Verteerd door
heimwee
en trauma's
Gelukkig, maar niet lang
ZATERDAG 11 ME11996
Wie kent ze niet. Vietnamese loem
piaverkopers die met een glimlach
maar zwijgzaam op druk bezochte
plaatsen vanuit een mobiele snackbar hun waar
verkopen. Ze horen er tij. En tegelijkertijd ook
weer niet, want weinig Nederlanders zullen zich
hun komst nog herinneren, laat staan de reden.
Het mededogen met het lot van de uitgeputte
bootvluchtelingen duurde maar kort. De Vietna-
mezen verdwenen uit het nieuws en daarmee uit
de aandacht van het publiek en de overheid. Het
zou hen wel goed gaan, zo werd algemeen veron
dersteld.
Maar niets is minder waar. Achter het masker
van een Vietnamese neringdoende kan een wereld
van ellende schuil gaan. Al heeft geen enkele bui
tenstaander daar ook maar het geringste vermoe
den van. Het loempiaatje smaakt, is betaalbaar en
de verkoper oogt tevreden. Dat Item wellicht uit
gemoorde dorpen door het hoofd spoken, of Thai
se piraten die rovend en moordend op het wrakke
vluchtbootje tekeer gingen, blijft verborgen. Ge
trouw als hij is aan het Aziatische adagium dat
een gast niet klaagt en onafgebroken zijn dank
baarheid toont.
Die opmerkelijke Vietnamese volksaard geldt
ook voor de onderlinge verhoudingen. Geschokt
was op tweede paasdag de Vietnamese gemeen
schap in Houten,- toen een zwaar overspannen
landgenoot enkele uren z'n gezin in gijzeling
hield, de huisraad aan diggelen sloeg en daarna
probeerde zich van het leven te beroven. Nie
mand had dat verwacht.
Als verklaring voor de onverwachte geweldsex
plosie geeft Ti.A. Pham van de Vereniging Vietna-
mezen in Houten op dat 'een Aziatische man zijn
problemen niet bespreekt met z'n vrouw, familie
of vrienden'. „Iedereen dacht dat hij het in Neder
land had gemaakt", zegt Pham.
Achteraf is gebleken dat de loempiaverkoper
wordt verteerd door heimwee, radeloos is over
zijn stervende moeder in Vietnam en dagelijks
droomt van oorlogsverschrikkingen. Bovendien
dreigt z'n rijdenden snackbar failliet te gaan. De
bank weigert hem een lening.
Structureel
Dat hier geen sprake is van een incident maar van
een structureel probleem onder de Vietnamese
bevolking in ons land, bevestigt mevrouw Veen-
stra, hoofd maatschappelijk werk van de Stichting
ZOA in Apeldoorn. Deze christelijke organisatie
voor internationale vluchtelingenhulp vangt al
sinds de zeventiger jaren Vietnamezen op met
psycho-sociale problemen. „Deze groep", zegt
Veenstra, „heeft lang de schijn kunnnen ophou
den dat het prima gaat. Maar hun energie is op.
Honderden zijn er slecht aan toe."
De cijfers liegen er niet om. Per jaar doen tussen
de 600 en 700 Vietnamezen een beroep op ZOA.
Dat gaat al een lange tijd zo. Volgens ruwe schat
tingen van Veenstra kampt een op de vijf Vietna
mezen (20 procent) met dusdanige psychosociale
problemen dat professionele hulp noodzakelijk is.
En de vraag om hulp neemt toe. ZOA heeft echter
slechts vijf maatschappelijk werksters beschik
baar, van wie twee van Vietnamese oorsprong.
„Te weinig", zegt Veenstra. „Het is een druppel op
een gloeiende plaat."
Hay Nguyen is een van de Vietnamese maat
schappelijk werksters van ZOA en heeft elke dag
met haar ontredderde landgenoten van doen. „De
problemen worden steeds ernstiger", zegt deze
vriendelijke en bewogen vrouw. Als hoofdoorzaak
van de moeilijkheden noemt zij het totaal misluk
te integratieproces voor het merendeel van de eer
ste generatie bootvluchtelingen en ten dele voor
hun kinderen.
