Wapenhandel nekt Afrika
Khomeini bracht Iraanse
oppositie niet wat ze wilde
Spaanse regeringspartij wil van Franco-imago af
Buitenland
Einde sjah-regime kwam snel
OPT
2
O
5
O
O
O
5
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
5
O
O
O
O
O
5
O
O
O
O
350
000
3,20
135
1,40
812
5,10
5,07
015
992
245
444
780
1,04
17.2
TERDAG 30 JANUARI 1999
Twintig jaar na de islamitische revolutie
ERAN KARL ERNST
t was een van dé momenten
de twintigste eeuw. Op de
ste februari van 1979, bijna
ntigjaar geleden, zette aya-
lah Ruhollah Khomeini na
snlange ballingschap weer
it op Iraanse bodem. Met de
imfantelijke terugkeer van de
?stelijk leider van 52 miljoen
anse sji'iten was het lot van
oude regime definitief beze-
d. De oude machthebber,
b Mohammed Reza Pahlevi,
1 twee weken eerder al aan-
'oeld dat hij het land niet
er in zijn greep had, en was
ducht.
triomf van de islamitische
olutie leidde een decennium
vaarin de Iraanse samenle-
g en politiek werden gere-is-
ïiseerd. Op die manier slaag-
het sji'itische fundamenta-
ne, waarvan Khomeini de
vleesgeworden vertegenwoordi
ger was, erin Iran in zijn greep
te krijgen.
De ineenstorting van het pro-
westerse en dictatoriale bewind
van de sjah betekende ook dat
er een eind kwam aan de strijd
die het Iraanse volk jarenlang
had gevoerd. Maar de hoop die
de - voornamelijk linkse - te
genstanders van de sjah had
den gekoesterd op democrati
sering en op een socialer be
leid, werd niet bewaarheid.
De bebaarde man met de tul
band en de zwarte mantel die
op die eerste februaridag de
vliegtuigtrap afkwam, was be
paald niet degene op wie de in
tellectuele en de progressieve
tegenstanders van de sjah had
den zitten wachten. In zekere
zin was de oppositie, die linkse
en emancipatoire ideëen aan
hing, namelijk net zo werelds
georiënteerd als de sjah die zij
verafschuwde.
hele generatie is in Iran inmiddels groot geworden met de islamiti-
e staat, onder het wakend oog van de alomtegenwoordige Khomei-
Het meisje boven demonstreerde in 1979 voor de bezette Ameri-
nse ambassade, de vrouw beneden loopt langs een oproep om
itig jaar revolutie te herdenken. foto's archief en epa
Die wereld was Khomeini en
zijn aanhangers vreemd. De
strenggelovige ayatollah had
zijn haat jegens de Pahlevi-dy-
nastie gepeurd uit zijn afkeer
van alles wat 'vreemd' is, waar
mee hij niet-islamitisch bedoel
de. De door de sjah bestreden
socialistische ideeën waren
Khomeini echter even vreemd
als het westerse kapitalisme dat
door de vroegere machthebber
werd nagestreefd.
Khomeini beschouwde Mo
hammed Reza in de eerste
plaats als een handlanger van
buitenlandse, niet-islamitische
mogendheden, zoals de Ver
enigde Staten. Toch leek de
machtsgreep aanvankelijk een
democratisering van het land in
te houden. De vlak daarvoor
aangetreden premier Shapur
Bakhtiar moest nog geen twee
weken na Khomeini's intocht
onderduiken en vluchten, en
zijn opvolger was de links-libe
rale politicus Mehdi Bazargan.
In maart 1979 stemde liefst 98
procent van de Iraniërs voor de
invoering van de islamitische
republiek. De aanhangers van
Bazargan konden zich echter
niet verzetten tegen de voort
durend toenemende macht van
de mullahs. Toen op 4 novem
ber 1979 islamitische extremis
ten de Amerikaanse ambassade
in Teheran bezetten en 52 di
plomaten in gijzeling namen,
was het gedaan met de regering
van Bazargan.
In de tijd die daarop volgde gre
pen de mullahs steeds meer de
macht. De oppositie onder de
sjah realiseerde zich dat ze zich
vergist had. De grote meerder
heid van de Iraniërs stond im
mers achter het regime.
Ook de in 1980 tot president ge
kozen gematigd-progressieve
Khomeini-getrouweling Abol-
hassan Bani-Sadr was de radi
caal-islamitische krachten al
spoedig een doom in het oog.
