Altijd op zoek naar raffinement M ZATERDAG 30 JANUARI 1999 Druk jaar voor bijna 75-jarige fotograaf Paul Huf Bijna 75 is hij en nog altijd 'alive and shooting'. Verspilt geen tijd met nadenken over zijn leeftijd, want in dit Paul Huf-jaar is nog zo veel te doen. Net genezen van keelkanker werkt hij al weer aan de voorbereidingen van exposities en boeken. Paul Huf: de man zonder tegenslagen. Ook na driekwart eeuw is er nog dat bijna jaloersmakende positivisme. Toen de dokter zei dat ze me gingen bestralen, juichte ik. Want dan hoefde er niet gesneden te worden." Brigitte Bardot met Jacques Tati (rechts) en Ed Sullivan, foto paul huf Paul Huf maakte met het Engelse model Ann Pickford spraakmakende foto's voor de Philips Favourites serie die in 1957 werd gelanceerd. Het oog van de meester, fotograaf Paul Huf. foto gpd harmen de jong ijn radioloog redeneert dat een ziek dier zich onder de blaadjes ver bergt en pas naar buiten komt als het over is. Dan gaat-ie weer op zoek naar voedsel. Zo is het ook met mij. Over veertien dagen mag ik weer wat eten. Ik heb nu nog een mond als een baby, met een jong slijmvlies- je, een nieuw plafonnetje." Paul Huf staat op van zijn bureau en loopt naar een klein koelkastje in de werkkamer van zijn studio. Hij pakt er twee pakjes met vloeibaar astronautenvoedsel uit. „Over de hele dag drink ik er zes. Ik heb de smaken vanille en sinaasappel. Aardbeien neem ik ook wel eens. Soms mix ik ze. Lekker. Net een milkshake. Ze zijn er ook in chocolade, karamel en passievrucht, maar die hoef ik niet." Gewoon voedsel heeft hij al gepro beerd. „Gestoomde tong. De smaak is heer lijk, maar je hebt er geen genoegen van. Je kauwt je suf." Over een tijdje mag hij weer een boterham zonder korsten, met smeer kaas. Dan lacht hij erom dat hij niet kon Een kobaltblauwe pull-over op een donker blauwe coltrui. Beige broek, bruine brogues. Grote ogen onder borstelige wenkbrauwen schieten heen en weer als hij het komende jaar overdenkt. Zijn vingers spelen met een sleuteltje. Het wordt een krankzinnige tijd, vindt hij. Alsof hij niet een paar maanden geleden werd getroffen door keelkanker, is Huf inmiddels 'in full swing'. De röntgen stralen hebben zijn reserves 'opgevreten', zef de radioloog, maar daar heeft de foto graaf in zijn jaar geen boodschap aan. Er is nog genoeg te doen. Er komen twee exposities in Groningen: een van zijn platenhoezen die hij in de jaren vijftig voor het Philips-label maakte, de an dere, Paul Huf - My World, is een overzicht van zijn oeuvre: de Willinkiaanse landschap pen op Bonaire, allerlei collecties: van vlin ders tot stalactieten, de trendsettende recla mefoto's voor bier, architectuur, 'muren in de wereld'. In het Amstelveense museum Jan van der Togt wordt op 14 maart, zijn 75ste verjaardag, een tentoonstelling geopend, be doeld als hommage van de KLM aan Huf na ruim een halve eeuw samenwerking. „Je ziet op de foto's het soort candidness waar ik vroeger heel beroemd om was", zegt de maestro, „een man die leunt op een KLM-pa- raplu, vingers die een glas van de maatschap pij omsluiten. Maar ook Marijke Merckens als stewardess." Hij noteert in zijn agenda dat hij de verjaardag van de actrice niet mag verge ten. En samensteller Wim Crouwel moet we ten dat hij ook KLM-covers voor het blad Holland Herald heeft gemaakt. Voor de expositie Paul Huf Duo's, die in mei in Naarden begint, moet hij nog wat werk maken. Op zijn lijstje staat nog een foto van Mini Maxi op een bijzondere locatie, van zangeres Anouk samen met countryster Ilse