Vliegende doorstart van Creep Mime /reugdevol concert Ryth'miss vloeiend en strak Cultuur&Kunst Overdonderende 'Virginia Woolf >chone ïcHIJN 'Samenwerken in Leiden? Ha, ha, laat me niet lachen' vidre fERDAG 14 FEBRUARI 1998 CHEF JAN RIJSDAM. 071 -5356444, PLV. CHEF AD VAN KAAM 071-5356443 jve' in Leidse cafés Leidse metalfonnatie ontwaakt uit een te lange winterslaap y i y\ MUZIEK gEN. Liefhebbers van het Nederlandstalige lied, ook nog 'live' jóngen, kunnen zondagavond hun hart ophalen in verschil- ide Leidse cafe's. Zo treden in 't Vossie aan de Oude Vest V jdse Kees, Leon van Delft en de Amsterdammer Peter Beense i. Voor een exotische noot zorgt de Leids/Antilliaanse zanger my Cornelia. De avond begint om 19.00 uur en de toegang be- aagt vijf gulden. Een paar deuren verderop luisteren de Bep- jesde zesde verjaardag van café Sus Antigoon op. De 'dames' ginnen om 21.00 uur. Jountry-legende in Hotel Toor npHEN® De Amerikaanse country-legende Chip Taylor geeft op ijndag 22 februari een exclusief concert in het Alphense Hotel foor. Taylor heeft als songwriter wereldhits op zijn naam staan jials Wild Thing (van de Troggs)Storybook Children en Angel I the Morning. Chip Taylor - zijn eigen naam is lames Voigt en [ij is een broer van de acteur Jon Voigt - reikte als zanger van foat Same Old Story ooit tot nummer twee van de nationale hit- ferade. Het concert in Toor, slechts toegankelijk voor 100 perso- jen, begint om 14.30 uur. De entree bedraagt 20 gulden. rafïsche prijs voor Brattinga elveen De Grafische Cultuurprijs 1998 is toegekend aan eter Brattinga. De jury prees in hem de voorbeeldfunctie die heeft vervuld met de organisatie van een serie 'opmerkelijke i spraakmakende' bedrijfstentoonstellingen voor Steendrukke- De Jong Co in Hilversum. Brattinga verwierf verder bekend- ■id met zijn werk voor Rijksmuseum Kröller Müller en met affi les, catalogi en boeken voor dit museum. Ook ontwierp hij maf 1969 diverse postzegels voor de PTT. hand gelopen hobby. Zijn (Hongaarse) cello is typisch ge schikt voor kamermuziek. De klank is helder en licht, het vo lume niet al te ver dragend. Meteen bij de speelse hoge me lodieuze inzet is zijn toon zuiver en raak. Kabalevsky is vooral lyrisch met een sterke belangstelling voor Oekraïense volksliederen. In alle drie delen zijn die liedjes verwerkt. Ze duiken op in alle gelederen, eerst bij de violen, dan rammen de blazers er op los. Soms gaat de cello even ten onder in dit geweld, maar voor dat je het weet breekt hij al weer los. In het 'Largo molto espres- sivo' repeteren celli en contra bas monotoon en- schurend. Moll strijkt hier een magistrale melodie in lange legato lijnen overheen die eindigt in een weerbarstige kadans. Het An dante is weer een zangerig the ma waarop acht variaties. Kaba levsky verenigt hier eenvoud met een virtuoze schrijfwijze. Laurens van Vliet dirigeert op wolken. Zijn armen klapwieken en zweven op de kadans van de muziek als de eerste de beste gevleugelde vriend. Zijn directie wordt wat oppervlakkig in het tweede deel van de Unvollende- te, het meest kwetsbare deel van de avond. Hier ontbreekt het aan ragfijn, zuiver vioolspel, de inzetten zijn niet strak gelijk, de blazers onzeker, het ritme niet scherp genoeg. Hier ver raadt zich even de amateur, in een overigens vitaal, vreugde vol, muzikaal concert. RECENSIE LIDY VAN DER SPEK eert door het KamerlOorkest o.l.v ens van Vliet, m.m.v Eric Moll van rente, cello. Gehoord 13/2, Oude Vestkerk, Leiden. orkest werd opgericht in tober 1995, gaf in maart 1996 eerste concert en repeteer- aanvankelijk in Delft op de jkelweg 10. En verder streeft imerlOorkest' voor elke uit- iring naar een 10, als het i kan met een griffel. Nou me dat voor een amateur test geen haalbaar streefgetal, ïarik geef ze royaal een 8,5. )e programmering is perfect, georkestreerde versie