1 f-
Paolo Nazionale: Held zonder glorie
-PI
fAN HET WK
Kies uw eigen 'held' van WK '98
Gehalte
LFTAL
HELD
Paolo Rossi scoort voor de derde keer in de wedstrijd tegen Brazilië" en loodst Italië" daarmee naar de halve finale van de Wereldkampioenschappen in 1982.
foto archief dp a
)eel 7:1982
'aolo Rossi
Italië
'Ik WK heeft zijn eigen helden
wrtgebracht. Grote of
'agische voetballers die op één
if andere manier een stempel
Akten op dat
rereldkampioenschap. In een
trie van elf verhalen haalt
leze kran t herinneringen op
tan de meest spraakmakende
'Alen. In deze zevende
fevering; de WK-editie van
1982 en Paolo Rossi. Tussen
riomfen tragedie.
door JACQUES ROS
De historie heeft vele voorbeelden
opgeleverd van come-backs die
tegen iedere logica indruisten of
het bevattingsvermogen te boven gingen.
Ook in de sport. Wielrenner Lance Armstrong
moest de bezemwagen van het leven in, om
dat er een kwaadaardig kankergezwel was ge
constateerd. Nu sprint hij weer mee voor de
dagprijzen. Bokser George Foreman was al
meervoudig opa, toen de lokroep van de ring
luider bleek dan de stem van de rede. Het be
jaarde lijf bleef zowaar overeind. Basketballer
Magie Johnson bekocht een losbandig be
staan met de ontdekking van het HlV-virus
en beëindigde een roemrijke carrière op een
roemloze manier. Een- jaar later beklom hij
de Olympus en haalde goud met het Dream
Team. Autocoureur Stirling Moss stierf on
derweg vijf keer. Steeds verrees hij uit zijn as.
Tennisser Björn Borg en zwemmer Mark
Spitz onttrokken zich vrijwillig aan de schijn
werpers om op hun lauweren te rusten. Een
maal bijgekomen en minstens een generatie
verder, kwamen beide relikwieën terug van
weggeweest. Alleen hadden ze de eigen
houdbaarheidsfactor schromelijk overschat.
Er gaat dus wel eens een come-back de mist
in!
In de Top Tien van wederopstandingen
hoort ook Paolo Rossi thuis. Naar eigen en
andermans zeggen had-ie beginjaren tachtig
de krochten van de hel aan de binnenkant
gezien, was-ie door het slijk en de mangel ge
haald, werd-ie opgevreten, fijngekauwd, uit
gespuugd en afgeschreven. Genoeg redenen
derhalve voor een langdurige psychiatrische
revisie. Van de persoon Rossi was destijds in
elk geval weinig over. Laat staan van de voet
baller. Want een voetballer zonder ziel
(gestolen) en hart (vertrapt) is als het lichtnet
zonder stroom. Er gebeurt niks. Die Paolo
Rossi kerfde tijdens het WK van Spanje zijn
signatuur in het goud van de wereldcup,
kreeg de kroon van toemooitopscorer en
werd door de Italianen die hem eerst tot op
het bot hadden vernederd, liefdevol omarmd
als Paolo Nazionale. Het kan verkeren, zei
Bredero.
Verdi
Voetbal in de laars van Europa, schreef de
Britse sportjournalist Stan Hey, kan worden
vergeleken met de plot uit een opera van Ver
di. Voor die stelling droeg hij vijf overeen-
Lezersactie rond elftal WK-helden
'n het Zaterdags Bijvoegsel figureren de
laatste weken de helden van het WK. Pagi
nagrote verhalen over Puskas, Garrincha,
Eusebio, Bobby Moore, Gerd Mu"ller. Ma
rio Kempes en vandaag Paolo Rossi. De se
rie loopt tot 18 juli. Het elftal WK-helden
^ordt dan volgemaakt met de held van het
huidige WK. Wie dat wordt bepaalt de lezer.
