'Niemand begrijpt het, zelfs de dader, niet' JyI Achternamen ZATERDAG 26 APRIL 1997 Waarom wordteen mens een onmens? Waarom schopt iemand op een zaterdagavond 'zomaar' een ander dood? Met andere woorden: waardoor wordt een mens een onmens? Kunnen we daar achter komen of laat de geest zich niet vangen? Zoektocht naar de randen van de psyche, nu afgelopen week de rechtszaak werd hervat tegen de jongen die in Amsterdam Joes Kloppenburgdoodschopte. Op een zaterdagavond in au gustus ziet Joes Kloppen burg toevallig hoe een groepje jongeren iemand in elkaar schopt. „Hé, moet dat nou?", roept hij naar de vechtersbazen, die meteen op hem afstormen. Eén jongen is zo door het dolle heen, dat hij Joes, net 26 jaar, dood schopt. Drie maanden later zegt de dader, de 21-jarige J.R.L., in de rechts zaal snikkend dat het niet zijn bedoeling is geweest de Badhoevedorper te ver moorden. „Ik weet dat iedereen mij ziet als een beest, maar dat ben ik niet". Verschillende deskundigen hebben de dader onderzocht. De conclusies liepen uiteen van „Het meest opvallende is dat hij een normale indruk maakt" tot „Hij is beslist niet normaal." Zelfs voor erva ren psychologen en psychiaters is het dus lang niet altijd mogelijk tot een eensluidend antwoord te komen op de vraag: waarom wordt een mëns een on mens? Dat is veelbetekenend in een tijd waarin we-bijna dagelijks kennisnemen van daden van ontspoorde geesten waar we met ons verstand niet bij kunnen: Dutroux, kindermoorden, discomoor- den, voetbalmoord. Wat gebeurt er in de hoofden van mensen die tot zulke daden in staat zijn? Waarom leidt bij de ene mens een ogen schijnlijk onverklaarbare woede-aanval slechts tot het smijten mét de deur en bij een ander tot het doodschoppen van iemand die alleen maar iets roept? Waarom wordt persoon A. met een fikse slok op wel een moordenaar en de per sonen B. C. en D. nou net niet? Kunnen we, met andere woorden, de geest, en dan vooral de uithoeken, ontrafelen en daardoor mogelijk zelfs voorkomen dat sommige mensen ontsporen omdat je het gedrag kunt zien aankomen? Zo gemakkelijk is dat niet. Er zijn bij voorbeeld psychiaters die ervan over tuigd zijn dat ieder mens bij overmatig gebruik van alcohol in staat is tot moord. Als dat zo is, zou de remedie voor een hoop ellende simpel zijn: droogleggen. Maar deze stroming is in de minderheid. Dr. Joost Baneke, kli nisch en forensisch psycholoog van het Lucas-ziekenhuis in Amsterdam vindt die opvatting ónjuist. „Wat niet in je zit, komt er ook niet uit. Daarnaast geldt óók: Wat erin zit, komt eruit, maar ex cessiever. Mensen worden meestal al leen onmensen ip extreme omstandig heden. Wie agressief van aard is, zal niet snel 'zomaar' een ander vermoorden, maar de kans wordt wel groter als er in vloeden van buitenaf zijn, zoals alcohol. Dan zal hij nog agressiever worden. Het selecteert zichzelf dus uit." Delicaat De psyche is een delicaat gebied, waar van alles kan gebeuren waardoor men sen zich anders gaan gedragen. Door gaans is dat geen probleem, omdat de overgrote meerderheid van de mensheid redelijk normaal functioneert. Anders wordt het als mensen veranderen in cri minelen, in moordenaars. Dan zijn ver klaringen gewenst. „De samenleving eist tekst en uitleg, en het liefst heel snel", weet prof. Herman van Praag, hoogle raar psychiatrie aan de universiteit van Maastricht. „We willen altijd begrijpen, verklaren, want anders is het moeilijk te verhap stukken. De drang naar verklaren is een basale menselijke eigenschap en is de belangrijkste reden van onze vooruit gang, voor de ontwikkeling van het menselijk ras. De vraag: 'Waarom ge beurt dit?' is de grote drijfveer voor on derzoek. Zou die drang niet bestaan, dan was het leven grauw. Het onder scheidt ons ook van de dieren. De mens, en de mens alleen, wol weten. Als ik u een knal voor uw hoofd geef, wilt u weten waarom ik dat doe. Ben ik kwaad omdat u in mijn ogen iets ver keerds hebt gezegd? Ben ik agressief? Heb ik vanochtend misschien ruzie met mijn vrouw