'Politici zijn altijd bezig met zichzelf Feiten &Meningen Droge lucht Water te over in Azië, maar niet om te drinken Ontmoeting ZATERDAG 4 JANUAR11997 U M N Dankzij deze extreme weersomstandig heden kun je overal schaatsen. Dat boe ken we aan de creditzijde. Schaatsen is namelijk, naast spelen op een groot kerkorgel en vrijen, misschien wel het leukste wat bestaat. In vroeger eeuwen is het trouwens nog veel leuker geweest. Vroor het, dan lag, terwijl je je, als je arm was onder normale omstandigheden al leen maar te voet kon verplaatsen, de hele wijde wereld voor je open. Aan de debetzijde boeken we twee dingen. De arme vogels. De lage lucht vochtigheid. Die kurkdroge lucht is een groot probleem. Er is bijna niets tegen te doen. Ik heb in de loop der jaren zowel thuis als in diverse laboratoria heel wat ervaring opgedaan met luchtbevochti gers, maar eigenlijk is er geen enkel ap paraat waarmee je de lucht probleem loos kunt bevochtigen. Het beste is nog om water op te warmen zodat er water damp in de lucht komt. In dat op gewarmde water kunnen bacte riën zich echter, zoals ik in een laboratorium te Rijswijk mocht constateren, on gebreideld ver meerderen. De meeste bacteriën zijn ongevaarlijk, maar er zit haast altijd wel een ge mene ziektever wekker tussen die in een half uur tijd tenmin ste honderd maal grootvader wordt. Werk je niet met stoom, dan heb je onder alle omstandigheden toch te ma ken met water dat op een of andere ma nier, fijn verstoven, in de lucht moet worden gebracht en in dat water ver schuilen zich altijd micro-organismen die je een loer willen draaien. Kortom, die droge lucht heb je maar te accepte ren. Voor muziekinsthimenten zoals piano's is ze echter funest. Ik verwarm de kamer waarin mijn vleugel staat daarom nu maar bij met zo'n eng Zibro Kami n kacheltje. Onder normale omstandigheden be slaan de ruiten meteen als je zo'n gea vanceerd petroleumkacheltje stookt, maar nu merk je amper dat bij 't ver branden van petroleum geweldige hoe veelheden vocht vrij komen. Wat mij altijd weer het meest verbaast van die kurkdroge lucht is dat je er zo wild van gaat dromen. In je slaap word je bezocht door visioenen met de allure van cauchemars. Wat ik de afgelopen weken al niet gedroomd heb! Regelma tig over lang vergeten oude liefdes, maar 't meest van al over mijn vader die ruim twintig jaar dood is. Ik heb hem weer springlevend voor mij gezien, terwijl het zweet van zijn voorhoofd gutste en hij erover klaagde dat 't veel te warm was- om een graf te graven. Gek genoeg kan ik mij niet herinneren dat hij ooit klaagde over warmte. Wel over vrieskou, want dan zat er hal in de grond en moest hij met een pikhouweel de bovenste laag aarde open hakken om een graf te kunnen graven. In de barre winter van '63 kreeg hij bezoek van een man die hem aankondigde dat hij bin nenkort de hand aan zichzelf zou slaan. 'Wacht alsjeblieft tot de hal uit de grond is', zei mijn vader, 'want het is nu geen doen om een graf te graven'. De zelf moordenaar liet zich gezeggen en heeft, om'mijn vader te gerieven, inderdaad tot diep in het voorjaar gewacht eer hij zichzelf verhing. De snelle opkomst van Kamerlid Peter Rehwinkel Twee jaar zit Peter Rehwinkel (PvdA) nu in de Tweede Ka mer. En hij vindt het nog steeds, in één woord, fantas tisch. „Je komt hier 's morgens binnen en je hebt ondanks een gevulde agenda geen idee hoe de dag zal verlopen. Dat is zó spannend, zó opwindend. Ik dacht in het begin steeds: dit gevoel kan niet blijven duren. Vandaag stap ik naar binnen en merk dat het over is. Ja, net als bij een verliefdheid". Maar de verliefdheid is niet over. Het lijkt zelfs een beetje wederzijds. De grillige schikgodinnen van het Haagse Plein zijn hem tot nu toe goedgezind geweest. Zelfs met een portefeuille waarin staatsrecht