In de krant van 4 juli verschijnt op deze
Pagina een bon waarop lezers van deze
tant hun favoriete voetballer van dit WK
tonnen invullen, met een korte en bondige
argumentatie. Volgens de beproefde me
thode van de meeste stemmen gelden
wordt vervolgens de 'Held' van 1998 aange
wezen, die de serie gaat volmaken. De in
zender met de meest originele argumenta
tie, maakt kans op een toepasselijke prijs,
namelijk een jaar lang gratis lidmaatschap
van de Supportersclub Oranje en twee toe
gangskaarten voor de eerstkomende thuis-
interland van Oranje na het Wereldkam
pioenschap.
De littekens van het verleden zijn weggetrok
ken. Paolo Rossi in 1995. foto archief upi
komsten aan: triomf, kleingeestigheid, trage
die, klucht en schande. In een mix daarvan
raakte Paolo Rossi verstrikt. Dat schreeuwt
natuurlijk om een toelichting.
Rossi's gave om, schijnbaar met z'n ogen
dicht en vlug als de bliksem, openingen te
vinden of te maken in de Berlijnse Muur die
Italiaanse defensiespecialisten plachten op te
trekken, werd aanvankelijk niet door ieder
één op waarde geschat. Bijgevolg schoven
blinde, egocentrische bobo's hem heen en
weer over hun financiële schaakbord en ver
toonde hij die kunstjes eerst op een niveau
dat hem feitelijk onwaardig was. Tussen de
reserves van Juventus, Como, Lanerossi Vice-
nza bijvoorbeeld. Daar kwam verandering in
toen bondscoach Enzo Bearzot - zowel qua
uiterlijk als instelling (aanvallen is de beste
verdediging) een soort Apache-opperhoofd -
hem meenam naar de WK van '78 in Argenti
nië. Ook daar deed Rossi wat intussen macht
der gewoonte was: scoren, met een duize
lingwekkend gemiddelde. Zijn kostje leek ge
kocht, een gulden toekomst en een dolce vita
waren ogenschijnlijk verzekerd. Firma's ver
drongen zich als loopse honden op z'n stoep,
teneinde zijn naam en beeltenis te mogen
koppelen aan hun producten; en clubs uit al
le windstreken boden tig lires voor zijn doel
treffendheid.
Omkoping
Paolo Rossi had evenwel zijn woord al gege
ven aan Perugia. Een beslissing die hem duur
kwam te staan en zuur opbrak. Maar als een
mens alles van te voren weet, leert hij nóóit
wat bij. Wat er gebeurde was dit: de maffia,
altijd happig op een paar miljoentjes extra,
had zijn invloedssferen uitgebreid tot in de
voetbalwereld. Daarvoor werd gebruik ge
maakt van het zwarte totosysteem. Dit werk
te ongeveer volgens hetzelfde principe als
fruitmachines: deelnemers verliezen meer
dan ze winnen. Bij gokken alleen bleef het
niet. Om er namelijk voor te zorgen dat er zo
veel mogelijk inleggelden aan de juiste
strijkstokken bleef hangen, werden links en
rechts steekpenningen uitgedeeld. Wedstrij
den, kortom, werden door omkoping gema
nipuleerd. Zo ook het duel tussen Avellino en
Perugia, tegen het eind van Rossi's eerste sei
zoen bij zijn nieuwe werkgever. Althans, dat
wilden naamloze informanten de Italiaanse
voetbalbond en de samenleving doen gelo
ven. Waar het de bemoeienissen van de geor
ganiseerde misdaad betrof, twijfelde geen
sterveling aan het betrouwbaarheidsgehalte
van de aantijging. Want als de Italiaanse Ha-
des politici door brandende hoepels kon la
ten springen, moest het een koud kunstje
voor ze zijn ook de voetballerij te dresseren.
Maar dat uitgerekend Paolo Rossi, zoals
het verhaal luidde, zijn handen had vuilge
maakt aan smeergeld, diende te worden af
gedaan als vuige achterklap.
