'Akkoord specialisten oppepper voor iedereen' 'Vroeger kreeg je klappen, maar ook publiciteit' Censuur op Internet niet mogelijk Feiten &Meningen VRIJDAG 14 JUN11996 In de Verenigde Staten is een poging van de regering om de verspreiding van pornogra fie via Internet aan banden te leggen op een mislukking uitgelopen. Een federale recht bank oordeelde dat de Communications Decency Act (Wet op de Zedelijkheid in de Communicatie) een ongeoorloofde vorm van censuur inhoudt. In het Eerste Amendement op de Ameri kaanse grondwet staat dat het Congres, de Amerikaanse wetgever, geen wet mag ma ken die de uitings- of persvrijheid beknot. Gebeurt dat toch, dan stelt de rechterlijke macht die wet buiten werking. De rechter lijke uitspraak is in dit geval echter ook bui ten de Verenigde Staten interessant. Inter net is nu eenmaal een wereldomspannend computernetwerk. En overal breken de overheden zich het hoofd over de vraag of zij regels mogen en kunnen stellen aan de verspreiding van informatie via Internet. Het Amerikaanse ministerie van justitie stelde communicatie via Internet gelijk aan uitzenden via de ether of de kabel. Daarbij gelden allerlei beperkingen waaraan om roepen zich moeten houden. De federale rechtbank verwierp deze redenering echter. Volgens het vonnis moet op Internet min stens zoveel vrijheid bestaan als in de kran ten en mag de overheid de informatie dus niet reguleren. Maar in een andere overweging gaan de rechters nog een stap verder: Internet is he lemaal geen medium, geen omroep, maar ook geen soort krant, stellen zij vast. Het is namelijk een wereldwijde conversatie, een voortdurend gesprek tussen miljoenen indi viduen. Een groot internationaal café. Ie dereen kan beslissen al dan niet aan het ge sprek deel te nemen, maar daar staat de overheid buiten. Het is precies dit karakter van Internet dat alle zorgelijke pogingen van overheids wege om de informatie te regelen tot mis lukken doemt. Want ook als de rechters de Amerikaanse wetgever gelijk zouden heb ben gegeven, dan zou daarmee de versprei ding van pornografisch materiaal niet aan banden zijn gelegd. In Nederland zijn ha kenkruizen verboden, in Amerika niet. In Amerika probeert men vieze plaatjes te ver bieden, in Nederland niet. Dergelijke verbo den hebben dus nauwelijks feitelijke bete kenis: de Internetgebruiker kan altijd wel ergens over de grens terecht. Er bestaat geen internationale regelgeving. De overheid kan wel achterhalen waar schadelijke of onfatsoenlijke boodschappen van daan komen. Zij kan in een gesloten sa menleving proberen te verhinderen dat ongewenste infor matie het land bin nenkomt, zoals Chi na tracht te doen. Daar probeert de re gering het telefoon verkeer te controle ren. Geen enkele overheid kan echter de verzenders van informatie in het buiten land aanpakken. Dat is nu juist het mooie van Internet: het laat zich niets aan grenzen gelegen liggen. Meer dan tien jaar geleden voorspelde Ar thur C. Clarke, auteur van sciece fiction- boeken als 2001: A Space Odyssey, dat de nieuwe technologie op informatiegebied het einde betekent van gesloten samenle vingen en uiteindelijk zal leiden tot de een wording van de wereld. De ontwikkeling lijkt hem in een enkel opzicht gelijk te ge ven: Internet is volledig decentraal, chao tisch en anarchistisch. Verantwoordelijk voor de informatie zijn in eerste instantie de gebuikers zelf. De pu blicist en Internet-specialist Peter Verwey is dan ook van mening dat de gebruikers zelf regels moeten stellen en grenzen moeten afbakenen. De duizenden discussie- en nieuwsgroepen op Internet kunnen onge wenste deelnemers afstraffen met een over kill aan elektronische post. Het is een strijdpunt of hier eveneens een taak ligt voor de providers - de elektroni sche informatiediensten die hun klanten te gen betaling toegang verschaffen tot Inter net. In principe zijn deze diensten net zo min verantwoordelijk voor de samenstelling en inhoud van de informatie waar zij toe gang toe geven, als bijvoorbeeld de PTT verantwoordelijk is voor de inhoud van te lefoongesprekken. Toch zouden deze provi ders na klachten van gebruikers of door hun nationale overheid gedwongen, iemand de ingang naar het Internet kunnen versper- In Amerika is de PTT wel degelijk ver plicht om op te treden tegen bijvoorbeeld hijgers of anderen die hun telefoonaanslui ting misbruiken. In Nederland is dat niet het geval. Maar in Nederland is weer wel door de Hoge Raad uitgemaakt dat bijvoor beeld kabelexploitanten aansprakelijk zijn voor de programma's die zij doorgeven, ook al hebben zij evenmin enige invloed op de samenstellingen inhoud daarvan. Er blijven dus nogal wat vragen open. Bij voorbeeld: gelden de regels van het au teursrecht of de wetgeving ter bescherming van de privacy op Internet? Zoja, wie kan dan afdwingen dat de gebruikers zich daar aan houden? Uiteindelijk zijn dat soort vra gen interessanter dan de vraag of en hoe pornografie van het net kan worden ge weerd. GIJSSCHREUDERS juridisch medewerker Barentsz, Veering en Sindram vormden de motor achter de inkomensharmonisatie van de Alkmaarse specialisten, foto wicknatzijl Inkomensharmonisatie in Alkmaar Het heeft drie jaar geduurd voordat de vrijgevestigde medisch specialisten in het MCA in Alkmaar 'ja' zeiden tegen een enorme cultuuromslag: allemaal hetzelfde salaris. Jaren van veel vergaderen en hindernissen nemen waren er voor nodig. Het was een proces dat alleen kon slagen dankzij de inspanningen van de com missie 'Loon naar werken en inkomensharmonisatie', en de overtuigingskracht van specialisten als Alphonse Roex (inmiddels vertrokken), Jan Sindram, Janco Barentsz en Michel Veering. Het eindresultaat bracht deze week een golf van op winding teweeg in medisch Nederland. Velen prezen 'Alkmaar' voor het ge durfde initiatief, onder wie minister Borst (volksgezondheid): „Ikben bijzonder trots op u!", zo schreef zij in een gelukstelegram. „Maar hier staat dan ook iets", zegt Sindram. Barentsz vult aan: „Het heeft een enorme invloed op het ziekenhuis. Het is heel positief ontvangen. Een oppepper voor iedereen." Ook al omdat het experiment begint na overleg met 'Den Haag' acht Sin dram de kans groot, dat de 'Alk maarse methode' zich als een olie vlek over Nederland zal versprei den. „Toen we hier driejaar gele den mee begonnen, werden we zelfs nog wel eens om onze ideeën uitgescholden. Het aantal tegen standers wordt echter steeds klei ner." De enige negatieve reactie kwam in feite van voorzitter Kingma van de Landelijke Specialisten Vereniging. Sindram weet echter dat de LSV het niet zo negatief heeft bedoeld. „Tenslotte presenteren zij binnen kort een eigen voorstel om de kos ten van de specialisten beheersbaar te houden en dat plan heeft dezelf de elementen als ons akkoord. Ook de LSV staat een regionale aanpak voor en de vorming van een maat schap per ziekenhuis. Ook zij wil proberen de lonen gelijk te trekken. De LSV zoekt de oplossing in een ander systeem, maar zegt tegelijker tijd dat andere manieren ook moge lijk zijn." ONBESPREEKBAAR Inkomensharmonisatie was bij de meeste specialisten heel lang onbe spreekbaar, ook in Alkmaar. Zelfs in november vorig jaar stemde een meerderheid nog tegen. Toen ech ter was al een kentering in het den ken te bespeuren. Het principe van loon naar werken werd niet verwor pen. De commissie ging echter door en slaagde er tenslotte in de meesten over de streep te trekken. Het kan niet anders of dat is een huzaren- klus geweest. Tenslotte moesten en kele 'meerverdieners' zover worden gebracht dat zij niet minder dan 30 procent van hun inkomen zouden inleveren. Voor die financiële klap is ovèrigens wel een zacht vangnet gevonden. De meerverdieners krijgen tweeën half maal het verschil van hun inko men met dat van de 'minderverdie- ners' in één keer uitbetaald. De minderverdieners, die er op voor uitgaan, financieren dit. Het zieken huis zelf financiert dan nog dat deel wat men te kort komt. De specialis ten verwachten dat dit laatste be drag door een efficiëntere werkwijze kan worden terugverdiend. „Niet te geloven, hè, dat die specialisten het hiermee willen doen en dat er al leen nog een 'nachttoeslag' van 10 procent komt voor anesthesisten, gynaecologen en chirurgen", glun dert Sindram. Een ingreep was noodzakelijk, zo weet ook dit trio: „De kosten in de gezondheidszorg stegen drie jaar geleden nog met 8,9 procent. Te genmaatregelen hadden geen effect. Toen heeft men de specialisten ge vraagd: 'doe er iets aan'. Ook Borst vroeg ons: 'denk eens anders. Laat je minder leiden door bestaande wetgeving, maar kijk wat vanuit jul lie optiek mogelijk is. En als jullie een oplossing hebben gevonden, dan ga ik kijken of er iets aan de wetgeving kan worden gedaan'. Ons akkoord is dan ook