ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Bedenkingen tegen
'zero tolerance'
r»
dsch Dagblad
ZATERDAG 14 FEBRUAR11998
oewel binnen het politiekorps Hollands
lidden bekende gezichten, gaan voor de
buitenwacht binnenkort drie nieuwe
iolitiebazen aan de slag. Bert Wijbenga
(34) wordt de nieuwe districtschef
idenIVoorschoten. Peter Heskes (42)
Igt Wijbenga op als baas in het district
uin- en Bollendstreek-Noord. En Nico
Ooik (44) geeft vanaf 1 maart vanuit
twijk leiding aan het district Duin- en
dienstreek-Zuid. Het Leidsch Dagblad
acht de drie politiefunctionarissen aan
één tafel. Een gedachtewisseling over
heikele onderwerpen: koffieshops,
ngerencrimiiialiteit en de Amerikaanse
toverwoorden 'zero tolerance'.
Bert Wijbenga (34), de aanstaande districtschef van de politie Lei
den/Voorschoten, volgde in 1995 als 31-jarige Ed Wegman op als
baas van het district Duin- en Bollenstreek Noord. Hij was zodoen
de de jongste districtschef van het korps Hollands Midden. Daar
voor was hij achtereenvolgens inspecteur bij de Leidse politie,
werkte hij mee aan de reorganisatie van de politie, die leidde tot het
ontstaan van het Korps Hollands Midden en was hij hoofd van de
stafafdeling organisatie en bedrijfsvoering op het hoofdbnureau in
Leiderdorp.
Peter Heskes (42) kwam halverwege vorig jaar in opspraak toen
hij als hoofd van de afdeling korpsrecherche opdracht gaf om een
paar dossiers in de roemruchte balpenzaak te vernietigen. Hij zette
doelbewust zijn carrière op het spel om zodoende een anonieme
tipgever te beschermen. De vernietiging gebeurde kort nadat het
gerechtshof de politie de opdracht had gegeven om de bewuste
dossiers ter inzage te geven aan de rechtbank. De korpsbeheerder,
burgemeester Goekoop, besloot naar aanleiding van het incident
Heskes uit zijn functie te zetten. Sindsdien werkte hij bij het project
in- en externe veiligheid. In die functie hield hij zich bezig met za
ken als toegangsbeveiliging, databeveiling en integriteit. Binnenkort
volgt hij Wijbenga op als districtschef in de Duin- en Bollenstreek-
Noord. Daar was hij ooit al drie maanden interim, in de periode
tussen het vertrek van Wegman en de komst van Wijbenga.
Nico van Ooik (44) zat de afgelopen jaren vast in het zadel als
baas van het district IJssel en Gouwe, met gemeenten als Nieuwer-
kerk aan de IJssel en Waddinxveen. Hij wordt per 1 maart de nieu
we districtschef in de Duin- en Bollenstreek-Zuid.
Nieuwepolitiebazen eensgezind
eneden aan de balie van het Noordwijkse
politiebureau meldt zich deze dag de ene
na de andere gabber. Het is bonje geweest
in de kustplaats. Op dezelfde dag dat de 'stoelendans
der hoge heren' bekend werd gemaakt, trok een groep
jeugdige 'kaalkoppen' een spoor van vernielingen
door Noordwijk-Binnen. De politie greep hard en ade
quaat in: 24 jongeren werden in de boeien geslagen.
Zelfs de bereden politie, die in het uitgaansgebied in
Noordwijk aan Zee patrouilleerde, verplaatste zich in
vliegende galop naar het Rederijkersplein. De actie
oogstte veel bewondering bij de door overlast getergde
omwonenden.
Hard ingrijpen in een dergelijke situatie is gerecht
vaardigd, vindt Bert Wijbenga. Maar toch is hij huive
rig voor de effecten die ene kreet, die sinds een aantal
parlementariërs op werkbezoek is geweest in New
York, in Nederland op
gang doet. Zero toleran
ce: een enorme poli
tiemacht op straat
en elk vergrijp -
hoe klein ook -
hard bestraffen.
Het fenomeen
doet onder de
noemer 'nul
lijn handha
ven' ook op
gang in de
Duin- en Bollenstreek-Noord maar Wijbenga vindt dat
je er met een harde aanpak alleen, niet komt. „Ik ben
er laatst ook geweest, in New York. Je voelt je er echt
niet veiliger door. Op elke straathoek een diender,
geen winkel zonder beveiligingsmensen... Zoveel toe
zicht, daar ligt een groot probleem onder.", stelt hij.
Peter Heskes, de ex-rechercheur die hem opvolgt in
Noordwijk, valt hem bij. „In Venezuela maakte ik het
zelfde mee: veel èn zwaar bewapende politie op straat.