van bussy's romantische 'Petite ite' voor quatre mains, ge- ïreven in z'n jonge jaren. Ka- levskys Celloconcert uit 1949, thij speciaal voor de opgroei- j de jeugd schreef. Na de pau- Schuberts 'Unvollendete', erbekend, maar altijd weer m verrassend geraffineerd, tot slot Stravinskys 'Suites or klein orkest'. Debussy zitten de blazers rozen. In de Barcarolle wie lt en deint het bootje prachtig fluit, hobo en klarinet, ge- tgen door de violen. Stevig en alend schrijdt een optocht orbij in de Cortège, en tijdens it ballet dansén de vuurvogels ee, een pracht van een begin. En dan zit daar een arts, Eric )11 van Charente die tussen de drijven door voortreffelijk cel- lspeelt als een beslist uit de Voor de buitenwacht be stond de Leidse metalfor- matie Creep Mime al an derhalf jaar niet meer. De inmiddels flink gekortwiek te zanger/bassist Joost van der Graaf en drummer Frank Brama - zijn lange blonde manen hebben zo langzamerhand de bilpartij bereikt - benadrukken ech ter dat hun groep nooit is opgeheven. Ze leggen zich neer bij de vaststelling dat Creep Mime een te lange winterslaap heeft gehad. Voor het belangrijkste nieuws van dit verhaal maakt dat allemaal geen verschil: Creep Mime maakt weer muziek. Later dit jaar moet de derde cd, die inmiddels voor bijna de helft klaar is, in de winkels liggen. LEIDEN WIM KOEVOET ,,We gaan een vliegende door start maken", zegt Van der Graaf, die nog niets van zijn fa natisme is kwijtgeraakt. Q-bus van de Leidse Vereniging van Popmuzikanten heeft de pri meur. Op 17 april begint daar de comeback-toernee, die Cre ep Mime door alle provincies van het land zal voeren. Het zal een zegetocht worden van de succesvolste Leidse groep van de jaren negentig. Van de eerste cd verkocht Creep Mime er zelfs enkele honderden in de Verenigde Staten. De band is een troetelkindje van het ge zaghebbende metaltijdschrift Aardschok, dat ook tijdens de winterslaap stug door ging met Joost van der Graaf, Frank Brama en Aad Giezen van Creep Mime: „Dat er maar zo weinig Nederlandse bands doorbreken, is vooral een mentali teitskwestie." foto mark lamers het bewieroken. Creep Mime is ook de enige Leidse band van de laatste dertien jaar die het Leids Vrijetijdscentrum wist uit te verkopen. Aan zijn tweede leven begint Creep Mime als een trio. De Britse Leidenaar Andy Judd, slaggitarist en tekstschijver, is opgestapt. Daaraan ligt geen ru zie ten grondslag, zeggen de achterblijvers. Integendeel. Judd, oprichter en naamhouder van de groep, heeft Van dei- Graaf, Brama en bassist Aad Giezen het recht om als Creep Mime dóór te gaan cadeau ge daan. Dat geschenk is zeker geen gebakken lucht. Bij platenmaat schappij Mascot ging zo'n beetje de vlag uit nadat Judd af stand van zijn rechten had ge daan. De bereidheid om de der de cd uit te brengen is hierdoor flink groter en de geraamde ver koopcijfers zijn direct naar bo ven bijgesteld. Judd, zegt Van der Graaf, heeft een spectaculaire me tamorfose ondergaan. Hij zou zich onopgemerkt onder de hondstrouwe fans kunnen be geven. Die zouden misschien zelfs hun neus ophalen voor de perfect gecoiffeerde en dito ge klede headhunter van Shell. „Andy verdient goud daar, hij heeft z'n leven een andere wen ding gegeven. Van ons zul je geen kwaad woord over hem horen, maar hij ziet eruit, joh. Niet te filmen, ha, ha," Van der Graaf moet, na het verstrek van Andy Judd, nu zelf de teksten schrijven. „Andy en ik hebben over zo'n beetje alles dezelfde opvattingen. Aan de strekking zal dan ook weinig veranderen. Die blijft dat je je slechte kanten moet accepte ren, dat je alleen zo met jezelf in het reine kunt komen. Wel ver andert de stijl. Andy was gek op dubbelzinnigheden en poëzie. Ik schrijf meer to the point. Dat ik nu zelf schrijf komt m'n zang ten goede, 'k hoef me niet lan ger in Andy te verplaatsen. Ik kan m'n eigen