Knieval voor het voetbal Tot de Olympische Spelen van 2000 'slaapplekje' langs de A2 Sport WOENSDAG 3 FEBRUARI 1999 CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-535646-1. PLV -CHEF JANET VAN DIJK.O Stan Valckx wil zich koste wat kost nog een jaartje uitleven bij PSV De knie in puin, maar de moraal ongebroken. Stan Valckx zet een vlijmscherpe sliding in. „Stoppen met voetballen? Geen haar op mijn hoofd..." De robuuste PSV'er tacklet meteen en zonder pardon iedere suggestie. Na een chirurgische kunstgreep hoopt de 35-jarige verdediger juist dat zijn sportieve leven nog een jaartje kan worden gerekt. „Ik kom terug. Ik ga ervan uit dat het meezit. Het heeft me altijd al meegezeten." Net over de drempel van oud en nieuw. Stoppen of doorgaan? Stan Valckx biecht eerlijk op dat hij een poosje heeft gewor steld met die onvermijdelijke vraag. Hij werd er min of meer door overvallen. PSV-Feyenoord, 20 september. Vinnige duels, pittige strijd. „De knie deed de dag ema overal zeer." Zeven dagen later nog een kwakkelende helft tegen AZ. Op hoop van zegen. De pijn verbijten, totdat die echt ondraaglijk werd. Opgeven of oplappen? Valckx koos voor de laatste optie. Opereren dus. Gevolgd door dat moeizame proces dat revalidatie heet. „Ik wil een afscheid in stijl. Voetballend op de grasmat", klinkt het resoluut. En waar een wil is. vindt Stan Valckx ook altijd een weg. Geveld door een familiekwaal. Zwakke knieën. De broze schakel in het gestel. „Na verloop van tijd begeven ze het gewoon." Dan scharniert het gewricht niet meer zoals het hoort. Operatie, krukken, revalidatie. De familie Valckx in Arcen heeft er inmiddels mee leren leven. Pa, ma en zijn broers. „Bij elkaar opgeteld hebben we zo'n dertig in grepen achter de rug. Ja, ook moeder. Tweemaal zelfs. Ze is net uit het ziekenhuis. Komt van al dat tillen van de kinderen vroe ger". zegt Stan Valckx met een glimlach. Echt veel te lachen viel er een poosje gele den niet. De signalen waren onheilspellend. De vier kijkoperaties die Stan Valckx in zijn voetballeven onderging, stelden weinig voor vergeleken bij de ingreep van enkele weken geleden. De knieband was onher stelbaar beschadigd. Er moest worden ge sneden. geknipt, geboord en gepuzzeld. De zwaar gehavende knieband ging eruit en werd vervangen door een pees uit het on derbeen. „Ik heb een grote beurt gehad." Sindsdien hangt de voetbalcarrière van Stan Valckx letterlijk aan een stukje 'elastiek'. De rek leek er even uit. Maar sinds de transfor matie gloort er weer hoop aan de voetbal horizon. „Ik geloof er weer in. Ik kom nog een jaartje terug. Ik ga goed vooruit. Zonder in te grijpen had ik trouwens nooit meer kunnen voetballen, skiën of tennissen. Valckx liet zich, heen en weer geworpen door gevoelens van hoop en wanhoop, vooral leiden door zijn voetbalhart. Emoties gaan in de sport zoals wel vaker boven wijs heid. „Ik wil terug op dat veld. Ik put nog zoveel voldoening uit het spel." Bovendien komt Eric Gerets volgend jaar als trainer naar Eindhoven. Valckx en Gerets zijn vrienden voor het leven. „We hebben sa men gespeeld en we zijn veel met elkaar omgegaan. Niet dat hij de doorslag heeft gegeven. Maar ik verheug me wel al op zijn komst." Het is de vraag of de operatie en het lange revalidatieproces dat ene jaartje voetbal op het hoogste niveau rechtvaardigen. Met an dere woorden: is het dat allemaal