PvdA WIE DOEN ER MEE? De meeste landen voldoen al aan de inflatie- en rentenorm. Op het scorebord rechts is te zien hoe de EU-lidstaten ervoor staan. Wie in het lichtgroene gebied staat, heeft zich gekwalificeerd voor de EMU. Tot nu toe is dat alleen Luxemburg. Waarschijnlijk zullen Finland en Ierland, dat een veel te hoge staatsschuld heeft maar er in slaagt in hoog tempo deze weg te werken, ook worden toegelaten. De totstandkoming van de EMU zonder Frankrijk en Duitsland is bijna ondenkbaar. Bijna zeker zullen ook Nederland, Oostenrijk en België (alle nauw verbonden met de D-mark) mee kunnen doen. Groot-Brittannië en Denemarken behouden zich het recht voor later dan 1999 toe te treden. Italië, Spanje. Portugal en Zweden zullen nog een paar jaar moeten wachten. Griekenland kan voorlopig buiten beschouwing DE EUROPESE UNIE NU Raad van Ministers Neemt besluiten over het beleid van de Unie in de vorm van richtlijnen, verordeningen en beschikkingen. Samenstelling is afhankelijk van onderwerp. De verantwoordelijke minister van de 15 deelnemende landen neemt zitting in de Raad op het moment dat het onderwerp van gesprek in hun Regeringsleiders c.q. staatshoofden houden ten minste twee keer per jaar een bijeenkomst. Op zo'n 'top' worden de grote onderwerpen van de Europese Unie behandeld en wordt geprobeerd politieke en economische ontwikkelingen op gang te brengen door Europese Commissie i Dagelijks bestuur van de Unie Bestaat uit twintig leden die onafhankelijk staan tegenover de regeringen die hen voor vijf jaar benoemen De Europese Commissie maakt voorstellen voor het Europees beleid en is het belangrijkste uitvoerende anp - Jeroen Luizink Rob Taconis bron: EG ministerie van financiën Financial Times DE NEDERLANDERS 10 afgevaardigden Maakt deel uit van de fractie van de Europese (173 leden) 8 afgevaardigden Maakt deel uit van de fractie van de Partij van de Europese Sociaaldemocraten (217 leden) 6 afgevaardigden De grote vergaderzaal, de Hémicycle, in Straatsburg.-Hier vergadert het Europarlement elke maand één week. Verder zijn de Europarlementariërs twee weken per maand bezig met commissiewerk in Brussel. Dan volgt een vergadering van de fractie, ergens in Europa, die ook een week duurt. Maakt deel uit van de fractie van de Europese Liberale en Democratische Partij (52 leden) I 4 afgevaardigden Sinds het Verdrag van Maastricht heeft het Europarlement niet alleen een adviserende taak maar ook een vetorecht op een deel van Europese wetgeving (voornamelijk economie en handel). Het Europarlement heeft ook het laatste woord bij het goedkeuren van de begroting en de toetreding van nieuwe lidstaten. Dit vetorecht moet in de toekomst ook bij allerlei andere onderwerpen (zoals milieu of vervoer) gaan gelden. Het steeds krachtiger wordend Europees parlement is een voorstander van 'meerderheidsbesluiten' binnen de instellingen van de Europese Unie. Een belangrijk obstakel nu is dat besluiten binnen de Raad van Ministers en de Europese Raad alleen met eenparigheid tot stand kunnen komen, dus ieder land heeft vetorecht. Naarmate meer landen lid worden van de EU, wordt dit probleem alleen maar groter. Opgericht in 1975, bestaat uit vijftien leden en controleert alle financiële activiteiten van de Unie. Deze instantie ziet erop toe dat Europese regels correct worden toegepast. Het bestaat momenteel uit vijftien rechters en is gevestigd in Luxemburg. Partijen Europarlement to 1 Q ■o Q Griekenland Spanje 1 Ierland 1 1 I Nederland Oostenrijk I Portugal I Finland 1 Gr. Brittannii TOTAAL PES Party van de Europese 6 3 40 10 22 15 1 18 2 8 8 10 4 7 63 217 EVP Europese Volkspartij 7 3 47 9 30 12 4 14 2 10 6 1 4 5 19 173 UVE Unie voor Europa 2 16 7 27 3 55 ELDP Democratische Partij 6 5 2 1 1 6 1 10 1 8 6 3 2 52 ei li /Mfii Europees Unitair Links/ cUL/rloL. Noords Groen Links - 1 4 9 7 5 3 1 3 33 Groen De Groenen 2 12 2 4 1 1 1 4 27 ERA Europese Radicale Alliantie 1 1 13 2 1 2 20 ENS Europa van Nationale Staten 4 18 NI