2 is Onderwijs op maat 'Nederland heeft gebrekldge infrastuctuur voor animatiefilm' Teylingereind Het leven in de jeugdgevangenis Forensisch centrum ZATERDAG 21 NOVEMBER 1998 Met de verharding van de jeugdcriminaliteit in Nederland is de roep om strenge straffen toegenomen. Meer jongeren dan ooit zitten hun straf uit in 17 justitiële inrichtingen. Een daarvan is Forensisch Centrum Teylingereind in Sassenheim dat sinds een jaar onderdak biedt aan 72 jongens tussen de 12 en 18 jaar. De meesten zijn er in afwachting van hun rechtszaak, anderen zitten hun straf er al uit. In een serie artikelen geeft deze krant wekelijks een beeld van het dagelijks leven in de jeugdgevangenis. door CONNY SMITS Ge, Ellen, leerkracht informatica: „Con centreren is voor veel jongens hier erg lastig. Ze kunnen moeilijk stilzit ten en sommigen hebben echte ge dragsproblemen." Willem Tulleners, directeur De Burcht: „Het leerniveau en gedrag zijn beter dan ik had gedacht." I een gangen vol rondslinge rende jassen, tassen of brom fietshelmen op deze school. Evenmin samendrommende scholieren rondom de koffie-au- tomaat in de hal. Wel lege, glan zend geboende gangen en orde lijk ogende lokalen waar groepjes van telkens maar zes leerlingen aan het werk zijn. In het ene lo kaal achter de computer, in het andere achter het fornuis of de draaibank. Ordelijk en rustig, zo lijkt het op het eerste gezicht. „Die rust is maar schijn", aldus informatica-docente Ellen, een van de vijftien leerkrachten van De Burcht, de VSO-ZMOK- school binnen de muren van Teylingereind. „In het lokaal moet je als leerkracht alle zeilen bijzetten om een succes te ma ken van het lesuur. Ik ben al te vreden als ik 20, 30 minuten daarvan rendabel weet te maken, want concentreren is voor veel jongens hier erg lastig. Ze kun nen moeilijk stilzitten en sommi gen hebben echte gedragspro blemen." Een vulkaan die op uitbarsten staat, maar je weet niet wanneer precies. Zo typeert de docente de spanning die zich soms opbouwt binnen de vier muren van het leslokaal waarin zij zich elk uur opsluit met haar leerlingen. Niet dat het haar beangstigt: „Ik heb een alarmkastje aan mijn broek riem hangen waarmee ik zono dig een stil alarm kan afgeven. Er zijn leerlingen die het bij elke leerkracht even uitgeprobeerd moeten hebben, maar het wordt altijd minder. Gemiddeld gaat het alarm nu nog eens in de week, en dan blijkt het achteraf nog niet eens altijd nodig te zijn geweest ook." Directeur Willem Tulleners van De Burcht durft zelfs te beweren dat een gemiddelde school in een grote stad meer behoefte heeft aan een dergelijk alarmsys teem. „Ik kom van het gewone voortgezet onderwijs in Amster dam en daar gebeurden dingen die ik hier nog niet heb meege maakt." Trouwens, over de hele linie zijn Tulleners' ervaringen met de jongens in Teylingereind* positief. „Ik ben hieraan begon nen met een hele andere in schatting. Ik dacht een hopeloos stelletje aan te treffen. Maar het leerniveau en gedrag zijn beter dan ik had gedacht." In de lerarenkamer staat van elke leerling een dik boekwerk met zijn onderwijsgegevens. Elke jon gen wordt in De Burcht op maat bediend. „Klassikaal lesgeven is onmogelijk want van debiel en zwakbegaafd tot 4 atheneum zit ten ze hier bij elkaar in de groep. Maar ook van 12 tot 18 jaar oud. Dat stelt aan een leerkracht hoge eisen. Ik wilde daarom een breed team. Er zitten onderwijzers bij, maar ook doctorandussen en mensen uit het speciaal onder wijs. Allemaal mensen van wie ik aanvoelde dat ze het zouden kunnen." Anders dan op andere inrich- tingsscholen, waar elke groep zijn vaste leerkracht heeft om de rust te waarborgen, is op De Burcht gekozen voor een lesroos ter waarbij elk uur van leerkracht en lokaal wordt gewisseld. De af wisseling is voor de jongens leu ker, maar organisatorisch vraagt het veel van de docenten. Elk uur moeten de jongens door de leer krachten worden begeleid