wel waard? „We zullen moeten afwachten. Vier jaar geleden had ik al twijfels." Anderhalf jaar sukkelen met onwillige knieën. „Het is uiteindelijk toch nog allemaal in orde geko men." Vorig jaar had Valckx zich heilig voorgeno men dat het huidige voetbalseizoen zijn laatste als prof zou worden. Hij dacht nog eenmaal al zijn sluimerende energie in zijn lichaam te kunnen aanboren, maar rekende buiten die vermaledijde blessure en daar opvolgende ingreep. „Voor het genezings proces staat in principe negen maanden. Eind april wil ik echter fit zijn en met de jongens kunnen trainen." Strijdlust tekent de mens en voetballer Stan Valckx. Hij is een onverbeterlijke optimist. Een flierefluiter, een zondagskind. „Tegen slagen zijn er om te overwinnen." Altijd blijven lachen. Een eeuwige positivo. „.Ais ik ergens in geloof dan doe ik er ook alles voor." Sinds de operatie is het leven wel bedui dend rustiger geworden. Saaier ook. Een toniger. Hij is veroordeeld tot alternatieve training. Hometrainer, droog-roeien, krachtoefeningen. De dagelijkse gang naar het ziekenhuis dreigt een sleur te worden. „Een paar maanden aanmodderen. Ik kan er mee leven. Mits het weer allemaal goed komt." Valckx heeft emotioneel wat meer afstand genomen van het voetbal. Hij is te weinig direct bij het spelletje betrokken, zit enkel als supporter op de tribune. „Samen win nen, afzien en vooral verliezen. Dat schept een band. Tegenwoordig kom ik echter nog maar een, hooguit tweemaal per week op het trainingscomplex aan de Herdgang." Hij mist de sfeer, de emoties, de spanning. Aan de andere kant is er ook sprake van een bepaalde berusting. Hij is met zijn 35 jaar verreweg de oudste in de omvangrijke se lectie. Hij heeft het allemaal wel zo'n beetje gezien. Vroeger leefde, ademde en at hij 24 uur per dag voetbal. Tegenwoordig be schouwt hij het steeds vaker als werk. „Ik ben uitgekeken op trainingskampen en der gelijke. Die discipline. Ik heb er moeite mee. Je mag dit niet. je mag dat niet. Je moet zo laat naar bed, je moet dit wel of juist niet eten. Het is enkel de liefde voor het spel waardoor ik die discipline nog kan opbrengen." Waarom Valckx zich ook nog enkele maanden wil kwellen om terug te keren in de hoofdmacht van PSV. Zes jaar VW, vier seizoenen PSV, tweeën- halfjaar Sporting Lissabon en weer vijf jaar gangen PSV. Valckx lijkt nogal kieskeurig wat zijn broodheer betreft. Hij is geen avon turier. Eerder honkvast. En uiteraard is hij ook een levensgenieter. Altijd veel lachen. „Ik heb niet veel door het voetbal hoeven laten. Ik heb er wel veel voor gedaan." Lang leve de lol. „Ik heb aanbiedingen gehad uit Duitsland en Engeland. Ik ben er nooit seri eus op ingegaan. Ik had het bij mijn clubs altijd reuze naar mijn zin." De lol heeft in de loop der jaren wel steeds meer moeten inboeten. Het voetbal werd zakelijker. De benadering veranderde. Valckx hield zich met name de laatste sei zoenen ook steeds vaker bezig met het le ven na de actieve sport. „Ik ga met Kees Ploegsma aan de slag. Spelers begeleiden, talenten opsporen, nieuwe voetballer op vangen en wegwijs maken binnen de club. Een functie in de trainersstaf. Nee, dankje wel. Dan moet je de godganse dag over voetbal lullen. En daar heb ik echt geen zin in." Twintig interlands, WK in Amerika, de con frontatie Nederland-Brazilië, Valckx versus Romario. Hoogtepunten uit een