En in een restaurant heb ik gezien hoe iemand, met
een grote colt op zak, servetjes stond te vouwen. In
derdaad, zo voel je je uiteindelijk veel onveiliger. Ge
lukkig hebben we dat in Nederland niet.
De kunst is om escalaties te voorkomen", zegt Hes
kes. „Je hoeft niet voor een probleem weg te lopen
maar ik ben er ook geen voorstander van om direct
met hard geweld in te grijpen." Was hij het dan niet
eens met de wijze waarop de Noordwijkse politie het
afgelopen weekeinde de baldadige jongeren aanpakte?
Zeker wel, haast de nieuwe baas in het district Duin
en Bollenstreek-Noord zich te zeggen. „Dat was een
heterdaad-situatie. Dan moetje er niet voor schromen
om korte metten te maken."
„Die zero tolerance is van boven af opgelegd. Het
betekent dat je niet meer praat met mensen of groe
pen, die buiten hun boekje gaan", mengt Nico van
Ooik zich in het gesprek. „Wat mij betreft is dat niet
dé manier. Hard ingrijpen, de grens aangeven, is
belangrijk. Maar je moet ook contact leggen, in ge
sprek blijven met groepen jongeren die overlast ver
oorzaken. Als ze je kennen, worden ze ook aanspreek
baar. Ik denk dat het nu vaak mis met ze gaat, omdat
ze anoniem zijn."
De nieuwe baas van het district Duin- en Bollen
streek-Zuid haalt in het gesprek zijn ervaringen van
dichter-bij-huis dan zijn twee collega's. Niet New York
of Venezuela, maar Leiden. „Ik loop wel eens een
straatje om, als ik mijn dochter 's avonds in Leiden
ophaal", zegt hij. „Nee, niet uit angst. Je probeert een
eventueel conflict te vermijden. Als je een groep ziet
naderen, die iedereen die passeert lastig valt, waarom
zou je dan de confrontatie aangaan? Ik denk dat dat
het probleem is bij flink wat jongeren, tegenwoordig.
Ze mijden een probleem niet, ze zoeken het op. Je ziet
het ook aan de cijfers. Veel geweldplegers zijn zelf te
gelijkertijd slachtoffer van geweld."
Prioriteiten
In de beleidsplannen van het korps Hollands Midden
staan ze de laatste jaren steevast in prioriteitenlijstje:
de aanpak van jeugdcriminaliteit en de aanpak van
geweldsdelicten. Een moeilijke strijd - vinden Heskes,
Wijbenga en Van Ooik - maar het zijn problemen die
altijd al hebben gespeeld. „Volgens mij schreef Plato
vroeger al dat de jeugd opgroeide tot hel en verdoe
menis", zegt Peter Heskes. „Aan de andere kant is er
de afgelopen jaren wel veel veranderd. Er is minder
sociale controle. De mensen treden niet meer zo snel
op als ze iets zien, dat niet door de beugel kan. Ze hel
pen niet meer mee opvoeden. Dat wordt aan de over
heid overgelaten. En zo ontstaat een cirkel die zichzelf
versterkt."
Nico van Ooik: „Wat mij wel opvalt is dat signaalge
drag onder jongeren is toegenomen. Ze laten met hun
gedrag blijken dat het niet goed gaat. Er is wel iets aan
de hand, denk ik. Het aanti incomplete gezinnen bij
voorbeeld, is toegenomen."
Bert Wijbenga: „Aan de andere kant merk je ook dat
er iets is veranderd met de tolerantie. Mensen zeggen
dat geweld harder is geworden. Maar ik weet niet of
dat zo is. Ik herinner me nog heel goed een periode in
Deventer, 1984. Ieder weekeinde moesten we daar
met geweld het centrum schoonvegen. Met honden en
met de lange wapenstok. Men vond het allemaal heel
normaal, je hoorde nooit iemand over de ongeregeld
heden. De norm van wat acceptabel is in het uitgaans
leven is klaarblijkelijk veranderd.
Over één ding zijn ze het eens: de politie alleen kan
het probleem niet oplossen. Heskes: „De kunst is om
met elkaar middelen te vinden om de normen weer
hoger te stellen. We hoeven het niet alleen te doen. We
moeten samenwerken met gemeenten, met jeugd
werk... Daarnaast moeten we er hard aan werken om
de jongeren perspectief te bieden. Geef ze iets te
doen." „Het zou inderdaad mooi zijn als al die gab
bers uit de Blinkert bij FC Lisse zouden gaan spelen",
merkt Wijbenga op. „Ik ben het er mee eens. Praten
met jongeren, over wat zij willen, is heel belangrijk.
Dat is een belangrijke weg voor de lange termijn. Te
gelijkertijd zul je op dit moment de grenzen - van wat
wel mag en wat absoluut niet mag - hard moeten aan
geven."
