Leiderdorp begint langzaamaan iets weg te krijgen van Singapore. Jongeren die een papiertje op straat gooien krijgen er twintig stokslagen. Dat papiertje hoort in de vuilnisbak, en die vuilnisbak hangt aan een paal onder een af dakje dat daar jongerenontmoetingsplaats heet. Daarvan zijn er in totaal zes. En dat in een dorp waar naar schatting driehonderd jongeren zich wel eens op straat vermaken. De politie heeft van de gemeente een vrij brief gekregen om buiten die zes biggen- stalletjes iedereen die jonger is dan 25 jaar te bekeuren. Je stem verheffen is voldoende voor een boete. Een schop tegen een blikje geven ook. Eigenlijk mag je in Leiderdorp gewoon niet jong zijn. Dan word je op de bon geslingerd. De Staat der Nederlanden loopt lekker binnen door dit revolutionaire jeugdbeleid van wethouder Carla Kerner (CDA) en consorten. 'Ik ken de vervuiling nu alleen maar van foto's' Het is dorp binnen de stady Leiden Regio j j tRDAG 26 APRIL 1997 CHEF HANS JACOBS, 071 -5356414, PLV -CHEF RUDOLF KLEIJN, 071 -5356436 Drie Leidse jongeren voor milieureis naar Baltische staten !EN DIMITRI WALBEEK heb er zoveel over gelezen, nu ga ik er eindelijk zelf 1 si >n. Het meest vervuilde ge il van Europa, in het noor- i van Estland. Ik ken het nu binalleen van foto's. En ik es dat als ik de vervuiling in 4 iecht zie, de schok alleen itsl !ar groter zal zijn", zegt Clai- Vreeburg uit Leiden. 22-jarige studente Milieu- nde is vanochtend samen regiogenoten Jaap Vink uit len en Maarten van der ieg uit Noordwijk per vlieg- g vertrokken naar Vilnius, de afdstad van Litouwen. Daar n j Egen ze zich bij zo'n dertig lere Europese jongeren voor twee weken durende ieureis door Litouwen, Let- d en Estland. De deelne- irs komen uit zowel West- Oost-Europa, meeste van hen zijn, net de milieustudenten uit de dse regio, bijzonder geïnte- y seerd in milieu. „Maar ik ga t alleen voor die vervuilde uur hoor. Want in Estland I je van die schitterende ei- den, die we ook bezoeken", ,'olgt Vreeburg. Overdag is agenda van de jongeren jrnamelijk gevuld met ieu-uitstapjes. Ze bezoeken oude Sovjet-kazerne, onge- rg ne natuurparken en diverse arnaast ontmoeten ze elke 5 weer diverse politici en ïbtenaren die hun zegje over milieu plichtmatig opdreu- I. Vreeburg is zich daarvan Mist. „We krijgen vast niet al edetailleerde informatie, er een globale indruk. Dat akt trouwens niet zo veel Ik weet niet hoe veel de an- :e jongeren over milieukun- weten, maar ik weet nu al- g.( n van alles een beetje", zegt tweedejaars studente, tijdens de reis door de drie id tische staten het milieu aa! erdag het belangrijkste ge- rooi [eksonderwerp is, blijkt voor «burg zeker niet de enige len om mee te gaan. „Ik ben iral benieuwd naar die iep jongeren. Dat telt net zo v ne zwaar. Ik was ook meegegaan met elk ander thema." De uit wisseling tussen de Oost-en West-Europese jongeren is ook de oorspronkelijke drijfveer van deze reis. Doel is de Eu ropese jongeren met elkaar kennis te laten maken. De or ganisator, Stichting Internatio nale Jongeren Uitwisselingen (SIJU), heeft daarvoor zelfs een subsidie gekregen van de Eu ropese Unie. De reis was daar door relatief goedkoop; zeven honderd gulden, inclusief eten en overnachtingen. Naast de 'confrontatie' met de jongeren uit andere landen lonken voor Vreeburg ook de landen van bestemming. „Ik De Estse hoofd stad Tallinn is het eindpunt van de milieur- reis voor jonge ren. FOTO HANS JACOBS ben nog nooit in Oost-Europa geweest. Dat wil ik ook wel eens zien. Mijn ouders waren wel een keer in Rusland. Van hen weet ik dat daar alles heel armoedig was. Maar in Litou wen, en vooral Letland en Est land, lijkt dat allemaal weer mee te vallen. We zullen zien", zegt Vreeburg. Waarin deze week: Pex Langenberg het wieltje nog eens ronddraait en Leiderdorp hoe langer hoe meer op Singapore gaat lijken. In de maneschijn, in de maneschijn, klom ik op een trapje naar het raam- ko-zijn. Dat zong Tom Kok na zijn verkiezing tot landelijk voorzitter van D66. Wethouder Pex Langenberg (D66) had deze week in de gemeenteraad zijn betoog over