Welk een
mijne heren'
7
132
ZATERDAG 14 FEBRUAR11998
campioen
M
Roger De Vlaeminck: een maniak op de fiets
wordt eind deze maand de
tloop Het Volk gereden. Sinds jaar
dag de wedstrijd die de opening
het West-Europese wielerseizoen
iiidt. Niet zelden kondigen zich in
koers nieuwe talenten aan. Zoals
in 1969 toen een bij de profs
interende, pas 21-jarige Roger De
vtminck de hele Belgische elite een
{zette door in de straten van Gent
thend naar de zege te spurten. Een
ieuwe vedette was geboren. Maar
omstreden vedette. Zoals blijkt uit
i tboek dat onlangs verscheen naar
inleiding van z'n 50ste verjaardag.
door ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
J ijn eerste foto als wielerprof. Het is
i meteen de mooiste. Gent, 1 maart
1969, eindsprint Omloop Het Volk.
Het achterwiel van een uitbundig juichende
Roger De Vlaeminck is de eindstreep al lang
en breed gepasseerd als het voorwiel van de
als tweede eindigende Daniël van Rijckeg-
hem daar nog moet arriveren. Op de achter
grond vallen de monden van fameuze sprin
ters als Valère van Sweevelt, Patrick Sercu,
Frans Verbeeck en Eric Leman open van ver
bazing. Nondeju. Een week daarvoor reed dat
ventje nog rond bij de amateurs; nu legde hij
alle grote Belgische professionals over de
knie. Inclusief Merckx. Droomdebuut van een
godenkind kopten de Belgische kranten de
volgende dag.
Over dat godenkind verscheen onlangs een
boek. Het werd geschreven omdat hij vijftig
werd, maar daarom niet alleen. De Vlae-
mfnck immers is in België nog steeds 'een
meneer'. Misschien nog wel meer dan vroe
ger toen hem - omdat men niet beter wist -
dikwijls gemakzucht werd verweten. Toen hij
werd uitgefloten omdat hij niet serieus ge
noeg voor zijn vak zou leven. Toen hij werd
nagewezen als 'die luie taartjesvreter'. Zijn
bijnaam was Le Gitan, de zigeuner. Auteur
Dries Vanysacker ter verklaring: ,,Zo dachten
de mensen over hem. Een zwartharige duivel
die fierefluitend door Europa trok en die dan
bij tijd en wijle wel in staat bleek zelfs Eddy
Merckx naar adem te doen happen. Maar
dan alleen - en dat nam men hem dus ten
zeerste kwalijk - als hij daar zin in had."
Een verkeerd beeld. Waaraan door De Vlae
minck zelf van harte werd meegewerkt.
'Vanijsacker begint er in z'n voorwoord al
over en grijpt daar in de overige, overvloedig
geïllustreerde 250 pagina's voortdurend op
terug. Want kom: „Roger was een trainings
beest. Hij was altijd tot op het maniakale be
zig met zijn beroep. Maar dat hield hij zorg
vuldig verborgen door geintjes te maken of
desinteresse voor te wenden. Misschien was
het zijn aangeboren minderwaardigheids
complex. De ware Roger probeerde zich altijd'
te verbergen."
Geslepen linkervoet
Het jochie zou voetballer worden. Ai, hij had
zoveel talent. Technisch begaafd en een ge
slepen linkervoet. In de winter van 1963/1964
reeds speelde Roger De Vlaeminck als 16-ja-
rige twee keer mee in het eerste elftal van de
derde klasser FC Eeklo. Aan fietsen dacht hij
nauwelijks. Totdat z'n eveneens getalenteer
de, oudere broer Erik (meervoudig wereld
kampioen veldrijden) koersen begon te win
nen. 'Lijkt mij ook leuk' bedacht Roger.
Een vriend, zoon van de plaatselijke rijwiel
hersteller, gaf het laatste zetje. In juni 1964
deed De Vlaeminck mee aan een race voor
onderbeginnelingen. Hij werd vierde en dat
was niet helemaal de bedoeling. Van de vol
gende 22 wedstrijden won hij er 17 en eindig
de hij 5 keer als tweede. Nauwelijks vijf jaar
later greep hij de nationale titel bij de profs.
De Belgische journalist Willem Van Wijnen-
daele bijkans ontploffend van bewondering
('Het Laatste Nieuws', 23/06/69): 'Wélk een
kampioen, mijne heren, welk een buitenge
woon kampioen'.
Bewierookt en verguisd; bewonderd maar
ook gehaat. Kwam door zijn Uylenspiegel-
streken. Eddy Merckx kan er nu om glimla
chen, toen geenszins. Zoiets flikt een coureur
zijn collega's niet. En al helemaal niet als hij
net komt kijken. Het gebeurde in de Ronde
van Lombardije van 1969. Roger De Vlae
minck ten voeten uit. Juist toen Merckx langs
de kant van de weg een plasje stond te ma
ken, sprong Roger weg uit het peloton. Dat
precies Jempi Monseré, toch De Vlaemincks
trouwste compaan in het kattekwaad, hem
deze achterbakse verradersstreek kwam ver
tellen, had Eddy's achterdocht moeten wek
ken. Nee dus.