naar een nieuw lokaal. Zou dat niet gebeuren, dan kunnen ontmoe tingen tussen groepjes jongens op de gang tot problemen leiden. „Als er eentje de moeder van een ander beledigt, zou die wel eens heel kwaad kunnen worden en uithalen." Het liefst zou Tulleners de jon gens indelen naar eigen leerni veau en interesse, maar de extra kosten die dat vergt kan De Burcht niet ophoesten. Juist waar het de financiën betreft, breekt het Tulleners keer op keer op. Zo kwam de schooldirecteur een paar ton tekort voor de inrichting van de school. Het klaslokaal voor metaal is helemaal ingericht met krijgertjes en de computers zijn exemplaren van vijftig tot honderd gulden die her en der bij elkaar zijn gescharreld. „In Nederland zie je dat juist de on derlaag van het onderwijs de slechtste voorzieningen krijgt. Opleidingen met status zitten in de mooiste gebouwen. Dat zou juist andersom moeten." Kwaad maakt de schooldirecteur zich ook over de bevroren subsi dies voor oriëntatie- en schakel cursussen voor risico-jongeren, de potentiële boefjes. Juist nu die groep steeds groter wordt. Een bittere smaak krijgt hij in de mond wanneer hij ziet hoe geld dat bij onderwijs wordt wegbe- zuinigd, bij justitie weer dubbel en dwars moet worden uitgege ven. „Ik kan me daar ontzettend boos over maken. In deze jeugd inrichting kost een jongen 140.000 gulden per jaar. In de preventieve sfeer zou je daar een een-op-eenbegeleidingvoor kunnen geven." De delicten die de jongens heb ben gepleegd, zijn geen onder werp van gesprek op school. Van de meeste jongens weten de leer krachten niet eens waarvoor ze zitten. Het interesseert ze ge woon niet zoveel. Alleen in heel ernstige gevallen, als er grote concentratie- of gedragsproble men zijn, krijgen ze het doorge speeld. Bij voorbeeld als een jon gen wordt verdacht van een ze dendelict. „En dan weten we ook dat we daar in elk geval niet met hem over moeten beginnen want met name plegers van zedende licten zijn extra kwetsbaar." Naast theorie-lessen op eigen ni veau krijgt elke leerling van De Burcht onderricht in metaal, ko ken, houtbewerken, informatica, sport, algemene techniek en cre atieve handvaardigheid. De com puters worden erg intensief ge bruikt. ze worden beschouwd als een soort wondermiddel. Sociale processen verlopen bij deze jon gens vaak moeilijk, maar mei een beeldscherm gaan ze een stuk gemakkelijker communice ren. Bovendien kan via de com putereen heel individueel les programma worden aangebo den. Dat is bijvoorbeeld heel handig voor de buitenlandse jon gens die in Teylingereind zitten en de Nederlandse taal niet machtig zijn. Zij krijgen via de computer een lesprogramma in hun eigen taal aangeboden. Het streven is de jongens zoveel mogelijk echte diploma's te laten halen. Dat gebeurt meestal in overleg met de oude school. Ge noeg jongens die in Teylinger eind zitten opgesloten, zijn tot het plegen van hun delict name lijk keurig naar school geweest. I ulleners: „Van die groep heb ben we ook goede hoop ze na hun detentie terug op school te krijgen. Er is echter ook een groep jongens bij van wie je weet dat het nooit wat zal worden met een opleiding. Die proberen we in elk geval sociale vaardigheden bij te brengen en het besef dat je in dit leven moet werken voor je geld." Afgelopen zomer echter hebben een paar jongens zelfs hun mavo- en vbo-examen gedaan op De Burcht. Tulleners zat er naast toen zij telefonisch monde linge examens aflegden. „Moeilijker is het vaak om een jongen terug te laten keren naar de oude school. Dan is het van: 'Ali Huppelcpup? Nee, die heeft al drie herkansingen gehad. Die moeten we hier niet meer'. Ik kan me dat best voorstellen, maar welk perspectief heeft zo'n jongen dan nog?" Zonder school is de situatie uit zichtloos, stelt Tulleners. Hij weet dat 65 procent van deze jongens weer een delict pleegt in het eerste jaar na de invrij heidstelling. „Dat ligt mede aan het