„De ouderen", zegt Hay, „worden verscheurd
door verdriet over wat ze tijdens de oorlog en hun
vlucht hebben meegemaakt. Velen verlangen te
rug naar hun land." Bovendien meent Hai dat het
niet is gelukt een brug te slaan tussen de socialere
Vietnamese en individualistische westerse cul
tuur. En de Nederlandse taal is te moeilijk voor
hen. Hai: „Met name de alleenstaanden zijn weg
gezonken in hun isolement. Ze raken aan de
drank of verslaafd aan gokken. Ze hebben nauwe
lijks contacten met landgenoten. Die wonen vaak
ver weg. En Vietnam wil ze niet terug nemen."
De verwijdering van de Nederlandse samenle
ving wordt nog eens extra in de hand gewerkt
door het hoge percentage werklozen. Tweederde
zien kunnen worden van het gebrek aan goede
psychosociale begeleiding toentertijd in de op
vang. „Was er meer aandacht geweest voor al die
stress", zegt hij, „dan hadden de ouders nu veel
beter met zichzelf en hun kinderen kunnnen om
gaan."
Zonder meer het ergste van al die opeengesta
pelde drama's is het probleem van de gezinsher
eniging. De Nederlandse vreemdelingenwet is op
dat punt een monster. Een aantal Vietnamezen
heeft destijds baby's en kleine kinderen bij familie
achtergelaten. Het was te riskant ze op die bootjes
mee te nemen. Maar de wet zegt dat kinderen die
vrijwillig zijn ondergebracht bij een grootmoeder
of een tante, geen deel meer uitmaken van het ge
zin. Ze zijn hier ongewenst.
„Barbaars en onbegrijpelijk", zegt Bets Asman
(73) van Vluchtelingenwerk uit Den Bosch. „Van
oorlogstrauma's kun je erg ziek worden, maar je
kind niet terugkrijgen, maakt je kapot." Meer dan
28 jaar woonde en werkte ze als katholiek religieus
in Vietnam. De communisten schopten haar er
uit. Maar ze liet het er niet bij zitten en stelde zich
in dienst van de bootvluchtelingen. Dagelijks
voert ze een titanenstrijd tegen een onmenselijke
wet en kafka-eske bureaucraten in Den Haag.
„Maar", zegt ze met een lichte triomf „soms lukt
het ons met advocaten zo'n kind toch hier te krij
gen."
Het Nederlandse vluchtelingenbeleid rammelt.
Al deccenia lang worden opeenvolgende fouten
gemaakt door een overheid die wel de pretentie
heeft vluchtelingen een veilige haven te bieden,
maar dat lang niet altijd waar maakt. Dr. Van Wil
ligen van Pharos voorziet dan ook grote proble
men voor de vluchtelingenopvang in de toekomst.
Ze verwijst naar het gesol met tienduizenden
asielzoekers.
„Door een beleid waar niemand iets van be-
grijpt", zegt ze bitter, „maakt justitie het voor die
getraumatiseerde mensen nog ellendiger dan ze
het al hebben." Volgens de arts krijgen dokters en
psychologen later al die problemen voorgescho
teld. Aan die hulpverlening zijn hoge kosten ver
bonden. „Verkwisting", zegt ze, „daar is de ge-
Vietnamese bootvluchtelingen in psychische nood
Er wonen in Nederland meer dan 10.000 voormalige Vietnamese bootvluchtelingen. In de
zeventiger jaren op drift geraakt uit angst voor het oorlogsgeweld en vervolgingen. Vrijwel
geruisloos vestigden ze zich hier. Maar nog steeds lijden duizenden van hen aan oorlogs- en
vluchttrauma's, treuren velen van eenzaamheid en heimwee en heeft tweederde van de
mannen geen werk. Een oplossing is er niet.
ESSüESEESïïg
telijke spankracht is het bij velen gedaan."
Het lijkt erop volgens Van Willigen dat de over
heid niet van de geschiedenis wil leren. „Na de
Tweede Wereldoorlog", zegt ze, „werden overle
venden van de Duitse vernietingskampen ook aan
hun lot overgelaten. Niemand wist wat de gevol
gen daarvan zouden zijn. Nu blijkt dat veel oor
logsslachtoffers vijftig jaar later nog gebukt gaan
onder hun trauma's. Met de Vietnamezen gaat het
dezelfde kant op."