teksten beter overbrengen dan die van een ander." Dat de mannen van Creep Mime, ondanks de nodige suc cessen, nog geen stuiver ver dienden met hun muziek, heeft nog altijd niet tot verbittering geleid, zegt Van der Graaf. „Ons motto is: pay to play. Onze jobs zijn kl...banen, maar met dank zij het salaris dat we daarmee verdienen kunnen we optreden en platen maken. Door ons werk met Greep Mime te com bineren leren we ook veel effi ciënter met onze tijd om te gaan. En doordat we in onze werkkring allemaal van die lege mensen tegenkomen, is de groep nog waardevoller, doe je daar nog beter je best voor." Bij Creep Mime klagen ze so wieso nooit. „Hoe meer we moeten vechten voor onze shit, hoe beter onze muziek. Dat er maar zo weinig Nederlandse bands doorbreken, is vooral een mentaliteitskwestie. Bijna elke gesettelde Amerikaanse muzi kant is eerst jarenlang letterlijk door het slijk gekropen. In deze welvaartsmaatschappij zeiken de mensen vooral. De bereid heid ontbreekt om je kloten eraf te spelen voor een klein pu bliek." RECENSIE SUSANNE LAMMERS Voorstelling. Wie is er bang voor Virginia Woolf door Toneel groep Imperium. Regie Hans Boon Gezien. 13/2, Theater Impe rium. Nog te zien: 14,19,21,26 en 28/2, aldaar TONEELHet toneelbeeld is dwingend en symmetrisch, twee banken zijn dreigend tegenover elkaar op gesteld. De regie heeft aandacht voor zelfs de kleinste details. In die perfecte entourage dansen de spelers om elkaar heen als boksers en is elke klap raak. Michèle Wernars als Honey laat knap zien dat onder het onnozele muisje ook nog een uitgerekend dametje zit. Ada van Duijn, in de rol van de verlepte Martha, tiert, pesten ettert, maar de breekbaarheid en gekwetstheid krijgen wel de gelijk gestalte. Et Meijvogel moet als Nick het ie dereen naar de zin maken. Het enige bezwaar dat je zou kunnen hebben, is dat George al te prach tig is. Zodra je Eric Siebel als de verbaal zeer be gaafde intellectueel ziet, weet je dat er gevaar dreigt, waardoor de 'suspense' een heel klein beetje verdwijnt. Maar hij is ook het valse kreng met wie je desondanks hartstochtelijk meevoelt. Hij leidt de dans en houdt die gaande tot er van niemand nog een spaan heel is. Iedereen kent 'Wie is er bang voor Virginia Woolf en iedereen heeft dus ook zijn eigen opvattingen over hoe dat stuk gespeeld moet worden. Dat maakt het tot zo'n lastpak. Toneelgroep Imperi um brengt deze nacht vol drank, frustraties en ambities, en vooral honger naar liefde en pijn op overdonderende wijze. Martha en George ont vangen het jonge stel Honey en Nick voor een laatste borrel, maar dat afzakkertje leidt tot de grote ontmaskering. Eerst villen George en Martha elkaar. Dan zijn Nick en zijn vrouw Ho ney, de pineut. Het sarren gaat net zo lang door tot iedereen elke illusie verloren heeft. ver het hoofd gezien, verge- i, als mieren die in de scha- ivvan een legertje olifanten s aan. Het zelfmedelijden van ade in Leiden, Folkclub orus, Cultureel Centrum de X Hot House is verpletterend, e gemeente Leiden moet net sAlbert Heijn beter op deze eintjes letten, klagen de kunst- alimero'svandestad. Zeheb- eneen ultimatum gesteld. Of ihebben voor 2002 een eigen, euw, klein en vooral ook be- lalbaar podium of ze heffen ichzelf op. Leiden moet het an stellen zonder klezmer en idere rootsmuziek, avant gar- :jazz, didgeridoo en neusflui- ts uit Verweggistan. Weg ver- leuwingvan het kunstaanbod, et zal Borsato, Borsato en nog ens Borsato zijn dat hier de '°k slaat. De meeste Leide- aars doe je geen groter plezier •naar dit terzijde, let is de 'Kleine Vier' zo langza- terhand een boomstam in het de gemeente we'l vele 'iljoenen guldens heeft gesto en dan wel zal steken in de 'oga-complexen Stadsgehoor- 'al, Muziekhuis, Leidse ehouvvburg en Leids Vrijetijds- entrum en dat zijzelf stad en oid moeten afbellen voor een "betaalbaar plankje om op te 'aan tijdens het muziekmaken. e simpelste zaken zijn niet of lecht geregeld, klaagt spreek les Frank Eikhuizen van de [ichting Samenwerkende Po- loaLeiden, de paraplu-organi- atievan de 'Kleine Vier'. De be ulde vleugel is of niet beschik bar of blijkt voor het laatst vlak 'ade Bevrijding gestemd. En zo 'aat zijn avondvullende klaag- Een podium voor elk klezmerensemble? zang nog wel even door. 'Muziekwethouder' Alexander Pechtold blijft beleefd als hij met dit gezever wordt gecon fronteerd. Da's verstandig van hem want de verkiezingen staan voor de deur, hij ligt goed in het wereldje, hij wil dat zo houden en D66 heeft het al moeilijk zat. Hij bespeurt in de noodklok die is geluid dan ook 'enthousias me' en een 'nieuw élan'. Zegt hij. Wat hij zou hebben gezegd als hij zijn wethouderszetel al veilig had gesteld? „Dat dat gezeur om podia nu toch echt moet ophouden. Het Volkshuis is helemaal overhoop gehaald, speciaal voor Cultureel Centrum de X en in plaats van muziek hoor je aan de Apothe- kersdijk alleen maar gezeur om nog meer subsidie, nog meer aandacht en het zoveelste drei gement om ermee te kappen. En ik krijg straks de schuld van al die zelfmoorden. Ik kan toch moeilijk elke Afrikaanse steeldrumband en elk klezmer ensemble een eigen podium ge ven?" En: „Wie wil er een publiek de bat over beleid voor kleine po dia? De stichting samenwerken de podia? Samenwerken, ha, ha, laat me niet lachen. In Leiden weten ze niet eens hoe je dat spelt. Ik kom net terug van de Poplobby. Daar wordt ook zo heerlijk samengewerkt. Ik voel de me alsof ik tussen Wouter Huibregtsen en Anton Geessink in zat. Ik trek noodgedwongen als een Kissinger door deze stad en kom aan echt cultuurbeleid nauwelijks toe. Maar ik moet nu ophangen. Ik krijg net een tele gram binnen. Als ik niet binnen 24 uur ateliers voor de Beelden de Kunstenaars Zonder Verf re gel steken ze op het stadhuis plein hun ezels in de fik. En me vrouw Unger van de Stadsge hoorzaal wil een nieuwe 'natte groep', krijg ik net binnen. An ders sluit ze de tent. Groetjes. Duim je voor me, voor 4 maart, ja?" WIM KOEVOET» 'Woolf Bell' komt niet goed van de grond THEATER RECENSIE WIJNAND ZEILSTRA 'Woolf Bell' door theatergroep Carrou sel. Script/ regie: Matin van Veldhuizen. Spel. Stella Denier van der Gon en Elvira Out Gezien: 13/2, LAKtheater Leiden Al daar nog te zien: vanavond. Een toneelstuk dat de persoon van schrijfster Virginia Woolf tot thema neemt, kan haast niet eenvoudig van opzet zijn. Ook zelf ging immers de schrijfster in haar werk een bepaalde com plexiteit niet uit de weg. Om aan het geheel een theaterdi mensie te geven, heeft regisseu se en scriptschrijfster Matin van Veldhuizen gekozen voor de confrontatie van Virginia Woolf en Vanessa Bell, zusters en kun stenaars. Stella Denier van der Gon en Elvira Out gaan als actrices vanuit verschillende invalshoe ken aan de slag: opsommend, spelend en vertellend. Soms spelen zij daadwerkelijk de per sonages Woolf en Bell, waarbij de invulling van de beide perso nages wisselt. Af en toe infor meren zij rechtstreeks het pu bliek door biografische details en jaartallen van boekpublica ties mee te delen. Er is dus inderdaad getracht om in de voorstelling zo veel mogelijk afwisseling aan te brengen. Het eerste uur houdt een dergelijke opzet je nog alert. Daarna moet de aandacht wel verslappen, omdat de voorstel ling ondanks alles niet goed van de grond komt. Een hoedje, een dansje, een grapje met thee uit een emmer enz. Het zijn de trucjes die al met al helaas geen blijvend effect sorteerden. 