'Misschien ben ik wel de hofnar van de klassieke muziek' E 4 ZATERDAG 2 JANUAR11% Cabaretiers in dit land zien in André Rieu niet reel meer dan een kleiduif. Een losse flodder van het cabaretduo Lebbis en Jansen: „Je zal maar als Stradivarius begonnen zijn en eindigen onder de kin van André Rieu.Er wordt wat afgelachen om de Limburgse Walseukoningpas nog omdat de aankoop van die dure historische viool afketste. Rieu geldt als een van de vijf best verkopende wereldattracties van het voormalige PolyGram/Mercury. de platentak van Philips die werd verkocht aan het Canadese whiskymerk Seagram's. Rieu is net iets minder waard aan de beurs dan U2. 1 r dringt zich een meer dan opper- J vlakkige overeenkomst op tussen de voetbaltrainer Louis van Gaal en de violist André Rieu. „U vindt mij een en ge dominante man. hè?", zo was Rieu een verslaggeefster van dagblad Trouw enkele ja ren terug voor. Het lijkt op de fameuze te rechtwijzing van de huidige coach van Bar celona aan het adres van een Nederlandse sportverslaggever: „Ben jij nou zo dom of ben ik nou zo intelligent?" Als succes onder meer gebaseerd is op het vermogen een opponent af te troeven, dan delen deze twee graag de eerste klap uit. En als het moet een tweede. Discipline, respect, organisatievermogen en anticipatie vormen de pijlers onder hun carrière. Ze zijn welwil lend, maar op hun eigen voorwaarden. ,,Ik voelde gewoon waar die mevrouw heen wilde en dan ga ik graag even voor", zegt Rieu, iet wat besmuikt lachend. „Zij stuurde er op aan dat ik een ongebruikelijke macht over mijn publiek had en..." - Dat is ook zo. Rieu: „Terwijl ik gewoon zei: 'Dat is mijn be roep'. Toon Hermans komt het toneel op en bafffl! - hij heeft alles in zijn greep. Dan kan hij met het publiek doen wat hij wil. Maar hij houdt de mensen uitsluitend met leuke din gen bezig. Verder niks. En zo is 't met mij ook." - Je geldt als iemand die nauwkeurig inschat wat je personeel en staf op en achterliet podi um voor je kunnen betekenen. Net als Van Gaal die voetballers eerst een sollicitatiege sprek afneemt. „Ik denk dat dat beeld klopt, ja. Ik wil heel graag met mensen werken; ik ben geen dicta tor die alles bepaalt. Maar dan wil ik ook heel graag weten wat er van de andere kant komt. Natuurlijk gaat dat juist ook op voor mijn muzikanten. Al toen ik nog in het Limburgs Symfonie Orkest zat, heb ik nooit onder stoelen of ban ken gestoken dat ik het niet eens was met het proefspelbeleid. Als er iemand nodig is, moet je niet degene uitnodigen van wie je denkt dat die het beste speelt. 'Zo krijg je geen or kest', zei ik dan. Daar snapten ze dus niks van bij het LSO. Ik beweer dat ik gelijk heb met die stelling. Een orkest is geen verzameling individualis ten die allemaal goed kunnen spelen. Essen tieel is of ze ook samen willen spelen. Vraag het Van Gaal. leder genie moet een balletje kunnen afleggen, lijkt me, op iemand die er beter voor staat. Dus als ik iemand aanneem, luister ik wel degelijk hoe-ie speelt. Maar daar heb ik maar twee minuten voor nodig en daarna ga ik praten." - Wat is dan bepalend als je iemand in dienst wil nemen? „Ik vraag 'm of ie 't wel leuk vindt. En als de eerste vraag van de andere kant gaat over het aantal vakantiedagen of als ze willen weten hoe lang een Rieu-concert doorgaans duurt, heb ik voor dat gesprek niet veel tijd nodig. Ik merk meteen waarom iemand mee wil doen, maar ik wil nu eenmaal dat mijn orkest een leuke club wordt. We hebben dertig totaal verschillende mensen, werkelijk totaal ver schillend van karakter en mentaliteit en toch is het op