'Ik was totaal opgebrand'
Oude wijn in nieuwe zakken
De klankkleur van een zorgenkindje
Cultuur Kunst
Jong jazzpodium winnaar
Cultuurprijs Voorschoten
Tegeltableau
in Panorama
Mesdag
Voetbalcultuur
VRIJDAG 14 JUN11996
19
Leen Jongewaard begraven
Amsterdam Leen Jongewaard is gisterochtend op Zorgvlied in
Amsterdam begraven. Dat heeft zijn vroegere partner Barrie Ste
vens meegedeeld. Overeenkomstig de wens van de vorige week
overleden theaterman vond de begrafenis in alle stilte plaats.
Jongewaard, die 69 werd, verwierf in de jaren zestig grote popu
lariteit met zijn rol in de televisieserie 'Ia Zuster. Nee Zuster'. In
theater en film speelde hij meer dan honderd rollen.
Picasso en Dali in Arnhem
arnhem» Musis Sacrum in Arnhem toont van 20 juni t/m 5 sep
tember werken van Pablo Picasso. De expositie omvat vooral
grafisch werk uit particulier bezit, waarmee Picasso nog nooit
eerder voor het voetlicht trad. Bij Sonsbeek Art Design is van
16 juli tm 20 oktober werk te zien van een andere Spaanse kun-
I stenaar: Salvador Dali. Voorbeide exposities zijn combinatie-
j kaarten te koop.
Brigitte Helm (90) overleden
ascona De Zwitserse actrice Brigitte Helm, die de meeste be
kendheid verwierf door haar rol als robot-vamp in de klassieke
stomme film 'Metropolis' van Fritz Lang, is dinsdag op 90-jarige
leeftijd overleden. Na 'Metropolis' uit 1926 maakte Helm een
hele reeks films, in de meeste waarvan ze de hoofdrol speelde.
De overgang naar de geluidsfilm kostte haar geen moeite. De
laatste film waarin ze speelde was 'Ein idealer Gatte' (Een ideale
echtgenoot) uit 1935.
j voorschoten erna straatsma
Het Podium Jong Professionals
Jazz is gisteravond tot winnaar
gekozen van de Voorschotense
Cultuurprijs. In een vol Cultu
reel Centrum ging de aanmoe-
I digingsprijs naar de jeugdmusi-
calgroep Otis Kids.
I P.L.C. Wezepoel, oprichter
i van de Jong Professionals en
werkzaam aan het Koninklijk
Conservatorium in Den Haag,
I ontving uit handen van cultuur
wethouder H.P. Smits een bron
zen beeldje van de Voorscho-
tense kunstenares Eelkjen
Kloos. De jury van de, door de
I gemeente ingestelde, prijs om-
|1 schreef het winnende gezel-
1 schap, als een 'gouden greep'
'1 voor het culturele leven in Voor
schoten. Het gezelschap, be
staande uit leerlingen van het
Koninklijk Conservatorium,
I geeft elke eerste zondag van de
a maand gratis concerten in café
Het Wapen van Voorschoten,
om podiumervaring op te doen.
Zondag 1 september begint het
podium aan zijn derde seizoen.
De Otis Kids ontvingen een oor-
konde voor hun succesvolle
musicaloptredens, onder meer
voor hun voorstelling 'Het On
gelooflijkste'.
Bij het uitkiezen van de prijs-
winnaars heeft de jury vooral
gelet op het 'eigentijdse' karak-
ter van producties en het 'be-
I reik' daarvan, aldus de voorzit-
1 ter van de jury, G. Sterck. Daar-
naast golden kwaliteit, orginali-
teit, inzet en de verrichtingen in
1995 als criteria.
Voor de Cultuurprijs 1995 wa-
ren vijf genomineerden. A.
Nieuwenhuizen was kandidaat
vanwege haar jarenlange inzet
I voor de 'betere film' in Voor
schoten. Ze werkte lange tijd bij
het Green way-theater en begon
na sluiting van deze zaal met
voorstellingen in het Cultureel
Centrum. J. Peeters werd geno
mineerd vanwege zijn betrok
kenheid bij de organisatie van
allerlei verschillende evene
menten: hij was tevens de initi
atiefnemer van de Voorschoten
se Cultuurprijs. J.J. Trippe werd
met een nominatie beloond
voor zijn 'kwalitatief hoogstaan
de maquettes' van Voorscho
tense gebouwen. Ex-voorzitter
van de Voorschotense Kunst
kring, W. Vis, was de vijfde ge
nomineerde.