DeLange. „Dat lijken me nou leuke, Hol landse grieten." Ook ziet hij Daphne Deckers en Leontine Ruiters met hun baby's al voor zich. „Weet je wie ook zo'n goeie kop heeft? Die Chris Zegers, uit Onderweg naar Morgen. Wat een mooie kerel." Tussendoor dient Huf ook nog het jaarver slag van Koninklijke Ahrend van beeldmateri aal te voorzien. Het thema van dit jaar is be roemde wouwen. „Ik moet daarvoor naar Londen om die architecte, Sara Hadid, te portretteren." „Zalia Hadid", verbetert zijn assistent Floris Andrea op de achtergrond. En dan heeft de gemeente Amsterdam het be haagd om Paul Huf te laten vereeuwigen als dank voor zijn verdiensten voor de hoofd stad. „Ik heb Floris voorgedragen aan de ge meente om de plaat te maken", lacht Huf. „Een goeie jongen, hij heeft een techniek ontwikkeld waarin de schilderkunst en de fo tografie samenkomen." Freelancer Het is veel Huf dit jaar, geeft de fotograaf toe. „Maar ik vind het wel leuk om te laten zien dat ik door die keelkanker ben heen geko men. Natuurlijk moet je oppassen voor over kill. Aan de andere kant heb je ook weer voor namedropping te zorgen, dat mensen weten dat je er nog bent. Je bent en blijft een free lancer." Als 'Bekende Nederlander' komen opdra ven in een tv-spelletje, daarin heeft hij niet zo veel zin. „Je wordt dan gevraagd omdat bij voorbeeld Mies Bouwman niet wil." Wel zit hij op 2 maart op de bank bij Paul de Leeuw. Huf realiseert zich dat hij door de tv-ster 'af gemaakt' kan worden. „Hij zal wel over mijn modellen beginnen. Ik zie wel hoe dflt gaat." De Portretfotograaf Paul Huf geportretteerd. zo'n 300.000 foto's heeft gemaakt. De eerste schoot hij op twaalfjarige leeftijd, met een Agfa Billy Record. In de beginjaren van de oorlog ging hij werken bij fotograaf Jan Vor stelman en maakte hij zijn eerste portretjes. Artistiek werd Huf gevoed door Stephan Nij- hoff, de zoon van de dichter. „Ik gaf hem wat fotomateriaal en in ruil daarvoor kreeg ik les sen van hem", herinnert hij zich. „Na de oor log gingen we terug van Het Gooi naar Am sterdam. Mijn vader, die acteur was, begon weer op te treden in de Stadsschouwburg. Ondertussen maakte ik foto's van zijn colle ga's van de Nederlandse Comedie: Guus Her mus, Ellen Vogel, Mary Dresselhuys. Dat deed ik allemaal in het huis van Ko van Dijk. Van lieverlee kreeg ik meer van die portrette- rige opdrachtjes. Maar ik ontdekte bijvoor beeld ook dat Eduard Verkade zeventig werd en actrice Rika Hopper zestig. Ik maakte fo to's van ze en stuurde het materiaal rond. Ik had namelijk net ontdekt dat je voor gepubli ceerde platen geld kon krijgen." Door de portretten ving hij de aandacht van reclamebureaus. En ook van de leiding van het Centraal Brouwerij Kantoor (CBK), de gezamenlijke bierbrouwers. „De heer Janssen van het CBK wilde een foto van een paar mensen die gezellig een biertje dronken. Tot zijn verbazing ensceneerde ik niets in de stu dio, maar ging naar de Posthoorn, een barre tje op de hoek van de P.C. Hooftstraat en de Hobbemastraat. Onderweg had ik een leuk meisje uit een kiosk opgepikt - die is later nog een groot model geworden - en een Canade se ijshockeyer, die na de oorlog was blijven hangen, en nog wat mensen. Janssen wist niet wat hij zag. De foto van hen met een glas in de hand werd de cover van het boekje How to handle beer." Uit die bierplaat is de beroemde Grolsch- reclame voortgekomen. Dertig jaar lang stel de Huf scherp op ambachtslieden en hun meesterschap. „Ik legde de bewondering, voor hun kunnen vast. Je zég gewoon dat die man een bakker