de bühne een eenheid. Ik wil hon derd procent inzet en merken dat een orkest lid met graagte speelt. Dat is heel simpel te checken. Als die vraag over geld van de andere kant heel laat in het sollicitatiegesprek wordt gesteld, of mis schien helemaal niet komt, zit ik goed. Zelfs nu het in trek raakt om bij Rieu in dienst te komen en lonend is om bij mij te spelen, blijft dat zo. Ik kan net als Van Gaal een club vormen. In de klassieke wereld verwijten ze de Berliner en de Wiener Philharmoniker dat het kliekjes zijn. Ja, maar dat klinkt wel." Klatergoud De wereld van Rieu ademt een onhollandse sfeer van klatergoud en vriendelijkheid. Het is als met de hotels van het Van der Valk-con- cem: je zult ze in geen enkele serieuze toeris tische gids tegenkomen en toch kun je er niet omheen. De afspraak is in het Hilton bij Schiphol, omdat die locatie voor André makkelijk be reikbaar is vanuit Zuid-Limburg. Zijn 'privé- jet' lift hem vanaf Maastricht Airport overal heen. Zijn Johann Strauss Orchestra maakt gebruik van een tweede 'eigen' Fokker. Beide machines zijn ondergebracht in een lease pakket van een kleine luchtvaartmaatschap pij, waar een bemiddelde clientèle ze voor André Rieu: „leder genie moet een balletje kunnen afleggen, lijkt me, op iemand die er beter voor staat." FOTO GPD ROLAND DE BE kortere of langere tijd kan huren. Als er ten minste niet buiten Nederland wordt opgetre den. Het is de wereld van de selfmade man. Het resultaat van de gok van een muzikaal mis schien niet buitengewoon gezegend, maar in zakelijk opzicht uitgekiende persoonlijkheid. In het Limburgs Symfonie Orkest wist Rieu junior (zijn vader stond als chef-dirigent eind jaren zeventig nog voor het orkest) op te klimmen tot aanvoerder der tweede violen. Het Symfonie-orkest was er voor het vaste in komen, een allengs succesvoller wordend ei gen salonorkest had hij voor de leut. Leut met een serieuze ondertoon wel te verstaan. Rieu legde zich sterk toe op Strauss, Lehar en de ijzeren discipline van de driekwartsmaat. En de rest is geschiedenis, zeggen de Ameri kanen dan, voor wie Rieu inmiddels een overbekend fenomeen is. - Je hebt vanuit een vrij kansloze positie je loopbaan opgebouwd. Als je praat met con certgebouwdirecties, dan hoor je vaak dat ze in het begin niks van je moesten weten. 'Daar komt die meneer uit 'tzuien weer' „Ik heb heel lang lopen leuren. Doodgewoon leuren." Hij vouwt een A4'tje dubbel. „Ik zie mijn eerste foldertje nog voor me. Met een steunkleur, bruin/wit. Als ik dan met het LSO ergens speelde, zocht ik de directie in de pauze van het concert op. Mart Smeits van Kerkrade was een van de eerste die het op pikte, maar dat was ook zo'n type die zelf de tafeltjes ordende en de vaasjes op de tafeltjes in de foyers rechtzette als ze niet goed waren neergezet. Een doener en een aanpakker, net als ik. Maar er waren er genoeg die me abso luut niet wilden hebben. De man in Weert wou me niet eens zien. Dan kwam ik weer langs en nog eens. En toen ik er dan uitein delijk mocht spelen was het meteen uitver kocht." - Wat zul jij af en toe stiekem leedvermaak hebben. „Ach, helemaal niet. Ik ben geen haatdra gend typje. Je moet dit vak echt in"willen. We maakten, ontwierpen en plakten onze pos ters zelf. Daarom ben ik ook zo scherp op de mentaliteit van muzikanten. We tillen zelf de vleugels van de bühne als dat nodig is. Ik ook. Dat hoort er bij. Je kunt wel roepen: ik speel viool en het klopt niet volgens de Arbo-wet, maar ook dat mot. Het gaat me niet om het lachen achteraf, om leedvermaak. Ik hield en houd teveel van