en bestuursrecht de trefwoorden zijn, ziet hij kans om regelmatig de krantenkolommen te halen. Staatssecretaris Terpstra presen teert zich als minister in Atlanta: Kamervra gen van Rehwinkel. Koningin Beatrix wei gert ongehuwde partners te ontvangen, ook de vrouwen van ministers als Wijers en Van Mierlo: Rehwinkel herinnert aan het oude PvdA-standpunt. En moeten we geen Ka merkanaal op de kabel hebben, vroeg de 32-jarige parlementariër zich onlangs nog hardop af. Rehwinkels carrière gaat snel. Op zijn 27ste promoveerde hij bij de fine fleur van het Nederlandse staatsrecht op een proefschrift over de toenemende macht van de premier. Vervolgens was Rehwinkel persoonlijk se cretaris van onderwijsminister Ritzen, waarbij hij als diens verbindingsman met de politiek fungeerde. Daarbij kon hij, zoals hij zelf zegt, 'in de keuken van de politiek kijken en af en toe een beetje in de potten en pannen roeren'. Op zoek naar jeugdig politiek talent viel het oog van PvdA-voor zitter Rottenberg bijna vanzelf op deze telg uit een doorgewinterde sociaal-democrati sche Groningse familie. En zo maakte hij begin 1995 zijn entree in de Tweede Kamer. Twee jaar later kijkt Peter Rehwinkel niet sadder, maar wel wiser naar het Haagse we reldje. Hij maakt een paar keer de vergelij king met zijn Groningse jaren, waarin hij in de universiteitsraad zat. Hij herinnert zich wat weemoedig het hoge inhoudelijke peil van de debatten daar en het open klimaat. Een heel verschil met de gang van zaken binnen de Groningse PvdA destijds: „Er was daar een klein groepje dat de lakens uit deelde en vooral met elkaar bezig was. Ik nam wel eens iemand mee naar een afde lingsvergadering, maar dat lukte me nooit voor een tweede keer". MACHT Dat navelstaren ziet hij ook terug in Den Haag. „Politici zijn altijd bezig met hun ei gen positie. Je weet dat natuurlijk wel, maar toch is dat mijn teleurstelling van deze twee jaar: het draait hier in belangrijke mate om posities en macht. Het gaat er vaak niet om wat er wordt gezegd, maar wie iets zegt Je merkt dat ook in de fractie: alleen al door hier langer te zitten, word je serieuzer geno men." Natuurlijk, Rehwinkel weet ook wel dat po litiek een hard vak is, waarbij scoren een voorwaarde is om te overleven. Het gevolg is dat niet de inhoud, maar vaak de vorm Rehwinkel: „Toen Linschoten aan het woord was, dacht ik een aantal keren: dit is niet voldoende, hier kom je niet mee weg". centraal staat. Rehwinkel wil zich concen treren op de inhoud, zegt hij. Maar kan dat? „Het is moeilijk, maar ik probeer me er te gen teweer te stellen. Ik vind dat je dingen op grond van hun inhoud moet beoordelen. Je ziet hier vaak onbeargumenteerde anti pathieën tegen mensen, of juist het tegen overgestelde. Dat kan niet, vind ik." Maar hoe zat dat dan bij Linschoten, de WD-staatssecretaris van sociale zaken die struikelde over de ruzies binnen de top van het CTSV en de rommelige gang van zaken rond een verder weinig schokkend rapport over de privatisering van de Ziektewet? Ging het daar om de inhoud? Linschoten zelf houdt het erop dat PvdA en D66 hem wilden beschadigen om hem politiek onder de duim te kunnen houden. Rehwinkel over die zinderende juni-nacht: „Er hing een apenkooisfeer, zoals ik me die herinner van de laatste gymles voor de schoolvakantie. Ik heb me afgevraagd of ik me daardoor heb laten meeslepen Ik kan niet instaan voor anderen. Ik vraag me eerlijk gezegd af of iedereen een inhoudelijk afweging heeft gemaakt. Maar ik vind dat ik mijn eigen keuze inhoudelijk kan verdedigen. De kern vraag was: bestaat de vertrouwensrelatie tussen Kamer en staatssecretaris nog. Toen Linschoten aan het woord was, dacht ik een aantal keren: dit is niet voldoende, hier kom je niet mee weg." Vorm en inhoud, dat dilemma speelt ook rond zijn