Niet-ingeschrevenen 3 11 11 5 1 31 TOTAAL 25 16 99 25 64 87 15 87 6 31 21 25 16 22 87 626 Maakt deel uit van de fractie van de Europese Liberale en Democratische Liberale Partij (52 leden) S4> gpv n run 2 afgevaardigden Maakt deel uit van fractie Europa van de Nationale Staten (18 leden) GRGENUNKS 1 afgevaardigde Maakt deel uit van de fractie De Groenen in het Europees Parlement (27 leden) VAN EEG NAAR EURO Het Verdrag van Rome: Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Italië en Frankrijk richten de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. Griekenland treedt toe. Spanje en Portugal treden toe. Ondertekening Verdrag van Maastricht over de Europese Unie. In het verdrag zijn afspraken gemaakt over de monetaire samenwerking, de buitenlandse politiek, defensiebeleid en de misdaadbestrijding. De monetaire samenwerking moet uiterlijk in 1999 leiden tot de invoering van een Begin tweede fase Economische en Monetaire Unie: oprichting Europees Monetair Instituut (EMI), als wegbereider voor de Europese Centrale Bank in Frankfurt, waar in de toekomst alle monetaire besluiten zullen worden genomen. Europese munt wordt euro. De EU-bankpresidenten kiezen een ontwerp voor het eurobankbiljet. De ministers van financiën beslissen hoe de euromunten eruit komen te zien. Ze zullen waarschijnlijk een gemeenschappelijke Europese zijde krijgen en een nationale zijde. Nederland heeft nog niet besloten, maar het ziet ernaar uit dat koningin Beatrix op de munt komt. Het is een examenjaar voor de EU-landen die willen toetreden tot de EMU. In 1997 wordt al gekeken welke landen waarschijnlijk zullen voldoen aan criteria op het terrein van inflatie, rente, overheidstekort en staatsschuld. Nederland bekleedt de eerste helft van 1997 het voorzitterschap van de Europese Unie. Minister van Buitenlandse Zaken, Hans van Mierlo, dient tijdens het Nederlandse voorzitterschap een 'restyling' rond te krijgen, die de EU klaar moet maken voor de grootste uitdagingen in de komende jaren: de invoering van euro en de toetreding van nieuwe lidstaten. Nederland denkt met name op het terrein van de besluitvorming veel te winnen. Door het vetorecht van elke lidstaat is het nu nauwelijks mogelijk binnen de EU tot een besluit te komen. Van Mierlo wil het vetorecht beperken tot enkele cruciale onderwerpen (veiligheid en defensie). Op andere terreinen moeten meerderheidsbesluiten de regel worden. In juni 1997 moeten de gesprekken over hervorming uitmonden in het Verdrag van Amsterdam. Europese Raad van regeringsleiders bepaalt welke landen de euro gaan invoeren. Oprichting Europese Centrale Bank (ECB), die samen met de nationale centrale banken het Europese Stelsel van Centrale Banken (ECSB) vormt. Elk land heeft een vertegenwoordiger in het bestuur van de ECB. De Nederlandsche Bank in Amsterdam verdwijnt niet, maar krijgt minder bevoegdheden. Zo zal de rentevoet in Nederland bijvoorbeeld door de ECB worden bepaald. De bank in Frankfurt is ook de enige die bankbiljetten in omloop mag brengen en deviezen van buiten de EU beheert. De ECB treedt in werking. Vastkoppeling wisselkoersen deelnemende landen. Vanaf dan geldt een vaste omrekenkoers tussen de valuta's van de deelnemende landen. Introductie girale euro. Uitgifte staatsobligaties in euro. Nationale munten en biljetten worden dan tot 2002 nog steeds gebruikt voor het normale betalingsverkeer. In de tussentijd bereiden financiële instellingen, bedrijven en overheden zich voor op de volledige overgang naar de euro. Het in omloop brengen van het nieuwe geld is een enorme taak; er circuleren nu ca. 12 miljard bankbiljetten in de EU- landen en 70 miljard munten. Euromunten en eurobankbiljetten worden v opgeslagen bij de centrale [f banken van de EMU-landen. Per 1 januari worden euromunten en eurobiljetten in omloop-gebracht. Vanaf 1 juli 2002 zijn nationale valuta's niet langer geldig. De euro blijft over als enig wettig betaalmiddel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 22