gehad? Als u weet dat ik het daarom doe, blijft die klap wel pijn doen, maar u kunt er toch veel beter mee leven dan wanneer ik zou zeggen dat ik het heb gedaan omdat ik het zo lekker vind of dat ik helemaal niet weet waarom ik dat soort dingen doe. Daar om maakt zo'n moord op Joes Kloppen burg zoveel los. Eigenlijk niemand be grijpt het, zelfs de dader niet. Een node loze dood, dat is onverteerbaar." Zoektocht In de zoektocht naar de randen van de psyche kunnen we tegenwoordig een eind komen, maar zelden of nooit zo ver, dat we alles begrijpen. Psycholoog Baneke: „We kunnen erachter komen hoe de structuur van de geest is, de vorm, zeg maar het raamwerk. Maar wat daar in zit, weten we vaak niet. Een deel van het menselijk gedrag, zeker geweld dadig gedrag, blijft vaak onverklaar baar." Van Praag: „Het lastige is dat de geest een mozaïek is, waarin elk klein stukje een factor is die mede het gedrag be paalt. Er is nooit één reden waarom een mens iets doet of niet doet. Er zijn hoek jes in de geest die we nooit zullen ont dekken, zelfs niet bij de mensen die het dichtst bij ons staan, die ons het meest dierbaar zijn. Daar komt het toch ook voor* dat je denkt: hoe kan hij dat nou doen? Je moet nooit pretenderen dat je een ander ten volle zult begrijpen. Een mens zal nooit een open boek zijn. In veel gevallen zeg ik daar bij: en dat moet ook niet." Het gedrag van de mens wordt in hoofdzaak bepaald door twee zaken: er felijke aanleg en de omgeving waarin hij is opgegroeid, waarbij de eerste vier, vijf jaar essentieel zijn. Baneke stelt een paar vragen: „Heeft hij veiligheid ge kend. heeft hij in voldoende mate aan dacht gehad? Dat is heel vaak niet het geval geweest bij mensen die delicten plegen. Kijk maar eens naar de kinderen in ex-Joegoslavië of Palestijnse kinderen. Die kennen alleen maar oorlog. Ze we ten niet dat er ook een ander leven mo gelijk is. Oorlog is zo vanzelfsprekend voor ze, dat ze zich daarnaar gaan ge dragen. Dat is een belangrijke reden waarom die conflicten zo eindeloos du ren." Baneke heeft als onafhankelijk ge tuige-deskundige voor de rechtbank on der meer veel rechts-extremisten onder zocht. Hij zag steeds meer overeenkom sten in de persoonlijkheidsstructuur van criminelen in die groep. „Ze zijn bijna altijd emotioneel ingeperkt en mis- groeid. Vaak zijn ze zelf slachtoffer; ze zijn mishandeld, misbruikt of verwaar loosd. Dat is geen excuus voor hun da den, maar het geeft wel een andere kijk op deze mensen." In zijn algemeenheid stelt Baneke dat criminelen de woede, agressie en fanta sieën die ze in hun leven hebben opge bouwd, op een .bepaald moment in praktijk brengen. „Dat gebeurt veelal tussen 16 en 26 jaar, en dan vooral bij mannen. Vrijwel altijd zijn alcohol en drugs in het spel, en dan vooral een combinatie van beide." Waar die opgekropte gevoelens uit voortkomen, is dus lang niet altijd dui delijk. Het kan erfelijk bepaald zijn, het kan de sociale geschiedenis zijn, het kan een combinatie van beide zijn. Van Praag vindt in elk geval dat de mens niet voorbestemd is en dus wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid heeft. „Maar soms kumien de omstandigheden der mate slecht zijn, dat je wel een Atlas moet zijn om je daaraan te onttrekken. Soms zijn de erfelijke factoren zó sterk, dat je er niet los van komt. En soms is de omgeving zó beroerd, dat het bijna niet anders kan dan dat je op het verkeerde pad komt. Op dergelijke achtergronden kun je altijd een beroep doen om je te verontschuldigen voor je gedrag, maar zelfs dat is niet onbegrensd. Tenslotte zijn er ook mensen die ogenschijnlijk èl- les tegen hebben en zich er toch aan ontworstelen." Fantasie „In de basis zijn we allemaal dezelfde mensen", zegt Baneke. „We hebben al lemaal fantasieën waarin best gruwelijke dingen gebeuren. Maar accepteer je dat van jezelf? Als je dat niet doet, is de kans groter dat het in werkelijkheid gebeurt. Bij gewone mensen blijven het fantasie- en, bij criminelen worden ze werkelijk heid. Waar velen