'Roger, laat
dat dansj e
nog eens zien!'
7
?TAL
EDEN
N HET WK
Kies uw eigen WK-held 1998
Vierkant
i9:1990
2r Milla
leroen
K heeft zijn eigen helden
ebracht. Grote of tragi-
oetballers die op één of
J manier een stempel
yi op dat wereldkam-
Vhap. In een serie van
■halen haalt deze krant
deringen op aan de
spraakmakende helden,
je negende aflevering: de
Iitie van 1990 en Roger
ou Roger Milla de heupen nog wel
i eens wulps ronddraaien in een on-
zichtbare hoela-hoep? Vermoede
lijk niet. De laatste berichten luidden dat hij
in de binnenlanden van Frankrijk verzuurd
en verbitterd zijn dagen slijt. En dat is een ge
moedstoestand die nauwelijks aanleiding
biedt voor spontaan uitgevoerde dansjes. Bo
vendien, lichamelijk is het waarschijnlijk ook
onmogelijk. Milla was tenslotte al bijna be
jaard toen hij de wendbaarheid van zijn bek
ken voor.het eerst publiekelijk demonstreer
de. Tel daar acht jaar bij op (want het ge
beurde in negentiennegentig), calculeer het
gegeven in dat hij zich altijd veel jonger loog
dan hij in werkelijkheid was, en de uitkomst
is een leeftijd waarop een man lijdzaam moet
toezien dat de geest nog wel wil, maar de
scharnieren niet.
Wereldkampioenschappen hebben het voet-
balminnende deel van de mensheid door de
jaren heen tientallen beelden geschonken,
die voor eeuwig beklijven. De kwat van Frank
Rijkaard in de dikke nek van Rudi Voller
(1990); het welles-nietes-doelpunt van Geoff
Hurst (1966); de bewuste halvering van Pa
trick Battiston door Tony Schumacher (1982);
de schwalbevan Bernd Holzenbein (1974); de
cocaïne-ogen waarmee Diego Maradona een
televisiecamera bezweert én uiteraard de
handkopbal van Pluisje (1994 en 1986); en de
in oneindig verdriet gehouwen kop van Fer
nando Hierro na de Spaanse teloorgang
(1998). Maar niets was mooier en zwieriger
dan de one-manshows van Roger Milla op
het WK van Italië.
Paringsdans
Na iedere treffer - als super-sub scoorde hij
er vier in twee potjes - spurtte Milla haast in
één beweging door naar de dichtstbijzijnde
veldhoek. Daar maakte hij even pas op de
plaats, alsof hij wilde wachten tot de techni
cus in de geluidscabine de cd met tromgerof
fel en klaroengeschal had gestart. Dan ging,
met gebalde vuist, de rechter arm kaarsrecht
omhoog, zakte hij licht door de knieën, zette
zijn kont in het begin van de swingstand en
roteerde het middenrif meermalen om de ei
gen as. Omdat dit alles gebeurde op enkele
centimeters afstand van de comervlag, leek
het wel of Roger Milla stok en wimpel aan het
verleiden was door middel van een parings
dans. Het zag er in ieder geval zeer sensueel
uit. Als een kruising tussen John Travolta in
Saturday Night Fever en Gene Kelly in Sin-
ging in the Rain. Maar dan beter!
Tijdens de première van deze ritus waren
de in het stadion aanwezige cameralieden
nog zo verrast, dat ze Milla alleen van achte
ren vingen. Bij de drie daarop volgende vrij
ages filmden ze hem gelukkig frontaal. Dit
was in zoverre van belang, dat de wereld ook
zijn gezicht te zien kreeg. Fascinerende shots
waren het. Die tronie danste namelijk mee.
Alle spieren, tussen kruin en hals deinden
synchroon met het onderlijf en zijn mond
stond zó wijd open, dat er moeiteloos een
middenklasse auto in geparkeerd kon wor
den. In de bovenste rij tanden, precies in het
midden, zat een spleet die alsmaar groter
leek te worden, als je er lang genoeg naar
keek.