voetbalcar rière. „Helaas nooit gescoord voor Oranje. Ik heb echter nergens spijt van. Ik zou het zo overdoen." Alleen die blessures. ,j\ls je jong bent probeer je een planning te ma ken. En eerlijk gezegd heb ik lang gedacht dat het zo rond mijn 33ste allemaal voorbij zou zijn." De liefde voor het spelletje zit echter nog te diep. En capituleren voor een blessure, dat nooit. Noj* een seizoen PSV en dan met voetbalpensioen. Alhoewel. Als het aan Stan Valckx ligt keert hij aansluitend terug naar zijn roots. Naar Arcen, zijn geboortedorp. Terug naar de amateurs. „Ik sla haast geen wedstrijd van ze over. Uit en thuis. Als het eventjes mogelijk was, stond ik langs de zij lijn." Daar in Arcen kan hij zich uiüeven. Ouwe hoeren, een biertje drinken met vrienden, helemaal zichzelf zijn. „Ik heb altijd dat ik terugkeer naar Arcen. Ik h jaar gewoond. Maar ik moet snel z steeds meer vrienden stoppen of j trapje lager spelen." Dit jaar moet hij het nog even ri doen. Volgend seizoen hoopt hij keertje te kunnen vlammen in PS „Een beetje strijd, een beetje lol, e< spanning." Nog eenmaal dat gras Voetbal, puur voor de kick. Pieter van den Hoogenband tart het lot niet op weg naar Sydney Op de lange latten met kerst in de sneeuw van het Franse Val d'Isère, swingend met Van Dik Hout het jaar uit in het Amster damse Paradiso. Pieter van den Hoogen band nam het er van in de laatste dagen van 1998, een succesjaar voor de twintig jarige zwemmer uit Geldrop. „Lekker de batterij opladen." Nog maar amper over de drempel van '99 reisde hij af naar Australië. Niet om in Sydney te dagdro men over de Zomerspelen van 2000, maar om er drie weken lang te trainen. Tegen het décor van de olympische pistes in aan bouw, een zeer inspirerende aanblik- '.'H'T-V'. De filevorming op de Eindhovense rondweg en de daardoor verlate aankomst in Geldrop komen niet ongelegen. Pieter van den Hoogenband kan op deze vrije winter middag wat langer in de rol van huiswerk assistent van zijn broertje kruipen. De olympische vierwieler op het pad voor het witte huis, afgestaan door een sponsorende autohandelaar, en de sporttas in de hal dui den op een bedrijvig leven. Van den Hoogenband, die niet in één keer slaagde voor zijn rijexamen, pendelt wat af in een 'normale' week. Tussen woonhuis en het zwembad in Eindhoven, tussen trai- ningsplek en de universiteit in Maastricht. En vice versa. Het brommertje van weleer heeft plaats gemaakt voor een degelijke middenklasser van Duits fabrikaat. Die op waardering is illustratief voor zijn verander de bestaan. Hij woekert met zijn talent en zijn tijd, om het beste er van te maken. Als zwemmer aan de mondiale top. als begin nend student geneeskunde. Geen alledaag se combinatie. Dreigt een sleurbestaan, dan last Van den Hoogenband adempauzes in. Zoals na de Europese kampioenschappen in de korte baan, medio december, diens succesrijkste zwemtoernooi tot nu toe. Afkicken in plaats van door trainen tot de Nederlandse titel strijd. In Den Bosch hoefde de twintigjarige een week voor Kerstmis niet zo nodig te pronken met de EK-buit van Sheffield. De gouden medailles gingen thuis achter slot en grendel. En Van den Hoogenband trok de deur achter zich dicht. Niet om zich in de huiselijke kring af te zonderen, nee juist om met zijn ouders, jongere zus en broer er op uit te gaan. Te gaan 'winteren' in de Franse Alpen. „Het was lang