De vluchtelingdeskundige trekt de parallel door
naar de huidige asielzoekers in ons land. In verge
lijking met de Vietnamezen, die op uitnodiging
naar ons land kwamen en een verblijfsvergunning
al in hun zak hadden, zijn asielzoekers er nog be
roerder aan toe „Voor die groep begint de narig
heid pas", zegt ze. „als ze zekerheid hebben over
hun status en uit de opvangcentra zijn." Volgens
de arts leven asielzoekers nu dag in dag uit met de
angstige twijfel of ze wel of niet mogen blijven.
„Zij moeten in die centra de besluiteloosheid van
de overheid eerst zien te overleven."
Hoe ver heen onbehandelde getraumatiseerde
vluchtelingen kunnen geraken, maakt de Vietna
mese psycholoog drs. Lam Thanh Hung (36) uit
Delft dageljks mee. Ook hij was bootvluchteling.
Lam is de enige Vietnamese psychotherapeut in
Nederland op wie in feite al zijn zieke landgeno
ten zijn aangewezen.
„Ik kan het bij lange na niet aan", zegt Lam iet
wat moedeloos. Bij veel nieuwe patiënten volstaat
hij met het stellen van de diagnose om ze vervol
gens door te verwijzen naar een Riagg of een
PAAZ, een psychiatrische afdeling van een zieken
huis. „Een goed resultaat van een behandeling is
alleen maar te bereiken als je je emoties in je
moedertaal kan uiten. Bij een Riagg is al snel de
taal het probleem en dan heeft therapie weinig
Behalve verwerking van oorlogs- en ander leed,
krijgt Lam ook steeds meer te maken met de kin
deren van bootvluchtelingen. Ook zij raken 'be
smet' met de trauma's van hun ouders. Boven
dien ontstaan generatieconflicten doordat de tra
ditionele cultuur thuis botst met de vrijere, wes-
Vietnamese bootvluchtelingen. Opgejaagd door oorlogsgeweld en vervolgingen. foto archief
eerder je begint met de ondersteuning bij de ver
werking van al dat leed, des te sneller stel je vluch
telingen in staat zich aan een samenleving met
een totaal andere cultuur aan te passen."
Van Willigen bestudeerde de problematiek van
vluchtelingen uitvoerig en promoveerde er ook
op. Haar stelling is dat je als overheid heel veel
moet investeren in de eerste opvang van mensen
die vanwege oorlogen, vervolgingen of intense ar
moede alles hebben achtergelaten wat hun dier
baar is. „Maar in Den Haag trekken ze liever een
blik ambtenaren open voor justitie, dan extra geld
te stoppen in de opvang en begeleiding",zegt ze
verbolgen.
Gezichtsverlies
Hoe erg de Vietnamese bootvluchtelingen er aan
toe waren, ervoer Van Willigen toen ze in 1987 een
kamp bezocht op een eilandje voor de kust van
Maleisië. Tienduizenden bijeengepropt, verbleven
er vaak langer dan een jaar onder erbarmelijke
omstandigheden. „Ze hadden nauwelijks te eten,
de hygiëne was een ramp en iedereen had gruwe
lijke dingen meegemaakt", zegt ze, nog aange
daan als ze er aan terugdenkt. „Familieleden wa
ren onderweg van uitputting gestorven. Of zo'n
Thaise piraat had voor de ogen van de echtgenoot
z'n vrouw verkracht, haar soms daarna ver
moord."
Het verbaast Van Willigen niet dat bij de Vietna
mezen pas 15 tot 20 jaar na dato de geestelijke
problemen naar boven komen. „Voor een Vietna
mees betekent het enorm gezichtsverlies als hij
zaak voor het ech
voor een deel wel b
medisch directeur
ting Pharos in Utr
subsidieerde instel
last is met de bevo
de gezondheids2
vluchtelingen, is zi
met de Vietnames
tiek. „Er is bij de
tijdens de opvang,
later, onvoldoende
ning gehouden mei
traumatische erv;
gen tijdens de oorl-
zegt ze gedecideerd
Politici en ambte
ten maken, wil V
Willigen niet. One
varenheid kon in d
tijd nog als excuu
gelden. Maar' de
zelfde fout word
nu met de asiel
zoekers opnieuw
begaan. Zowel de
onmenselijke lan
ge wachttijd in de
opvangcentra als-
wel het negeren
van de psychi
sche nood als ge
volg daarvan. En
dat vindt ze wel
laakbaar.