Beladen zaak
Ze leggen misschien de accenten iets anders, maar de
drie politiebazen zijn opmerkelijk eensgezind. Ook al
durft de 'jonge hond' van het gezelschap, Bert Wijben
ga, met opmerkelijke uitspraken uit de hoek te komen
en zijn zijn collega's Van Ooik en Heskes aanmerkelijk
voorzichtiger. Dat blijkt zeker als het onderwerp 'kof
fieshops' ter tafel komt.
Een beladen onderwerp in diverse
gemeenten in de Duin- en Bol
lenstreek, zeker sinds in Hol
lands Midden regionale ka
ders voor softdrugsbeleid zijn
vastgesteld. Doel van het re
gionale softdrugsbeleid is on
der andere een betere spreiding van het aantal cof
feeshops (dus niet alleen in steden als Leiden en
Gouda), met een maximum van 23 voor het hele ge
bied en zo mogelijk minder. Een gemeente als Katwijk
is pertinent tegen de komst van een koffieshop binnen
de gemeentegrenzen en bijvoorbeeld Noordwijk hui
vert ook bij de gedachte.
„Ik ken de situatie in Noordwijk niet voldoende, ik
weet niet hoe groot de behoefte is", zegt Peter Heskes.
„Ik ga op dit moment dus niet zeggen dat er in Noord
wijk een koffieshop zou moeten komen. Persoonlijk
gaat mijn voorkeur uit naar een koffieshop, als de an
dere keuze is dat je moet constateren dat er her en der
huisdealers opduiken. Een koffieshop kun je veel beter
in de gaten houden dan dat illegale circuit. En het is
een feit, dat een koffieshop heus niet meer overlast
veroorzaakt dan andere horeca-gelegenheden."
„Ik kan je verzekeren dat er in Noordwijk vraag is",
meldt Bert Wijbenga. „De illegale handel is levendig,
net als de produktie. We krijgen heel frequent meldin
gen over kwekerijen. En ook stuiten we geregeld op
dealers. Dat illegale circuit is gevaarlijk omdat zo'n
dealer vaak méér in huis heeft dan softdrugs alleen.
Laatst kwamen we binnen bij een dealer die de hash
en de xtc, dat valt onder harddrugs, in hetzelfde laadje
had liggen. Je ziet het in de Duin- en Bollenstreek-
Noord, niet alleen in Noordwijk. Je ziet het ook in
Noordwijkerhout, in Hillegom..."
Wijbenga is er voorstander van dat er binnen de po
litiek een discussie op gang komt over de leeftijdsgrens
bij de verkoop van softdrugs. Die is op het moment
achttien jaar. „Maar juist de vijftien-, zestienjarigen zit
ten in de leeftijdsgroep die actief met softdrugs experi
menteert", zegt hij. „Ik pleit er echt niet voor dat zij
moéten gaan gebruiken. Maar als ze het tóch doen,
kunnen ze het spul niet in de koffieshop krijgen, zijn ze
veroordeeld tot het illegale circuit. Ik raad de politici
aan om daar eens over na te denken.
Eigenlijk hebben we hier met een soortgelijk vraag
stuk te maken als met het vraagstuk veilig vrijen. Na
tuurlijk, je kunt het jongeren verbieden om met hun
vriendje of vriendinnetje naar bed te gaan. Maar dat is
vechten tegen de bierkaai. Ik vind de campagnes rond
veilig vrijen zinnig. Niet verbieden maar de jongeren
meegeven dat ze heel goed na moeten denken, dat er
risico's zijn. Zo'n aanpak zou ook heel goed werken bij
het experimenteergedrag met softdrugs.
Huivering
Dergelijke uitspraken zijn uit de mond van Nico van
Ooik niet snel te horen. Hij heeft in het district IJssel en
Gouwe waar hij nu werkt, rekening te houden met ge
meenten waar de kerkelijke achterban nog groot is,
waar het merendeel van de inwoners huivert voor het
verschijnsel softdrugs. Diezelfde huivering bestaat in
de Duin- en Bollenstreek-Zuid, zijn toekomstige werk
plek. „Alleen de norm 'het mag niet' handhaven is on
voldoende. De stelling 'als je het verbiedt, dan is het er
niet' werkt natuurlijk niet. Maar je moet de mensen
ook de tijd geven om er anders over te gaan denken.
Als ik tot vandaag er heilig van overtuigd ben dat roken
absoluut niet mag, dan kan ik natuurlijk morgen niet
menen dat het wèl moet kunnen", merkt hij op. Hes
kes: „Die grote moeite met softdrugs bestaat niet al
leen in kerkelijke kringen. Een heleboel ouderen heb
ben hun bezwaren met de paplepel ingegoten gekre
gen."
nieuwe po
links naar rechts: Bert Wijbenga, Peter Heskes en Nico van Ooik.