'Ik was totaal opgebrand' Oude wijn in nieuwe zakken De klankkleur van een zorgenkindje Cultuur Kunst Jong jazzpodium winnaar Cultuurprijs Voorschoten Tegeltableau in Panorama Mesdag Voetbalcultuur VRIJDAG 14 JUN11996 19 Leen Jongewaard begraven Amsterdam Leen Jongewaard is gisterochtend op Zorgvlied in Amsterdam begraven. Dat heeft zijn vroegere partner Barrie Ste vens meegedeeld. Overeenkomstig de wens van de vorige week overleden theaterman vond de begrafenis in alle stilte plaats. Jongewaard, die 69 werd, verwierf in de jaren zestig grote popu lariteit met zijn rol in de televisieserie 'Ia Zuster. Nee Zuster'. In theater en film speelde hij meer dan honderd rollen. Picasso en Dali in Arnhem arnhem» Musis Sacrum in Arnhem toont van 20 juni t/m 5 sep tember werken van Pablo Picasso. De expositie omvat vooral grafisch werk uit particulier bezit, waarmee Picasso nog nooit eerder voor het voetlicht trad. Bij Sonsbeek Art Design is van 16 juli tm 20 oktober werk te zien van een andere Spaanse kun- I stenaar: Salvador Dali. Voorbeide exposities zijn combinatie- j kaarten te koop. Brigitte Helm (90) overleden ascona De Zwitserse actrice Brigitte Helm, die de meeste be kendheid verwierf door haar rol als robot-vamp in de klassieke stomme film 'Metropolis' van Fritz Lang, is dinsdag op 90-jarige leeftijd overleden. Na 'Metropolis' uit 1926 maakte Helm een hele reeks films, in de meeste waarvan ze de hoofdrol speelde. De overgang naar de geluidsfilm kostte haar geen moeite. De laatste film waarin ze speelde was 'Ein idealer Gatte' (Een ideale echtgenoot) uit 1935. j voorschoten erna straatsma Het Podium Jong Professionals Jazz is gisteravond tot winnaar gekozen van de Voorschotense Cultuurprijs. In een vol Cultu reel Centrum ging de aanmoe- I digingsprijs naar de jeugdmusi- calgroep Otis Kids. I P.L.C. Wezepoel, oprichter i van de Jong Professionals en werkzaam aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, I ontving uit handen van cultuur wethouder H.P. Smits een bron zen beeldje van de Voorscho- tense kunstenares Eelkjen Kloos. De jury van de, door de I gemeente ingestelde, prijs om- |1 schreef het winnende gezel- 1 schap, als een 'gouden greep' '1 voor het culturele leven in Voor schoten. Het gezelschap, be staande uit leerlingen van het Koninklijk Conservatorium, I geeft elke eerste zondag van de a maand gratis concerten in café Het Wapen van Voorschoten, om podiumervaring op te doen. Zondag 1 september begint het podium aan zijn derde seizoen. De Otis Kids ontvingen een oor- konde voor hun succesvolle musicaloptredens, onder meer voor hun voorstelling 'Het On gelooflijkste'. Bij het uitkiezen van de prijs- winnaars heeft de jury vooral gelet op het 'eigentijdse' karak- ter van producties en het 'be- I reik' daarvan, aldus de voorzit- 1 ter van de jury, G. Sterck. Daar- naast golden kwaliteit, orginali- teit, inzet en de verrichtingen in 1995 als criteria. Voor de Cultuurprijs 1995 wa- ren vijf genomineerden. A. Nieuwenhuizen was kandidaat vanwege haar jarenlange inzet I voor de 'betere film' in Voor schoten. Ze werkte lange tijd bij het Green way-theater en begon na sluiting van deze zaal met voorstellingen in het Cultureel Centrum. J. Peeters werd geno mineerd vanwege zijn betrok kenheid bij de organisatie van allerlei verschillende evene menten: hij was tevens de initi atiefnemer van de Voorschoten se Cultuurprijs. J.J. Trippe werd met een nominatie beloond voor zijn 'kwalitatief hoogstaan de maquettes' van Voorscho tense gebouwen. Ex-voorzitter van de Voorschotense Kunst