persoon. Zijn snelle opmars steekt her en der. Gesmiespel dat irriteert Rehwin kel: „Ik durf te zeggen dat dat ook komt omdat ik gewoon hard werk: ik probeer de vakliteratuur bij te houden en spreek met veel mensen. Ik vraag ook wel eens aan journalisten waarom ze nu precies naar mij toe komen. Ja, hoor ik dan, sommige colle ga's kunnen geen fatsoenlijke zin uit hun mond krijgen. Dat ik dat kennelijk wél kan, dat is toch ook een beetje mijn eigen ver dienste? En al gaat het hier dan vaak om de vorm, je moet hier wel degelijk inhoud heb ben om je te kunnen handhaven. Waarom toch steeds dat jaloerse gedoe? Als ze wat hebben, waarom dan niet over de inhoud van wat ik te zeggen heb? Waarom gaat het over het feit dat ik alweer in de krant stond, of over de kleur van mijn jasje?" Rehwinkel heeft de afgelopen jaren niet al leen maar triomfen gevierd. Hij was bij voorbeeld sterk gekant tegen de MUB, die de invloed van studenten op het universi teitsbestuur inperkte. Maar Ritzen wijzigde geen letter in de MUB. Hij beperkte zich tot een oproep aan universiteitsbazen om stu denten te blijven betrekken bij het bestuur. En bij zijn stokpaardje bij uitstek, de staats rechtelijke vernieuwing (zoals het referen dum en de gekozen premier en burgemees ter), moest Rehwinkel lijdzaam toezien hoe de voorstellen van staatssecretaris Kohn- stamm goeddeels werden afgeschoten in de Kamer. Zodra het onderwerp referendum ter sprake komt, barst Rehwinkel los met een klassiek D66-betoog. Dat het referen dum het middel bij uitstek is om burgers bij de politiek te betrekken, dat een referen dum maatschappelijke discussie losmaakt, en dat een referendum kan voorkomen dat mensen na een besluit met een kater blij ven zitten. Het is allemaal bekend, maar veel verder dan een uitgekleed referendum komt ook Paars niet. „Ja, soms moet je slik ken in de politiek", zegt hij. STATEN ISLAND De PvdA heeft de afgelopen periode drie keer op rij - bij de MUB, bij Beek en bij de HSL - zijn hand overspeeld. Grote woorden, gevolgd door kleine daden. Rehwinkel: „Je kunt wel hoog springen, maar je moet dan wel weten waar je terecht komt. De WD slaagt daar beter in dan wij". Een aloud kri tiekpunt op premier Kok is dat hij zich te veel vereenzelvigt met zijn rol. Als FNV- voorman en in zijn eerste jaren als PvdA- leider stond hij op de barricaden, maar als minister van financiën was hij strenger in de leer dan wie ook. En als premier lijkt hij zich heilig te hebben voorgenomen boven FOTO GPD PHIL NIJHlï de partijen te staan. „Iedereen vindt dat wij boffen met zo'n premier, maar er zit ook een andere kant aan. Wij zijn onze politiety leider kwijt aan het kabinet. Wij hebben minder speelruimte dan bijvoorbeeld de WD. Maar dat is wel iets dat je aan twee kanten moet voelen. Het kabinet moet zieij te voorkomen dat wij als fractie in een posi tie belanden waarbij we een grote draai moeten maken, zoals bij de HSL. Zoals het kabinet zich heeft opgesteld, was een te leurstelling. Dat moet in het vervolg an ders." Als het aan hem ligt, blijft hij na de verkie- zingen in de Kamer. Tot zijn 65ste zelfs, ze hij in het begin. Wat hij dan bereikt wil heb; ben? „Je ziet dat mensen wegvallen uit de samenleving. Ze hebben geen huis of geen werk, en geleidelijk aan verliezen ze hun betrokkenheid bij de maatschappij. Daar voor moetje vechten, voor die betrokken heid. Om met de oude Joop te spreken: we moeten proberen de boel een beetje bij el- kaar te houden In 1984 heb ik in de VS gewerkt in een zomerkamp. Kinderen be oordeelden elkaar daar op waar ze vandaa kwamen. Kwam je van Staten Island, dan was je bijvoorbeeld wat, anders niet. Dat moeten we hier toch niet krijgen." SJAAK SMAKMAN Overstromingen in China heb ben vorig jaar aan honderden mensen het leven gekost en ook landen als