Zijn pogingen om de macht van
de staatspresident ten opzichte
van die van de geestelijk leiders
in de Revolutieraad te vergro
ten, vielen totaal verkeerd. Ook
Khomeini keerde zich tegen
hem. Toen Bani-Sadr in juni
1981 naar Frankrijk vluchtte,
gaven veel progressieven al hun
hoop op een vrij Iran op.
De economische neergang van
het land in de eerste jaren van
de islamitische revolutie en de
oorlog tegen Irak vergrootten
de macht van de radicale
krachten. Een reeks aanslagen
stelde het regime in staat hard
tegen de oppositie op te treden.
Meer dan 7.000 mensen wer
den terechtgesteld of stierven
door marteling. Ook tegenstan
ders van het regime die in bal
lingschap leefden, werden op
gespoord en gedood.
Na de dood van Khomeini in
juni 1989 werd de macht ge
deeld door geestelijk leider Ali
Khamenei en staatspresident
Hashemi Rafsanjani. De laatste
voerde in het begin van de ja
ren negentig geleidelijk aan een
wat gematigder economisch en
buitenlands beleid. In het bin
nenland hield hij echter vast
aan zijn repressieve politiek.
De opvolger van Rafsanjani, de
in 1997 tot president gekozen
Mohammed Khatami, durft ook
binnen Iran te liberaliseren,
hoewel hij daarbij op grote
weerstand stuit van de radicale
mullahs. De machtsstrijd tus
sen Khatami en het conserva-
tieveparlement is tot op heden
in volle gang.
iRAN KARL ERNST
islamitische revolutie in Iran
i het in 1979 in sneltrein-
rt van het bewind van de
Binnen enkele maanden
de monarchie van de Pah
's, die 53 jaar daarvoor was
rondvest door de Kozakken-
cier Reza Khan, als een kaar
huis ineengestort. Zelfs de
sst optimistische tegenstan-
s van het bewind hadden
t durven hopen op zo'n snel
de.
m tien jaar eerder had de
i-in-sjah (Koning der Konin-
zoals hij zichzelf had laten
nen, nog trots het 2.500-ja-
oestaan van de Perzische
narchie gevierd. Voor gasten
de hele wereld liet hij zich
;ebreid feteren. In 1976 werd
t groot aplomb de vijftigste
aardag van de kroning van
vader Reza gevierd,
hammed Reza beschouwde
ïzelf als directe opvolger van
Derzische grootvorsten uit
oudheid, de laatste voor-is-
dtische heersers. Hoewel hij
tamelijk moderne alleen-
rser leek, die Iran in een ei-
tijdse industrienatie zou
mderen, was hij in werke-
ïeid voor een belangrijk deel
inkelijk van buitenlandse
;hten als Groot-Brittannië
le Verenigde Staten.
Zijn opponenten beschouwden
hem dan ook als marionet van
het Westen, die zijn anachro
nistische regime met pompeu
ze eretitels als 'Zon der Ariërs'
legitimiteit en grandeur trachtte
te verschaffen. De meerderheid
van de bevolking had weinig op
met zijn moderniseringen,
vooral ook omdat slechts een
kleine bovenlaag er de vruchten
van plukte. Daarbij kwam dat
elke oppositie met harde hand
werd onderdrukt door de ge
vreesde geheime dienst Savak.
In januari 1978 kwam de onvre
de over het regime naai' buiten,
toen in een regeringstijdschrift
een artikel verscheen waarin
Khomeini en andere oppositie
leiders werden belasterd. De
bevolking ging massaal de
straat op om te protesteren.
Toen het leger ingreep, vielen
er doden. Daarop veroordeelde
de voorheen gematigde ayatol
lah Shariat-Madari het sjah-re
gime als niet-islamitisch.
De demonstraties hielden aan,
en de sjah leek de weg kwijt. Op
8 september opende het leger
het vuur op een massa betogers
in Teheran: 400 mensen kwa
men om het leven, nog eens
4.000 raakten gewond. In de
zelfde maand begon een sta
kingsgolf, die het land enkele
maanden plat zou leggen.
Toen ook de arbeiders in de
olieindustrie in staking gingen
en de export van olie volledig
stil kwam te liggen, was er voor
de sjah geen houden meer aan.
Inderhaast aangekondigde her
vormingen kwamen te laat om
hem in het zadel te houden. El
ke dag weer trokken miljoenen
mensen de straat op, en vele
soldaten deserteerden.
Op 16 januari verliet de toen al
ernstig zieke sjah met zijn gezin
het land, dat twee weken later
Khomeini als zijn nieuwe leids
man zou begroeten. Anderhalf
jaar later overleed de sjah in
ballingschap in Cairo aan kan
ker.
