revolutie
elijke
wiermen, doe ik niet. Tijdens de Golfoor-
stond de televisie ook hier gewoon
v rlopend aan. De bewoners zijn zelf-
dige, volwassen mensen met een heel
n achter de rug waar wij juist veel van
na nenleren."
gi iezelfde nuchtere houding neemt Lo-
wo zhof ook in als bewoners overlijden. Je-
,Elke ochtend om half elf is er in de
de zogenaamde 'omroep'. Een lid
het managementsteam maakt dan be-
d wat er zoal te doen is, of de pedicure
ie kapper komen, wie er jarig zijn én
itueel ook wie er is overleden. Voor-
ingn was het zo dat als een bewoner over-
Dl de omroeper alleen dat meldde. Het
'not done' om dan nog verdere mede-
ngen te doen.
iteraard raakt het de bewoners als ze
mede-bewoner verliezen maar infor-
eutie hiervoer mag je ze niet onthouden,
iri ijn er die zich na zo'n bericht bezorgd
agen wanneer ze zelf aan de beurt zijn.
i eren zeggen juist, zonder dat ze de-
ïelssief zijn: m'n leven is zo wel rriooi ge-
Wennen
'ens Jehee kost het sommige nieuwe
i 'oners veel tijd en moeite om te wen-
in Lorentzhof. Dat heeft overigens
iets te maken met het zorgcentrum maar
ch s met de woning en de wijk die ze -
dgedwongen - moeten achterlaten. Af-
oeëid doet nu eenmaal pijn. „Anderen zijn
al snel op hun gemak. De wetenschap
ze hier zijn verzekerd van zorg, doet
direct goed. Om hun maaltijden hoe-
ze zich niet te bekommeren. Dat geeft
iri erheid. Rust ook. En een gevoel van vei-
:n pid. Soms waanden bewoners zich zelfs
eilig want het gebeurde nogal eens dat
dfoners hun kamerdeur, in feite hun
tdeur, gewoon open lieten staan."
an zorgcentrum als Lorentzhof biedt
sii alve zekerheden ook zo veel 'jus en
jii iten', aldus Jehee, dat het in vergelij-
10!'met het uit 1827 stammende Gerefor-
affcrd Minnehuis gerust een Lusthof kan
worden genoemd. De bewoners beschik
ken over een bibliotheek met grootletter-
boeken (geheel bestierd door vrijwilligers),
een winkeltje (idem dito), een gevarieerd
recreatieprogramma en een huisomroep.
Er is ook een herensoos, waar activiteiten-
managèr Jehee als enige vrouw bij mag
zijn. „Van de 119 bewoners zijn er slechts
zo'n 23 man. Het is niet verwonderlijk dat
er met zulke getalsmatige verhoudingen
behoefte aan een speciaal mannenclubje
bestaat."
Groot contrast
Groot is het contrast met de situatie die Ni
co Jasperse, de onbezoldigd bibliothecaris
van Lorentzhof, in boeken en geschriften
over de geschiedenis van de Leidse oude
renzorg aantrof. Hij memoreert in het jubi
leumnummer van de Huisbel dat Leiden
perioden heeft gekend gedurende welke
'bijna de helft van de inwoners aan de een
of andere vorm van armenzorg was overge
leverd'. Vanaf 1716 werd het als een taak
beschouwd om 'ouden van dagen en maat
schappelijk weinig bevoorrechten ter min
ne' (uit liefde) in het gezin op te nemen.
Maar zeker na de Franse overheersing tus
sen 1795 en 1814 waren er veel minder
pleeggezinnen dan kansarmen.
De Diaconie van de Nederlandsche Her
vormde Gemeente te Leiden besloot daar
op tot de bouw van een tehuis voor verzor
ging van bejaarden, het Gereformeerd
Minnehuis. Op 26 juni 1827 begon op een
terrein tussen de Kaarsenmakersstraat en
een deel van de Binnenvestgracht (achter
de latere begraafplaats aan de
Groenesteeg) de bouw. Voordien was op
die plek het uit 1578 stammende Stadstuig-
huis gevestigd, ook wel Ammunitiehuis en
Artilleriemagazijn genoemd.
Nog geen jaar later namen 168 personen
hun intrek in het Gereformeerd Minnehuis.
Aanvankelijk bestond de populatie niet al
leen uit ouden van dagen maar ook uit
zwervers, mensen met een handicap en
wezen.
Een manager activiteiten was er niet. Wel
een 'vader en moeder' en een toezichthou
dend College van Regenten. Jasperse
noemt hun regime in zijn artikel 'militant'.