was of een vioolbouwer." harmen de jong r het raffine- in dat je iets doceert Huf. Druppels Voortdurend is hij op zoek na ment. „Ik ben er voorstander 1 op zijn mooist moet laten zien' „Als ik rozen fotografeer, dan pik de Sophia Lorens en de Brigitte Bardots onder die bloe men eruit en leg ik er nog een dauwdruppel tje op. Voor de bierreclame bespoot ik glazen deels met een matspuit. Dat spul kon je er niet vanaf krijgen. Vervolgens spoot ik er van een afstand wat water op. Dan zie je dat al die onmetelijk kleine puntjes zich verzame len en naar beneden lopen. Waar het glad is gaat het makkelijker, waar het mat is moeilij ker. Het ziet eruit zoals een lekker glas koud bier eruit hoort te zien. Bij andere bierrecla mes lijkt het of het glas onder de douche heeft gestaan. Het mist die finesse, hè? Wat ik doe is het opzoeken van de realiteit, om het daarna mooier te maken. Het is hetzelfde verhaal als bij de beroem de platenhoezen. Voor de illustratie van de langspeelplaat waarop pianist Glenn Gould zich op Bach stort, toog Huf 's avonds naar de Singel. De lichtreclarnes bij de Munttoren Rolleiflex erop gericht en er een lensje opge zet dat alleen dingen scherp krijgt op zo'n tien centimeter afstand. Dat gaf gekleurde cirkels op een zwarte achtergrond. Het film pje heb ik weer in het toestel gedaan en mijn vaste model, Ann Pickford, met een rode slui er, gefotografeerd. Op goed geluk nam ik fo to's van haar tegen een zwart doek." Trots houdt hij de hoes omhoog. „Dit kwam eruit." Als het onderwerp maar aanspreekt, maakt Huf er een foto van. Of het nu mode is, een collectie vlinders, Freddy Heineken op een fauteuil van bierdozen of een landschap. Hij zette de trend door als eerste fotograaf een honorarium te vragen voor een koninklijk portret. Dat was in 1952 toen hij Juliana in zijn lens ving. Een koninklijke prent hoeft voor hem niet meer. Het bijzondere is eraf, de Oranjes worden nu zo vaak gefotogra feerd. Paul Huf: „Ik word portretteur genoemd, maar ook glamourfotograaf of een studio- man. Men probeert je voortdurend te labe len, maar ik ben niet te vangen." Mensen hebben echter zijn grote voorkeur. Wie zijn studio in hartje Jordaan betreedt, stuit eerst op een manshoog portret van een nog jonge Hugo Claus. Het schuttersstuk van het hoofdstedelijke college van Burgemeester en Wethouders hangt in het trappenhuis. Maar de meeste foto's in zijn werkkamer tonen toch vrouwen, met benen zo lang als een rij kardinalen op audiëntie bij de paus. Een pos ter geeft uitzicht op een ingewikkelde legpuz zel van een onderstel in netkousen. „Ik ben natuurlijk een vrouwenman, een mannetjes- dier, maar ik heb ook in het portretteren van mannen veel plezier. Een man met een goede das, goede schouders, haartjes op de hand, is mooi om vast te leggen. Maar", gebaart hij naar de netkousen, „leuke wijven, met lange benen, da's natuurlijk enig." De opmerking in een publicatie dat hij de hele dag aan seks denkt, behoeft overigens wel enige nuancering, vindt Huf. „Ik ben geen platterik, niet zo'n persoon die hem de hele dag maar ergens in wil steken. Maar het feit blijft dat de hele wereld een grote bedoe ning is van voortplanting, of het nu bloeme tjes, beestjes of mensen zijn. Die driften zijn eigenlijk hele leuke dingen. Het feit dat je kunt ontwaken door iets dat zich voordoet, dat je verrast kunt worden door het ongeken de. Dat hoeft niet per se alleen maar te slaan op vrouwen. Het kan in van alles zitten, een prachtig beeldhouwwerk aai je ook. What pleases the eye, is een soort