bestuurlijke vernieuwing ook net zo goed achterwege kunnen laten. Draai het wieltje nog eens rond, klap eens in je handjes, had- ie moeten zingen. En misschien had Pex, in navolging van dappere Kok, alle landelijke bladen gehaald. Hoera voor weer zo'n dek selse Democraat! Maar anders dan Kok met zijn maneschijn- flauwekul zou Langenberg dan een lied met een diepe betekenis hebben gezongen. Want dat is bestuurlijke vernieuwing: draai het wieltje nog eens rond... Dat werd uit het causerietje van Langenberg bij de verkie zing van zijn partijgenoot Alexander Pecht- old tot wethouder pijnlijk duidelijk. Had Pechtold gewoon de baan van zijn voorganger Hans de Goede overgenomen, dan was hij nu wethouder voor milieu, sport en welzijn. Maar dat zijn drie dingen waar hij geen verstand van heeft. Dus deed hij 'welzijn' over aan Langenberg. Hij kreeg er 'cultuur' voor terug. Een vorm van poli tiek kwartetten waar de WD het zuur van kreeg. Want nu moesten de politieke partij en de commissies ook opnieuw verdelen, wilden de raadsleden zich nog met het be leidsterrein van hun keuze kunnen bemoei en. Het bracht WD'er Alexander Geertsema tot het voorstel, dat de wethouders maar moes ten gaan 'reizen'. De commissie milieu, sport en welzijn zou de commissie milieu, sport en welzijn blijven. En als het in die commissie over welzijn ging moest Langen berg de deur uit en Pechtold naar binnen. En bij de commissie verkeer, bestuurlijke vernieuwing en cultuur precies andersom. Maar de wethouders wilden niet reizen. En toen kwam Langenberg met zijn verbijs terende weerwoord op het idee van de WD. Dat idee was niet bestuurlijk vernieuwend, zei hij. Als de liberalen hadden voorgesteld alle wethouders een 'samenhangende por tefeuille' te geven, dan zouden ze pas lekker vernieuwend bezig zijn geweest. En daarmee beet het D66-stokpaard van de bestuurlijke vernieuwing zich al na drie jaar ongenadig in de eigen staart. Want wat ge beurde er in 1994? Beleid werd uiteengera feld en bij verschillende wethouders onder gebracht. De ene wethouder moest milieu beleid bedenken, de ander zorgen dat het vuilnis werd opgehaald. De een ging zich bemoeien met rijdend, de ander met stil De ideale Leiderdorpse hangplek. staand verkeer. Deze wethouder deed zorg, die weer welzijn. Weg met de samenhang! Dat heette toen nog bestuurlijke vernieu wing. Maar Langenberg draaide het wieltje nog eens om. Hij klapte in zijn handjes en toen was alles weer bij het oude. Bestuurlijke vernieuwing is inmiddels omgedoopt tot vernieuwend besturen. Een oproep tot bur gerfatsoen bij ambtenaren heet nu 'integra le kwaliteitsbewaking'. Maar de post wordt nog steeds niet beantwoord en de telefoon niet opgenomen. Er is absoluut, maar dan ook ab-so-luut, FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD geen sprake van een razzia, zegt de politie. Maar enig sadisme is de Leiderdorpse wijk agent niet vreemd. Als er paaltjes op een pleintje staan, en jongeren gaan daar op zit ten, dan stelt Bromsnor voor om op die paaltjes een gemene scherpe punt te ma ken. Dat zal ze leren samen te klonteren in de buurt van woonhuizen! Leiden gaat op de Breestraat piramides neerzetten om het sluipverkeer tegen te houden. Die verdwijnen in het wegdek als de bus of de ambulance eraan komt. Elders in het land schieten die piramides ook wei eens onverhoeds omhoog, net op het mo ment dat er een auto overheen rijdt. Dat geeft lelijke gaten in het chassis. Misschien een ideetje voor Leiderdorp. Paaltjes op ille gale hangplekken die af en toe onverwacht omhoog schietqii. Ter bestrijding van sluip- jongeren die zich buiten de hangplek op houden. Of hangplekken bouwen in moe rassen. Blublublub, daar gaat ons jongeren- probleem. Een jongerenprobleem? Leiderdorp heeft een ouderenprobleem! Driehonderd jonge ren hangen er rond op straat. Honderden ouderen vervelen zich te pletter en staan, verdekt opgesteld achter het gordijn, zich te ergeren aan al die jongens en meisjes die het op straat naar hun zin hebben, 't Moest verboden worden, mopperen ze. Misschien kan Leiderdorp het zo regelen dat iedereen