geleden dat we met de hele familie op vakantie zijn geweest. Ik heb er lekker van geprofiteerd. Skiën en kerst vie ren in Val d'Isère, heel leuk. De laatste jaren was ik met kerst en oud en nieuw altijd weg. Op trainingskamp met de Nederland se ploeg. Dit jaar kon ik tijdens de feestda gen eens bij mijn familie zijn. En ik had na twee jaar wel weer eens zin in een skivakan tie." „Dit was mijn kans, want in de volgende winter ga ik zeker niet skiën. Een jaartje voor de Spelen moet je het lot niet tarten natuurlijk. In al die jaren heb ik op de ski pistes nooit iets opgelopen, maar ik moet er niet aan denken dat ik in het olympische jaar wel iets krijg. Rare dingen moet ik dan beslist niet gaan doen." „Ja, de ski's heb ik in huis, die hoef ik niet te huren. Ik ski vanaf mijn zevende, achtste. Het was jaren vaste prik. Ik merk nu, na twee jaar, dat vooral mijn beenspieren een stuk sterker zijn geworden. Aan het eind van de dag ging ik nog even met mijn pa helemaal naar het topje om in één keer naar beneden te rauzen. Ik kon nu door gaan, hoefde niet zoals in andere jaren tus sendoor uit te rusten. „Ik heb weer een weekje hoogtestage gehad hè....Nee hoor, het was niet acht uur op, acht uur af. Het was vakantie, lekker uitsla pen, rustig ontbijten met een croissantje en een stokbroodje. De eerste lift wil ik niet meer hebben hoor. Dat was vroeger zo. Dit had ik nodig, een weekje de batterij opla den. Ik leef naar een piek toe, is die er ge weest moet ik even iets anders doen om weer fris te worden in het koppie. Alleen dan kan ik er weer gretig en gemotiveerd te genaan." Net als in '98 brengt Pieter van den Hoog enband de eerste weken van dit kalender jaar door in Australië. Een jaar geleden maakte hij naam in Perth. Daar, in het ui terste Westen van het kleinste werelddeel, werd hij de allereerste Nederlandse man die aan een WK-race een medaille overhield. Het brons op de openingsdag van die we reldkampioenschappen was het fraaie be gin van een voor zwemmend Nederland uniek machtsvertoon. De openingsact in spireerde Marcel Wouda op de voorlaatste dag van de WK tot diens unieke gouden ex plosie. Tot het einde toe was '98 een bijzonder jaar voor Van den Hoogenband. In de grauw heid van de Engelse staalstad Sheffield ver minderde zijn aanvalslust vorige maand al lerminst. Sterker nog, hij diepte er onder het dak van het mooiste en grootste zwem- complex van Europa zelfverzekerder dan ooit goud op. „Van die EK heb ik flink nage noten. Zelfs in Sheffield, in die sombere boel daar, heb ik een feestje gevierd. Toen ik daar aankwam, dacht ik: waar ben ik nu weer beland? Wim Jonk is er heengegaan om te voetballen, maar dat moet een hele overgang voor hem zijn geweest. Ik hoop voor Jonk dat het zonnetje wel eens schijnt in Sheffield. Zo ouderwets dat het daar is, op het zwembad na. Zo'n prachtige accom modatie in the middle of nowhere." Jonk is de stilist die na de zomer vertrok bij PSV, de voetbalclub waaraan Van den Hoogenbands vader als arts verbonden is. PSV is 'Pieters Sport Vereniging', in veel op zichten. De wereldtopper traint in Eindho ven al jaren bij de zwemclub van dezelfde naam en is een fervent supporter van de voetbaltak van Philips' sportbundel. Meer Pieter van den Hoogenband: „In Sheffield lagen d£ Britten luid toege juicht voorop in de estafettes. Toen had ik extra veel zin om dieslotzwemmer mijn