hun plotselinge woede koeien op een deur, doet een crimineel dat op een persoon. Maar voor hem is dat dan hetzelfde als voor ons die deur. De dader heeft vaak niet in de gaten dat hij een mens vermoordt, hij beleeft zijn daad alsof hij die deur vernielt." De meeste, zo niet alle mensen, zijn niet vies van geweld, schrijft de Gro ningse psycholoog dr. Hans van der Dennen in zijn proefschrift over de rechtvaardiging van geweld. „Mensen onderhouden een haat-liefdeverhouding met geweld, of houden van geweld, soms in het geniep, soms zeer openlijk. Afgebeeld geweld, zelfs het meest wrede en sadistische, wekt niet alleen maar af keer, walging, maar tevens vreemde, soms beangstigende lustgevoelens." En, schrijft hij, mensen zijn verbluffend vin dingrijk wanneer het erom gaat het ei gen geweld goed te praten. „De schuld van het geweld ligt meestal bij de andere partij, zelden bij onszelf." Van der Dennen is ervan overtuigd dat het plegen van geweld niet is aange boren en evenmin voortkomt uit drang of drift. Het toeval speelt wel een grote rol. Als bij iemand de stoppen doorslaan, ligt er vaak ook net een mes op het aanrecht. „Ja", zegt Baneke, „dat soort praktische dingen speelt een belangrijke rol. Ik maak dat zo vaak mee. Pas nog zat hier tegenover me een jongen die zijn vrien din het hoofd heeft afgehakt met een broodmes. Hij was door het dolle heen, maar hij maakte wel duidelijk dat als dat mes er niet had gelegen, hij het ook niet was gaan zoeken." Geen monster Overigens, zegt Baneke, zag hij helemaal geen monster toen die jongeman tegen over hem zat. Maar soms, stelt Van Praag, is dat wel het geval. „Dan kun je niet anders dan constateren dat je te genover een hele grote klootzak zit. Voor psychiaters is het moeilijk te erkennen dat sommige mensen eenvoudig niet deugen, maar ze bestaan: lieden die bij hun volle verstand de meest verschrik kelijke dingen doen. Ze genieten van hun daden, hebben er sterke lustgevoe lens bij. Dutroux is daarvan het schok kendste voorbeeld. Voor die daden be staat geen enkele verontschuldiging. De vraag is onderhand: moetje die mensen eigenlijk nog wel helpen? Misschien moeten we al die energie niet meer aan hen besteden, maar aan anderen bij wie nog wel iets te bereiken is. Maar het blijft ingewikkeld, want de grens tussen slecht en ziek is moeilijk aan te geven." Baneke: „Mensen zonder geweten be staan. Het gebeurt mij ook wel eens dat ik denk: wat een verschrikkelijke engerd is dit, die moeten we maar niet meer be handelen, maar tot zijn dood achter slot en grendel houden. Dat dénk ik dus wel eens, maar het is beslist niet mijn over tuiging. Ik vind wel dat je mensen die kinderen op gewelddadige wijze mis bruikt hebben, die op geen enkele ma nier te behandelen zijn en bij wie je op geen enkele manier hun drift kunt in perken, soms alleen nog maar kunt op sluiten. Maar of je die voor altijd uit de samenleving kunt verbannen, is voor mij een vraag. Wat voor vreselijke daden mensen ook hebben gepleegd, in de grote meer derheid van de gevallen zijn dat toch mensen die ook goede kanten hebben. Mensen bij wie je de kans hebt hun door omstandigheden ontspoorde geest met een goede begeleiding in een tbs-klin- kiek nog te repareren. Wil je dat probe ren, dan moet het zo jong mogelijk en zo snel mogelijk. Als je jeugdige misda digers een aantal jaren in de bajes stopt, dan komen ze er geheid uit als zware criminelen, dan zijn ze verloren. Bij elke zaak, hoe erg ook, moet je kijken: is ie mand nog te veranderen, en: hoeveel?" Van Praag: „Hoe meer factoren de ontsporing hebben veroorzaakt, hoe moeilijker echte genezing is." Psychopaten Een ander probleem dat daarbij komt kijken, is dat menig misdadiger iedereen voor de gek kan houden, inclusief psy chologen en psychiaters. Ze kunnen je laten denken dat ze anders zijn, dat ze geen beest zijn, dat ze door een behan deling werkelijk een ander mens zijn ge worden. Zeker als ze intelligent zijn. Veel seriemoordenaars bijvoorbeeld hebben een uitzonderlijk