daar volwassen ter wereld komt.,Maar dan heb je weer een ander pro bleem. Dan hebben ze niks meer om zich aan te ergeren. AAD RIETVELD De hele Maredijk moest maar tegen de vlakte. Net als de huisjes van de straatjes eromheen en de huisjes van Groenoord. Ze waren immers niet al te best meer die pandjes. En altijd maar weer die op knapbeurten, dat zou te veel geld kosten. Boven dien lag de Maredijk en de rest van de buurt enorm geïsoleerd, omsloten door kantoren. Waar om dan niet het hele stuk volzetten met kantoren? Zo dachten burgemeester en wethouders van Lei den er een jaar of vijf geleden over. Dat betekende paniek in de tent. De bewoners eis ten van de gemeente dat de buurt ten minste 35 jaar in dezelfde vorm zou worden gehandhaafd. De onzekerheid duurde maai" een maand of wat. De bewoners kregen hun zin toen de gemeenteraad inderdaad op papier zette dat de buurt gehand haafd moest blijven. „Een beetje ongerust waren w'e wel, maar gewanhoopt hebben we nooit." Bets Sassen (65) van groente- en fruitzaak Het Mare- dijkje kan er nu zelfs wel om lachen. „Toen we van die plannen hoorden hebben we hier een bordje 'Te koop' voor het raam gehangen. Voor de gein. Maar de buurt stond op zijn achterste benen. De mensen hadden zoiets van: als z'e van Sassen weg gaan, ga ik ook weg, dan is de buurt de buurt niet meer, die zaak zit er al zo lang. Maar ach, al gauw was er een gevoel van eensgezindheid: de Maredijk weg? Dat gebeurt nooit, die bestaat al zo lang." De Maredijk is inderdaad een ouwetje. Al in de vroege Middeleeuwen komt die naam in de Leidse geschriften voor, al was er nog geen sprake van be woning van de weg die, zoals de naam al doet ver moeden, langs het water van de Mare liep. De hui dige Maredijk - de oudste huizen die er staan zijn ongeveer een eeuw oud - bestaat uit een paar de len die uiterlijk nogal van elkaar verschillen. Vanaf de Rijnsburgersingel eerst een smal stuk, dan een breder stuk met een pleintje, weer een smal stuk met maar aan één kant huizen, en het stukje aan de overkant van de Willem de Zwijgerlaan. Dat is al een hele tijd zo. Al is het uitzicht van de huizen, met name op het laatste stuk tot aan de Willem de Zwijgerlaan, de laatste jaren enorm ver anderd. Het ene kantoor na het andere verrijst im mers op het gebied rpnd het Schuttersveld. Ans Al- ting (66), die samen met haar zus Ina (68) op num mer 145 woont, kan het zich nog levendig herinne ren. „Ik ben hier in 1940 komen wonen. Toen was het hier heel landelijk. De Maredijk was nog echt een dijk die het water tegen moest houden. We ke ken uit op de weilanden. De koeien en paarden lie pen als het ware voor je deur. Het hele Schutters veld was nog een weiland, tot aan de spoorlijn toe. En als we op de eerste verdieping gingen staan, Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag de Maredijk in Leiden. De Maredijk in beeld: eerst een smal stuk e „Het is hier zo langzamerhand helemaal volge bouwd. Ze zijn nu bezig fnet het laatste stukje, recht voor onze neus. Daar komt een hoog kan toorgebouw met een parkeergarage. Jammer, mijn moeder kocht dit huis nog vanwege de landelijke ligging. Toch is de buurt zelf wel leuk vooruitge gaan hoor. Het is hier al nooit een achterbuurt ge weest, maar nu helemaal niet meer. De mensen hier zijn zo bezig met hun huizen. Die worden mooi geschilderd. Of ze krijgen nieuwe kozijnen. Dat maakt de straat erg gezellig." Kortom van verpaupering, waarvan de gemeente een paar jaar geleden sprak, is volgens haar abso-. van der Mark (68), een andere 'oudgediende' op de Maredijk. Sind£ 1947 woont hij op de Maredijk, toen zijn vader het loodgietersbedrijf van een oom kocht. Frits nam de zaak weer over van zijn vader. Nu zwaait zoon Wim er sinds een paar jaar de scepter. „Dat is al een hele tijd Van der Mark aan de Maredijk, ja. Waarom ook niet. Ik vind het hier geweldig. De buurt van vroeger was eigenlijk net als nu: rustig en netjes. De mensen doen veel aan hun huizen. Ik moet wel zeggen dat ik toch heel eventjes bang ben geweest voor verpaupering." Een paar jaar geleden was dat. Omdat de kwaliteit