Fabrikanten en regeringen verkopen ongegeneerd aan iedereen die wil betalen
De waanzin van de vele gewapende conflicten in Afrika
is de afgelopen weken weer eens duidelijk geworden in
Sierra Leone. Zogenoemde bevrijdingsbewegingen vech
ten om het vechten, vernietigen een compleet land wat
ze zogenaamd hadden willen bevrijden. De strijd gaat
nergens om, en wordt gestreden door steeds jongere
strijders voor wie oorlog een manier van leven is gewor
den. Strijders die helemaal niet gebaat zijn bij een snelle,
vreedzame oplossing.
NAIROBI FRANS VAN DEN HOUDT
CORRESPONDENT
De waanzin .wordt aangewak
kerd door handelaren, die van
uit de hele wereld zorgen voor
een constante stroom wapens.
Deskundigen waarschuwen dat
het aantal oorlogen op het con
tinent hierdoor nog verder zal
toenemen. ,,De Westerse rege
ringen die het hardst 'schande'
roepen, zijn vaak de grootste le
veranciers", weet een ingewij
de.
Maar liefst een kwart van alle
landen in de wereld is op de
een of andere manier betrok
ken bij de levering van wapens
aan Afrika, op illegale en legale
wijze, via handelaren, regerin
gen, huurlingen en zogenaam
de beveiligingsbedrijven. En het
wapentuig wordt almaar lich
ter, daardoor makkelijker over
grotere afstanden en diverse
grenzen te vervoeren en daar
door ook makkelijker in de han
den te stoppen van steeds jon
gere soldaten. De mogelijkhe
den voor zowel oppositiegroe
pen - maar ook gewone crimi
nelen - als wapenhandelaren
zijn ongelimiteerd, met een als
maar gewelddadiger en bloedi
ger Afrika tot gevolg.
In een pas verschenen rapport
constateert een speciale VN-
commissie dat het voormalige
leger van Rwanda en de extre
mistische Hutu-beweging, de
Interahamwe, ondanks een em
bargo onophoudelijk wapens
hebben ontvangen, en daarmee
voor grote schade en instabili
teit hebben gezorgd in een
groot deel van Centraal-Afrika.
,,Deze wapens, evenals de jon
ge mannen die ze dragen, gaan
snel en zonder belemmeringen
grenzen over en kunnen in een
grote regio voor chaos zorgen",
stelt de commissie, die in op
dracht van de VN-veiligheids
raad de wapenstroom naar de
Hutu-soldaten en -milities
heeft onderzocht.
De wapens zijn onder meer af
komstig uit Frankrijk, Engeland
en Zuid-Afrika, en zijn recht
streeks of via een samenwer
king met andere rebellengroe
pen in Angola, Burundi en
Uganda verkregen. Sinds de re
bellie in de Democratische Re
publiek Congo (DRC) vorig jaar
augustus losbarstte, komen ze
ook via het Kabila-regime (aan
wiens zijde de ex-soldaten en
milities uit Rwanda nu strijden)
en regeringen die Kinshasa
steunen, zoals Zimbabwe, An
gola en Namibië. De wapens en
munitie worden in sommige
gevallen betaald met geld af
komstig uit de handel in drugs,
goud en diamanten.
Volgens de Amerikaanse Natio
nal Security News Service
(NSNS) zijn de belangrijkste
wapenleveranciers aan Afrika
de Verenigde Staten, Israël,
Zuid-Afrika, Frankrijk, Zuid Ko
rea, China, Rusland en Tsje
chië. Die landen verkopen alle
maal ongegeneerd wapentuig
aan landen die bij een burger
oorlog of regionaal conflict be
trokken zijn.
Zo schafte Etritrea, in een
grensconflict verwikkeld met
Ethiopië, zich onlangs tien Rus
sische Mig-29 gevechtsvliegtui
gen aan, terwijl datzelfde Rus
land vrijwel tegelijkertijd jets en
diverse gevechtshelicopters aan
Ethiopië leverde. Een Israëlisch
bedrijf deed daar nog eens tien
MiG-21 gevechtsvliegtuigen bij.
Ook Zuid-Afrika schroomt niet
aan beide partijen in een con
flict te leveren, zoals in Zuid Su
dan, waar zowel de verzetsbe
weging SPLA als het regerings
leger gebruik maken van pant
servoertuigen van Zuid-Afri
kaanse makelij.
Tegelijkertijd zijn allerlei privé-
bedrijven en bedrijfjes, vaak
van dubieuze allure, betrokken
bij wapenleverancies in Afrika.
