijgt ze toestemming van een achterge
bleven agent om naar de wc te gaan, die bui
ten is. Ze ziet hoe nóg drie mannen, Rifat
Shala (24), Adem Shala (42) en een derde die
ze niet kent, door de politie uit een huis wor
den gehaald en richting gastenverblijf ver
dwijnen. Terug in huis hoort ze van dichtbij
schoten.
De meesten van haar mannelijke buren -
allen Shala's die in dit deel van Rogovo 23
huizen bewonen - zijn al een naburig bos in
gevlucht om aan arrestatie of mogelijke exe
cutie te ontkomen. Pas in het begin van de
middag durft Rabije haar huis te verlaten.
'Laat ik eerst de koe voeren, dat valt niet zo
op', denkt ze. Als ze geen politie in de directe
omgeving ziet, loopt ze naar het gastenver
blijf. Traditiegetrouw doet ze haar schoenen
uit. Ze loopt het kamertje binnen en stapt in
een grote plas bloed. In de rechterhoek zit
ten twee vierkante meter bloedspatten aan
de muur; kussens en matrassen zijn door
drenkt met bloed en stukken hersenen. Van
de lichamen geen spoor. 'Ik heb geen man
meer', is het eerste dat door haar hoofd
schiet.
Xhevdet Berisha, op straat gepakt door de
politie, wordt - nadat de politie het vuur
heeft geopend op de mannen in de bestelbus
- geëxecuteerd in zijn eigen wc. Hij wordt in
het hoofd geschoten. Een grote plas bloed,
een kogel in de binnenmuur en stukjes her
senen op de plek waar de kogel is ingeslagen.
In de plas bloed ligt een briefje, geschreven
in Xhevdets handschrift, waarin staat van
wie hij nog geld tegoed heeft.
Rrustem Morino en zijn oudste zoon Seli
man, uit hun huis gehaald door de politie,
worden op het erf van de Berisha's in elkaar
geslagen en door het hoofd geschoten. De
twee jongere zoons, Muhamet en Nysret,
worden ook in het hoofd geschoten. Ondui
delijk is waar en wanneer dat precies is ge
beurd, maar hoogstwaarschijnlijk achter de
stallen van de Berisha's. Daar ligt namelijk
ook een plas bloed. Ibrahim Kryeziu sterft
ook met een kogel in het hoofd op het erf.
De drie door de politie afgevoerde Shala's
- Zyber, Rifad, Adem - en de gewonde onbe
kende man, worden om tien over half elf ge-
executeerd in het gastenverblijf. In een KVM-
rapport maken waarnemers melding van
schoten die om 10.40 uur uit de richting van
de boerderij van de Shala's kwamen. „Zyber
Shala was een intens goede man", zegt Pavle
Garic, een collega van de geëxecuteerde Al
banees en zelf een Serviër. „Geloof me, Zy
ber was nooit een terrorist en zou er ook
nooit een zijn geworden."
De internationale waarnemers worden pas
om elf uur toegelaten op het erf van de Beris
ha's. De Serviërs hebben de lijken van alle
gesneuvelden in drie rijen naast elkaar ge
legd met allerlei soorten wapens op de licha
men als 'bewijs' dat het louter om terroristen
gaat.
Er sneuvelde één politieman en er werden
4 UC^K-rebellen en elf U(^K-recruten neerge-
maaid toen de Servische politie haar aanval
inzette. Een recruut raakte gewond, maar
wist te vluchten. Hij werd een dag later dood
in het veld teruggevonden. Er stierven ook
negen onschuldige Albanese burgers. Geëxe
cuteerd op een koude vrijdagochtend.
HARALD DOORNBOS
Servische strijdkrachten brachten 20 U£K-rebellen om het leven in het plaatsje Rogovo, twee kilometer van de Joegoslavische/Albanese grens. Eén van de slachtoffers wordt hier geïdentificeerd.
FOTO AP/SRDJANILLIC