Ofschoon hij dit ritueel dus meerdere ma
len herhaalde, moest tot ver in het toernooi
worden gewacht, voordat de dans een officië
le naam kreeg. Al dient gezegd dat verslagge
vers het tijdens de voorstellingen wel pro
beerden. De een had het over de Milla-shuf-
fle, de ander over de lambada, een derde
meende overeenkomsten met de horlepiep te
hebben waargenomen. Antropologen, afge
studeerd in Afrikaanse zeden en gewoonten,
maakten aan alle onzekerheid een einde. Het
bleek te gaan om de makossa, in het land van
Milla gebruikt als dankbaarheidsuiting.
Icoon symbool
Zo kwam het, dat Roger Milla gedurende dat
WK een driedubbele rol vervulde. Voor Ka
meroen was hij een icoon, geprezen en aan
beden vanwege zijn doelpunten. Het publiek
genoot van de performer, omdat hij het ver
der slaapverwekkende evenement nog enig
leven in blies. En elders ter wereld werd hij
door alle mannen van middelbare leeftijd tot
symbool verheven. Want Milla was het leven
de bewijs dat ook tijdens de penopauze nog
een beroep op viriliteit kon worden gedaan.
Dat Kameroen in de kwartfinales - en na
verlenging - strandde op Engeland, bracht
derhalve voor alle drie de categoriën diepe
treurnis teweeg. Milla zelf daarentegen, was
een ietwat andere mening toegedaan. De eli
minatie moest worden gezien als een godde
lijke beschikking. Door de ingreep van boven
waren levens gered. „Als wij de Britten had
den verslagen", meende hij on-tegengespro-
ken, „was heel Afrika ontploft. Er zouden dui
zenden doden zijn gevallen. De Goede Vader
weet wat hij doet. Persoonlijk dank ik hem op
m'n blote knieën dat hij ons een halt heeft
toegeroepen."
Vreemde gedachtengang, maar daar had-ie
er wel meer van.
Relatiemanagement
Oorspronkelijk was het helemaal niet de be-
Roger Milla in 1994.
FOTO ARCHIEF» ANP
Hij moet goed kunnen voetballen,
liefst ook nog scoren en bovendien be-
schikken over het nodige charisma. Mijn held VÜI1 het WK-1998 is
Dat zijn zo ongeveer de criteria waar
een WK-held aan moet voldoen. Le
vert de huidige editie van de Wereld- j -
kampioenschappen zo'n held op? ja, Mijn reden om hem te kiezen is
natuurlijk, en de lezer bepaalt, wie dat
wordt. Met de held van 1998 wordt het
WK-elftal, zoals dat al enkele weken
op deze pagina figureert, gecomple
teerd.
Met onderstaande bon kunnen lezers
van deze krant aangeven - met korte
en bondige argumentatie - wie hun fa-
voriete voetballer van dit WK is. Vol
gens de beproefde methode van de
meeste stemmen gelden wordt vervol-
gens de 'Held' van 1998 aangewezen.
Een artikel over deze voetballer sluit
de serie op 18 juli af.
Voor de inzender met de meest origi
nele argumentatie is er een toepasse
lijke prijs, namelijk een jaar lang gra
tis lidmaatschap van de Supporters
club Oranje en twee toegangskaarten -
voor de eerstkomende thuis-interland IvHtUTH
van het Nederlands elftal na het We
reldkampioenschap. Adres*
De bon kan worden opgestuurd naar:
Redactie-secretariaat Leidsch Dag
blad, Postbus 54, 2300 AB Leiden, on- PlaatSJ
der vermelding van: WK-
Held/Bijvoegsel. De inzendingen moe- T f
ten uiterlijk dinsdag 14 juli om 9.00 1 eletOOnnummer:
uur op de redactie aanwezig zijn.
doeling hem, samen met de overige Ontem
bare Leeuwen, los te laten in Italië. Te oud.