hoog IQ en spelen niet zelden een spelletje met de politie door de lichamen van hun slachtoffers zoda nig te verminken, dat de politie tot het uiterste moet gaan om erachter te ko men om wie het gaat. De dader zegt: pak me dan, als je kan. Dat zijn de psychopaten, meesters in de misleiding. Ze doen zich voor als de meest aimabele mensen, vol begrip, maar zijn uit op iets anders. Soms is dat moord, vaker echter gaat het om eigen gewin, in de vorm van macht of geld. Dat lukt vaak, omdat een psychopaat ei genschappen kan spelen die hij in wer kelijkheid helemaal niet heeft. De be langrijkste daarvan is gevoel. Hij heeft geen gevoel, maar kan anderen doen ge loven dat hij dat wel heeft. Daardoor kan hij anderen voor zich winnen en uitein delijk zijn slag slaan. Baneke: „Er zijn zoveel psychopaten, dat houd je niet voor mogelijk, er zitten er veel meer buiten de kliniek dan erin. Er zijn zat slimme psychopaten die nooit met justitie in contact komen. Sterker nog, er zitten ook psychopaten in de top van het bedrijfsleven of in de politiek. Dan heb ik het natuurlijk niet over psychopatische moordenaars, hè. Ik doel in dit verband op topmanagers die zonder enig mededogen hun bedrijf oplichten dan wel zichzelf verrijken en tegelijk duizenden mensen ontslaan. Denk maar aan zo'n bericht in de krant over een directeur van een bedrijf die er met miljoenen vandoor is gegaan en daar totaal geen berouw van heeft. Als je met ze praat, zie je dat ze na verloop van tijd dingen verzwijgen en vooral dat ze nooit echt meevoelen met andere men sen. Juist dat laatste is zo kenmerkend voor psychopaten. Geheim Dat alles is wat psychiaters 'het geheim' noemen. Het geheim dat ieder mens bij zich draagt, en waar psychiaters altijd naar op zoek zijn. Soms vinden ze het en is het gedrag te verklaren, soms komen ze er niet achter. En soms dénken ze het gevonden te hebben, maar blijkt de geest toch weer anders in elkaar te zit ten. De psychologische onderzoeken van de moordenaar van Joes Kloppenburg staan model voor die ingewikkelde zoek tocht door de geest. De dader betuigt huilend zijn spijt, zegt dat hij geen beest is, laat zien dat hij een geweten heeft. Maar had hij medelijden met het slacht offer en diens familie of alleen met zich zelf? En wat betekent het dat hij eerder ook al betrokken was bij gewelddadighe den, van licht tot ernstig? Bovendien: hij maakte op die bewuste avond deel uit van een groep waarvan iederéén idioot veel had gezopen. Al die jongens hebben staan schoppen, maar de een na de ander is ermee gestopt. Waarom is alleen L. doorgegaan tot de student dood was? In het Pieter Baan Centrum buigen zich momenteel wéér andere deskundi gen over hem. Opnieuw probeert men erachter te komen in hoeverre het gaat om een ontspoorde geest die nog in het gareel te krijgen is, dan wel of het een jongen is die heel goed weet wat het ver schil tussen goed en kwaad is, maar ge woon niet deugt. Het antwoord is bepa lend voor de straf, omdat duidelijk moet worden hoe lang de samenleving tegen hem beschermd moet worden. Zoals in alle gevallen gaat het ook in deze zaak om de vraag of hij een schaap is dat door een mix van oorzaken een leeuw is geworden of een leeuw die zich voordoet als schaap. Van Praag: „Er zijn nuances, maar uiteindelijk maak je van een leeuw geen schaap en van een schaap geen leeuw." Onze Taal Vorige week belde ik naar de NPS in Hil versum. Ik doe wel eens wat voor de NPS, ik krijg daar ook geld voor, en dat moet ik dan doorgeven aan de belas tingdienst. Meestal krijg je daarvoor een jaaroverzichtje. Maar omdat ik dat nog niet ontvangen had, ging ik maar eens bellen. Vriendelijke juffrouw. Ben ik het kwijtgeraakt, of is het nooit verstuurd? Kunt u dat voor me nakijken? Ja, dat kon. Wat m'n sofinummer was. Dat had ik niet bij de hand, maar ik zei hoe ik heette, waar ik woonde en wanneer ik geboren was; is dat niet genoeg? Nee, ze moest het sofinummer weten, want u begrijpt wel, het gaat om persoonlijke gegevens; dat sofinummer