het vak. Het gaat in het theater om de echte lach. Ik ben in bejaardentehuizen begonnen. Daar heb ik dat kletsen geleerd en de lach le ren losmaken. Verrek, dacht ik dan: ik ga door, ik verzin nog meer teksten. Ik doe het voor het vak. Natuurlijk zijn er veel mensen die als een blad aan de boom zijn omge draaid. Allemaal. Maar wat zou het? Theater directeur is ook een hondenbaan. Ieder jaar maar weer zorgen dat al die publieksgroepen aan hun trekken komen." Platina Geen orkestleider sinds Robert Stolz had zo veel succes met de Wiener melange van wals en nostalgie. Voor Strauss Co., het album waarmee Rieu in 1995 internationaal door brak, kreeg hij niet alleen in Nederland plati na platen (acht keer), maar ook in Duitsland, België (2), Frankrijk (2), Zwitserland en Span je, alsmede goud in een half dozijn andere 'markten'. Sjostakovitsj' Second Waltz, tot dan toe alleen geliefd onder musici, werd een melodietje dat iedere postbode floot. Rieu zat als gevolg van dit alles begin dit jaar op de eerste rij bij de uitreiking van de World Music Awards in Monte Carlo. Of het nu kwam doordat hij al die sterren uit de in ternationale showbusiness naast zich zag uit- buiken, weet hij niet meer. Maar het was zo'n 'split-second-moment' om niet snel te verge ten. Rieu: „Een of andere lui had me daar ge pland. Naast me zat Segal, zo'n beer uit Ame rikaanse Hollywood-films. Ineens dacht ik: ik doe het niet! Korte tijd later zouden we de studio ingaan om Strauss Co. deel twee op te nemen. Niet omdat ik de wals beu was of iets anders wilde, maar ik wilde een ander verhaal vertellen: een romantisch verhaal. Dat is de cd Romantic Moments geworden. De volgende ochtend mijn kantoor opgebeld: paniek in de tent. In de bus naar het vliegveld heb ik het orkest de beslissing meegedeeld. Hun enthousiasme was hartverwarmend. Natuurlijk wil ik niet in een bepaald hoekje worden gedrukt en zit er ook wel een com merciële afweging achter. Maar belangrijker is dat ik na afloop van concerten van jonge mensen veel eh... rare reacties op Chopin (Etude uit opus 10 no. 3 in E) of het Adagio uit Mozarts Derde Vioolconcert of Plaisir d'A- mour kreeg. Raar in de zin van: van André Ri eu houden kan natuurlijk niet, maar dat ro mantische werk spreekt me wel aan." - Maar het klinkt ook als cle beslissing van ie mand die over 27 jaar niet in de 28ste editie van Ein Abend in Wien wil zitten. „Precies. Als je een image opgeplakt krijgt van de Walsenkoning, dan moet je beseffen dat je dat op je zestigste nóg bent als je niet laat horen wat er nog meer in je speelt en op borrelt. Da's een serieuze afweging, hoor: ik ben 49. En ik heb in concepten leren denken. Muziek is ook marketing. - Over het nieuwe concept gesproken: je plaatst je vrouwelijke orkestleden niet langer meer cils lampenkappen of suikertaarten op het podium, zoals je bij de Strauss-concerten gewoon lijk doet? Rieu (quasi geschrokken): „Zeg! Lampenkap pen? Pas op, hè! Hahaha! Voor het moment verandert dat nog even niet. Je moet je even voorstellen wat er nodig is om een nieuwe show te brengen." - Ja, maar je bent een perfectionist. Op je laatste plaat speel je het liefdesthema uit Ro meo en Julia van Nino Rota en het klinkt nog verrekte leuk ook. Voorwaar iemand die niet als Robert Stolz oud en der dagen zat wil wor den. Rieu: „Dat wil ik ook zeker niet, Stolz nadoen. Je zegt terecht dat ik een perfectionist ben, maar ik ben ook ontzettend lui. Er zijn ook zoveel prioriteiten in dit krankzinnige vak. En natuurlijk heb ik allang nagedacht over de aankleding van een ander type show. 