Te zelfzuchtig. Te flamboyant. De voetballer
Milla had z'n beste tijd gehad en moest maar
blijven waar hij zat: op het eiland Réunion in
de Indische Oceaan. Daar zou hij in vergetel
heid zijn weggegleden, als hij de lobby niet
tot in z'n vingertoppen beheerste en over een
invloedrijke vriendenkring beschikte. Inclu
sief de invloedrijkste van allemaal, Paul Biya,
de president van Kameroen. Het resultaat
van dit staaltje relatiemanagement was, dat
Milla op bevel en voorspraak van het staats
hoofd alsnog aan de selectie werd toege
voegd. Een ingreep, waarvoor Biya achteraf
een standbeeld claimde. Aangezien de
hoofdstad Yaoundé daar al vol mee stond,
nam hij genoegen met een bescheidener eer
betoon: een vermelding in 's lands voetbal-
annalen. Roger Milla's herinnering is anders
gekleurd. Weliswaar bevestigt hij zijn intieme
relatie met de Kameroenese elite, maar wie
volhoudt dat hij daar zijn uitverkiezing aan te
danken had, heeft er niets van begrepen. Er
waren destijds hogere machten in het spel.
„Het enige wat de president deed, was de na
drukkelijke wil van het volk aan mij over
brengen. Als het volk je roept kan je niet wei
geren. Voor hen heb ik het gedaan. Niet voor
mezelf. Want was dat zo geweest, dan zou ik
in een open limousine de Champs Elysées
zijn opgereden en hebben geschreeuwd: 'Ik
ben de beste, ik ben de koning van de we
reld'."
Pocher
Niets werkt zo selectief als het menselijk ge
heugen, dat van Milla voorop. Want pochen
was juist precies wat hij deed. Met de grijp
graagheid van een kleptomaan trok hij alle
lof naar zichzelf toe. Duidelijker dan in die
ene zin van zijn toenmalige collega Oman-
Biyik kan dat niet worden weergegeven. „Wij
voetbalden en Roger won."
Ook na het WK ging Milla op die egocentri
sche voet verder. Soms dook hij ergens op
voor het spelen van demonstratiewedstrijden
('Roger, laat dat dansje nog eens zien'), maar
meestentijds hield hij zich op aan onderhan
delingstafels, trachtend klinkende munt te
slaan uit de verworven roem. Persbureaus
werden er gek van, want om de haverklap
werd het bericht gelanceerd dat Milla een
contract getekend had. Overal waar profes
sioneel tegen een bal werd getrapt leken ze
naar zijn gunsten te dingen - van Duitsland
tot Mexico, van Zuid-Afrika tot Italië - maar
er kwam nooit iets van terecht. Zijn persoon
lijke eisen waren zo buitensporig, dat de
clubs al bij voorbaat afhaakten. Bij Cape
Town Hellenic bijvoorbeeld, verlangde hij
naast tekengeld een salaris dat vijfenzestig
maal meer was dan het inkomen van alle
medespelers tezamen.
Om de kas toch te kunnen spekken, zette
Roger Milla de tweede fase van verrijking in
werking. Hij bood ieder zichzelf respecterend
voetbaltijdschrift interviews aan, om - als het
zover was - een honorarium te noemen waar
de uitgevers hun medewerkers minstens een
jaar van konden bekostigen. Of hij probeerde
wedstrijdmakelaars een poot uit te draaien.
Toen een Britse organisator hem uitnodigde
om op Wembley de WK '90 revanche tussen
Engeland en Kameroen luister bij te zetten,
wenste hij alleen af te reizen als vooraf een
bedrag van 100.000 gulden op zijn bankreke
ning zou worden gestort. Milla redeneerde
aldus: „Wembley, dat is zestigduizend toe
schouwers en die komen alleen voor mij.
Daar moet voor gedokt worden." Het vriend
schappelijke potje werd uiteraard zonder
hem afgewerkt.
Dictator
Diep in de jaren negentig teerde Roger Milla
nog steeds op de glorie die allang vervlogen
was. Niemand wilde hem nog hebben, laat
staan dat iemand hem nog wenste te betalen.