kring, W. Vis, was de vijfde ge nomineerde. Voor de aanmoedigingsprijs waren drie genomineerden. Achter het net visten theater groep Domino (bestaande uit verstandelijk gehandicapten) voor hun uitvoering van Shake- spèares 'Winteravondsprookje' en het Badkamerkoor onder lei ding van Leonie van Beuken. Om de nieuwe Cultuurprijs een brede bekendheid te geven is de voordracht van kandidaten niet beperkt gebleven tot een of enkele vormen van culturele ac tiviteiten. Volgend jaar zal dit mogelijk wèl het geval zijn. „Nu willen we laten zien dat Voor schoten een kunstminndend dorp is," zei cultuurwethouder H.P. Smits tijdens de prijsuitrei king. „In de meest brede zin van het woord. Nu hebben ge kozen voor een algemene opzet. Volgende keer zullen we wel licht kiezen voor een thema, zoals schrijven of dichten." De jury liet op haar beurt we ten dat de criteria voor een vol gende prijsuitreiking ook 'mis schien wel heel anders' zullen zijn. Drie leden van het dichterscollectief Rottend Staal, oftewel: mooie woorden uit het Hoge Noorden. foto mark lamers „Ze doen het leuk, die jongens. Maar hun optre den heeft wel een hoog Mary Dresselhuysgehal- te." Ziedaar het oordeel van onze Leidse colum nist en impresario René Vallentgoed, die gister avond, gestoken in een nachtblauw gangsterskos tuum, samen met nog zo'n anderhalve man en een paardenkop in het LVC de Groningse dich ters van het collectief Rottend Staal beluisterde. Vallentgoed, die ooit Jules Deelder onder zijn hoede had, is wel wat verbaal mitrailleurvuur ge wend en daarom vielen de woorden uit het hoge noorden misschien wat tegen. Rottend Staal is een dichtersgroep die zich niet wil afzetten tegen de dichters van nu. Hun han delsmerk is de performance. Hun vrij traditionele gedichten krijgen iets meer door de absurde voordracht. Gevijven stonden Martijn Woldring, Tjitse Hofman, Bart FM Droog, Kasper Peters en Paul Jainandun Singh gisteravond op het podi um. Soms als reigers langs de slootkant, in een schijnbaar wankel evenwicht. Dan weer als wil den om de borrelende kookpot van de taal. Cli- ché's werden nieuw leven ingeblazen met een didgeridoo, een soort Australische waldhoorn. Regels als 'Het asfalt trilt onder piepende banden' en het 'Jaaaagen van de wolken boven schapen die de horizon weggrazen!' doen het goed als ze met enige dramatiek worden gebracht. Het is niet de bevlogen voordracht die kenmer kend was voor Lucebert en ook niet de orgasti sche zingzang van Johnny van Doorn waarmee Rottend Staal zich onderscheidt van de gevestig de dichters. Nee, a la Kamagurka plaatsen zij op absurdistische wijze kanttekeningen bij het mo derne leven. Bart F M Droog, een van de dichters, zorgde voor wat spektakel toen hij op een soort trommel ging staan, hurkte en een schijtende medemens nadeed. Daarbij kronkelde uit zijn mond een prachtige regel als: 'Ik stond op de wc- bril te schijten'. Na flink wat verbale stank eindig de het gedicht met de ontnuchterende conclusie: 'Plots had ik geen zin meer in seks.' Je moet er maar op komen. Leuk allemaal, maar toen een van de leden van het collectief ook nog eens een fellatio bij zijn col lega simuleerde, begon de nacht buiten toch wel erg aanlokkelijk te worden. De poëzie van Rot tend Staal doet je wat, maar je moet er wel frisse lucht bij hebben. den haag gpd Panorama Mesdag in Den Haaj is verrijkt met het - voor zovei bekend - grootste tegeltableai naar een werk van zeeschildei Hendrik Willem Mesdag. He gebeurde vroeger wel vaker da met toestemming van de kun stenaar een schilderij op tegel* werd gekopieerd. Het