Banvloek
In de optiek van Rossi's getuigen a decharge
pleitten twee argumenten hem bij voorbaat
vrij van een dergelijk gedrag. Een: zijn karak
ter liet geen ruimte voor ondeugdelijkheid.
Twee: tijdens het bewuste potje (uitslag 2 - 2)
had hij Avellino vanuit alle standen bestookt
en nota bene voor beide treffers getekend.
Het mocht niet baten. Een tribunaal van wij
ze mannen hechtte uiteindelijk meer geloof
aan de verspreiders van het gerucht dan aan
het verweer van Paolo Rossi. Voor een perio
de van drie jaar werd hem het recht ontzegd
in competitieverband, nationaal en interna
tionaal, tegen een bal te trappen. Dat die
banvloek over hem werd uitgesproken, had
hij grotendeels aan zichzelf te danken. Niet
vanwege bewezen betrokkenheid bij het
schandaal, maar op grond van een ambiva
lente houding ten overstaan van de krijgs
raad. In plaats van zijn onschuld met verve te
verwoorden, stond hij bijna schuldbewust
voor de rechters. Iets té snel gekleed, stame
lend, rood aanlopend, radeloos zoekend naar
opkomende verdedigers. Op z'n zachtst ge
zegd een beroerde performance voor iemand
die na zijn carrière de kost wilde verdienen in
de PR-branche! Nu heeft hij een sluitende
verklaring: onthutsing. Juist omdat zijn gewe
ten zo rein was als babybilletjes, weigerde hij
te accepteren dat wat hem overkwam ook in
het echt gebeurde.
Met dat vonnis had Rossi de galbeker nog
niet leeggedronken. Gedachtig aan het rook
vuur beginsel, keerde de rest van de natie
zich nu eveneens tegen hem. 'Een dubbele
behandeling met pek en veren' noemde hij
dat.
Vesuvius
Toen de nood het hoogst was, bleek de red
ding echter nabij. Van Juventus kreeg-ie al
vast een contract voor na de boycot, de bond
reduceerde zijn straf van drie naar twee jaar
en de oude hoofdman Bearzot raadpleegde
de kalender en lurkte content aan zijn vre
despijp: in april 1982 zou Paolo Rossi boete
hebben gedaan. Mits klaargestoomd, net op
tijd om de squadra azzuri te leiden naar een
nieuw hoogtepunt in de Italiaanse voetbalge
schiedenis, de derde wereldbeker sinds de in
voering. Het vertrouwen van de trainer in de
scherpschutter moet grenzeloos zijn geweest.
Zo oneindig, dat hij pers én publieke opinie -
die het een gedrochtelijk plan vonden - dorst
te trotseren. Voor deze euvele moed kregen
hij en zijn beschermeling in Spanje de reke
ning gepresenteerd. Nadat Italië de voorron
de was doorgezwijnd (drie gelijke spelen,
twee goals voor en twee tegen) en Rossi nog
geen deuk in een pakje boter had kunnen
schieten, haalde de gezaghebbende Gazette
dello Sport uit voor een ram onder de gordel
waar zelfs Lorenzo Staelens zich voor zou ge
neren. Het opzichtige falen van Paolo Rossi
werd vanuit een roddelbladenperspectief ver
duidelijkt. Niet de naweeën van zijn schor
sing waren de oorzaak, maar... zijn amoureu
ze gevoelens voor medespeler Antiono Cabri-
ni. In het trainingskamp werd de herenliefde
bedreven - met stilzwijgend goedvinden van
Enzo Bearzot. Hoe diep kan een scribent zin
ken? En hoeveel ellende kan een jongmens
verdragen tot het punt van knappen is be
reikt? Veel dus. Ofschoon de Vesuvius in hem
wel tot uitbarsting kwam. Niet in woorden,
maar in daden. En tussen de krijtlijnen. Plot
seling vielen de goals gelijk bladeren op een
stormachtige herfstavond. Tien in totaal. Zes
van Rossi. Als Italië de titel aan iemand te
danken had, dan was het wel aan Pablito. (En
een heel klein beetje wellicht aan het scheer
mes Claudio Gentile, over wie Rossi zei: 'Als
hij Maradona niet over het hele veld had ge
schopt, waren we nooit kampioen gewor
den.')
