Kunsthand kan bijna alles grijpen
Keuken van de wereld
In Natura
li
WOENSDAG 20 JANUARI 1999
IDAG 1
Grond is een interessante
substantie. Ze lijkt zo dood
als een pier, maar wemelt in
feite van leven. Grond bestaat
uit levende wezens die aan
één stuk door dood materiaal
aan het verorberen zijn. Dat
afgestorven materiaal wordt
gevormd door bladeren, tak
ken. stammen en alle overige
plantaardige resten, alsmede
door dode dieren en uitwerp
selen van dieren. Het wordt
door levende planten en die
ren als voedsel gebruikt, net
zo lang tot het ontbonden is
tot de oorspronkelijke mine
ralen waaruit het was opge
bouwd. Dit is in het kort het
verhaal van de recycling; de
cirkelgang van leven naar
dood en van dood naar leven.
Want de mineralen dienen de
planten weer tot voedsel en
de planten op hun beurt de
dieren.
Maar hoe gaat het daar in de
bodem nu precies te werk?
Laten we een vogel volgen,
die zojuist is gestorven en nu
op de bosgrond ligt. Eerst zijn
er allerlei grote dieren die er
van eten. Er knaagt bijvoor
beeld een rat aan. Het vlees
dat door hem wordt opge
peuzeld, verteert in zijn inge
wanden, wordt gedeeltelijk
omgezet in rat en voor de rest
weer uitgescheiden. Een
stukje vogel heeft dus al aan
zienlijke veranderingen on
dergaan: het is rat geworden
en het is rattenkeutel gewor
den. De rat zelf zal vroeg of
laat de weg van de vogel vol
gen. terwijl voordien de rat
tenkeutel als voedsel dient
voor bacteriën, schimmels en
insecten, waarin zich hetzelf
de proces afspeelt als in de
rat.
De vogel krijgt inmiddels be
zoek van niet alleen wantsen
en mijten die de veren op
eten. maar ook van vliegen
die er hun eitjes in leggen. De
maden weten wel raad met
het kadaver, evenals de fraaie
kevertjes, die doodgravers
worden genoemd en niet al
leen zelf van het vlees eten,
maar bovendien de grond
onder de vogel weggraven,
zodat deze in de bodem ver
zinkt. Een mooie begrafenis,
weliswaar zonder muziek en
bloemen, maar uiterst func
tioneel.
Er volgt nu een stelselmatige
versnippering. Maden en
doodgraverslarven happen
het vlees en de ingewanden
voortvarend weg en scheiden
het grootste gedeelte ervan
weer uit in sterk verkleinde
vorm. Bacteriën en schim
mels doen de rest van het
werk. Al het organische mate
riaal wordt door deze levende
wezens opgenomen en voor
bijna negentig procent weer
uitgescheiden. Omdat het tot
kleine fragmenten is verbrok
keld, is de oppervlakte van
het materiaal sterk vergroot,
zodat nu nog meer schim
mels en bacteriën aan de slag
kunnen en het afbraakproces
wordt versneld.
Telkens blijven in de uitwerp
selen minder organische stof
fen achter en steeds meer
mineralen, zodat uiteindelijk
de vogel geheel ontbonden is
in z'n oorspronkelijke mine
rale bouwstenen. YVel blijven
aan alle mineralen restjes or
ganisch materiaal verbonden,
hetgeen als gevolg heeft dat
de bodem zowel uit minera
len bestaat als uit organische
resten. Deze laatste substan
tie heeft als zeer belangrijke
functie het vasthouden van
water en allerlei niet-minera-
le voedingsstoffen in de
grond. Deze verbindingen
vormen het elementaire
voedsel dat door plantenwor
tels wordt opgezogen. Het ge
heel van de verbindingen
wordt humus genoemd, of
compost.
Wanneer planten en bomen
mèt het water in de bodem
de voedingsstoffen opnemen
is de cirkel voltooid: dood
materiaal wordt omgezet in
levend. Van de boom eten
weer rupsen, die door vogels
worden weggehapt die uit
eindelijk zelf dood op de bos
grond belanden en de nieuwe
cirkelgang in werking zetten.