Duizend doelpunten zei hij te hebben ge
maakt, nog meer dan Pele. Maar dat was niet
de eerste controleerbare onwaarheid waar hij
op werd betrapt. (Als leugens bij de finale af
rekening bestraft worden heeft Roger Milla
nu al een plekje in, op z'n minst, het vage
vuur gereserveerd!) Tenslotte werd hij ten
tweede male gered door zijn politieke kame
raden. Uit sympathie, medelijden en dank
voor bewezen diensten, benoemde president
Biya hem tot algemeen directeur van het na
tionale team.
Op papier stelde die functie weinig voor,
maar Milla zou Milla niet zijn als hij er geen
geheel eigen invulling aan had gegeven. Hij
schoor zijn schedel kaal, liet een martiale
snor groeien (waardoor hij oogde als de eer
ste de beste Afrikaanse dictator) en gedroeg
zich ook als zodanig.
Een van zijn meest twijfelachtige daden,
was de opzet van een toernooi met 120 Pyg
meeën uit de regenwouden van Kameroen.
De officiële intentie was geld te vergaren,
waarmee de gezondheidszorg en scholing
van het dwergvolk gefinancierd kon worden.
In realiteit was hij op zoek naar onvermoede
talenten, die hij kon slijten op de markt. Ten
einde te voorkomen dat anderen er met de
buit vandoor gingen, sloot Milla de Pygmee-
en op in het nationale voetbalstadion, zette
potige bewakers voor de deur en hongerde
zijn gasten zo ongeveer uit. Want: „Als ze niet
te veel eten, voetballen ze beter."
Het toernooi draaide overigens uit op een
fiasco. De Pygmeeën, door Milla toepasselijk
gedoopt tot 'De Mieren van Salapoume',
raakten geen bal, er verschenen niet meer
dan vijftig toeschouwers die de tijd vulden
met racistische kretologie en op de slotavond
zochten zelfs die een goed heenkomen, toen
Roger Milla als zanger optrad.
Anno 1998 is Milla weer terug in de obscuri
teit. Kameroen heeft het niet meer zo op met
despoten en nieuwe bezems vegen schoon.
Hijzelf zoekt nu in Frankrijk tevergeefs naar
het grote geld. Laatstelijk als jeugdtrainer van
Montpellier. Af en toe wordt nog wat van
hem vernomen. Toen de Ontembare Leeu
wen zich voorbereiden op het lopende WK
zag hij zichzelf wel als bondscoach. In
Yauondé is, naar verluidt, jaren niet meer zo
gelachen. Roger Milla, leefde die dan nog!
ZATERDAG 4 JUL11998
Onze Taal
De dikke Van Dale is er pas laat toe
overgegaan om ook de klemtoon
van de woorden te vermelden. Dat
gebeurt pas vanaf de achtste editie,
van 1961. Honderd jaar lang heb
ben gebruikers van voorgaande edi
ties zelf moeten bedenken waar in
de woorden de klemtoon moest lig
gen. Geen probleem, zolang het om
bekende woorden gaat. Iedereen
weet hoe je 'appelmoes' moet uit
spreken, of 'pindakaas' of 'apo
theek'. Maar is het ook zo zeker bij
'vierkant'?
Van Dale bevond zich in goed gezelschap.
Ook het grote 'Woordenboek der Neder-
landsche Taal' geeft niet aan waar de klem
toon ligt. Van het WNT is dat begrijpelijker
dan van Van Dale. Het probleem is name
lijk dat klemtonen in de loop der eeuwen
wel eens wisselen. Wij weten hoe het nu is;
maar hoe het vroeger was, is onzeker. Bij de
meeste woorden waarschijnlijk net als nu,
maar soms is er iets veranderd. Bijvoor
beeld bij 'vierkant'. Daar kom je zelden ach
ter door boeken uit vroeger eeuwen te le
zen, want de klemtoon kun j? daar niet uit
opmaken. Omdat het WNT veel historisch
materiaal bevat, is het wijs om over de
klemtonen dan maar niets te zeggen. Dan
kun je ook geen fouten maken. Voor een
hedendaags woordenboek daarentegen
geldt dat probleem niet. Enfin, dat heeft
Van Dale vanaf 1961 dan ook ingezien.