ontbreken van een vaste structuur. Het liefste zouden wij dan ook een hele lange arm krij gen om de jongens ook na Tey lingereind te kunnen blijven bij sturen. Met het ROG in Amster dam zijn we in overleg om deze jongens speciale voorzieningen op school aan te bieden. Als dal lukt - en hopelijk later ook in meer gemeenten - dan kunnen we straks misschien zeggen dat we niet voor slechts 35 procent, maar voor de helft van de jon gens iets hebben kunnen doen." Getrit van Dijk nu ook in eigen land erkend De Haarlemse animatiefilmer Gerrit van Dijk (59) is deze week koninklijk onderscheiden. Het oeuvre van de kersverse Ridder in de Orde van De Nederlandse Leeuw lijkt, na talloze prijzen op buitenlandse festivals, eindelijk ook in eigen land op juiste waarde geschat te worden. Deze dagen is 's Neerlands meest markante en spraakmakende animatiefilmer eregast op het Holland Animation Film Festival in Utrecht. Al zijn films, meer dan veertig in totaal, zullen te zien zijn op dit tweejaarlijkse festival. oen Gerrit van Dijk 27 jaar gele- ibegon aan zijn eerste animatie- ilt's Good In Heaven, was hij een tdekkingsreiziger in een in Neder- d totaal onbekende kunstdiscipli ne tijden zijn veranderd. Neder- «iheeft elke twee jaar een anima- Ümfestival in Utrecht, er is een Ver ging Holland Animation (waarvan Dijk oprichter is) en er zijn spe- eanimatiefilmopleidingen, waar- iVan Dijk lesgeeft. 'animatiefilm meer is dan de met svlijt in elkaar geknutselde filmpjes itmee de VARA-kwis Twee Voor aalf goede sier maakt, wordt in Ne- iand in steeds bredere kring duide- Niet voor niets heeft staatssecreta- Rick van der Ploeg onlangs betoogd 'de animatiefilm meer steun ver- Afgezien van het tweejaarlijkse Aal in Utrecht, zijn er nog steeds tiigvertoningsmogelijkheden voor Nederlandse animatiefilm. Die is aers zelden in de bioscopen te En in tegenstelling tot de BBC en annel 4 in Engeland, is er liier geen dale televisieprogramma voor. tit van Dijk: „Nederland heeft een 'ekkige infrastructuur voor de ani- "efilm. Dat heeft tot gevolg dat Ne- indse animatiefilmers weinig cori- 'hebben met collega's en in isole- "thun films maken. Dat verklaart yom Nederlandse animatiefilms 'l op elkaar lijken. Mondiaal ge- 'hebben we een enorm kleine pro- tie, maar omdat er geen onderlin- beïnvloeding is, zijn de producties per definitie eigenzinnig en bijzonder. In landen als Canada en de Verenigde Staten, met een rijke traditie op het gebied van de animatiefilm, zijn de producties een stuk eenvormiger." Van Dijk vindt niet dat de animatie film meer ruimte moet krijgen in het bioscoop- en filmhuiscircuit. „Behalve in festivalvorm, denk ik dat er weinig toekomst is voor de animatiefilm in de bioscoop. Steeds meer producties worden voor de televisie en de vi- deoverhuurmarkt gemaakt. Het ma ken van films uitsluitend voor verto ning in bioscopen, en dat geldt ook voor speelfilms trouwens, is niet meer van deze tijd." Zonnig Van Dijk ziet de toekomst van de ani matiefilm zonnig in. Hij ziet de com puteranimatie niet als een toekomsti ge bedreiging. „Sommige collega's zijn bang voor computer, wat volgens mij onzin is. Zoals de film het toneel niet verdrongen heeft, net zo min als de fo tografie de schilderkunst, zo zal de computeranimatie de ambachtelijke animatiefilm niet verdringen. De in trede van de televisie heeft het theater van een enorme impuls voorzien. Doordat de televisie zo'n waarheids getrouw medium was, konden thea termakers het spruitjesachtige realis me loslaten en veel vrijer gaan wer ken. Ik denk dat de verscheidenheid aan gemanipuleerd beeld, want dat is animatie, door computers groter zal worden. En door de computer zal de Gerrit van Dijk: „Nog steeds draait het in mijn films over het te hooi en te gras dingen naar bui ten roepen." foto gpd poppe de boer animatie gedemocratiseerd worden. Steeds meer mensen zullen animaties kunnen maken." Zijn