Cryptogram
HORIZONTAAL:
1. Lijsten van de generaal uit het parlement (6); 7. Aan de mast
blijkt die zot weer in orde te zijn (5); 8. Dat wordt het als ik
meeslepend te werk ga! (5); 9. Geschil over drank (5); 10.
Kaarten achter de deur (4); 11. Geld inzetten doe je op een
schap (6); 12. Een prikkelend gevoel geeft kleur aan de maat
(6).
VERTICAAL:
2. Wilt u er ook nog uitleg bij? (5); 3. Soort stad als Wenen (6);
4. Bepaald geen origineel accent (6); 5. Een schuldige biljarter
staat erin (4); 6. Na het drukken een toontje lager zingen (8);
10. Zo vlug dat het weer glazig wordt (4); 11. Vocht in
Engeland volgens de regels (3).
Oplossing van dinsdag:
1. veer-lever-Reveil
2. leng-engel-Engels
3. krat-kaart-Karaat
4. veen-leven-Vellen
5deen-deren-Engerd
6. vers-vrees-Revers
7. rage-agger-Bagger
8. arts-aster-Arrest
9. nest-sante-Nantes
.10. kern-koren-Donker
Gevraagd woord. REKVERBAND.
BEN APELDOORN
Biologen, chirurgen, software- en fijnme-
chanische specialisten van de Engelse uni
versiteiten van Greenwich en Bradford
hebben een kunsthand ontworpen die vrij
wel alle handelingen aankan waar we met
onze natuurlijke handen dagelijks mee te
maken krijgen. Het nieuwe elektronisch-
mechanische grijpertje moet het functione
ren van mensen die door wat voor oorzaak
dan ook hun hand(en) moeten missen en
aangewezen zijn op een prothesehand
(veel) minder ongemakkelijk maken.
De onderzoekers claimen dat de door hen
ontwikkelde 'Art-Hand' meer dan tachtig
procent van alle grijp- en reikfuncties van
onze gewone handen probleemloos aan
kan. De verbeteringen waren vooral moge
lijk door het beschikbaar komen van nieu
we materialen, zoals platte, flexibele senso
ren en 'tensiekoord', dat wat elasticiteit en
beweeglijkheid betreft vrijwel dezelfde ei
genschappen heeft als de pezen in onze
onderarmen en de kleinere peesjes in onze
handen waarmee vingers gemanipuleerd
kunnen worden. En ook materiaal waarvan
kunsthuid gemaakt kan worden dat niet al
leen bedrieglijk echt op de natuurlijke huid
lijkt, maar waarin tevens microsensoren en
-processoren (chips) kunnen worden on
dergebracht.
De tegenwoordige handprothesen mogen
dan wel veel meer kunnen dan die simpele
haak waarmee Captain Hook, uit de film
Peter Pan. het verlies van zijn hand com
penseerde, het blijft in vergelijking met
echte handen toch behelpen. Hèt grote
probleem met handprothesen is dat alle in
gewikkelde functies van èn de hand zelf èn
de vingers in twee, hoogstens drie alomvat
tende beweegfuncties zijn ondergebracht.
Daarmee kun je dan wel een glas water
naar je mond brengen en zelfs een ei op
pakken zonder die fijn te knijpen, maar
daar houdt het mee op. „En dan nog is het
aantal ongelukjes legio," zegt een van de
twee projecüeiders van de 'Art-Hand', dr.
Homer Rahnejat van de Bradforduniversi-
teit. „Eigenlijk is dit te wijten aan het feit
dat onderzoek en ontwikkeling naar en van
modernere handprothesen nog steeds een
ondergeschoven kindje is. Er is bijvoor
beeld aan heup- en beenprothesen veel
meer onderzoek verricht. Kennelijk gaat
men ervan uit dat je zonder benen niet mo
biel meer bent en zonder handen nog wel."