Verdwijntruc
Het tweede voetballeven van Paolo Rossi
duurde vijf jaar. Die smeerde hij uit over drie
clubs: Juventus, AC Milan en Hellas Verona.
Alhoewel hij met de grootste vanzelfspre
kendheid de ruimte tussen palen en lat bleef
vinden en nog een serie prijzen aan zijn ver
zameling toevoegde, was hij toch niet meer
dezelfde als voorheen. Daar bestond een li
chamelijke en geestelijke verklaring voor. De
knieën waren aan slijtage onderhevig en de
hersenen begonnen het spelletje, inclusief
randgebeuren, steeds minder leuk te vinden.
Pas dertig was-ie, toen het laatste draadje dat
hem verbond met de sport die hem groot én
nietig had gemaakt brak. Paolo Rossi verkoos
een beschut bestaan in de anonimiteit boven
een verblijfsverlenging in de krankzinnigheid
van de Serie A. De Grote Verdwijntruc werkte
zo perfect, dat op Internet nu nóg de vraag
wordt gesteld, waar 'Paolo Nazionale in gods
naam gebleven is'.
Daar kan antwoord op worden gegeven.
De romanticus Rossi woont, met vrouw Si-
monetta en zoon Alessandro, op een plek
waar romantici behoren te wonen: Vicenza,
de stad van Romeo Julia. Vlak bij Ristoran-
te d'Amore (het eethuis van de liefde, zeg
maar).
Tegenwoordig zit hij in de onroerend
goed-business en is hij 'duizend procent ge
lukkiger dan hij ooit was'. Het straalt van
hem af. Vroeger keek hij de wereld in met
een blik die het vermoeden deed rijzen, dat-
ie ieder ogenblik in janken uit kon barsten.
Wat misschien ook wel zo was. Nu behoort
de lach tot zijn standaarduitrusting. De litte
kens van het verleden zijn weggetrokken, hij
kan er zelfs grappen over maken. Laatst de
poneerde een klant het standpunt in zijn
schoot, dat het dit WK niets zou worden met
de squadra. Waarop Paolo Rossi antwoordde:
'Wedden van wel.'
ZATERDAG 20 JUNI 1998
Onze TAAL
Af en toe schrijft iemand mij een
brief, en hoewel ik helemaal niet
eenzaam ben, vind ik dat zo vrien
delijk dat ik dan meteen een dank
baar en persoonlijk antwoord terug
schrijf. Altijd met de hand geschre
ven want ik ben behoorlijk ouder
wets en daardoor komt het waar
schijnlijk dat ik een getypte brief
maar niks vind. Dat doe je niet, als
je een dankbaar en persoonlijk
antwoord schrijft.
Vorige week was er weer een brief, erg
vriendelijk, van iemand die mij niet be
grijpt, want het ging erom dat er weer eens
iets grondig mis was in onze taal, en of ik
daar een stukje over schrijven wilde, en te
gen de mensen zeggen dat ze zoiets nooit
meer moesten doen, en dan zou het wel in
orde komen.
Ik ga daar meestal niet op in. Ik bedoel: ik
antwoord wel, ik prijs de briefschrijver om
zijn kritische geest en zuiver taalgevoel, ik
loof ook de nobele gedachte om onze taal
van de ondergang te willen redden, maar
daar blijft het bij. Het stukje schrijf ik niet.
Nee, daar begin ik niet aan.
De invloed van de schrijvende pers is
enorm. Dat is algemeen bekend. Maar
het geldt niet voor alles wat geschreven
wordt in gelijke mate. Het geldt bijvoor
beeld niet of nauwelijks voor stukjes over
taal op pagina 39 of 46. Een belangrijker re
den om niet in Charivarius' voetsporen te
treden is echter, dat ik een minder sombere
kijk heb op onze taal en de diverse gebrui
kers ervan. Er wordt al genoeg gemopperd.