Voor de aanmoedigingsprijs
waren drie genomineerden.
Achter het net visten theater
groep Domino (bestaande uit
verstandelijk gehandicapten)
voor hun uitvoering van Shake-
spèares 'Winteravondsprookje'
en het Badkamerkoor onder lei
ding van Leonie van Beuken.
Om de nieuwe Cultuurprijs
een brede bekendheid te geven
is de voordracht van kandidaten
niet beperkt gebleven tot een of
enkele vormen van culturele ac
tiviteiten. Volgend jaar zal dit
mogelijk wèl het geval zijn. „Nu
willen we laten zien dat Voor
schoten een kunstminndend
dorp is," zei cultuurwethouder
H.P. Smits tijdens de prijsuitrei
king. „In de meest brede zin
van het woord. Nu hebben ge
kozen voor een algemene opzet.
Volgende keer zullen we wel
licht kiezen voor een thema,
zoals schrijven of dichten."
De jury liet op haar beurt we
ten dat de criteria voor een vol
gende prijsuitreiking ook 'mis
schien wel heel anders' zullen
zijn.
Drie leden van het dichterscollectief Rottend Staal, oftewel: mooie woorden uit het Hoge Noorden.
foto mark lamers
„Ze doen het leuk, die jongens. Maar hun optre
den heeft wel een hoog Mary Dresselhuysgehal-
te." Ziedaar het oordeel van onze Leidse colum
nist en impresario René Vallentgoed, die gister
avond, gestoken in een nachtblauw gangsterskos
tuum, samen met nog zo'n anderhalve man en
een paardenkop in het LVC de Groningse dich
ters van het collectief Rottend Staal beluisterde.
Vallentgoed, die ooit Jules Deelder onder zijn
hoede had, is wel wat verbaal mitrailleurvuur ge
wend en daarom vielen de woorden uit het hoge
noorden misschien wat tegen.
Rottend Staal is een dichtersgroep die zich niet
wil afzetten tegen de dichters van nu. Hun han
delsmerk is de performance. Hun vrij traditionele
gedichten krijgen iets meer door de absurde
voordracht. Gevijven stonden Martijn Woldring,
Tjitse Hofman, Bart FM Droog, Kasper Peters en
Paul Jainandun Singh gisteravond op het podi
um. Soms als reigers langs de slootkant, in een
schijnbaar wankel evenwicht. Dan weer als wil
den om de borrelende kookpot van de taal. Cli-
ché's werden nieuw leven ingeblazen met een
didgeridoo, een soort Australische waldhoorn.
Regels als 'Het asfalt trilt onder piepende banden'
en het 'Jaaaagen van de wolken boven schapen
die de horizon weggrazen!' doen het goed als ze
met enige dramatiek worden gebracht.
Het is niet de bevlogen voordracht die kenmer
kend was voor Lucebert en ook niet de orgasti
sche zingzang van Johnny van Doorn waarmee
Rottend Staal zich onderscheidt van de gevestig
de dichters. Nee, a la Kamagurka plaatsen zij op
absurdistische wijze kanttekeningen bij het mo
derne leven. Bart F M Droog, een van de dichters,
zorgde voor wat spektakel toen hij op een soort
trommel ging staan, hurkte en een schijtende
medemens nadeed. Daarbij kronkelde uit zijn
mond een prachtige regel als: 'Ik stond op de wc-
bril te schijten'. Na flink wat verbale stank eindig
de het gedicht met de ontnuchterende conclusie:
'Plots had ik geen zin meer in seks.' Je moet er
maar op komen.
Leuk allemaal, maar toen een van de leden van
het collectief ook nog eens een fellatio bij zijn col
lega simuleerde, begon de nacht buiten toch wel
erg aanlokkelijk te worden. De poëzie van Rot
tend Staal doet je wat, maar je moet er wel frisse
lucht bij hebben.
den haag gpd
Panorama Mesdag in Den Haaj
is verrijkt met het - voor zovei
bekend - grootste tegeltableai
naar een werk van zeeschildei
Hendrik Willem Mesdag. He
gebeurde vroeger wel vaker da
met toestemming van de kun
stenaar een schilderij op tegel*
werd gekopieerd. Het enormt
Mesdag-tableau hangt nu bij dt
entree, direct bij de open deui
aan de straatzijde: iets dat dt
Panorama-directie wel aandurf)
omdat het tableau zó zwaar if
dat het met moeite door viei
man naar binnen kon worder
getild.