Zo financierde het Franse olie-
bedrijf Elf-Aquitaine militair
materieel voor Denis Sassou-
Nguesso, om in 1997 het demo
cratisch gekozen bewind van
Pascal Lissouba omver te wer
pen in Congo-Brazzaville. En
de Zuid-Afrikaanse spoorwegen
zetten hun materieel in om wa
pens bij Hutu-rebellen in
Rwanda en Burundi af te leve
ren, met behulp van de spoor
wegen in Zimbabwe, Zambia
en Tanzania.
Ondertussen is ook het aantal
Afrikaanse bedrijven dat zelf
wapens maakt flink gegroeid.
Zuid-Afrika loopt hiermee ver
voorop, maar ook landen als
Zimbabwe en Uganda leveren
tegenwoordig een aardige bij
drage aan de wapenwedloop op
het continent. Betaald wordt er
met via ontwikkelingshulp ver
kregen geld, belastingopbreng-
Leden van de Kamajor-stam in Sierra Leone, een groep die tegen de rebellen vecht, tonen hun machinege
weren. Wapens zijn in het West-Afrikaanse land in enorme aantallen voorradig.
foto epa jean-philippe ksiazek
sten of met kostbare grondstof
fen als olie, goud en diamanten.
Naast wapens worden ook goed
bewapende huurlingen naar
Afrika gestuurd, terwijl nogal
wat Westerse regeringen en
particuliere bedrijven boven
dien soldaten en guerrilla's op
leiden. De Verenigde Staten bij
voorbeeld hebben zich de afge
lopen jaren in Uganda, Malawi
en Senegal beziggehouden met
het zogenaamde African Crisis
Response Initiative (ACRI), be
doeld om Afrika z'n eigen vre
destroepen te geven die zowel
bij conflicten als humanitaire
crises in actie kunnen komen.
Maar er bestaat nogal wat scep
sis over dit nobele streven. Lan
den als Uganda en Senegal zijn
namelijk ook bij interne rebel
lieën betrokken, en richten hun
dankzij de Amerikaanse in
structeurs verkregen speciale
militaire bekwaamheden in eer
ste instantie liever daarop. An
deren menen dat de VS op deze
wijze een goedkoop, militair
netwerk trachten op te zetten in
Afrika, waar ze ten alle tijde ge
bruik (en misbruik) van kunnen
maken.
En hoe reageren Afrikaanse re
geringen zelf op het feit dat hun
continent onophoudelijk wordt
volgepompt met het meest ver
werpelijke wapentuig? ,,De
meeste regeringen ontbreekt
het aan kennis, opleiding en
middelen om de verkoop en het
transport van wapens in hun
land of over hun grenzen in de
gaten te houden en erover te
rapporteren", meent de specia
le VN-commissie. „En ande
ren", voegt zij er veelbeteke
nend aan toe, „ontbreekt het
gewoon aan de politieke wil om
iets te doen".
'Rukjenaar links in enige rechtse regering binnen de EU
BARCELONA HENK VAN DEN BOOM
CORRESPONDENT
Javier Arenas, de man met de
eeuwige glimlach, moet de
Spaanse regerende Partido Po
pular (PP) bevrijden van haar
ultrarechtse imago. De minister
van sociale zaken zal dit week
einde door het partijcongres
worden benoemd tot nieuwe
algemeen secretaris. Hij is de
opvolger van de grimmige, re
actionaire Francisco Alvarez
Cascos, die na tien jaar zonder
pardon door premier José Ma
ria Aznar op een zijspoor is ge
rangeerd.
Aznar, beschermeling van de
ultrarechtse oprichter van de
Partido Popular, Manuel Fraga,
en sinds tweeënhalf jaar aan de
macht, wil met een 'rukje naar
links' dicht aankruipen tegen
de sociaal-democratische
Blairs, Schröders en Jospins van
het verenigde Europa, met wie
hij zich graag laat zien. Hij voelt
zich absoluut niet gehinderd
door ideologieën. Hij kiest, zon
der ook maar met iemand over
leg te voeren, voor de oplossing
die hem het meeste oplevert.
Dat leidde ertoe dat Esperanza
Aguirre, die bijna drie jaar mi
nister van cultuur en onderwijs
onder Aznar was, vorige week
in tranen uitbarstte toen el lider
haar verraste met haar benoe
ming tot eerste vrouwelijke
voorzitter van de Senaat. Haar
benoeming vormt een symbool
voor de frisse wind die Aznar
door zijn partij en de regerings-
banken laat waaien. Iedereen
had al zien aankomen dat er
voor het congres van de Partido
koppen zouden rollen. Maar el
presidente, zoals de premier in
Spanje wordt genoemd, wees
glimlachend elke verdachtma
king van de hand.