Vanysacker in zijn boek: „Merckx zette on
middellijk woest een achtervolging in, aan
zeer hoge snelheid en dit gedurende een kilo
meter of vijftien. Roger had zich echter al vrij
vroeg op een berm verstopt, achter één van
de vele tunnels op het parkoers. Vanuit het
hoge gras had hij het jachtmakende peloton
voorbij zien flitsen en hij had alle moeite van
de wereld gehad om bij de achterste gelede
ren weer aan te sluiten. Toen de vermoeide
renners beseften dat Roger hen in het ootje
had genomen, konden weinigen van hen - en
zeker Merckx niet - er om lachen. Roger en
Jempi des te meer. Zo goed zelfs dat ze zo'n
70 kilometer voor de streep afstapten. Hun
dag was goed geweest."
Deugniet
Een deugniet. Of, zoals televisie-journalist
Mark Uytterhoeven hem noemt 'een groot
kind'. Altijd uit op snakerijen. Behalve als hij
per se wilde winnen. De Vlaemincks erelijst
liegt er niet om. „Een groot kampioen, één
van de grootste die de wielrennerij ooit heeft
gehad" (Raymond Poulidor, l'Express,
10/04/78). Vier keer won hij Parijs-Roubaix;
drie keer Milaan-San Remo en daar tussen
door zegevierde hij nog in klassiekers als
Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse Pijl, de
Ronde van Lombardije, de Ronde van Vlaan
deren en Parijs-Brussel. Maar zijn wereldtitel
als veldrijder (1975) zou hij - als hij daar de
kans voor had gehad - zó hebben willen in
ruilen voor die op de weg. Dat dus wel.
Nooit zat hij er zo dichtbij als in Yvoir, 31 au
gustus 1975. Een na de race om de mondiale
titel genomen foto spreekt boekdelen. We
reldkampioen Hennie Kuiper op het hoogste
treetje van het ereplatform beheerst zwaai
end met de bloemen met links een bijna in
snikken uitbarstende De Vlaeminck (2e) en
rechts - waarschijnlijk omdat hij precies wist
hoe het spel in elkaar stak - een besmuikt la
chende Fransman Jean-Pierre Danguilaume
(3e). „De grootste ontgoocheling uit mijn
loopbaan", onthult De Vlaeminck in het boek
van Vanysacker tot drie, vier keer toe. „Als
Merckx en Van Impe zich volledig voor mij
hadden ingezet, dan zou Kuiper nooit van
ons zijn weggereden.
En de Fransen dan? Dries Vanysacker schrijft
De huldiging na de strijd om het wereldkam
pioenschap op de weg in Yvoir (31 augustus
1975). Winnaar Henny Kuiper zwaait enthou
siast met de bloemen; De Vlaeminck (tweede)
is aanmerkelijk minder vrolijk. Rechts stapt -
waarschijnlijk omdat hij precies wist hoe het
spel in elkaar stak - een besmuikt lachende
Jean-Pierre Danguillaume op het podium.
Debuut van een godenkind. De pas 21-jarige Roger De Vlaeminck wint op 1 maart 1969 de Omloop Het Volk, de eerste profwielerwedstrijd waar
aan hij deelneemt. Daniël van Rijckeghem (links) wordt op meer dan een lengte tweede. Op de achtergrond vallen de monden van fameuze sprin
ters als Valère van Sweevelt, Partick Sercu, Frans Verbeeck en Eric Leman open van verbazing.
er geen komma over. Maar in een interview
met Frits Barend en Henk van Dorp ('Vrij Ne
derland', 25 september 1982) vertelt De Vlae
minck: „In 1975 werd ik op 17 seconden
tweede achter Kuiper, toen had ik wereld
kampioen moeten worden. Ik had er ook al
les voor gedaan. Ik had er heel veel geld voor
over gehad Aan de Franse ploeg zou ik
één miljoen Belgische franks betalen, dat was
toen ongeveer 70.000 gulden. Het ging om
Ovion, Danquillaume en als ik het me nog
goed herinner Thévenet. Ze zouden voor mij
rijden. Merckx had ik een half miljoen franks
beloofd, Van Impe 250.000 en de overige Bel
gen 50.000. Als ik kampioen was geworden,
had het me dus sowieso al 150.000 gulden
gekost."
„Ik heb één fout begaan, ik heb de Nederlan
ders niet benaderd. Ik heb nog even gedacht
aan Zoetemelk, maar dat durfde ik uiteinde
lijk toch niet. Ik dacht: Nee Roger, dat wordt
te gek. Als Merckx echt voor mij had gere
den, dan had hij Kuiper teruggehaald. Dat
had hij makkelijk gekund. Maar Merckx bleef
zitten. Had ik Kuiper zelf teruggehaald, dan
was Merckx meegesprongen en was hij we
reldkampioen geworden. Ik was hevig teleur
gesteld na de koers. Maar later heb ik wel
eens gedacht: wat kon Merckx op dat mo
ment die 500.000 franks schelen."