was absoluut noodzakelijk om ook maar iets voor me te kunnen doen. Vriendelijke juffrouw, zeer zeker, maar be grijpen doe ik het niet. Als een kwaadwil lend persoon zich aan de telefoon voor mij uitgeeft, mijn naam, adres en geboorteda tum noemt, dan kan die persoon toch even zeer mijn sofinummer opgeven? Weg priva cy. Ze was bereid het allemaal nog eens uit te leggen, werkelijk heel vriendelijk, maar ik zei: nee, laat u maar, ik zal mijn sofinum mer opdelven en morgen opnieuw bellen. Je naam, je adres, je geboortedatum, het is allemaal niet zo identificerend als je so finummer. Dat ben je pas echt. Met privacy heeft het weinig te maken, lijkt me. Alleen je nummer is je unieke, onverwisselbare ei genheid. Henk de Vries of Leo Dubbeldam? Zo kunnen er meer heten. Er kunnen er zelfs meer op 't zelfde adres wonen. Met de zelfde schoenmaat. Alleen je nummer is ab soluut onderscheidend. Dat kan ik begrij pen. Er is geen reden om daar somber over te doen. Er is niets mis met een uniek nummer. Voor mij is het lastig want ik kan mezelf niet onthouden, maar dat is alles. Wanneer overheden en instanties ons als nummer registreren, is dat niet onpersoon lijker dan als Henk de Vries of Leo Dub beldam. Namen zijn enkel maar makkelij ker te onthouden, zodat we niet bang hoe ven te zijn dat we in de toekomst op een re ceptie onszelf zullen moeten voorstellen met ons nummer. 092-65813-36,014- 75526-15, aangenaam! Gekheid. Men moet daar niet sentimenteel over doen, over die nummers. Wel heb ik het idee dat er op dit punt wer kelijk iets verandert. Latere generaties zul len het beter overzien, zoals wij nu beter zicht hebben op de invoering van de bur gerlijke stand in de napoleontische tijd. Men heeft dat destijds niet altijd goed be grepen, en soms uit dwarsigheid allerlei gekke achternamen opgegeven. Maar was eenmaal Naaktgeboren of Poepjes geregi streerd, dan zaten ook de kinderen en de kindskinderen eraan vast. Tot in lengte van dagen. Nee, niet tot in lengte van dagen. Tot 1 ja nuari 1998. Altijd nog een kleine 200 jaar, maar het systeem loopt af. Het sys teem van de automatische overerving van de achternaam van de vader op de kinde ren, dat loopt af. Er is een wet in de maak die daLgrondig zal veranderen. Ouders zul len straks mogen kiezen welke achternaam hun kinderen zullen hebben. Voorlopig is de keuze beperkt: ze mogen kiezen uit de achternaam van de vader of de achternaam van de moeder. Ik zie dat als een eerste stap. Komt er ruimte voor keuze, dan zal straks die keuze ruimer worden. Van geen keus naar wel keus is een principiële stap; van keuze uit twee naar keuze uit meer, dat is een detail. Ik weet niet hoe u daarover denkt. Sommi ge mensen vinden het vreselijk, andere noemen het een grote vooruitgang. Ik ben neutraal. Ik zie dit liever in breed cultuur historisch perspectief. Ik bedoel dit: het is niet zo belangrijk of je voor of tegen bent. Belangrijker is het om te zien dat achterna men in onze cultuur, eind 20ste eeuw, on belangrijker worden. Want ik denk dat er verband is tussen aan de ene kant die nieu we wet op de achternamen en anderzijds het groeiend belang van het sofinummer. In beide ontwikkelingen blijkt dat we achter namen minder belangrijk zijn gaan vinden. Zo'n wet zou eventueel wel tegen te houden zijn, maar zo'n ontwikkeling niet. Ik vind dat je maar beter wetten kunt hebben die passen bij de geest van de tijd dan wetten die eigenlijk bij een voorbije periode horen. Wat er de oorzaak van is, weet ik niet. Misschien komt het een beetje door de computer, die secuurder met getallen om gaat dan met namen. Zeker speelt ook de grotere gelijkheid van man en vrouw een rol. Waarschijnlijk ook het feit dat binnen het huidige systeem er geen nieuwe namen bij komen maar wel meer mensen, zodat vanzelf steeds meer mensen dezelfde naam dragen. Maar daarmee is vast niet alles ver klaard. Ik weet het niet. Trouwens, met het onthouden van namen heb ik ook grote moeite.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43