leuk voor de overheid. Wij bieden ze een ak koord voor een periode van vijfjaar, waarbinnen de kosten beheersbaar zijn." EIGENBELANG Barentsz erkent dat er ook een deel eigenbelang heeft meegespeeld. „We wisten dat de overheid door de stijgende kosten eens gedwongen zou worden maatregelen te nemen. Toen we de lijn van het 'Haagse' denken doortrokken, ontdekten we dat de kans groot zou zijn dat we over enkele jaren qua inkomen een heel stuk lager zouden zitten. Er zouden van hogerhand knopen worden doorgehakt." De specialisten zijn ervan overtuigd, dat een dergelijk ingrijpen door de overheid alleen maar negatief zou werken. „Je demotiveert er de men sen mee. Bovendien los je daarmee de bestaande knelpunten niet op. De werkwijze zou er bijvoorbeeld niet doelmatiger door worden. Za ken die van boven worden opge legd, werken gewoon niet." Nu wordt het akkoord door het veld .te beginnen in Alk- Het drietal is er overigens wel van overtuigd dat de collega's in het Gemini-ziekenhuis in Den Helder en het Westfries Gasthuis in Hoorn spoedig zullen volgen. Toen de kwestie van de inkomens eenmaal was geregeld, kon de com missie een stap verder zetten: de omvorming van de vele maatschap pen tot één stafmaatschap. Veering: „De kwaliteit van de zorg is goed en dat moet zo blijven. De groei van de zorgvraag blijft echter toenemen, terwijl het budget beperkt is. Daar om moeten wij af van egotripperij. Zo kon het voorkomen dat meerde re maatschappen echo-apparatuur wilden. Het met elkaar delen van een apparaat is in de huidige struc tuur heel moeilijk. Als we straks in één stafmaatschap zitten, moet dat wel kunnen. Alleen zoiets al houdt een enorme besparing in, ook al omdat je bijvoorbeeld in dit ene voorbeeld met een laborant minder kunt." Een ander voorbeeld is, dat de patiëntenregistratie centraler zou kunnen plaatshebben, dus doelmatiger. De directie behoudt overigens de eindverantwoordelijk heid. VERPLEEGKUNDIGEN Het akkoord zal ook een grote in vloed hebben op het werk van het overige personeel, bijvoorbeeld de verpleegkundigen. De specialisten willen, dat die meer verantwoorde lijkheden krijgen, zodat zijzelf zich meer kunnen concentreren op de 'zwaarste' gevallen. „Als een patiënt bij een specialist komt, verwacht en verlangt hij alle deskundige hulp die hem gegeven kan worden. En de specialist wil dat ook. Dat is dus duur. Laatje de patiënt helpen door iemand die een tree lager staat, dan zijn de verwachtingen van de pa tiënt ook lager, terwijl de hulp kwa litatief niet minder is", aldus Vee ring. Sindram steunt hem: „Bovendien zie je de laatste jaren dat verpleeg kundigen steeds minder mogen doen. Katheters inbrengen bij man nen bij voorbeeld. Dat moet door een specialist gebeuren, terwijl een verpleegkundige dit ook kan. Wij vinden het geen goede zaak om specialisten in te schakelen bij rou tine-handelingen." Het drietal is ervan overtuigd, dat hiermee het werk voor de verpleeg kundigen inhoudelijk interessanter wordt, terwijl het niet automatisch een toename van de werkdruk hoeft te betekenen. Steun hebben ze al van Borst. De bewindsvrouw zegde onlangs toe dat er mogelijkheden moeten komen om verpleegkundi gen meer bevoegdheden te geven. MATTHIE BERGMAN Boegbeeld Bosgra van anti-apartheidsstrijd houdt het voor gezien Decennia lang was hij het boeg beeld van de strijd tegen de apartheidspolitiek in Zuid-Afri- ka. Precies 35 jaar geleden stond hij aan de wieg van het Angola Comité, dat later werd omgedoopt in Komitee Zuide lijk Afrika. Vandaag neemt Siet- se Bosgra (60) afscheid van dit Komitee, een van de succesvol ste actiegroepen in het Holland se polderland. „Terugkijkend heb ik een goed gevoel", zegt de immer op san dalen lopende actievoerder in zijn woning in Amsterdam- West. „Het is niet slecht ge weest. Het was een zinvolle le vensvulling", voegt hij er pein zend aan toe. „Een goed gevoel, zeker na de vrijlating van Nelson Mandela (in 1990) en zijn benoeming tot president." Mandela heeft de weg gekozen die het meest verstandig is. Overal waar we verzetsgroepen hebben gesteund, waren het de goeden: mensen die oog had den voor de achtergestelden." Het feit dat het later in Angola en Mozambique mis is gegaan, doet hier niets aan af. Mandela is het comité zeer er kentelijk: „Het Komitee Zuide lijk Afrika heeft 35 jaar lang zij aan zij gestaan met het volk van Zuid-Afrika in onze lange