Rahnejat en zijn collega van de universiteit
van Greenwich, dr Mehdian, zijn al jaren
bezig met onderzoek dat moet leiden tot
kunsthanden die vrijwel niet onderdoen
voor echte handen. „Zeker met in je ach
terhoofd de geweldige technologische
sprongen voorwaarts van bijvoorbeeld de
micro-elektronica en micro-dynamica, zou
het eigenlijk een schande zijn als je die
twee aspecten niet ten dienste zou stellen
van onze gehandicapte medemens," aldus
Rahnejat. „Zou het niet geweldig zijn als ze
hun eitje niet alleen kunnen vasthouden
maar hem ook nog kunnen pellen; of in de
winkel hun handpalm naar boven draaien
om wisselgeld te ontvangen? Het is een on
derdeeltje van de kwaliteit van leven."
Om te beginnen inventariseerden Rahnejat
en Mehdian en hun teams wat de tot op
heden beschikbare kunsthanden te kort
kwamen in vergelijking met de natuurlijk
exemplaren.
„We kwamen tot vijf belangrijke aspecten,"
zegt Rahnejat. „Ten eerste de opdeling van
kunstvingers in apart beweegbare vinger-
koten. Dan de zogeheten interactieve elas
ticiteit tussen die vingerkoten; in het echt
beweegt de één nooit zonder de ander en
zelfs vingers onderling reageren op eikaars
bewegingen zoals strekken en buigen. Als
derde de geweldig belangrijke relatie, zeg
maar gerust de 'interface', tussen gezond
en kunstmatig weefsel. Onze sensoren kun
nen ook bekrachtigd worden door de intact
gebleven spieren en pezen in onder- en bo
venarm. De bewegingen van hand- en vin
gerspieren en -pezen worden namelijk aan
gestuurd vanuit de arm."
„Als vierde belangrijke aspect de 'aanleer-
vanzelfsprekendheid'. Dat is een vondst
van onszelf. Daar moeten we nog een min
der monstrueus woord voor zien te vinden.
Het komt er in het kort op neer dat als een
gezonde hand een glas oppakt en vast
houdt, dat je aandacht dan niet per se bij
dat glas hoeft te blijven. Je hersenen, je li
chaam regelen dat je hem passief blijft
vasthouden. Ergens in je onderbewustzijn
blijft het aandachtslampje flauw branden
zodat je het glas niet loslaat. Met een speci
ale chip, of een onderdeel daarvan en met
een stukje software willen we de natuurlij
ke aanleervanzelfsprekendheid naboot
sen."
„En tot slot hebben we ons toegelegd op
gewichtsreductie. We willen niet zoiets
hebben als het materiaal waarvan de 'Ter
minator' in de gelijknamige film zich be
dient. Dat is dan wel sterk en onverwoest
baar maar veel te zwaar voor ons doel.
De kracht waarmee je met de 'Art-Hand'
van Rahnejat en de zijnen iets vastpakt is
ook zelfregulerend. Dat komt door de aan
wezigheid van tal van microsensoren in diè
delen van de kunsthuid waarmee contact
met het vast te pakken voorwerp gemaakt
wordt. Rahnejat: „In de opperhuid van om
ze vingers is sprake van wel 10.000 drukre-
ceptoren per vierkante centimeter. Wij be
perken ons in de 'Art-Hand' tot ongeveer
100. Dat is ruim voldoende voor ons doel.
Onze 'touch mechanoreceptive corpus
cles', kortweg: tmrc's, kunnen gemaakt
worden met een onderlinge afstand van
minder dan een halve millimeter maar ei
genlijk is dat niet eens nodig."
„We hebben nu ook de beschikking over
kunstmatig huidmateriaal waarvan hand
schoenen te maken zijn die over de prothe
ses heen geschoven kunnen worden. Van
enige afstand kun je niet zien dat het geen
natuurlijke huid is, maar het mooie ervan is
verder dat je in één zo'n handschoen wel
een miljoen tmcr's kwijt kunt. Dat maakt
dat zo n kunsthuid werkelijk voelt." „Hoe
wel we met onze 'Art-Hand' al heel wat
méér kunnen dan de modernste handpro
these, zijn we er nog lang niet. Ik denk dat
het nog wel een jaar of tien zal duren voor
dat we handen op de markt brengen die
niet voor de echte handen onder doen."