Hollanders
Een onthullend gesprek. Voor De Vlaeminck
wellicht aanleiding het Nederlandse journail
le in zijn boek aan het kruis te nagelen. „De
Hollanders, daar zeg ik niets meer tegen. Die
hebben alleen maar belangstelling voor sen
sationele onderwerpen als sex, doping en het
kopen van koersen." „En voor mijn taartjes
manie", had hij daaraan voor de volledigheid
moeten vastknopen. Geen interview of er
staat wel iets over in. Bepaald beroemd wer
den de 'veertien fruittaartjes met slagroom'
waarop hij zijn eerste Parijs-Roubaix (1972)
zou hebben gewonnen.
De Vlaeminck in het pas verschenen boek:
„Ik heb altijd gegeten wat me werd voorge
schoteld. Speciale diëten heb ik nooit ge
volgd. De rol van mijn taartjes eten voor een
klassieker had te maken met het opslaan van
suikers. Ik trainde veel, ik stond steeds op
scherp. Dat wil zeggen dat ik vaak onder mijn
wedstrijdgewicht zat. Ik moest dus suikers in
nemen om kracht te winnen."
Ik trainde veel. Vroeger zou het niet over z'n
lippen zijn gekomen. Toen hij als jongeling
de Omloop Het Volk won, had hij - beweerde
hij - slechts 400 kilometer op de weg ge
traind. En toen hij al hoog en breed als vedet
te in de voorste waaier van het wielerpeloton
meereed, sprak hij het gerucht dat hij 'hoog
stens vier keer per week trainde' nooit tegen.
De waarheid kwam pas later aan het licht, 's
Ochtends om 05.00 uur opstaan, 100 kilome
ter fietsen, douchen, eten, schoon tenue aan
en pas dan naar de trainingsmaten met wie
hij - klagend over het vroege uur - een rondje
van 150 kilometer aflegde.
Ronald de Witte: „Roger zei altijd dat hij
nooit iets speciaals deed. Maar nu weten we
wel beter. Hij was een maniak. Trainde voor
Parijs-Roubaix, zonder dat iemand het merk
te in vier dagen duizend kilometer. En wat
die taartjes betreft: voor een topwedstrijd
nam Roger dagenlang niets, maar dan ook
werkelijk niets van zoetigheid. Om dan twee
dagen voor de koers gemakkelijk vijftien
taartjes tot zich te nemen. Dat was voor het
opladen van zijn lichaam. Koolhydraten. Nu
heel gewoon, toen een ritueel waartegen ie
dereen vreemd zat aan te kijken. Ik bedoel,
het was heel doelgericht terwijl wij vanachter
onze biefstuk met rijst dachten dat het weer
een van zijn merkwaardige spelletjes was."
De Vlaeminck speelde graag met anderen.
Vooral Johan de Muynck schijnt een gewild
slachtoffer te zijn geweest. En Herman van
der Slagmolen natuurlijk. Bizarre wedden
schappen. „Als je die hele taart opeet, krijg je
50.000 francs". En dan met voldoening vast
stellen dat de arme Herman kotsstraalmisse-
lijk werd. Of (tegen De Muynck): „Je krijgt
100.000 lire als je met een groot verzet die
berg oprijdt." En dan vlug het zadel van Jo-
hans fiets 2 centimeter lager zetten, zodat-ie
halverwege de helling gefolterd door been
krampen bijna van zijn machine stortte. Ro
nald de Witte: „Roger en ik volgden met de
wagen en hadden de grootste lol."
Een feestbeest. Maar ook een 'onwaarschijn
lijk grote klasbak'. Tweevoudig wereldkam
pioen Freddy Maertens, die in het boek op
een hele, dichtbeschreven pagina over Roger
mag praten: „In de winter van 1978 kruisten
onze trainingswegen elkaar in Diksmuide. Ik
was op oefentocht met Alain De Roo en Ro
ger met Ronan de Meyer. 'Waarom trainen
we niet met z'n vieren?' vroeg Roger. 'Okay'
antwoordde ik, 'maar ik wil eerst je vrouwtje
en jullie kindje begroeten'. Van het één
kwam het ander en voordat we het wisten
hadden we twee flessen champagne soldaat
gemaakt. Roger smulde daar nog eens een
tiental taartjes bovenop. En dan de fiets op.
Eerst richting Brugge en toen naar Bredene,
Knokke, Maldegem... Roger zette zich al in
Diksmuide op kop tot in Knokke. Hoe snel
dat hij toen reed, maar jong toch... formida
bel."
'Omdat ic Vlaeminck ben' door Dries Va
nysacker. Uitgeverij 'De Eecloonaar', Eekloo
(België). ISBN 90-74128-14-9. Prijs: fl. 81,00
Roger de Vlaeminck aan de taartjes. Le Gitan
at er voor een belangrijke wedstrijd zonder
problemen meer dan 15 op.
FOTO'S UIT HET BOEK 'OMDAT IC VLAEMINCK BEN'