Minister H. Dijkstal van bin
nenlandse zaken onthulde dt
lijvige aanwinst gistermiddag
kort nadat hij het eerste exem
plaar van het boek 'H.W. Mes
dag, de Copieboeken of De
Wordening van de Haagse
School' in ontvangst had geno
men. Dit boek, verzorgd dooi
de Wassenaarse Mesdag-verza
melaar Johan Poort met assis
tentie van drs. K. Ummels
Hoekstra, bevat brieven uit hel
begin van Mesdags carrière. De
schilder, die een degelijke oplei
ding in het bankwezen had ge
had, hield namelijk een nauw
gezet kopieboek bij van al zijn
uitgaande brieven. Deze 120
jaar oude post geeft nu een
goed beeld van de wijze waarop
Mesdag zijn belangen als kun
stenaar in binnen- en buiten
land behartigde.
In de zalen van het Panorama
Mesdag werd gisteren tevens
een tentoonstelling in gebruik
genomen van schilderijen en
schetsen van Mesdag en zijn
vrouw S. Mesdag-Van Houten,
waarvan enkele werken uit
particulier bezit te koop wor
den aangeboden.
Organist Piet Overduin viert veertigjarig jubileum
Noordwijkse jazzsaxofonist Bob Rigter kan nu zijn eigen tijd indelen
>1 Eeuwen geleden gingen de
kerkorgels op slot. In de strenge
n geloofsbeleving, gepredikt door
e Calvijn, was geen plaats voor
e muziek. Maar de tijden zijn ver-
d anderd en de orgels laten allang
jt weer hun klanken horen.
a „Gelukkig maar", zegt organist
(I Piet Overduin (66), „want mu-
i, ziek geeft mij erg veel levens-
e vreugde. Men zegt wel, dat
mensen die van muziek houden
gelukkige mensen zijn."
Piet Overduin uit Oegstgeest
e, vierde vorige week zijn veertig-
ji jarig jubileum als organist van
(i de Christelijke Gereformeerde
li Kerk Leiden aan de Steen-
ii schuur. De kerkgemeente had
n voor hem een surprise party ge-
3 organiseerd met een optreden
ii van het Leiden English Choir en
gi natuurlijk veel orgelmuziek van
>1 ondermeer Johann .Sebastian
li Bach. Overduin is namelijk een
l liefhebber van Engelse kerkmu-
n ziek en, net als alle organisten,
van Bach.
a Veertig jaar organist bij de-
u zelfde kerk en aan hetzelfde or-
ii gel. Dat is iets bijzonders, aldus
e Overduin. Hoewel hij in het da-
gj gelijkse leven het familiebedrijf,
d een textielgroothandel, leidde,
3 heeft de organist het begeleiden
4 van de kerkdiensten altijd seri
al eus genomen. „Als organist kun
d je de mensen toch iets meege-
j| ven in de christelijke beleving
]j van de eredienst. Je moet voor
jü de eredienst het beste spelen
l] wat er in de muziek is. Bijvoor-
if beeld werken van Bach en Bux-
i tehude. Het is tenslotte een
u kwestie van lofprijzing aan de
Heer."
Orgeltrapper
ili Al als jongetje raakte' Overduin
p gefascineerd door het orgel,
e „Zondags in de kerk vond ik de
i variatie in klankkleur van het
orgel prachtig. Het leek alsof
een heel orkest speelde. En
Piet Overduin: „Muziek geeft mij erg veel levensvreugde. Men zegt
wel, dat mensen die van muziek houden gelukkige mensen zijn." foto
dick hogewoning
toen, op achtjarige leeftijd, wil
de ik ook op les." Hij kreeg aan
de Leidse Muziekschool onder
anderen les van Adriaan Blan-
kenstein, organist in de Pieters
kerk. In de Tweede Wereldoor
log begon hij in de Christelijke
Gereformeerde Kerk als orgel
trapper. Want bij gebrek aan
elektriciteit moest het orgel met
behulp van mensenkracht tot
klinken worden gebracht. In
1956 volgde de officiële aanstel
ling als organist.