enormt Mesdag-tableau hangt nu bij dt entree, direct bij de open deui aan de straatzijde: iets dat dt Panorama-directie wel aandurf) omdat het tableau zó zwaar if dat het met moeite door viei man naar binnen kon worder getild. Minister H. Dijkstal van bin nenlandse zaken onthulde dt lijvige aanwinst gistermiddag kort nadat hij het eerste exem plaar van het boek 'H.W. Mes dag, de Copieboeken of De Wordening van de Haagse School' in ontvangst had geno men. Dit boek, verzorgd dooi de Wassenaarse Mesdag-verza melaar Johan Poort met assis tentie van drs. K. Ummels Hoekstra, bevat brieven uit hel begin van Mesdags carrière. De schilder, die een degelijke oplei ding in het bankwezen had ge had, hield namelijk een nauw gezet kopieboek bij van al zijn uitgaande brieven. Deze 120 jaar oude post geeft nu een goed beeld van de wijze waarop Mesdag zijn belangen als kun stenaar in binnen- en buiten land behartigde. In de zalen van het Panorama Mesdag werd gisteren tevens een tentoonstelling in gebruik genomen van schilderijen en schetsen van Mesdag en zijn vrouw S. Mesdag-Van Houten, waarvan enkele werken uit particulier bezit te koop wor den aangeboden. Organist Piet Overduin viert veertigjarig jubileum Noordwijkse jazzsaxofonist Bob Rigter kan nu zijn eigen tijd indelen >1 Eeuwen geleden gingen de kerkorgels op slot. In de strenge n geloofsbeleving, gepredikt door e Calvijn, was geen plaats voor e muziek. Maar de tijden zijn ver- d anderd en de orgels laten allang jt weer hun klanken horen. a „Gelukkig maar", zegt organist (I Piet Overduin (66), „want mu- i, ziek geeft mij erg veel levens- e vreugde. Men zegt wel, dat mensen die van muziek houden gelukkige mensen zijn." Piet Overduin uit Oegstgeest e, vierde vorige week zijn veertig- ji jarig jubileum als organist van (i de Christelijke Gereformeerde li Kerk Leiden aan de Steen- ii schuur. De kerkgemeente had n voor hem een surprise party ge- 3 organiseerd met een optreden ii van het Leiden English Choir en gi natuurlijk veel orgelmuziek van >1 ondermeer Johann .Sebastian li Bach. Overduin is namelijk een l liefhebber van Engelse kerkmu- n ziek en, net als alle organisten, van Bach. a Veertig jaar organist bij de- u zelfde kerk en aan hetzelfde or- ii gel. Dat is iets bijzonders, aldus e Overduin. Hoewel hij in het da- gj gelijkse leven het familiebedrijf, d een textielgroothandel, leidde, 3 heeft de organist het begeleiden 4 van de kerkdiensten altijd seri al eus genomen. „Als organist kun d je de mensen toch iets meege- j| ven in de christelijke beleving ]j van de eredienst. Je moet voor jü de eredienst het beste spelen l] wat er in de muziek is. Bijvoor- if beeld werken van Bach en Bux- i tehude. Het is tenslotte een u kwestie van lofprijzing aan de Heer." Orgeltrapper ili Al als jongetje raakte' Overduin p gefascineerd door het orgel, e „Zondags in de kerk vond ik de i variatie in klankkleur van het orgel prachtig. Het leek alsof een heel orkest speelde. En Piet Overduin: „Muziek geeft mij erg veel levensvreugde. Men zegt wel, dat mensen die van muziek houden gelukkige mensen zijn." foto dick hogewoning toen, op achtjarige leeftijd, wil de ik ook op les." Hij kreeg aan de Leidse Muziekschool onder anderen les van Adriaan Blan- kenstein, organist in de Pieters kerk. In de Tweede Wereldoor log begon hij in de Christelijke Gereformeerde Kerk als orgel trapper. Want bij gebrek aan elektriciteit moest het orgel met behulp van mensenkracht tot klinken worden gebracht. In 1956 volgde de officiële aanstel ling als organist. Ongeveer één keer per week