van de huizen inderdaad achteruitging. Maar ook ergens halverwege. „Hoe iemand zijn brood wil verdienen, moet-ie zelf weten. Maar een seksclub in een kinderrijke buurt, dat kan natuurlijk nooit." Van der Mark stond niet alleen in zijn oordeel. Een groot aantal buurtbewoners probeerde de club weg te krijgen. Zo postten ze een tijd 's avonds voor de club en knoopten een praatje aan met po tentiële bezoekers, van wie de meeste eieren voor hun geld kozen en verdwenen. De seksclub hield het niet lang vol. Tot groot genoegen van de buurt. „De rust is weergekeerd", zegt Van der Mark. „Voor iedereen." Rust. Dat was ook een van de redenen waarom een huis kocht op de Maredijk. Op nummer 52. „De Maredijk ligt dicht bij het centrum. En hier vandaan ben je ook zo weer de stad uit. De Mare dijk ligt vlak bij het station. Dat is handig voor je bezoek. En ja: het,is ook een dorp binnen de stad. Heel rustig. Bijna geen 'doorgaande straat'. Met een eigen sfeer. Heel gemêleerd qua samenstelling: Turken, Marokkanen, Indische mensen, autochto ne Leidenaars, studenten, oud en jong." „Het is een gezellige buurt", zegt Stefan Bais, van studentenhuis l'Omerta, op nummer 85A.Op het pleintje hiervoor voetballen we vaak. Met de jon gens uit de buurt. Het is echt een volksbuurt. En een hechte buurt. Ik woon hier pas een halfjaar, maar ik had meteen in de gaten hoe makkelijk men hier contact legt. Op straat. Je loopt hier de deur uit en dan is het meteen hallo en een babbel tje." Dat is wel waar, zegt Piet Sassen (68), die zijn hele leven op de Maredijk heeft gewoond en de groen te- en fruitzaak van zijn vader overnam. „Maar de sf^er is toch wel een tikkeltje anders dan vroeger." De straat zat ook vol met middenstanders. Fietsen maker Daaf Rothert, mevrouw Bink met haar ga ren en band („later was dat mevrouw Gulde- mond"), de melkboers Van Dijk en Holst en later Van der Geest, behalve de zaak van vader Sassen ook nog eens de groenteboeren Laurier en Geer- lings, een paar kruideniers zoals De Boer en Arie van Egmond; het zijn zomaar wat namen die naar boven komen. Nu is het winkeltje van Sassen nog het enige winkeltje in de straat. Sassen: „Vroeger was het hier echt een soort Jor- daan. Vrouwen die met een schort voor hier de winkel binnenkwamen en zeiden: gooi hier maar in. Er was ook weinig import. Daar bedoel ik mee: de mensen bleven hier jaaaren wonen. En hun kin deren ook. Als je zo lang ergens woont, krijg je toch een band met de buurt en de mensen die er wo nen. Tegenwoordig is dat anders. Er is steeds meer verloop. Laatst stond ik in de zaak en toen dacht ik: joh, ik ken hier bijna niemand meer. Allemaal nieuwe gezichten. „De huizen worden nu geregeld gekocht door mensen met een redelijke tot zeer redelijke oplei ding die aan hun eerste baan bezig zijn", zegt Ton Blok die op nummer 25 een machineconstructie bedrijf drijft. „Die groeien door in hun baan, kopen elders een groter huis en verdwijnen weer. Er is nu veel meer doorstroming dan vroeger. De contacten zijn ook minder intensief dan vroeger. Met de meeste nieuwe mensen in de straat moet je zelf contact zoeken. Vroeger was dat toch anders." Maar nieuwe mensen of niet: als het mooi weer is, dan krijgt de straat meteen weer iets volks. Dan worden de stoelen en soms zelfs een bank op straat gezegt. Frits van der Mark bijvoorbeeld, zit dan meteen buiten. En Stefan Bais heeft van zijn huisgenoten ook al begrepen dat daar de stoelen worden buitengezet. Hier en daar wordt er zelfs ontspannen gebarbecued. De Maredijk dus een oase van rust? „Nou ja, in het weekend, 's nachts om een uur of twee, drie is het wat minder rustig", zegt Fred van Immerzeel. „De Maredijk is dan een route naar de Merenwijk voor mensen die uit de kroeg komen. Dat merkje soms aan je brievenbus. Die lekt soms, of ruikt niet zo lekker. Omdat ze ertegenaan pissen. En ik had een keer mijn Fiets buiten laten staan. De volgende ochtend bleek dat de achterkant van mijn fietstas sen was afgefikt. Maar dat weegt niet op tegen alle nlncnnnlpn hier aan Ho MaroHiiL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 13