Cambodja, Indonesië en Thailand kampten met over vloedige regenval. Maar alle he melwater kan niet verhinderen dat het zich snel ontwikkelende Azië kampt met een nijpend d rinkwaterteko rt Vroeger was er ruim voldoende water in Azië, maar de voorra den raken snel uitgeput door de ontwikkeling van de industrie en de groei van de bevolking. Deskundigen waarschuwen al jaren dat de Aziaten zuiniger moeten gaan omspringen met hun water, willen zij niet in gro te economische en sociale moeilijkheden komen. De Wereldbank rapporteerde dat er in China al water aan de landbouwgrond rond Peking wordt onttrokken om te vol doen aan de toenemende vraag van de grote steden en de indu strie. „Aangezien thans zo'n dertig Chinese steden met wa tertekort kampen, zal die ten dens alleen maar sterker wor den." „Ik vermoed dat we de komen de vijftig jaar een verschuiving zullen zien optreden van olie naar water als de inzet van grote conflicten tussen landen en vol keren", zei Wally N'Dow, secre taris-generaal van de VN-Con- ferentie voor Menselijke Neder zettingen die afgelopen juni in Istanbul werd gehouden. „Er komen enorme economische en sociale belangen om de hoek kijken als het water schaars wordt." Uit onderzoek blijkt dat boven- Wateroverlast in China. dien ongeveer zestig procent van de drinkwatervoorraad in de Derde Wereld verloren gaat door illegaal aftappen of door lekkage uit doorgeroeste pijpen. In het Westen bedraagt het ver lies zo'n twaalf procent. In ontwikkelingslanden moet naar schatting twintig procent van de stedelijke bevolking zijn drinkwater kopen, omdat deze mensen geen toegang hebben tot het waterleidingnet. Voor de tien miljoen inwoners van de Indonesische hoofdstad Jakarta is het overigens een twijfelach tig genoegen om op de waterlei ding te zijn aangesloten. Het waterleidingbedrijf, Persahaan Air Minum, zegt in slechts de helft van de behoefte te kunnen voorzien. En de enige garantie die het bedrijf biedt, is dat het water helder is, niet dat het vei lig kan worden gedronken. Volgens de Filipijnse minister Vigilarkan (publieke werken) zal het drinkwater in de hoofdstad Manilla de komende vijfjaar opraken als er niet meer huizen op riolering worden aangeslo ten. Op dit moment is maar tien procent van de huishoudens aangesloten. De rest gebruikt tanks die in het oppervlaktewa ter lozen en het grondwater ver vuilen. Net als het grondwater worden ook de grote rivieren in Aziez meedogenloos afgetapt - vooral in de droge seizoenen, wanneer de boeren hun land bevloeien. In 1993 concludeer de de Wereldbank dat er in Azië veel rivierbassins zijn die in de droogste perioden 'vrijwel geen water aan de zee afstaan'. Dat geldt bijvoorbeeld voor de meeste rivieren in India, waar onder de voor de ontwikkeling van Azië zo belangrijke Ganges. De oplossingen die Singapore voor zijn waterprobleem heeft bedacht zijn voor de meeste an dere landen niet weggelegd. De rijke eilandstaat heeft de helft van zijn 641 vierkante kilometer grondgebied gereserveerd voor wateropslag. Het meeste water wordt gekocht van Maleisië, maar dat land maakt een stormachtige economische ont wikkeling door en zal, als straks het contract met Singapore af loopt, zijn water waarschijnlijk voor zich zelf opeisen. Om zich daar vast op voor te bereiden, is Singapore bezig een ontziltings- fabriek te bouwen, die over zes jaar moet gaan draaien. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk zes fabrieken komen om zeewa ter in drinkwater te veranderen. Ontzilting vergt veel energie en het op deze manier gewonnen drinkwater kost zeven tot acht keer zoveel als het water dat nu uit de leidingen komt. Dat zou voor het grootste deel van Azië een probleem vormen. Niet voor Singapore. „Wat er ook ge beurt, we zullen niet van dorst omkomen', zei premier Goh Chok Tong. SINGAPORE KENNETH WHITING De man was een tijdje met me opgelopen en vond kennelijk dat het contact voldoende was geolied voor een gesprek. Tot U9L dat moment hadden we het ritu- 7eel van de vluchtige ontmoeting in acht genomen. We hadden het weer besproken, 'koud maar niet gemeen', het karakter van mijn hond (een Rottweiler) doorgenomen, 'heeft een straffe hand nodig', en het bos waarin we liepen geprezen, 'met sneeuw toch het mooist'. Hij bleef even staan om op adem te komen en keek me aan. „Bent u misschien een Zweed?" „Hoezo?" „U heeft een Zweeds accent." Dat was nieuw voor me. Ik had altijd gedacht dat mijn Duits op het dialect leek waarmee de operetteheid Heesters, de amusementskoning Carell en het voetbalidool Mulder de harten hadden weten te veroveren van dit zelden voor buitenlanders open staande volk. Grammaticaal min of meer correct, maar met een onmisken bare Hollandse tongval; een combinatie die sommige Duitsers onweerstaanbaar charmant vinden. „Ik heb jarenlang in Zweden gewoond", ver volgde hij. „Tussen '39 en '46 om precies te zijn. Mijn vader was socialist en na de Kristallnacht, u weet toch wanneer dat was hè, in november 1938, vond hij dat ik het land uit moest. Ik was 17. Hij had goede contacten met Zweedse ka meraden uit de beweging. Die hebben me opge vangen. Net als Willy Brandt." „Het beviel me goed in Zweden. Ik kon stude ren. Economie. Ik was van plan te blijven, maar ik had hier een jeugdliefde achtergelaten. Kende ik vanaf de lagere school. We hadden voor mijn vertrek afgesproken op elkaar te wachten. U kent dat wel, jeugd en romantiek. Om een lang verhaal kort te maken: ik heb haar na de oorlog opgehaald en we zijn in Zweden gaan wonen. Maar ze kon niet wennen. Haar vader en oudste broer waren gesneuveld. Ze had het gevoel dat ze haar moeder in de steek had gelaten. Na een jaar zijn we teruggegaan naar Duitsland. Ik met bloedend hart." j We ploegden verder door de rulle sneeuw. „Ik was afgestudeerd en hier begon de wederop-L bouw. Werk zat, zou je denken. Maar ik kwam niet aan de bak. Eerst dacht ik dat het aan mijn f Zweedse diploma lag. Duitsers vonden namelijk - alleen hun eigen universiteiten goed. Maar dat j was het niet. De sollicitatiegesprekken stokten meestal als de periode '39 - '46 aan de orde kwam. Dan werd de sfeer een beetje ongemak- kelijk. Dat ik de oorlogsjaren in Zweden ben ge- weest, bleek in mijn nadeel. Ik was een deser- c teureen landverrader. „Die houding vond je in die tijd overal. Bij het h bedrijfsleven kan je het nog een beetje voorstel-L len. Dat heeft fors verdiend aan de nazi's. Maar fe bij de overheid! Dat zou van het bruine tuig ge- zuiverd zijn. Ik vond natuurlijk wel werk, maar niet op mijn niveau. Boekhouder kon ik wordenj y Terwijl figuren die minder gekwalificeerd wareiC me passeerden. Maar ja, die hadden het betere verleden." „Ik heb me daar jaren over opgewonden. Mijn vrouw was een schat. Ze zei altijd: we hebben het toch goed samen. Maar ik kon er met nie- mand over praten. Ik was lid van een kegelclub.L Nou als je hoorde wat daar allemaal gezegd a werd, wist je gelijk dat ik daar niet met mijn ver- n haal hoefde aan te komen. Alsof Ik fout vyas ge-1 v weest." Ik Hij schudde even het hoofd. j „Drie jaar geleden is mijn vrouw gestorven. j Hartaanval. Ze was ineens weg. Nu woon ik hieil bij mijn dochter. Prima meid. En mijn schoon- K' zoon ook hoor. Niets op aan te merken. Maar ja ze hebben allebei een drukke baan en als ze 's avonds thuis komen, kan ik ze natuurlijk niet a lastig vallen met die verhalen uit de ouwe doos.K Hij keek me met zijn door de kou waterig ge- it( worden ogen strak aan. Cl „Maar het vreet nog steeds aan me. Begrijpt u dat?" K |s< PETER VAN NUIJSENBURG Jr. CORRESPONDENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2