laatste, wederom virtuoos gete kende, autobiografische animatiefilm I Move, So I Am werd begin dit jaar be kroond met een Gouden Beer op het festival van Berlijn. Bovendien werd de film voor meer internationale festi vals geselecteerd dan welke andere Nederlandse speelfilm, documentaire of animatiefilm dan ook. I Move, So I Am is de zoveelste mijlpaal in de im posante carrière van de animatiefil mer. Gerrit van Dijk maakte meer dan veertig films. Het meest bekend is wel licht Frieze Frame (1991waarin voor stellingen uit verschillende schilderij en uit het Frans Halsmuseum tot le ven komen en in elkaar overvloeien. Maar er is ook het meerdere malen gelauwerde Pas A Deux, waarin twee danspartners voortdurend van uiter lijk veranderen en Oliver Hardy danst met Winston Churchill en Che Gue vara transformeert tot Jezus van Naza reth. Gerrit van Dijk werd 59 jaar geleden geboren in het Brabantse dorpje Vol- kel. In Tilburg ging hij naar de kunstacademie, want Van Dijk wilde beeldend kunstenaar worden. Hij heeft zijn animatiefilms altijd gezien als levende schilderijen. „Ik denk dat het duidelijk zichtbaar is dat ik een beeldende kunst-achtergrond heb", zegt de animatiefilmer. „Het is onmo gelijk je eigen roots te verloochenen. De meeste mensen in de animatie filmwereld zijn het vak ingerold door dat ze vroeger helemaal gek waren van Walt Disney. Ik heb daar nooit af finiteit mee gehad. Ik benader het me dium vanuit de beeldende, experi mentele en grafische kant. De drama tische verhaallijnen zijn ver te zoeken, ik denk vooral in vormen." Shockeren Nappie noemden ze hem vroeger; naar Napoleon: klein en fel. Felheid is nog steeds het handelsmerk van de kersverse ridder, die opvalt door zijn onafscheidelijke hoed. Veel van zijn films geven blijk van een grote maat schappelijke betrokkenheid. Zo zou je Butterfly R.I.P. uit 1975 uit kunnen leggen als een felle aanklacht tegen het oprukkende beton dat de natuur verdringt. „Het is altijd mijn uitdaging geweest om met de beeldtaal van ani matie mensen iets duidelijk te maken. Op zich is dat een universeel streven. Iedere kunstenaar wil dat op zijn werk gereageerd wordt. Dat betekent niet dat mensen het per se mooi moeten vinden. Afkeuring, onbegrip en afge wende, geshockeerde blikken zijn ook reacties." Geshockeerde reacties heeft Van Dijk talloze malen op zijn werk gekregen. A Good Turn Daily uit 1983, waarin een voortdurend transformerende padvin der als achtereenvolgens politieman, Hitler, Mussolini en de paus van de ene ramp in de andere belandt, zette kwaad bloed bij de katholieke en Rus sische afvaardiging op het filmfestival van Oberhausen. Op het festival van Varna durfde de organisatie zijn drie geselecteerde films niet te vertonen, omdat men het ongepast vond be- - vriende staatshoofden te beledigen. Van Dijk benadrukt dat hij nooit be wust heeft willen shockeren. „Ik ben een kind van de jaren zestig", zegt hij. „Ik heb de provo-tijd bewust meege maakt, de kraakbeweging zien groeien en heb altijd commentaar geleverd op de wereld om mij heen. Ik ben betrok ken. Niet op een politieke manier, maar op een punk-achtige manier. Ik ben niet iemand van de barricades en actie-comité's. Ik heb mijn eigen ver voermiddelen: cartoons en films." Van Dijk merkt dat hij zich met het vorderen van de leeftijd minder bezig houdt met de grote wereldthema's. „Mijn cartoons gaan de laatste jaren steeds meer over gebeurtenissen dicht bij huis. De thematiek in mijn films is steeds persoonlijker geworden. Maar nog steeds draait het in mijn films om het te hooi en te gras dingen naar hui ten roepen. En mijn woordenschat wordt met het jaar groter, wat ver klaart dat mijn films er steeds gesti leerder uitzien." MARK ROOS Een cursus lassen in De Burcht. „Als leerkracht moetje alle zeilen bijzetten om een succes te maken van het lesuur. foto's loekzuyderduin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 43