verliefderigheid die er altijd moet zijn. Ik ben altijd een beetje verkikkerd op mijn modellen. Ook bij man nen wil ik een zo-dichtbij-mogelijk-gevoel hebben. Zo is het ook met een stilleven: een paar besjes, een aardbei erbij en dat prachtig uitgelicht." Voor Playboy fotografeerde hij ooit Adèle Bloemendaal, Penney de Jager en Viola Holt. „Sophietje van Kleef ook, ja", grijnst Huf. „Die vrouwen wilden per se dat ik de foto's nam. Ik vind het eigenlijk een blad waar je meisjes van 18 of 22 in hun prime time moet Hier in Holland begon Playboy oudere vrouwen, om te bewijzen dat die mee konden. Het was leuk om te doen. je je nig aan hoeft te verhullen t gang kon gaan." De fotograaf droomt even weg bij de ge dachte aan wat de mensen over honderd jaar zullen zeggen als ze zijn door assistent Floris gemaakte portret zien. „Ik ben in vele op zichten voor de fotografie in Nederland baanbrekend geweest", verklaart hij onom wonden. „Door die hoezen is de kleurenfoto grafie neergezet, ik heb de modefotografie een gezicht gegeven, gaf met die groepsfoto's voor De Telegraaf het sein voor het afdrukken van grotere prenten in de kranten en ik ga verder dan wat de portretwinkel doet." Een Rembrandt van zijn tijd, het klink wat al te blasé, maar toch... „Het is een beetje tongue-in-cheek natuurlijk, maar je bent pas iemand als je door Paul Huf gefotografeerd bent. Dat beeld zal Rembrandt in zijn tijd van zichzelf misschien ook gehad hebben." Een 'echte Huf is van voor naar achteren scherp, vervolgt de meester. „Dat het in mekaar ge beeldhouwd lijkt, dat het onmiskenbaar goed in het kader staat, dat is ook een trefzekere kant van mij." De bel gaat. Het is de persfoto graaf. „Heb je veel rommel bij je", vraagt Huf door de intercom. De wereld volgens Paul Huf is een uiterma te plezierig oord om te verblijven. „De wereld is mooi en het is mijn last dat ik daar het meest voor voel. Maar de wereld is ook mooi in zijn verval. Er zit zoveel schoonheid in het ouder worden. Het omvallen van een eik, prachtig!" Optimisme Tegenslagen raken Huf niet, zegt hij. „Dat is die vreselijk optimistische, positieve kant van mij, die mij bijna kwalijk wordt genomen." Zo haalde hij slechts zijn schouders op toen hij een paar jaar geleden voor enkele tonnen het schip was ingegaan. De zich expert noe mende vriend die voor hem zou beleggen, bleek het geld achterover gedrukt te hebben. „Nou moet ik weer hard aan de slag, was het enige wat ik dacht." En toen de dokter hem vertelde dat een amandel en lymfeklieren door de kanker waren aangetast, was er geen moment van treurnis. „Ik zei tegen de artsen: haal maar weg, die troep! Dat werd toen be stralen. Ik heb gejuicht, want ze hoefden niet te snijden." Trouwens, het was Huf s tijd nog lang niet. Hij wordt 96, daar is hij van overtuigd. „Dat is een mooie leeftijd, net geen honderd. Als je ziet hoe ik op mijn 74e ben, dan zijn die 22 jaar niks. Ik ga gewoon door met mijn jaar verslagen, portretten en tentoonstellingen..." Tijdens het poseren voor de persfotograaf in Hufs studio ontstaat tussen de twee colle ga's een levendige discussie over de schoon heid van de draadontspanner. Beiden con cluderen dat die van Hasselblad de mooiste is. Dan stapt Huf in het diffuse licht dat zijn softbox verspreidt. Nog voor er kan worden scherpgesteld, plukt hij met beide handen aan zijn gezicht. „Kijk, door die x-ray heb ik van die slappe burgemeesterswangen gekre gen. Zes kilo afgevallen. Maar dat eet ik er wel weer bij, hoor."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 47