Het woordenboek van Verschueren, be
gonnen in 1931, vermeldde aanvankelijk
evenmin de klemtoon maar is er nadien
toch ook toe overgegaan. Alleen Koenen
doet het al veel langer, want daar staat het
er al sedert het begin van deze eeuw overal
bij. Meteen even kijken hoe je volgens Koe
nen het woord 'vierkant' uitspreekt. Dat is
duidelijk: anno 1907 is het al 'VIERkant',
met klemtoon op de eerste lettergreep, zo
wel het zelfstandig naamwoord ('een vier
kant') als het bijvoeglijk naamwoord ('een
vierkante tafel').
Waarom zouden we niet gewoon aanne
men dat dat al sinds mensenheugenis zo
geweest is? Ik denk dat het vroeger anders
was vanwege een uitspraak van Jacob van
Lennep in zijn 'Vermakelijke spraakkunst',
een boekje uit 1865. Het boekje is destijds
anoniem verschenen ('door een lid van de
akademie'), waarschijnlijk omdat Van Len
nep zich een beetje schaamde dat hij het
idee, de opzet, de plaatjes, ja tot aan de ge
ringste details gegapt had van een Engels
voorbeeld. Alleen de Nederlandse voorbeel
den zijn van hem zelf. Maar 't is zeker dat
die van hem zijn. Hij vertelt daarin eigens
over woorden met een verschillende klem
toon: 'Zoo ook zegt men: 'Deze lijnen vor
men een volkomen VIERkant', maar: 'Die
tafel is vierKANT'.
Wel wel, wie zou dat gedacht hebben?
Bovendien: mogen we deze plagiaat
pleger vertrouwen? Wie in 't ene oneerlijk
is, verspeelt licht zijn vertrouwen in andere
zaken. We hebben eigenlijk een onafhanke
lijke getuige nodig. Waar zou die te vinden
zijn? Ik ken geen woordenboek uil die lijd
dat klemtonen vermeldt. Zo blijft de kwestie
onbeslist.
Totdat ik toevallig een boekje lees van C.
Vosmaer, 'Vogels van diverse pluimage'.
Dat is van 1872. Vosmaer vertelt over een
paar mensen die samen een vlieger oplaten.
Die vlieger was een vierkant, vertelt hij.
Nee, hij doet meer. Hij schrijft: „Het was
een vierkènt", hij zet een accentteken, en
voegt er nog expliciet aan toe: 'Klemtoon op
de laatste lettergreep'. Dat is een buiten
kans, dat een schrijver ons zo terwille is om
speciaal te vermelden waar de klemtoon
ligt.
Waarom doet Vosmaer dat?-Ik veronder
stel omdat het woord juist in zijn dagen on
gelijk werd uitgesproken. Vosmaer lijkt geïr
riteerd, over wat hij als een zotte nieuwlich
terij zag. En Van Lennep was voor deze keer
wellicht eerlijk.
Overigens zijn de beide heren het niet he
lemaal eens. Van Lennep zegt: het is 'een
VIERkant', tegenover: 'deze tafel is vier
KANT'. Vosmaer stelt: het is 'een vierKANT'.
Als ik beider getuigenis combineer, kom
ik tot de volgende veronderstelling: aan
vankelijk lag de klemtoon op de tweede let
tergreep (vierKANT), vervolgens kreeg eerst
het zelfstandige naamwoord de klemtoon
vooraan (zie Van Lennep), en uiteindelijk
ook het bijvoeglijke naamwoord (zie Koe
nen in 1907).
Waarom zou zo'n klemtoon verhuizen?
En waarom eerst bij het zelfstandige naam
woord? Ik weet het niet, maar ik vermoed
dat het gebeurde door woorden als 'drie
hoek'-, 'vijfhoek' en 'rechthoek', allemaal
met klemtoon vooraan. 'Driehoekig' i.s een
onduidelijk geval, maar 'driehoek' niet.
Daarom zal 'driehoek' wel het voorbeeld
geweest zijn.
En nu we het er toch over hebben, in de
zeshonderdste aflevering van deze rubriek:
waar ligt de klemtoon in 'zeshonderd'? Voor
zover ik kan zien biedt Van Dale geen uit
komst.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands