Villabewoner voelt veel voor
particuliere beveiliging wijk
'Martin Luther King en president
Kennedy trokken me politiek in'
Niet meer bang hoeven zijn voor k, t of p
Amerikanen schuwen pillen per post n
VRIJDAG 28 NOVEMBER 1997
Honden en hekken moeten dief afschrikken
Bewaking van villawijken door particuliere veiligheids
diensten krijgt steeds meer support, ook van de politie
top. Dit zou de veiligheid ter plekke ten goede komen en
de politie ontlasten. Veel villabewoners voelen zich on
veilig en sluiten zich op achter hoge hekken.
BILTHOVEN-HUIS TER HEIDE GPD
Op commando van de afstands
bediening zwaait het zwaar sta
len hekwerk voor de villa aan de
Bosch en Duinse Mesdaglaan
elegant open om aan de bewo
ner doorgang te verlenen. Daar
na valt het smeedwerk weer
even beheerst als beslist in het
slot. Veiligheid voor alles. 'Zelf
doen' is hier het motto, want de
aandacht van de politie is vol
gens bewoner Van 't Hoog on
voldoende.
Hij ziet net als veel van zijn me
de buurtbewoners wel wat in de
gedachte van de voormalige
Utrechtse en huidige Haagse
politiechef Wiarda om in villa
wijken particuliere bewakings
diensten patrouilles te laten rij
den. Als iedereen meebetaalt,
rijdt voor pakweg honderd gul
den per maand 's nachts elk uur
een surveillanceauto door de
straat. De politie komt één of
twee keer per nacht langs.
Door de inzet van particuliere
surveillancediensten houdt de
politie tijd over voor andere ta
ken. Als er werkelijk onraad is,
moet ze uiteraard nog wel ko
men opdraven. De particuliere
bewakers hebben geen bijzon
dere bevoegdheden en moeten
het doen met de uitrusting die
voor iedereen is toegestaan.
Dergelijke samenwerkingsvor
men tussen politie en particu
liere beveiligingsbedrijven be
staan al langer op bedrijventer
reinen en boeken goede resulta
ten. Inbraakcijfers gingen flink
omlaag. De ondernemers beta
len allemaal een bijdrage waar-
voor de bewakingsdienst een
heel bedrijventerrein in de ga
ten houdt.
Voorlopig moeten de inwoners
van villawijken zoals Huis ter
Heide, Bosch en Duin en Bilt-
hoven-Noord het doen met ei
gen maatregelen. De één taalt
niet naar uiterlijk veiligheids-
vertoon en lijkt weinig drempels
op te werpen tegen ongenode
gasten. Anderen hebben hun
domein tot een vesting ver
bouwd. Op afstand bedienbare
hekken, batterijen lampen en
hier en daar camera's aan de
poort maken duidelijk dat het
de bewoner ernst is met de vei
ligheid. Een hond behoort tot
de standaarduitrusting. Een en
keling laat ook nog een particu
liere bewaker een oogje in het
zeil houden.
Tot de laatste categorie behoort
ook Van 't Hoog. Zijn eigen bas
tion geeft hem een veilig gevoel.
„Ik heb het gevoel dat het wel
voor elkaar is. Ik moet er niet
aan denken dat er plotseling ie
mand in het donker zo maar
voor mijn pui staat." Als ze echt
binnen willen komen, lukt dat
toch wel, maar hier is de strate
gie de drempel hoger maken
dan bij de buren. En dat is het
geval. Elders vormt een laag
hekje van ijzerdraad. wat plan
ken of een heggetje de enige af
scheiding tussen openbaar en
particulier terrein. „Ik begrijp
dat niet, die mensen zonder
lichtje of hekje. Die hebben de
veiligheid niet hoog in het vaan
del", besluit Van 't Hoog.
Sociale controle is langs de uit
gestrekte lanen, waar de huizen
soms honderd meter van elkaar
liggen en omgeven zijn door
dichte bosschages, veel lastiger
dan in de stedelijke omgeving.
Op een heiige herfstmiddag
passeert slechts af en toe een
auto over de met bladeren be
dekte klinkerwegen', 's Avonds
in het donker is de rust totaal;
een ideale dekking voor inbre
kers. In combinatie met de ge
dachte dat er vast wel wat te ha
len veilt in de riante woningen,
maakt het de villawijken ver
houdingsgewijs aantrekkelijk
voor criminelen.
De bewoner van een enorme
witte villa heeft zijn maatrege
len genomen. Zijn bastion ligt
op een heuvel, omzoomd door
een hoog en robuust hekwerk.
Aan de boom een bordje met de
afbeelding van een vervaarlijk
grijnzende herdershond en de
retorische vraag: 'Ben je sneller
dan ik, in vijf seconden bij de
voordeur?' De bewoner is via de
intercom weinig toeschietelijk,
Het hek blijft dicht. Maar de
suggestie van particuliere bewa
king voor de hele wijk spreekt
hem toch wel aan, laat hij via de
blikkerige verbinding weten. En
dat geldt eigenlijk voor het
overgrote deel van de bewoners
in deze buurt. Velen komen met
verhalen uit eigen ervaring of de
directe omgeving over inbraak
of insluiping, soms op klaarlich
te dag. Zo ook mevrouw M. Tie-
deman. Zelfs aan het werk in
haar tuin draait ze de deur ach
ter zich op slot. „Ik ben al voor
zien van alarm en extra sloten",
reageert ze op de suggestie van
particuliere patrouilles, „anders
zou ik meedoen. Er is hier al
twee keer ingebroken, en aan
de overkant ook."
Cursisten van het Del Ferro-instituut doen oefeningen om goed te leren ademhalen. foto cpd ceeszorn
De video laat een vrouw zien die zich pro
beert voor te stellen. Haar lippen willen
een woord vormen, maar de klank komt
niet. Ze lijkt te persen, haar gezicht loopt
rood aan. Dan legt zij het bijltje er bij neer.
„Ik kan mijn eigen achternaam niet uit
spreken." fiet Amsterdamse Del Ferro-in
stituut tracht de 'vicieuze cirkel van angst
en schaamte' van stotteraars te doorbre
ken.
Zelfde videoband, ook andere cursisten
stellen zich voor. Iemand stottert een
beetje, een ander is volkomen onverstaan
baar. Een vrouw op middelbare leeftijd
heeft een bedrijf met haar man. „Ze zijn
me te snel af', stottert ze, „bovendien ha
len ze me de woorden uit de mond." Een
jongen van 15 wordt gevraagd waarom hij
de Del Ferro-cursus wil doen. „Omdat
stotteren heel erg rottig is." Een man ver
telt dat hij bij de naamkeuze van zijn drie
kinderen rekening hield met zijn stotteren.
In de kring zitten een gemeentesecretaris,
een scholier, twee moeders, ondernemers,
studenten, iemand die eenzaam is en ie
mand die denkt eerder promotie te maken
als hij niet stottert. De laatste in de rij legt
de vinger op een zere plek. „Mijn vrienden
zeggen altijd het maakt ons niet uit dat je
stottert, we hebben er geen last van'. Maar
zelf heb ik er wél last van." Veel cursisten
bezochten jaren lang een logopedist.
„Daar werd me verteld dat .stotteren niet
erg was, dat ik er mee moest leren leven.
Maar dat wilde ik helemaal niet."
De videoband is opgenomen op de eerste
dag. In een zaaltje in Amsterdam-Zuid zit
de groep acht dagen later nog bij elkaar. Er
wordt door niemand meer gestotterd. De
vrouw stelt zich voor en noemt haar ach
ternaam. Haar gelaatstrekken zijn rustig.
Ze ademt een paar keer in en uit voordat
zijn spreekt. Ook de andere deelnemers
ademen lucht in alsof ze een kwartier on
der water hebben gezeten, ademen uit als
of ze kaarsen moeten doven.
Bewust adem halen en spreken, is het de
vies waarmee de Del Ferro-methode het
stotteren kan verhelpen. Waar 99 procent
van de bevolking spreekt tijdens het uit
ademen. proberen stotteraars dit ook tij
dens het inademen. De operazanger Leo
nard del Ferro ontdekte dat training van de
middenrifspier stotteren kon verhelpen.
Het werk dat hij in 1978 begon, werd vijf
jaar geleden na zijn overlijden door zijn
dochter Ingrid overgenomen. „Iedereen
kan van het stotteren afgeholpen worden.
Maar de techniek is loodzwaar. Ingrid del
Ferro noemt het 'topsport'. Het is zeker
geen wondermiddel, benadrukt ze. „De
mensen moeten gemotiveerd zijn. Anders
heeft het geen zin, want het is keihard wer
ken." De deelnemers moeten na de cursus
thuis, in de winkel, op school en alle ande
re situaties de midden rif-techniek toepas
sen. Het vergt geduld van hun gespreks
partners, dat zij op moeten eisen. „Maar
als ik stotter zijn mensen evenveel tijd met
me kwijt."
Het instituut Del Ferro is er volgens Ingrid
voor wie zich niet bij het stotteren wil
neerleggen. „Er zijn mensen die er geen
probleem mee hebben. Dat is natuurlijk
prima. Het is ook een beetje de instelling
in Nederland: 'Stotteren moet kunnen'.
Helemaal mee eens. Maar wie er vanaf wil
en daar veel energie voor over heeft, kan
bij ons komen." De tiendaagse cursus kost
2.500 gulden en wordt vanwege de resulta
ten sinds enige tijd door de meeste zieken
fondsen geheel of gedeeltelijk vergoed.
In het zaaltje in Amsterdam werken de
machtige molens van de groepsbinding.
Een dag ervoor is door de cursisten ge
huild. Zomaar! Eén begon en de rest ging
mee. Verdriet 'over van alles' was het ge
weest. Over vroeger: het pesten, de on
macht, de woede, maar ook over het suc
ces van deze week. Het kost veel moeite,
verslappen mag niet. „Zeg dat nog eens,
en nu niet zo slordig", klinkt het af en toe
streng. Niemand verzet zich. iedereen
volgt de aanwijzingen op.
Op een vraag aan de groep beginnen links
en rechts, dwars door elkaar heen, de ant
woorden als ontpoppende popcorn in een
pan. Wie zijn ademhaling en concentratie
op peil heeft, kan pas spreken. Daardoor is
het moment van antwoorden nog niet he
lemaal te bepalen. Maar het belangrijkste
is: Het zijn allemaal hele zinnen, zonder
stotteren.
„Del Ferro is een hulpmiddel, een techniek
waarmee we van het stotteren afkunnen
komen", zegt een van de cursisten. De las
tige k, t en p hoeven ze niet meer uit de
weg te gaan. De telefoon is niet langer vij
and nummer één. In de winkel hoeft nie
mand meer te wijzen, en vragen: 'Hoe heet
dat ook alweer?', om de slager vervolgens
'kalfskotelet' te laten zeggen.
Drie van de twaalf cursisten hoeven in het
vervolg geen boodschappenbriefjes meer
af te geven. Op 'terugkomdagen' worden
de cursisten de komende maanden scherp
gehouden. Veel ex-cursisten komen zo af
en toe nog eens aanwippen om een bijles
te volgen. Maar de docenten verzekeren:
„Wie doorzet, kan over een jaar vloeiend
spreken, zonder na te denken."
De omgeving van de cursisten moet de
eerste weken en maanden geduld hebben.
Ingrid tegen de groep: „Jullie zijn tien da
gen weg geweest en ze verwachten dat jul
lie vloeiend praten als je thuiskomt. Houd
daar rekening mee. Wees voorbereid. Leg
uit dat dit het begin is en dat je nog heel
hard moet werken.
Manager B. Geronimo verwacht
dat dit aantal de komende jaren
flink toeneemt.
„Postorderfarmacie is veel
goedkoper dan medicijnen af
halen bij een apotheker." In de
Verenigde Staten kiezen volgens
hem steeds meer bedrijven er
voor via de post hun werkne
mers te voorzien van genees
middelen.
Merck Medco sluit met de over
heid of met bedrijven contrac
ten af over het leveren van me
dicijnen aan hun werknemers.
Het is in Amerika ongebruikelijk
dat geneesmiddelen in het ver
zekeringspakket zijn opgeno
men. Merck Medco verstrekt
medicijnen via speciale apothe
ken of via het eigen postorder
bedrijf. „Het is veel handiger
om medicijnen per post te krij
gen dan om naar een apotheek
te gaan. Je zult maar wonen in
de afgelegen gebieden in Arizo
na of Texas. De afstanden zijn
daar zo groot. Het is onzin om
uren te rijden om je pillen op te
halen als je ze ook per post kunt
krijgen", stelt Merk Medco-di-
recteur N. Schmidlin.
Zij kan zich voorstellen dat het
in Europa anders ligt. Het feit
dat apotheken in Nederland
voor iedereen eenvoudig te be
reiken zijn, is volgens de apo
thekersorganisatie KNMP een
reden dat postorderfarmacie
niet aanslaat. De initiator van
het Nederlandse experiment,
zorgverzekeraar Zilveren Kruis,
erkent dit. „Maar Nederlanders
moeten ook nog wennen aan
postorderfarmacie. Het is vrij
nieuw", zegt woordvoerster
O. Kolenburg. Zij sluit niet uit
dat de komende jaren steeds
meer mensen de traditionele
apotheek de rug toekeren.
Sinds een jaar kunnen s
verzekerden van Zilvere
kiezen of zij hun medici
post thuisbezorgd willei
gen. Volgens Kolenburg
vooral pilgebruiksters ei
nisch zieken die er belai
ling voor hebben.
Ook in de Verenigde Sta
deze groepen oververtej
woordigd. Iets meer dai
helft van alle recepten d
Merck Medco binnenkc
een herhalingsrecept.
De apothekersorganisat
MP moet niets van post
derfarmacie hebben. „II
postorderen zien als eei
delijke distributievorm
als betrokken zorg", zei
voorzitter M. Hagenziel
langs nog in zijn jaarrec
Bij miljoenen Amerikanen val
len dagelijks medicijnen door
de brievenbus. In de Verenigde
Staten is het heel gewoon om
behalve kleding en bankstellen
ook pillen en zalfjes via een
postorderbedrijf te bestellen.
Postorderfarmacie slaat in Ne
derland daarentegen niet aan.
Slechts enkele honderden men
sen krijgen geregeld via de post
hun geneesmiddelen thuisbe
zorgd.
Even buiten New York ligt het
plaatsje Parsippany, waar het
hoofdkantoor staat van de ge
neesmiddelengigant Merck
Medco. Het bedrijf, één van de
grootste farmaconcerns in de
Verenigde Staten, verstuurt een
miljoen recepten per post per
week.
Friese commissaris van de koningin Loek Hermans:
Hij is net begonnen met het lezen van twee
boeken over de Nederlandse Republiek.
Loek Hermans, de commissaris der konin
gin in Friesland, vergeet zichzelf in de ge
schiedenis. Maar sport is net zo n belangrij
ke passie. Als er een bal rolt, wil hij erbij
zijn. „En bij tennis baal ik ook als Miriam
Oremans het niet redt na een 6-0 voor
sprong."
Tijdens het massale zwijgen voor Meindert
Tjoelker dacht hij terug aan 28 augustus
1963. Dominee Martin Luther King zei 7
have a dream op de zwartwit-televisie in de
huiskamer. „De emotionele snaar die toen
werd geraakt, voelde ik nu weer. Die stilte
was ongelooflijk."
Een paar dagen later kwam de ontnuchte
ring. „We stonden daar met tienduizenden
mensen, we wilden allemaal dat dergelijk
geweld nooit meer zou gebeuren, en dan
hoor ik dat iemand uit hetzelfde publiek in
Groningen een man in elkaar heeft gesla
gen. Dan denk ik: Wat is dat dan? Drank?"
Loek Hermans kijkt verbolgen. Veel is onbe
grijpelijk. De mooiste speech van na de oor
log kon Martin Luther King niet uit de klau
wen van een moordenaar houden. En John
F. Kennedy mocht evenmin lang leven. De
Amerikaanse leiders waren zijn idolen toen
hij een jaar of twaalf was. „Ze hebben mij in
de politiek getrokken. Ik heb er een van
mijn meest liberale denkbeelden aan over
gehouden: gelijkberechtiging, geen onder
scheid maken tussen mensen. Als dat ter
discussie staat, komt elke vezel van mijn li
chaam in verzet."
Hij heeft wat Kennedyaanse trekjes. Op 26-
jarige leeftijd was hij al Kamerlid, hij heeft
de gave om net als JFK razendsnel te lezen
- 'Ik heb aan wat sleutelwoorden genoeg' -
en als politicus komt hij menselijk over, met
een woord voor iedereen. Toch is de adora
tie voor Kennedy niet meer dan een vervlo
gen jongensdroom. „Ik ben geen fan. Ik
weet van de mythevorming." Hij lacht en
slaat de vergelijking meteen dood. „Er is in
elk geval één groot verschil tussen Kennedy
en mij: de vrouwen."
Uitlaatklep
Het bestaan als commissaris van de konin
gin is niet vol te houden zonder uitlaatklep.
Hermans heeft er al één sinds zijn jeugd:
sport. Fitness, trimmen, voetballen, tennis.
En sinds kort golfen bij de oude rivier het
Koningsdiep, waar de paarden tegenover
hole 4 zo mooi in de ochtendmist kunnen
trappelen. De passie voor sport heeft hij van
zijn vader. „Die nam me een keer mee naar
Vitesse. Ik zei: ik ga naar huis. Iets ergers
had ik niet kunnen zeggen. Hij antwoordde:
je mag weg, maar dan moet je eerst ieder
een in het stadion een hand geven."
In de strijd tussen de twee grote voetbalste
den kiest hij voor Feyenoord.Als ik erover
praat zeg ik 'we'." De band ontstond in
1963 bij een Europacupwedstrijd tegen
Benfica in Lissabon. Zo'n 750 Feye-
noordsupporters voeren op twee boten
naar Portugal, waar hun ploeg uiteindelijk
met 3-1 ten onder ging. „Na de wedstrijd
moest ik naar bed. Ik kwam op mijn kamer
en dacht: nu is het over, nu is het over."
Maar de tranen bleven weg. Voor Loek Her
mans geen gebroken hart na sportief ver
lies. „Nee hoor, ik ben altijd goed geweest
in relativeren, als kleine jongen al."
In de winter, als er buiten geen bal rolt,
zoekt hij de fysieke uitdaging op de
sneeuwhellingen. „Dan sta je op een berg,
2800 meter hoog en zie je het dal op 1200
meter. Daar denk ik één ding: hoe kom ik
zo goed en zo snel mogelijk beneden? De
geest is dan schoon, helemaal leeg." Niet
meer nadenken in de Alpen, het is de groot
ste tegenstelling met bestuurlijk Leeuwar
den.
Sneeuw, ijs. Dan denkt iedereen ook aan de
Elfstedentocht. „Het summum van de
sportbeleving", vindt Hermans. In januari,
's ochtends om kwart over zes was hij bij de
start van de toerrijders, de oude garde. „Ze
stonden daar allemaal van: we willen los.
Op dat moment hadden ze tien jaar ge
wacht. Ik zei: sterkte. Een man antwoordde:
'Sterkte? Joh, dit is de dag van mijn leven'."
De commissaris voelde wel enige jaloezie.
„Een moment, ja. Ik kan namelijk niet
schaatsen." Hij kijkt een beetje onmachtig.
„Maar ik zou het wel moeten kunnen."
Cuba
Hermans groeide op in de jaren zestig, een
mooie tijd voor een tiener die veel van de
wereld wil weten. Het kabinet-Cals viel,
- 'dat vond ik een broedermoord' - de Ber-
lijnse muur werd gebouwd, en dan was er
Loek Hermans werd liberaal uit protest tegen opgelegde ideologieën.
natuurlijk de Cuba-crisis in 1962. Thuis in
Arnhem stonden er onder de trap goud
kleurige blikken met biscuits voor het geval
er oorlog en honger zouden komen. „Ik liep
met mijn moeder door de straat. Het laatste
nieuws over Cuba kwam uit radio's in de
winkels. Als kind maakt dat een enorme in
druk op je."
Hij schoof Karl May en Arendsoog in die ja
ren aan de kant - 'die vond ik flauw, te ro
mantisch' - en koos voor de historische kin
derboeken met titels als 'Onder de Duitse
hiel' en 'De Noormannen'. Op televisie
volgde hij de serie 'De Tweede Wereldoor
log' met G.B.J. Hiltermann, en hij zag ook
alle afleveringen van 'De Bezetting' van Lou
de Jong. Zo ontstond zijn grootste passie:
geschiedenis. Niet zozeer de feitjes, maar
het waaróm, dat boeit hem.
Honger naar kennis is er altijd. „Jo Ritzen
belde me: 'Kun jij eens kijken naar de stu
diefinanciering?' Ik zei: daar weet ik niks
vanaf. Toen zei hij: mooi, er zijn al zoveel
mensen die er een mening over hebben.' Ik
heb me daar vervolgens als voorzitter van
een studiecommissie helemaal in verdiept.
Prachtig vind ik dat.
Veel tegelijk doen, in het voortgezet onder
wijs ging dat bijna mis. Als zestienjarige
haalde Hermans matige cijfers omdat hij
vooral met sport en uitgaan bezig was. In
een internaat in Kerkrade kwam hij twee
jaar tussen de boeken terecht, een periode
waar hij tevreden op terugkijkt. „Ik werd
zelfstandig. Thuis zocht je altijd naar excu
ses om iets niet te doen, maar dat was daar
onmogelijk. Ik kon niet weg, dus ging ik
maar studeren."
Die discipline raakte hij nooit meer kwijt.
Lachend: „Toen ik in Nijmegen ging stude
ren, werd ik nog jarenlang elke ochtend om
twee minuten voor zeven wakker. Op dat
tijdstip werd je in het internaat met een bel
gewekt."
Universiteit
Op de Katholieke Universiteit in Nijmegen
stortte Hermans zich op bestuurskunde. Hij
belandde in een links ldimaat, zo bejubeld
en verguisd dat er werd g<
Moskou aan de Waal. „Je
maoïst of trotskist zijn, anders
negeerd." Dat was het sein om
de WD te kiezen, liberaal uit
opgelegde ideologieën. „Ik
kwaad worden als mensen een oepe
kijk hebben op problemen en
blijven doordrammen en niet in de j
hebben dat er een veel bredere
hen heen ligt."
Het vice-voorzitterschap van de JO\'
1972, was het begin van het pad
tieke volwassenheid. De normer
den uit het rooms-katholieke ne:
hij nooit uit het oog. Hermans is
vraagt soms bij officiële gelegenhedf
stilte voor de maaltijd. „Iedereen wat
netjes. En dan blijkt achteraf dat nr
anders gebeden heeft."
Hij zoekt niet overal een antwoord
lijkt een wat negatief Godsbeeld, m
loof kan nooit op bewijzen zijn geb
Het is een kwestie van jezelf overge\
Een grote inspiratie voor hem is de
van zijn moeder, de hulpbisschop v
mgr. Gijsen. „Die man praat uit de
is onthecht van het materiële, het a
was een keer bij hem toen ik een m
zag liggen. Hij zag me kijken en zei:
dat boek maar mee'. Toen vroeg ik:
vind je dat boek zelf niet mooi?' Hij
woordde: 'Ja natuurlijk, daarom ma
ook hebben.' En zo is het ook: je gee
leen dingen weg als je ze zelf mooi
Tegenwoordig is het moeilijk om t<
ven, om waardig te leven. Mensen
ren elkaar niet meer. Daarom kan h
straat uit de hand lopen. Vooral de
vloed bedreigt het intellect van de s:
ving, vindt Hermans. „Van te veel
kun je oppervlakkig worden." De ke
daar volgens hem ook voor oppasse
kent nog een oude wijsheid, die hij
dachten wel eens uitspreekt. „Toen
ken van hout waren, waren de chris
van goud. En toen de kerken van g
ren, waren de christenen van hout.