Ongeveer één keer per week
begeleidt Overduin de kerkge
meente met orgelmuziek. „Dat
heeft best wel iets feestelijks",
zegt hij. Maar de uitbundige
diensten met halleluja-liederen,
die tegenwoordig in veel protes
tantse kerken worden gehou
den, vindt hij maar niets. „Deze
liederen missen qua melodie
kwaliteit en zijn qua tekst erg
eenzijdig. In onze kerk zingen
we op ingetogen wijze uit de
Psalmen en Het Liedboek voor
de Kerken. Dat bevalt me prima
en daaraan pas ik mijn orgel
spel aan."
Onbegrijpelijk
Het orgel dat Overduin al veer
tig jaar bespeelt, is van Duitse
makelij en volgend jaar precies
honderd jaar oud. De 1811 pij
pen produceren een warme, ro
mantische klank. Het instru
ment werd in 1922 voor 2000
gulden door de Leidse kerk ge
kocht. Maar 'zijn' orgel wordt
steeds meer zijn zorgenkindje.
„Het elektro-pneumatische sys
teem bijvoorbeeld moet nodig
gerepareerd worden", zegt
Overduin. „Steeds vaker treden
storingen op. Ook tijdens de
kerkdiensten. Dan blijft opeens
een toon doorgaan, terwijl dat
niet de bedoeling is. Maar ja, re-
peratie of restauratie is duur."
Natuurlijk hoopt Overduin
nog lang het orgel, 'het konink
lijke instrument onder de mu
ziekinstrumenten', te bespelen.
Hij oefent dan ook, zelfs na
veertig jaar, nog altijd hard. „Ik
wil niet van anderen horen dat
die Overduin het niet meer
goed doet en er maar eens mee
moet ophouden." Op het mo
ment kan hij nog vaak genoeg
spelen, want nu hij gepensio
neerd is begeleidt hij vaak de
extra trouw- en rouwdiensten.
Daarnaast is het steeds moeilij
ker om invallers te vinden, want
steeds minder mensen willen
organist worden. Voor een ge
dreven organist als Overduin
iets onbegrijpelijks. Een orgel-
gek wil hij zichzelf niet noemen.
Maar al hij voor de foto zijn
handen stil op het toetsenbord
moet plaatsen, kan hij het niet
nalaten om snel even een
deuntje op het machtige mu
ziekinstrument te spelen.
Na een wetenschappelijke
loopbaan van meer dan 35
jaar aan de Leidse Univer
siteit, waarin hij als taal
kundige buitengewoon
productief was, kan jazz
saxofonist Bob Rigter
(1934) nu zijn eigen tijd in
delen. Aanleiding om te
kijken hoe het met hem
gaat is het verschijnen van
de cd 'Five on the Rigter
Scale - Live in Sesjun', ge
speeld door het kwintet dat
hij met zijn zoon Simon
leidt, Vijf op de Schaal van
Rigter.
Dankzij zijn vervroegde uittre
ding, „Ik was op het laatst totaal
opgebrand", hoeft hij zich niet
meer te bekommeren om dead
lines en kan hij zijn tijd indelen
zoals hij wil. Rigter voelt zich nu
zeer op zijn gemak.
Het heet dat de ontspannen
Noordwijker een muziekcarriè-
re van meer dan veertig jaar
achter de rug heeft - dat werd in
1993 nog uitbundig gevierd -
maar in feite verdeelde hij zijn
actieve leven in die periode over
twee werelden, waarin zijn aca
demische carrière de voorrang
had. Van studeren op zijn in
strumenten, de tenor- en bari
tonsaxofoon had hij per dag
hoogstens een uurtje over en
optredens waren sporadisch.
Toch kan zijn lp 'Touching You'
(1987) als een belangrijke Ne
derlandse jazzplaat gezien kan
worden. Het album dat ook in
ternationaal goed werd ontvan
gen, laat Bob Rigter horen als
een ontspannen, melodieuze
bop-saxofonist, die vooral in de
ballads zijn grootste invloed en
voorbeeld Dexter Gordon eer
aandoet. De werelden van de
taalkunde en de muziek kon hij
met elkaar verenigen omdat het
volgens hem steeds op hetzelf
de neerkomt, het concentratie
vermogen.