En waar ging het helemaal om? Het ging
om modieuze uitdrukkingen met 'gehalte'.
Die zijn inderdaad vreselijk in de mode, in
heel Nederland en Vlaanderen. Al een paar
jaar. Je kunt geen krant opslaan of televisie
aanzetten, of je komt er weer een tegen. Al
tijd van hetzelfde stramien: 'van een hoog
x-gehalte'. Op de plaats van -x- kunt u dan
van alles invullen. In een paar weken tijd
noteerde ik al de volgende gevallen: --
'...heeft een hoog dj-vu gehalte'; --'Een rede
met een hoog domineesgehalte'; --'Mis
schien komt er een Paars-2 met een hoog
purpergehalte'; --Het geheel heeft echter
wel een groot Privé- en Oprah Winfreyge-
halte'; --'Een wisselvallig concert met een
hoog Pink Floyd-gehalte'; - 'Waarvan hij
zegt dat het een hoog onder-ons-gehalte
heeft'; -'Xavier Van den Arend, de indiaan
van Studio Brussel die een hoog Otorongo-
gehalte heeft, is een prima medium om zo
wat iedereen af te zeiken'.
Een enkele keer heeft iemand niet goed
opgelet bij de les, en schrijft dan: - -'Het
studieprogramma kenmerkt zich, zo schreef
de inspectie, door een te hoog Libelle-ni-
veau'. Dat was niet handig, want er werd
bedoeld dat het niveau juist te laag was.
Met elk van deze 'gehalte'-zinnen is niets
mis. De schrijver drukt zich kernachtig uit
en lijkt heel tevreden dat hij het zo fraai ver
woord heeft. Creatief, oorspronkelijk, tref
fend. Het wordt alleen een beetje potsier
lijk, zodra blijkt dat iedereen met hetzelfde
voor de dag komt. Wie dat nog steeds niet
door heeft, kan overigens nog best een
braaf mens zijn.
Toevallig las ik deze week in Huizinga's
'Herfsttij der Middeleeuwen', uit 1919,
wat stilistisch ook geen hoogvlieger is maar
daar gaat het nu niet om. Het viel me op dat
bij hem het woord 'gehalte' ook veel voor
komt. Maar niet op de hedendaagse ma
nier. Bij Huizinga gaat het geregeld over
'dat hoge genotsgehaltc', of: 'nauwelijks van
godsdienstig gehalte'. Dan pas dringt het
tot je door dal al die moderne gehaltes een
negatieve waarde hebben, iets"wat bij Hui
zinga niet zo is. Maar 'een hoog onder-ons
gehalte' is niet positief bedoeld, en evenmin
'een hoog domineesgehalte' of'een hoog
dj--vu gehalte'. Over het 'Otorongo-gehalte'
van Xavier Van den Arend durf ik niet oor
delen, omdat ik niet weet wat Otorongo is,
noch ook wie de heer Van den Arend is. Dat
stond er namelijk niet bij. Maar het klonk
toch alsof het beter was geweest als zijn
Otorongo-gehalte lager was.
Als ik mijn briefschrijver goed begrepen
heb, dan zou hij graag zien dat ik u allen
van deze plaats af oproep om nooit meer
zulke gehalte-zinnen te schrijven. Nu denk
ik niet dat onze taal er veel bij zou verliezen
als voortaan niemand meer zoiets zou zeg
gen of schrijven, maar als iemand zich des
ondanks volgende week graag eens origi
neel en creatief wil uitdrukken, en zo'n taal
liefhebber komt tot de fantastische vondst
'van een hoog Charivarius-gehalte', dan
vind'ik dat niet erg. Meer nog: ik verwacht
niet anders, want de invloed van de schrij
vende pers valt dikwijls tegen.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
L.