mars naar de vrijheid. Het heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ondersteunen van de strijd tegen racisme en kolonialisme", schrijft hij in het voorwoord van het boek De vinger op de zere Plek. In dit boek. dat vandaag verschijnt, beschrijven Jos van Beurden en Chris Huinder de geschiedenis van het comité. Na decennia van actievoeren zijn Bosgra's blonde krullen zil vergrijs geworden, maar zijn rotsvaste geloof in de goede zaak is ongeschonden: „Wij twijfelden niet aan de zin van de zaak, het kolonialisme moest weg." Toch besloot Bosgra er na 35 jaar een punt achter te zet ten. De stichting fuseert per 1 januari 1997 met de Eduardo Mondlane Stichting en het In stituut voor Zuidelijk Afrika. „De fusie leek me een goed mo ment om er uit te stappen. En je moet er ook rekening mee hou den dat je een dagje ouder wordt." „Daarbij komt dat de zaak is veranderd. Vroeger ging je de strijd aan en zocht je de con frontatie. Het beleid is omgesla gen: Eerst pleitte je voor boycot van Zuid-Afrika en nu wil je in vesteringen. Nu heb je de we deropbouw en worden projec ten uitgevoerd. Het is ook de vraag, waar voel je je beter thuis?", aldus Bosgra, die zelf liever de confrontatie zoekt. De jaren zeventig staan hem nog helder voor de geest. Het was de tijd van acties, Derde- Wereldwinkels en demonstra ties, waarbij de 'lange ellende ling', zoals een agent hem ooit noemde, soms rake klappen kreeg. „Geef mij maar de herin nering aan de oude tijd. De te genstellingen waren toen dui delijker. Het was kleurrijker. Vroeger kreeg je klappen, maar je had ook publiciteit. Nu is de harde opstelling van de politie verdwenen. Door conflictbe heersing is alles veel onduidelij ker geworden. De scherpe kant jes zijn er af, er wordt nu meer versluierd opgetreden. Woede was bij Bosgra de be langrijkste drijfveer toen hij eind jaren vijftig ageerde tegen de oorlog in Algerije. „Daar wer den door blanke moordgroepen en Frankrijk met NAVO-wapens een half miljoen mensen ge dood. We waren er niet zo zeer opgericht om daar de mensen te helpen. We hadden vooral kritiek op het Westen. Hier werd het idee van mensenrechten en democratie gepropageerd, maar in werkelijkheid werd er op gro te schaal gemoord. In feite was het een verzet tegen het optre den van Westerse landen in de Derdewereld." „Algerije werd vergeten. Met de opstand in Angola tegen de Por tugese overheerser dreigde het dezelfde kant op te gaan." Om dat te voorkomen werd in 1961 het Comité Angola opgericht. De publicaties van de actie groep werden een belangrijke informatiebron voor tal van poj litici en journalisten. Het comité ageerde fel tegen Portugal. Zowel de politiek in Angola als de fascistische rege-, ring in Lissabon werd op de korrel genomen. Het comité ging zich onder meer inzetten i voor verblijfsvergunningen vooj Portugese deserteurs. Beginja ren '70 ging de boycot van kof fie uit Angola van start. Er ver- j schenen affiches van een koffie! molen met daartussen een hoofd van een zwarte. De actie was succesvol. Binnen enkele weken verkochten de grote su-j permarkten geen 'bloedkoffie' meer. Het bleek het startsein voor een lange reeks van boy- cotacties. Het grootste doel van de Bosgrj was de Nederlandse regering et! toe te bewegen de verzetsbewe gingen te steunen. Na verloop van tijd kreeg het comité steeds meer steun. Aanvankelijk kwait j de aanhang vooral uit de anti- militaristische kringen rond de Pacifistische Socialistische Part., JPJsP) waarvan nnk Rnicrra lid 1 (PSP), waarvan ook Bosgra lid was. Later kreeg het comité vee sympathie in PvdA-kringen en nog later ook in CDA-kringen, Na de Anjerrevolutie in Portug, (1974) verbreedde het comité de aandacht op andere landen in Zuidelijk Afrika, zoals Rho desië (Zimbabwe), Namibië, Mozambique en Zuid-Afrika. Ii 1976 werd de naam veranderd in Komitee Zuidelijk Afrika. On Zuid-Afrika op de knieën te dwingen, werd met andere ac tiegroepen een olieboycot ge start die jaren duurde. Concrete plannen voor de toe komst heeft Bosgra niet. Voor het comité maakt hij eerst nog een paar zaakjes af die zijn blij ven liggen. Een boek over zijn strijd tegen apartheid zit er nie in. „Misschien ga ik een wintei in Namibië zitten voor een be paald project. Maar ik wil de mensen daar ook niet lastig val len." AMSTERDAM AAD LUYMES TOM JANSSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 2