begeleidt Overduin de kerkge meente met orgelmuziek. „Dat heeft best wel iets feestelijks", zegt hij. Maar de uitbundige diensten met halleluja-liederen, die tegenwoordig in veel protes tantse kerken worden gehou den, vindt hij maar niets. „Deze liederen missen qua melodie kwaliteit en zijn qua tekst erg eenzijdig. In onze kerk zingen we op ingetogen wijze uit de Psalmen en Het Liedboek voor de Kerken. Dat bevalt me prima en daaraan pas ik mijn orgel spel aan." Onbegrijpelijk Het orgel dat Overduin al veer tig jaar bespeelt, is van Duitse makelij en volgend jaar precies honderd jaar oud. De 1811 pij pen produceren een warme, ro mantische klank. Het instru ment werd in 1922 voor 2000 gulden door de Leidse kerk ge kocht. Maar 'zijn' orgel wordt steeds meer zijn zorgenkindje. „Het elektro-pneumatische sys teem bijvoorbeeld moet nodig gerepareerd worden", zegt Overduin. „Steeds vaker treden storingen op. Ook tijdens de kerkdiensten. Dan blijft opeens een toon doorgaan, terwijl dat niet de bedoeling is. Maar ja, re- peratie of restauratie is duur." Natuurlijk hoopt Overduin nog lang het orgel, 'het konink lijke instrument onder de mu ziekinstrumenten', te bespelen. Hij oefent dan ook, zelfs na veertig jaar, nog altijd hard. „Ik wil niet van anderen horen dat die Overduin het niet meer goed doet en er maar eens mee moet ophouden." Op het mo ment kan hij nog vaak genoeg spelen, want nu hij gepensio neerd is begeleidt hij vaak de extra trouw- en rouwdiensten. Daarnaast is het steeds moeilij ker om invallers te vinden, want steeds minder mensen willen organist worden. Voor een ge dreven organist als Overduin iets onbegrijpelijks. Een orgel- gek wil hij zichzelf niet noemen. Maar al hij voor de foto zijn handen stil op het toetsenbord moet plaatsen, kan hij het niet nalaten om snel even een deuntje op het machtige mu ziekinstrument te spelen. Na een wetenschappelijke loopbaan van meer dan 35 jaar aan de Leidse Univer siteit, waarin hij als taal kundige buitengewoon productief was, kan jazz saxofonist Bob Rigter (1934) nu zijn eigen tijd in delen. Aanleiding om te kijken hoe het met hem gaat is het verschijnen van de cd 'Five on the Rigter Scale - Live in Sesjun', ge speeld door het kwintet dat hij met zijn zoon Simon leidt, Vijf op de Schaal van Rigter. Dankzij zijn vervroegde uittre ding, „Ik was op het laatst totaal opgebrand", hoeft hij zich niet meer te bekommeren om dead lines en kan hij zijn tijd indelen zoals hij wil. Rigter voelt zich nu zeer op zijn gemak. Het heet dat de ontspannen Noordwijker een muziekcarriè- re van meer dan veertig jaar achter de rug heeft - dat werd in 1993 nog uitbundig gevierd - maar in feite verdeelde hij zijn actieve leven in die periode over twee werelden, waarin zijn aca demische carrière de voorrang had. Van studeren op zijn in strumenten, de tenor- en bari tonsaxofoon had hij per dag hoogstens een uurtje over en optredens waren sporadisch. Toch kan zijn lp 'Touching You' (1987) als een belangrijke Ne derlandse jazzplaat gezien kan worden. Het album dat ook in ternationaal goed werd ontvan gen, laat Bob Rigter horen als een ontspannen, melodieuze bop-saxofonist, die vooral in de ballads zijn grootste invloed en voorbeeld Dexter Gordon eer aandoet. De werelden van de taalkunde en de muziek kon hij met elkaar verenigen omdat het volgens hem steeds op hetzelf de neerkomt, het concentratie vermogen. Intuïtie Het eerste tastbare resultaat van zijn nieuwe levensfase was de roman 'Jazz in de Oostzee' dat zeer positief door de literaire kritiek werd onthaald. In een vlotte en