Intuïtie
Het eerste tastbare resultaat van
zijn nieuwe levensfase was de
roman 'Jazz in de Oostzee' dat
zeer positief door de literaire
kritiek werd onthaald. In een
vlotte en tegelijk formeel zeer
geconcentreerde stijl worden de
twee werelden van Rigter met
elkaar verweven tegen de ach
tergrond van een boottocht in
de Oostzee. Terwijl ex-collega's
van de universiteit het fictieve
deel over de academische
machtsstrijd spelden als was het
een sleutelroman, wordt losjes
de jazzgeschiedenis verteld
zoals de schrijver die sinds de
jaren vijftig ook werkelijk mee
gemaakt heeft.
Smakelijk vertelt Bob Rigter
Het Europees kampioenschap
voetbal ontwricht ook in Leiden
het dagelijks leven. Nog steeds
wordt net gedaan of het om
sport gaat. Betaald voetbal heeft
allang niets meer met sport te
maken. Het is spektakel, show,
circus en theater. Als Ajax speelt,
lijkt het soms op een ballet met
improvisaties. Eigenlijk hoort
betaald voetbal op de cultuur
pagina van de krant. Gezien de
enorme bedragen die in het ge
ding zijn, is het ook pleitbaar
om voetbaluitslagen bij de
beursberichten op te nemen. Ne
venverschijnselen als vandalis
me, overmatig biergebruik en
openbare ordeproblemen heb
ben evenmin iets met sport te
maken. Sportpagina's moeten
gereserveerd blijven voor de ech
te, gezonde en actieve sportbeoe
fening uit
IU tfhebbe-
rij-
Leiden
lijkt in
voetbalgek-
te niet on
der te doen
voor ande
re steden.
Opmerke
lijk genoeg
heeft Lei
den al tien
tallen jaren
geen be
taald voet
bal meer.
Dit seizoen
is UVS
hoofdklasse
van het
amateur
voetbal ge
promo
veerd. Trots
ontvingen
Burgemees
ter en Wethouders UVS op het
stadhuis. UVS behoorde met het
Amersfoortse HVC tot de eerste
clubs die uit het betaalde voetbal
verdwenen. In de vaste rubriek
met nieuws van 25 jaar geleden
haalde deze krant onlangs op,
dat anno 1971 gepoogd werd om
betaald voetbal weer in Leiden
in te voeren. Omstreeks die tijd
bleek uit een onderzoek van
KRO's Brandpunt dat er in de
Leidse regio een markt zou zijn
voor twee clubs betaald voetbal.
Het voetbalstadion was in de
Leidse Hout gedacht. Dit had
enerverende ruimtelijke orde
ningsprocedures kunnen opleve
ren; er is evenwel niets van geko-
Waarom kent Leiden niet de
cultuuruiting betaald voetbal en
een stad als bijvoorbeeld Deven
ter wel? Betaald voetbal hoort
bij stedelijke verschijnselen als
prostitutie en hoge misdaadcij
fers. Ook bij die verschijnselen is
de centrumfunctie van Leiden
drastisch afgenomen. Leiden
heeft ook niet meer de sociale
kaart van een industriestad. Be
taald voetbal bloeit vooral in
traditionele industriesteden.
Veelzeggend voor het verlies
van stedelijke centrumfuncties
van Leiden, is de onzekerheid of
Leiden nog net wel of net niet
meer meedoet aan het landelijke
grote steden-beleid. Leiden be
hoorde niet tot de 19 door de re
gering geselecteerde steden.
Dankzij een goede lobby bij de
Tweede Kamer is die groep uit
gebreid tot 25 steden. Leiden
werd toen alsnog toegevoegd
aan de lijst van de echte steden.
Wat een verschil met ruim twin
tig jaar geleden, toen Leiden sa
men met de vier grote steden en
Groningen was aangewezen om
de voorhoede te vormen van de
steden met een stadsvernieu-
wingstaak.