'Woolf Bell' spreekt ondanks alle verbeeldingrijke formule ringen onvoldoende tot de ver beelding en komt daardoor niet goed van de grond. Sopranen links, alten rechts en bassen en tenoren in het midden. Bij elkaar zo'n 900. Tel daarbij nog eens zo'n honderd orkestleden, vier solisten een dirigent en duizend Messiah liefhebbers en je hebt een volle Pieterskerk. Net zoals voorgaande keren volhardt de Scratch Messiah in meer dan één traditie. Behalve het feit dat Handels oratorium ongeoefend ten geho re wordt gebracht en het gegeven dat enthousiasme meer telt dan perfectie is de Scratch Messiah ook dit jaar weer uitverkocht. De solisten Hieke Meppelink, Joke de Vin, Ludwig van Gijsegem en Frans Kokkelmans zingen meester lijk van Christus profetie tot zijn wederopstanding. Het koor laat hier en daar nog wel een steekje vallen. De sopranen zijn, door iets teveel heilige geest be vangen, koppig en gehaast wordt er stiekem één koorstuk overgeslagen. Maar het pièce de resistance, Gods eigen evergreen, het Hallelujah klinkt zoals het moet klinken. Robuust als donder en helder als blik sem. Het dak gaat er niet af. Maar het lijkt wel alsof onze lieve Heer in eigen persoon in slow motion, in technicolor én in Dolby Surround in volle glorie ne derdaalt. En dan maakt een pondje heerlijkheid meer of minder niet zoveel uit. foto hielco kuipers RECENSIE SABINE VAN DEN BERG Slagwerkconcert van Ryth'miss. vijf Brus selse vrouwen. 'Su propio son'. Gezien: 13/2. Stadsgehoorzaal, Leiden. Vijf, vooral in het wit geklede, Westerse wouwen staan in een kring over hun trommelvellen heen gebogen. Ze bezingen Afrika en maken schijnbewegin gen naar links en naar rechts terwijl ze ritmisch op de conga's timmeren. Kleine microfoontjes registreren de spontane kreten als het tempo wordt opgevoerd. Het lijkt een vreugdedans. De vijf Franstalige vrouwen van Ryth'miss trekken al zes jaar muzikaal met elkaar op en hebben een heel oerwoud aan percussie-instrumenten meege bracht. Met hun venijnige stok jes of de vlakke hand teisteren ze het oppendak van de conga's en de bongo's en de drums. Eén van de dames springt als een Sheila E. tussen haar trommels heen en weer en beschikt over het talent de ritmische Afri kaanse dansbewegingen met haar hele lichaam overtuigend over het voetlicht te brengen. De composities lijken recht streeks overgewaaid uit Afrika of Cuba en de teksten zijn on der andere in het Frans en in het Spaans gezongen. Ritmi sche versnellingen verlopen vloeiend en de groep blijft strak. Na de pauze besluiten de vrou wen de luisteraars bij de muziek te betrekken. In hun beste En gels met een charmant Frans accent moedigen ze iedereen aan te dansen. Aanvankelijk durft niemand, maar als de vrouwen de trommels naar de rand van het podium lopen be gint er iets te kriebelen. De groep blikt brutaal in hei pu bliek en voert de snelheid op tot de eerste toeschouwer op springt uit haar stoel. Hier en daar volgen andere swingers haar voorbeeld om alles eens even helemaal los te gooien. De percussionisten aarzelen niet en volgen eikaars spel aan dachtig. Tegelijkertijd beëindi gen zij hun vurig spel. Er is ook ruimte voor wat ingetogener melodieën om even uit te hij gen en de druppels van het voorhoofd te wissen. Eén van de percussionisten omschrijft het laatste stuk als een ritme uit Mali waarin verdriet plaatsmaakt voor vreugde. Bij de overige nummers is nauwe lijks tekst en uitleg, hoewel Ry th'miss hie rmee best iets scheu tiger had kunnen zijn. De groep kiest ervoor het ritme te laten spreken. Na afloop begint het publiek met zijn percussie. On geduldig maken ze net zolang herrie tot het vijftal zich op nieuw laat zien. Met het num- mer 'Su propio son', vertaald als 'zijn persoonlijke klank' eindigt het programma. 1 Spiegelwanden 1 Spiegels op maat I Spiegels met lijst I Glazen meubelen I Vitrines I Tafels volgens model I Motiefstralen I Hardglazen deuren I Alles uit eigen atelier VORMGEVER VAN GLAS EN SPIEGEL Volmolengracht 4 2312 PH Lelden (NL) Telefoon 071-5218055

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1998 | | pagina 19