„Er is vandaag geen crisis en
morgen ook niet", was zijn
commentaar. Totdat de 'caudil-
Aznar (rechts) zoals hij zichzelf de laatste tijd het liefst ziet: in het gezelschap van een progressieve Europese
regeringsleider. Begin deze maand ontving hij de nieuwe Duitse kanselier Gerhard Schroder in Marbella.
foto ap rafael diaz
lo', zoals de oppositie premier
Aznar in navolging van dictator
Franco soms betitelt, zonder
enig vooroverleg een aantal ver
schuivingen in biet kabinet en
de top van de partij bekend
maakte. Hij vond het niet nodig
om de hervormingen in de Cor
tes (volksvertegenwoordiging)
te komen toelichten. „Het gaat
slechts om een paar aanpassin
gen, niet om een crisis", zei
Luis de Grandes, de woordvoer
der van de PP. Aznar zelf deed
er het zwijgen toe.
De premier beweegt zich als
een sfinx door het land. Belang
rijke mededelingen die het
landsbelang raken, doet hij bij
voorkeur als hij in het buiten
land is. De Spaanse media
brengen de boodschap inte
graal over naar het volk. Een
toespraak van vijf minuten door
Aznar tijdens het avondjour
naal is geen uitzondering. Of
het werkt? De populariteit van
de premier is groter dan ooit,
en zijn partij staat in de peilin
gen dicht bij een absolute
meerderheid.
Dat brengt de socialisten, die
onder Felipe Gonzalez veertien
jaar lang de dienst uitmaakten,
tot razernij. Wat is de succes
formule van een man die niet
op een natuurlijke manier kan
lachen, die een chronisch ge
brek aan humor tentoon
spreidt, die enigszins contact
gestoord overkomt en die een
beleid voert dat wordt vergele
ken met de wijze waarop gene
raal Franco het land veertig jaar
achtereen in zijn greep hield.
Sommige analisten beweren
dat Spanjaarden dol zijn op lei
ders. Maar het ligt veel meer
voor de hand dat Aznar de
vruchten plukt van de voor
spoed en vrede die over het
land zijn neergedaald. De
Spaanse economie heeft het
nog nooit zo goed gedaan als
onder het bewind van Aznar,
met een inflatie die tot de laag
ste van de Europese Unie be
hoort en een economishe groei
die boven het Europese gemid
delde uitstijgt. Zelfs staatsvijand
nummer één, de hoge werk
loosheid, lijkt het onderspit te
moeten delven tegen de storm
achtige economische groei.
De aansluiting bij de landen die
hun nationale munt inruilen
voor de euro heeft het Spaanse
zelfvertrouwen opgestuwd tot
duizelingwekkende hoogtes. Of
dit allemaal echt de verdiensten
zijn van Aznar en zijn minister
van economische zaken Rodri-
go Rato, zal niemand durven
beweren, behalve de heren zelf.
Maar dat kan geen Spanjaard
iets schelen. Als het maar goed
gaat.
Een ander probleem waar voor
gaande regeringen geen vat op
kregen, is de terreur van de
ETA. Volgens Aznar is de Baski-
sche afscheidingsbeweging
murw gemaakt door het conse
quente en harde optreden van
justitie en politie. Daardoor
bleef er voor de ETA geen ande
re keuze over dan het bestand
van vorig jaar september. Ook
daar zijn de nodige vraagtekens
bij te plaatsen, maar feit blijft
dat er vier maanden lang geen
doden zijn gevallen. Opnieuw
zal het de Spanjaarden een zorg
zijn wie er met de eer gaat strij
ken, maar de wapens liggen
voorlopig in de kast, en dat is
een succes dat niemand Aznar
kan ontnemen.
Aznar heeft het volk er al bij
zijn aantreden als regeringslei
der van proberen te overtuigen
dat de Partido Popular een cen
trumpartij is. Het imago dat de
regeringsploeg aankleeft, bleef
echter ultra-rechtse geuren ver
spreiden. Het congres van dit
weekeinde moet daarom in het
teken staan van het 'rukje' naar
links: nieuwe leiders moeten
oude garde vervangen. Behalve
met Javier Arenas, die het ook
nog goed kan vinden met de
vakbonden, wordt de partijtop
nu vernieuwd met vier jonge
politici, twee mannen en twee
vrouwen.
Éljlu La»iü<=:UijL>