tegelijk formeel zeer geconcentreerde stijl worden de twee werelden van Rigter met elkaar verweven tegen de ach tergrond van een boottocht in de Oostzee. Terwijl ex-collega's van de universiteit het fictieve deel over de academische machtsstrijd spelden als was het een sleutelroman, wordt losjes de jazzgeschiedenis verteld zoals de schrijver die sinds de jaren vijftig ook werkelijk mee gemaakt heeft. Smakelijk vertelt Bob Rigter Het Europees kampioenschap voetbal ontwricht ook in Leiden het dagelijks leven. Nog steeds wordt net gedaan of het om sport gaat. Betaald voetbal heeft allang niets meer met sport te maken. Het is spektakel, show, circus en theater. Als Ajax speelt, lijkt het soms op een ballet met improvisaties. Eigenlijk hoort betaald voetbal op de cultuur pagina van de krant. Gezien de enorme bedragen die in het ge ding zijn, is het ook pleitbaar om voetbaluitslagen bij de beursberichten op te nemen. Ne venverschijnselen als vandalis me, overmatig biergebruik en openbare ordeproblemen heb ben evenmin iets met sport te maken. Sportpagina's moeten gereserveerd blijven voor de ech te, gezonde en actieve sportbeoe fening uit IU tfhebbe- rij- Leiden lijkt in voetbalgek- te niet on der te doen voor ande re steden. Opmerke lijk genoeg heeft Lei den al tien tallen jaren geen be taald voet bal meer. Dit seizoen is UVS hoofdklasse van het amateur voetbal ge promo veerd. Trots ontvingen Burgemees ter en Wethouders UVS op het stadhuis. UVS behoorde met het Amersfoortse HVC tot de eerste clubs die uit het betaalde voetbal verdwenen. In de vaste rubriek met nieuws van 25 jaar geleden haalde deze krant onlangs op, dat anno 1971 gepoogd werd om betaald voetbal weer in Leiden in te voeren. Omstreeks die tijd bleek uit een onderzoek van KRO's Brandpunt dat er in de Leidse regio een markt zou zijn voor twee clubs betaald voetbal. Het voetbalstadion was in de Leidse Hout gedacht. Dit had enerverende ruimtelijke orde ningsprocedures kunnen opleve ren; er is evenwel niets van geko- Waarom kent Leiden niet de cultuuruiting betaald voetbal en een stad als bijvoorbeeld Deven ter wel? Betaald voetbal hoort bij stedelijke verschijnselen als prostitutie en hoge misdaadcij fers. Ook bij die verschijnselen is de centrumfunctie van Leiden drastisch afgenomen. Leiden heeft ook niet meer de sociale kaart van een industriestad. Be taald voetbal bloeit vooral in traditionele industriesteden. Veelzeggend voor het verlies van stedelijke centrumfuncties van Leiden, is de onzekerheid of Leiden nog net wel of net niet meer meedoet aan het landelijke grote steden-beleid. Leiden be hoorde niet tot de 19 door de re gering geselecteerde steden. Dankzij een goede lobby bij de Tweede Kamer is die groep uit gebreid tot 25 steden. Leiden werd toen alsnog toegevoegd aan de lijst van de echte steden. Wat een verschil met ruim twin tig jaar geleden, toen Leiden sa men met de vier grote steden en Groningen was aangewezen om de voorhoede te vormen van de steden met een stadsvernieu- wingstaak. De structurele processen die de centrumfunctie van Leiden ver zwakken, kan het gemeentebe stuur niet keren. Ui- graag be reid om ter verho- baarheid van de co lumn te beweren dat het gemeente bestuur veel schuld en blaam treft. Voor het verlies van de functies zijn ver wijten echter ti onrede lijk. Lei den is geen op zichzelf staande stad meer, maar steeds meei deel van de Rotterdamse-Haagse agglomeratie en (nog in mindere mate) van de Amsterdamse Voor betaald voetbal moet je ir Rotterdam of Amsterdam zijn Zelfs Den Haag doet niet ech Wel