De structurele processen die de
centrumfunctie van Leiden ver
zwakken, kan het gemeentebe
stuur niet
keren. Ui-
graag be
reid om
ter verho-
baarheid
van de co
lumn te
beweren
dat het
gemeente
bestuur
veel
schuld en
blaam
treft. Voor
het verlies
van de
functies
zijn ver
wijten
echter ti
onrede
lijk. Lei
den is geen op zichzelf staande
stad meer, maar steeds meei
deel van de Rotterdamse-Haagse
agglomeratie en (nog in mindere
mate) van de Amsterdamse
Voor betaald voetbal moet je ir
Rotterdam of Amsterdam zijn
Zelfs Den Haag doet niet ech
Wel kan het gemeentebestuur
de stad Leiden landelijk profile
ren op de punten waarin Leider
uniek is; waar in het marketing
jargon van reclamemakers spra
ke is van een "niche". De trouwt
lezer weet dat de niche van Lei
den in de "klassieke" cultuur ligt
De voetbalcultuur van Leider
heeft geen landelijke ambities
hooguit regionale. Centraa
staat de actieve deelname aar
het spel. Spelers zijn juist nie
professioneel en proberen du
niet om de tegenstander zo sne
mogelijk het ziekenhuis in U
schoppen. De Leidse voetbalcul
tuur is gericht op het plezier ir
het spel en de sociale contacter
waarvoor voetbal een bindendt
factor is. Deze Leidse voetbalcul
tuur heeft een langer leven dar
de huidige waan van de da\
rond het E.K.
Bob Rigter:
„Jazz is te ver
gelijken met
een orale tradi
tie. In dejazz-
wereld van de
jaren vijftig was
dat nog vrij ge-
genwoordig
volgt elke jon
ge, ambitieuze
muzikant, zoals
zijn zoon Simon
(22), eerst een
gedegen oplei
ding." foto
holvast/mark
lamers
over zijn eerste stappen in de
jazz en het muziekleven dat
zich later vooral concentreerde
rond Leiden en Haarlem, in ge
legenheden als de Twee Spieg-
hels en de Haarlemse Jazz Club.
Het begon met 78-toeren-pla-
ten met solo's van Charlie Par
ker en Howard McGhee en na
dat hij in het onderwijs beland
de, schoot er af en toe tijd over
om professioneel te spelen.
Rigter begon als autodidact
en hoewel hij wel noten leest,
speelde hij in die jaren en nu
nog voor een groot deel op zijn
intuïtie. „Jazz is te vergelijken
met een orale traditie." In de
jazzwereld van de jaren vijftig
was dat nog vrij gewoon, maar
tegenwoordig volgt elke jonge,
ambitieuze muzikant, zoals zijn
zoon Simon (22), eerst een ge
degen opleiding.
Zending
In de jaren vijftig speelde hij
nog met grootheden als Toon
van Vliet, Wessel Ilcken en Don
Byas. In 1956 zijn nog opnamen
gemaakt met pianist Hein van
der Gaag, ook een autodidact,
die helaas nooit zijn uitge
bracht. Daarna werd wat rusti
ger, hoewel er wel optredens in
het Leidse waren met veteranen
als bassist Dolf del Prado.
Vanaf 1975 had Bob Rigter
weer tijd om met enige regel
maat op te treden met een ei
gen kwartet. Stilistisch heeft
Rigter zich sindsdien bewust
niet meer veranderd. Inspiratie
bronnen voor hem zijn grote
(dode) swing- en bop-tenoren
als Ben Webster, Dexter Gor
don, Zoot Sims en Lester
Young, waarbij hij vooral voor
de laatste een bijzonder zwak
heeft. Op de baritonsaxofoon
vertoont Rigters spel een heel
ander karakter dat vergeleken
wordt met dat van Gerry Mulli
gan.
Zijn voorkeuren kan Rigter nu
trouwens aan een breder pu
bliek kwijt als jazzprogramma
maker bij Noordwijk Radio. „Ik
zie het als zending: het is ook
bedoeld voor mensen die zeg
gen: 'Ik hou niet van jazz', maar
eigenlijk maar één soort jazz
kennen." Hij draait van swing
tot hard-bop, van Scott Hamil
ton tot Miles Davis, die wat ge
makkelijker in het gehoor lig
gen. Contact met de nieuwe
ontwikkelingen in de jazz houdt
hij door de cd's die Simon re
gelmatig meeneemt.
Over de laatste cd met opna
men van het live-radioprogram-
ma TROS Sesjun in januari van
dit jaar, is Bob Rigter zeer tevre
den. „Het is leuk dat je met je
zoon kan spelen. Er was geen
duidelijke taakverdeling, waar
bij de verschillende benade
ringswijze van de tenoren moet
kunnen horen." Simon krijgt
ruim de gelegenheid om te sole
ren en heeft een belangrijk aan
deel met zijn eigen stukken,
maar probeert met zijn techniek
nooit zijn vader af te troeven.
Bob Rigter: „Er is een lage
'hoor-mij-nu-eens-factor'."