I P
WÊÊÊÊM
wMM&mm
HEINZ
TOM POES
Heer Bommel en de Killers
Hij staarde peinzend naar de maan,
die bleek door een kalende boom
scheen en langzaam verhelderde een
glimlach zijn trekken. „Aan de ande
re kant zit er iets in dat op reis
gaan", mompelde hij. „Een heer
heeft te weinig ontspanning. Boven
dien heeft de burgemeester mij op
gedragen een deskundige op dat ge
bied te zoeken. En mevrouw
Zielknijper verwacht, dat ik de pro
blemen zelf oplos! Ik ga met je mee,
jonge vriend!" „Maar ik wil helemaal
geen problemen oplossen", zei Tom
Poes. „Ik heb geen last van mijn vrije
tijd, hoor!" „Nu geen tegenwerpin
gen", hernam heer Ollie ongeduldig.
„Luister naar iemand die ouder en
wijzer is dan jij en kom mee!" Zo
sprekende leidde hij Tom Poes met
zachte drang naar de Oude Schicht,
die niet ver vandaar op het gazon
stond, en stapte in. „Bovendien",
vervolgde hij, „is het gemakkelijker
om te rijden dan om te lopen. Dat
gezeul met bagage aan een stok zie
ik trouwens niet graag. Het is onge
past voor lieden van onze stand."
„Een klein eindje dan", zei Tom
Poes, die met tegenzin instapte. „Ik
wil eigenlijk..." Zijn woorden werden
overstemd door het aanslaan van de
motor en door de claxon, die heer
Bommel met vaste hand deed loei
en. Op dat gerucht verscheen de ge
daante van Joost aan het open zol
dervenster. „Ik hoorde u toeten",
sprak de trouwe bediende. „Is er
iets, met uw goedvinden?" „Ja", riep
heer Ollie. „Dat is te zeggen; ik ga op
reis. Terwijl jij je vrije avond had,
heb ik me met een probleem bezig
gehouden - en daarom moet ik
voort. Zorg goed voor Bommelstein,
Joost."
REDACTIE MARCOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINCA o;.
Slachtkuikens groeien te snel
[DER
Onderzoeker Schreurs heeft
ook het effect van verschil
lende manieren van verdo
ving bestudeerd op de vlees-
kwaliteit. Voordat ze worden
geslacht worden de kuikens
eerst verdoofd door ze met
hun kop in een waterbad te
hangen dat onder stroom
staat. „Door de elektrische
schok trekken alle spieren te
gelijk samen; dat geeft soms
bloedingen en kan zelfs lei
den tot botbreuken. Deze re
acties van de spieren tijdens
de bedwelming beïnvloeden
de malsheid. Schreurs
daarom voor om de klas,
waterbadverdoving, die
overal in West-Europa
Verenigde Staten wordt
gepast, te vervangen do K'n<?
vergassing. Hierbij laatnofn -
de dieren stikken nadat,
door een overdosis kool
zuurgas onder narcosei
gebracht. „Dit geeft niet
leen beter vlees, maar is f
veel diervriendelijker" 'e,J.rar
methode wordt al in
en Engeland toegepast
NOS-Jou
los op I
jevariet
-ine. Pr<
jrink.
Alles kit
Uit smaakonderzoek blijkt het vlees van een snelgroeiend kui
taaier te zijn dan van een die minder snel groeit.
FOTO HANS VAN
Minder spuiten
De doses van de meest ge
bruikte onkruidbestrijdings
middelen in de akkerbouw
kunnen worden gehalveerd.
De resultaten van bestrijding
blijven hetzelfde, terwijl de
gewasopbrengst toeneemt.
Dat blijkt uit onderzoek van
het Instituut voor Agrobiolo-
gisch Onderzoek te Wagenin-
gen.