kan het gemeentebestuur de stad Leiden landelijk profile ren op de punten waarin Leider uniek is; waar in het marketing jargon van reclamemakers spra ke is van een "niche". De trouwt lezer weet dat de niche van Lei den in de "klassieke" cultuur ligt De voetbalcultuur van Leider heeft geen landelijke ambities hooguit regionale. Centraa staat de actieve deelname aar het spel. Spelers zijn juist nie professioneel en proberen du niet om de tegenstander zo sne mogelijk het ziekenhuis in U schoppen. De Leidse voetbalcul tuur is gericht op het plezier ir het spel en de sociale contacter waarvoor voetbal een bindendt factor is. Deze Leidse voetbalcul tuur heeft een langer leven dar de huidige waan van de da\ rond het E.K. Bob Rigter: „Jazz is te ver gelijken met een orale tradi tie. In dejazz- wereld van de jaren vijftig was dat nog vrij ge- genwoordig volgt elke jon ge, ambitieuze muzikant, zoals zijn zoon Simon (22), eerst een gedegen oplei ding." foto holvast/mark lamers over zijn eerste stappen in de jazz en het muziekleven dat zich later vooral concentreerde rond Leiden en Haarlem, in ge legenheden als de Twee Spieg- hels en de Haarlemse Jazz Club. Het begon met 78-toeren-pla- ten met solo's van Charlie Par ker en Howard McGhee en na dat hij in het onderwijs beland de, schoot er af en toe tijd over om professioneel te spelen. Rigter begon als autodidact en hoewel hij wel noten leest, speelde hij in die jaren en nu nog voor een groot deel op zijn intuïtie. „Jazz is te vergelijken met een orale traditie." In de jazzwereld van de jaren vijftig was dat nog vrij gewoon, maar tegenwoordig volgt elke jonge, ambitieuze muzikant, zoals zijn zoon Simon (22), eerst een ge degen opleiding. Zending In de jaren vijftig speelde hij nog met grootheden als Toon van Vliet, Wessel Ilcken en Don Byas. In 1956 zijn nog opnamen gemaakt met pianist Hein van der Gaag, ook een autodidact, die helaas nooit zijn uitge bracht. Daarna werd wat rusti ger, hoewel er wel optredens in het Leidse waren met veteranen als bassist Dolf del Prado. Vanaf 1975 had Bob Rigter weer tijd om met enige regel maat op te treden met een ei gen kwartet. Stilistisch heeft Rigter zich sindsdien bewust niet meer veranderd. Inspiratie bronnen voor hem zijn grote (dode) swing- en bop-tenoren als Ben Webster, Dexter Gor don, Zoot Sims en Lester Young, waarbij hij vooral voor de laatste een bijzonder zwak heeft. Op de baritonsaxofoon vertoont Rigters spel een heel ander karakter dat vergeleken wordt met dat van Gerry Mulli gan. Zijn voorkeuren kan Rigter nu trouwens aan een breder pu bliek kwijt als jazzprogramma maker bij Noordwijk Radio. „Ik zie het als zending: het is ook bedoeld voor mensen die zeg gen: 'Ik hou niet van jazz', maar eigenlijk maar één soort jazz kennen." Hij draait van swing tot hard-bop, van Scott Hamil ton tot Miles Davis, die wat ge makkelijker in het gehoor lig gen. Contact met de nieuwe ontwikkelingen in de jazz houdt hij door de cd's die Simon re gelmatig meeneemt. Over de laatste cd met opna men van het live-radioprogram- ma TROS Sesjun in januari van dit jaar, is Bob Rigter zeer tevre den. „Het is leuk dat je met je zoon kan spelen. Er was geen duidelijke taakverdeling, waar bij de verschillende benade ringswijze van de tenoren moet kunnen horen." Simon krijgt ruim de gelegenheid om te sole ren en heeft een belangrijk aan deel met zijn eigen stukken, maar probeert met zijn techniek nooit zijn vader af te troeven. Bob Rigter: „Er is een lage 'hoor-mij-nu-eens-factor'."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 19