Zij die de huisregels overtraden, inclusief
de 'minnekinderen', moesten met een blok
aan het been zitten of kregen een paar we
ken streng arrest in een cel die vlak naast
de ingang was gebouwd. Jasperse toont in
zijn artikel begrip: „We moeten niet verge
ten dat om orde en regel te kunnen hand
haven, strenge straffen nogal eens noodza
kelijk waren. Dronkenschap, ook van, de
minnekinderen, kwam veelvuldig voor."
In 1848 ontstond een conflict tussen de
Regenten en de gemeente Leiden. Het hoe
en waarom is onduidelijk. In 1869, toen de
diakenen van de Nederlandse Hervormde
Gemeente te Leiden de bestuurstaken van
de Regenten overnamen, kwam er een ein
de aan de twist.
Huisvesting
Na de Tweede Wereldoorlog moest in een
hoog tempo de woningnood worden gele
nigd. Er was hernieuwde aandacht voor de
(herhuisvesting van bejaarden. Reeds be
staande oorden voldeden niet meer aan de
eisen van de tijd. Dat gold ook voor het
Minnehuis, het Oudeliedenhuis aan de He
rengracht, het rooms-katholiek bejaarden
huis aan de St. Jacobsgracht en ook van de
35 historische hofjes was meer dan de helft
niet meer geschikt voor bewoning, „laat
staan voor bewoning van bejaarden", aldus
Jasperse.
Van der Reyden van de technische dienst
van Lorentzhof herinnert zich nog de uit
zending van KRO's Brandpunt die voor een
deel aan het brandgevaarlijke Minnehuis
was gewijd. De bewoners van het onbe
woonbaar verklaarde Minnehuis kwamen
terecht in Lorentzhof.
Tussen het besluit van de Hervormde
Diaconie om dit zorgcentrum te bpuwen
en het slaan van de eerste paal, op 11 au
gustus 1971, zit ruim twee jaar. Zo lang
duurde het om de bloemenkweker, die het
terrein tussen Zoeterwoudsesingel en Lo-
rentzkade pachtte, weg te krijgen. Aanne
ming Maatschappij, voorheen H. Korswa-
gen Zoon, kreeg de opdracht. De bouw
som bedroeg zo'n 2.7 miljoen gulden (ex
clusief btw).
In het begin van de jaren zeventig was
Nederland nog sterk verzuild. Voor elke
(religieuze) overtuiging bestond er een po
litieke partij, een school, een sportclub én
een bejaardenoord. Lorentzhof, genoemd
naar de Leidse hoogleraar Hendrik Antoon
Lorentz, was er voor protestanten. Het car
navalsfeest, dat als 'te katholiek en te we
relds' werd beschouwd, kwam er hier dan
ook niet in. „Nu is in principe alles be
spreekbaar, op seksfilms na", zegt Jehee.
„We hebben nu zelfs een keer per maand
communieviering en op de opnameformu
lieren wordt de religieuze richting van de
Lorentzhof en de nieuwe bewoner niet
eens meer vermeld."
Aanpassing
Na 25 jaar, meldt het bestuur in de jubile
um-Huisbel, is Lorentzhof toe aan nieuw
bouw. De huisvesting moet worden aange
past aan de Lorentzhof-bewoners van nu.
En aan de volgende-revolutie in de oude
renzorg. In de nabije toekomst zijn niet al
leen de 'eigen' bewoners op Lorentzhof
aangewezen maar ook de oudere bewoners
van de burgemeesters- en professorenwijk.
De ouderenzorg wordt 'extramuraal' heet
dat in vaktermen. Lorentzhof biedt straks
onderdak aan z'n bewoners en faciliteiten
aan de nog zelfstandig wonende ouderen.
Hoewel Jehee deze ontwikkeling toe
juicht („Mensen moeten zo lang mogelijk
op hun eigen plekje blijven") plaatst ze er
ook 'een persoonlijke kanttekening' ,bij.
„Extramurale zorg vergt een perfecte sa
menwerking van optimaal georganiseerde
instellingen: het zorgcentrum, de thuiszorg
en de Stichting Dienstverlening Leiden.
Maar al die instellingen hebben hun beper
kingen qua budget en personeel. We moe
ten oppassen dat we niet doorschieten. Als
ouderen alleen nog maar met kunstgrepen
zelfstandig kunnen blijven wonen, schieten
we ons doel voorbij."
'Paasstukje maken'