't Komt. Maar 't is moeilijk, hoor. Ik wil niet aan een strakkere regie, gedirigeerd door iemand vanuit de coulissen. Ik kan de teugels van een ander niet velen. Ik wil ook niet naar te veel show. Dan knabbel je namelijk aan de essen tie van wat ik wil. Ik wil geen decor, geen lichtplan, geen musicaltrucs, geen voorge programmeerde avonden. Ik wil zelf op ieder moment alle kanten op met mijn publiek. Ook geen blokjes Mozart of zo. Neem dat nou maar van mij aan: geen voorgebakken grappen." - Er is nog een reden waarom je je niet wil la ten inbinden. Je hebt stiekem studie gemaakt van Toon Hermans. Zijn spel met woorden staat je voor ogen als je het publiek bezig houdt met teksten. Conferences is misschien een groot woord, maar als je een kwaliteit be zit: dan is het een fijnbesnaard gevoel voor ti ming. Rieu: „Dat van Hermans klopt. Dat van die ti ming ook. Net even wachten met het plaat sen van een woord en dan weten dat de zaal daarop reageert - dat vind ik heerlijk. Naar Toon kan ik ademloos kijken, nog altijd. Van hem heb ik geleerd dat je je moet laten gaan. Daarom kan ik niet met regie werken, of een programma brengen waar een rode draad doorheen loopt. Ik heb me er een keer aan bezondigd en dan nog alleen voor de pauze. Na de onderbreking heb ik het omgeflikkerd want het was gewoon helemaal niks. Ik ben niet als Toon in staat om in een ty petje te kruipen. Even op gechargeerde wijze iemand anders spelen. Ik blijf dichtbij mezelf. Vind ik wel. Misschien is dat wel het relative ren van mezelf, van alles wat ik doe. Vlak voordat we ons aan Mozart zetten, laat ik het publiek zich ook even ontspannen met wat mooie lachsalvo's. Dan zijn ze ontvankelijker. Misschien ben ik wel de hofnar van de klas- sieke muziek. Alleen doe ik mijn kunstje niet aan het hof, maar in de huiskamer. Nog een overeenkomst met Toon, ja. Het theater is bij hem ook zijn thuis." sex appeal Rieu is geen makkelijk mens, net als Van Gaal. Hij is zich onvoldoende bewust van zijn uitstraling, totdat hij met ongewenste reac ties te maken krijgt. Hij koketteert met een bescheiden maar geraffineerd sex appeal dat vooral de rijpe vrouwen uit zijn publiek betovert. Dat dat soms mensen op een ver keerd been zet, hindert hem. Hij verhaalt over een stalker, die hem een tijd lang elk concert probeerde te fixeren. Rieu: „Je moet zo iemand geen enkele kans geven. Ik heb gebeld met Harry Sacksioni die jarenlang geterroriseerd is door zo iemand. Ieder begrip is te veel. Jij bepaalt zelf hoever je kunt en wilt gaan. Dat was ook zo bij die stalker. Hield van zelf op. Muur erom heen, geen aandacht gunnen. Rond respect speelt zich wat hem betreft een soortgelijk spel van geven en nemen af. „Zo'n begaafde violiste als Isabelle van Keu len heeft over mij gezegd: Hij kan helemaal niet spelen en het gaat alleen over geld. Ik word dan wel degelijk boos, want het is niet waar. Maar ik bel haar absoluut niet op. Ik re ageer dan hoe dan ook niet. Een paar jaar eerder had ik haar gezien tij dens zo'n zomeravond lange tv-uitzending. Toen hoorde ik haar tot mijn verbazing ver tellen over haar jeugd in een artsengezin, waar thuis werd gepraat over het klootjes volk. De familie Van Keulen voelde zich erg verheven boven de rest van de wereld. Oh, dacht ik, je speelt fantastisch viool maar je bent een behoorlijke snob. Je moet je niet boven anderen verheffen. Dus als ik haar over mij hoor, dan denk ik: laat mij maar lek ker spelen voor het door jouw verafschuwde klootjesvolk." J0HN00MKES

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1999 | | pagina 34