hielen te laten zien. En dat lukte dan eens gaat Van den Hoogenband na een zwemwedstrijd linea recta naar het stadion. „Ajax - PSV was in november een wedstrijd waar alles in zat. Elf tegen elf in een stadion vol spanning en massahysterie. Daar geniet ik van. Ik zie PSV graag spelen in de Kuip, want dat is de echte voetbaltempel van Ne derland." „Bij de Spelen in Atlanta keken 15.000 men sen in het zwemstadion naar de finales. Dat is natuurlijk een heel ander publiek dan dat wat op het voetbal afkomt. Maar toch heeft zo'n groot toeschouwersaantal ongemerkt invloed op me. Ik heb die spanning nodig om boven mezelf uit te stijgen, om harder te zwemmen. In Sheffield lagen de Britten luid toegejuicht voorop in de estafettes. Toen had ik extra veel zin om die slotzwem- mer mijn hielen te laten zien. En dat lukte me." Met Jacco Verhaeren, de zwemtrainer van PSV („De beste in de wereld"), heeft Van den Hoogenband een Maastrichtse periode gemeen. Verhaeren coachte de pl« zwemclub MZ&PC, de Europese titi leerde bij deze vereniging de be van het wedstrijdzwemmen. Zij h< derlijk. Nu pas heeft Van den Hoo profijt van Verhaerens' trainers Maastricht, echter op een totaal an „Hij weet de leukste plekjes in mijn testad, waar ik ben gaan studeren den. Gezellige cafeetjes vooral." In een bekende omgeving ver zwemmer nu het terrein waaro Cees-Rein van den Hoogenband ge seerd is. Dat van de geneeskunde, versiteit van Maastricht werkt h goed mee. Normaal ben je als stt jezelf aangewezen, maar ik word geholpen. Er is zelfs een profes Rosing, die mij ondersteunt. Ik heb voor Maastricht gekozen omdat de onderverdeeld in blokken. Ben ik lang weg met de Nederlandse zw< kan ik een studiedeel later zonde] men inhalen. „Geneeskunde heb ik altijd willen s het liefst in Maastricht. Tot mijn g bazing werd ik daar afgelopen zon loot. Ik heb er meteen een kamertj den, waar ik een paar keer per we nacht. Er staat alleen een bed. 's Q staan er altijd files tussen Eindb Maastricht, ik kom vaak te laat. Ka één stuk doorrijden, dan doe ik 5(1 nuten over die bijna 90 kilometer." „Soms gebeurt het me dat ik onde een zware training bijna in slaap moet ik de auto wel even aan de 1 ten. Ik dreig meestal op hetzelfde slaap te vallen, dus heb ik aan de vi hoven - Maastricht, de A2, e slaapplekje gevonden. Ik mag dan meer gaan skiën om ongelukken te men, wanneer ik een keer met mijl de vangrail zit, is het natuurlijk i mijn olympische kansen gedaan." „De reden dat ik nog altijd zwem, een plak op de Spelen wil behalei het absolute doel, mijn uitdaging in Het olympische zwemtoernooi wc een ware happening, dat staat vj zwemmers zijn supersterren in f zwemmen is daar een supersport. 1 land spreekt me niet alleen daar Ook vanwege de grootte en de schi En Australiërs zijn oprechte men menen wat ze zeggen. In Amerika 1 'how are you' na de twintigste kee dag je de neus uit, daar prik je r keer doorheen." „Ja, ook als ik naar Australië met zou gaan, zou ik een zwembroek men. Maar geen fototoestel, ne< maak ik zelf nooit, ook niet tijden! landse trips met de zwemploeg. F< ik niet van de Spelen, de EK's en d vind het prachtig om het allemaa maken, om overal rond te kijken, heb er geen behoefte aan om op ternamiddag thuis door een fot( bladeren. Ik houd het bij de herini aan al die mooie momentopnames

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 28