Afgelopen zomermaanden
heeft het instituut bij achttien
boeren gezocht naar de do
delijke dosis herbicide in de
belangrijkste akkerbouwge
wassen. Hierbij gebruikten de
onderzoekers een chlorofyl-
fluorescentiemeter. Dit appa
raat meet van het onkruid het
gebruik van het invallende
licht. Het onkruid sterft als
het minder dan zeventig pro
cent kan benutten voor de
groei. Geeft de meter meer
dan zeventig prqp^nj a^iylgiL
weet de boer dat hij niet ge
noeg heeft gespoten. Hel
fect kan al binnen een hi
uur na de bespuiting wc
gemeten. Volgens het AB
DLO kan in elk geval dei
ring in aardappelen, biel
en maïs worden gehalvei
De dosering in vlas en bi
kan met dertig tot veertij
procent omlaag. Minder
spuiten is niet alleen
voor het milieu. De gewa
brengsten van aardappi
maïs en bieten stegen ge
deld vijf procent. Bij son
ge bedrijven was de oog!
zelfs vijftien tot twintig p
cent hoger. Het meetapp
is inmiddels co
verkrijgbaar voor ongeve
zesduizend gulden. Deze
aanschafkosten heeft de
door zijn besparing op di
herbiciden er al binnen e
jaar uit, menen de ondet
Driven
Herh.
Albane
Portrel
kunste
dosi.
Schadi
delij
bewon
dorpS
2.
Nacht
gen.
Het komt toch nog goed
Het begint met een kromme
zin in het voorwoord en de
eerste twee foto's zijn verwis
seld. De verwijzing naar de il
lustraties (behalve foto's ook
tekeningen) verwijst soms in
werkelijkheid naar niets en de
tekst wordt ontsierd door tik
fouten. En waarom zou het
bij 'thalleuze' levermossen
vanzelf spreken dat ze over
het algemeen eenvoudig uit
elkaar zijn te houden? Dat
komt dus met de Veldgids
Mossen nooit meer goed,
denk je dan, maar gelukkig
valt het nog mee. Dat met die
thalleuze levermossen wordt
vier bladzijden verder alsnog
verklaard. Het thallus: dat
zijn stroken, lobben of flap
pen, de uiterlijke kenmerken
waaraan dit type levermossen
te herkennen is.
Iedereen weet waar we het bij
mossen over hebben. De
plaag in een vochtig gazon:
gewoon haakmos. Wat bij re
genachtig weer zo glad kan
zijn tussen de stoeptegels: zil
vermos. De versiering in
kerststukjes: kussentjesmos.
Waar je zo lekker zacht op
loopt in de duinen: groot
duinsterretje.Mossen groeien
bijna overal. Maar wie kan er
van de ruim vijfhonderd
soorten die er groeien in Ne
derland tien op naam bren
gen? De Veldgids Mossen be
schrijft ongeveer honderd
soorten, de soorten die het
meest algemeen zijn. Er zijn
determineertabellen en be
schrijvingen en hoewel
voor de onderlinge venvi
een omweg moet volgen
het register, zit hier de w
lijke waarde van het boel
Niet voor niets is het tol
stand gekomen onder vei
woordelijkheid van de KJ
de Koninklijke Nederlari
Natuurhistorische Vereni
Midc
jn:~
r° erin}
1,1 hikd
de foto's. De mossen zijn
zó groot op verbeeld, dail
een raadsel wordt waaroi
we ze buiten niet beter
Maar mossen zijn eigei
mosjes: naast elke soort:
een meetlatje getekend,
duidelijk maakt dat hetb
mossen meestal maar mi
meterwerkis. Grond, hoi s
steen zijn de belangrijkst!
voedingsbodems (substro ^j.
voor mossen. In het eerst
geval heten ze terrestrisd
het tweede geval zijn heti
fyten en in het derde epih
of lithofyten. Niet minder
zo'n zestig bladzijden zijn
wijd aan wat ze eigenlijki jqs-R
mossen, hoe ze zich voorl (oodg
planten en waar ze groeie de lijn
Daarmee, zegt de uitgeve jen c
het boek méér dan een
gids. Klopt: daar is het op
ze manier ook te zwaar en
groot voor.
VELDGIDS MOSSEN
Klaas van Dort, Chris Buii
en Paul van Wielik. Uit
KNNV Uitgeverij Utree
prijs f 49,95 (voor leden K
NV f44,95)
995 n
50 pn
.00 er
etekei
e kijk
elunc
mooi
nkwc
nNaj
kijkdi
MIK
>10
ve i Ol.i
I/O i