Volgens de
arts is het van
eminent belang
dat vluchtelin
gen die vreselij
ke dingen heb
ben meege
maakt, meteen
de hulp krijgen
die ze nodig
hebben. „Hoe
van de Vietnamese mannen (75 procent) heeft
geen baan. Uit onderzoek van het Nederlands In
terdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in
1988 bleek dat nog geen veertig procent de kost
zelf kon verdienen.
Hindernissen
Als oorzaak noemen de vluchtelingenorganisaties
de nauwelijks doeltreffende bemiddeling van ar
beidsbureaus, toen en nu. Met uitzondering van
een enkeling, zoals in Helmond waar een direc
teur extra z'n best doet. Geen erkenning van in
Vietnam behaalde diploma's is een ander obsta
kel. Maar ook de taalbarrière speelt een rol. En
niet in de laatste plaats zijn ook de ernstige psy
chische problemen er debet aan dat velen niet
aan de slag kunnen.
De vraag is echter of de overheid al die misluk
kingen zijn aan te wrijven. Nederland had na de
Tweede Wereldoorlog alleen met de Molukkers er
varing als het ging om de opvang van een grote
groep vluchtelingen en de opvang van de duizen
den Vietnamezen was eigenlijk niet eens zo slecht.
Maar volgens ZOA en andere vluchtelingenor
ganisaties zaten de Vietnamezen net als de asiel
zoekers nu te lang in de opvangcentra. De mees
ten moesten een tot anderhalf jaar wachten voor
dat gemeenten woningen beschikbaar stelden. Ze
raakten gehospitaliseerd, wenden aan een bestaan
waarin alles voor hurr geregeld werd. Bovendien
stond er geen team psychologen en psychiaters
om deze zwaar gehavende groep meteen hulp te
bieden. De kiem voor een fiasco was gelegd.
Voor de arts dr. T noc waiioon ïin* oor.
anneer hij zo af en toe op
kijkt, zijn de ogen vochtig.
Maar hij geeft niet toe aan z'n
emoties. „Ik begrijp er niets
iian", zegt hij in gebrekkig Ne
derlands. „Mensen praten slecht
over mij, ze willen niks met me
ie maken hebben. Ze kijken me
boos aan, lopen me achterna."
Thanh Hung Nguyen (38) uit
Harderwijk is een van de vele
voormalige Vietnamese boot
vluchtelingen die door schrijnen
de oorlogs- en vluchttrauma's
geestelijk diep in de put is ge
raakt. Hij is verward. Achtervol
gingswaan maakt zich af en toe
van hem meester. Maar hij wil er
niet voor uitkomen, zoals zoveel
Vietnamezen. Ze schamen zich,
voelen zich schuldig en zijn bang
niet begrepen te worden.
Thanh kwam in 1979 naar Ne
derland, na teisterende omzwer
vingen op zee en een jaar durend
verblijf in een vreselijk kamp in
Maleisië. In die 'vergeetput' teer
de hij met z'n zuster maanden
lang op een rantsoen waar je net
niet van dood ging. Tenminste,
de sterksten, want de zwakken
stierven als ratten. „De begraaf
plaats was daar heel groot", zegt
Thanh zacht.
In Nederland verpieterde hij al
snel. Woonde alleen en werkte
keihard in een conservenfabriek,
later in een metaalbedrijf. Jaren
van eenzaamheid. Hij wilde uit
eindelijk terug. Maar het Vietna
mese regime laat alleen degenen
toe die oud^r zijn dan 65 of jon
ger dan 16.
Met een Nederlands paspoort
waagde hij het er in 1992 op in
Vietnam een vrouw te zoeken.
Huwbare Vietnamese vrouwen
zijn in Nederland schaars. Een
maal een geliefde gevonden en
getrouwd, moest hij nog een jaar
in Nederland op haar wachten.
Totdat justitie het behaagde zijn
bruid te dulden.
Even lag het geluk op de loer.
Na twee jaar werd zoontje Lan
geboren. Vader veranderde van
baan. Conciërge op een school.
Maar het onverwerkte verleden
begon hem steeds grotere parten
te spelen. Hij werkt nog wel.
Maar voor hoe lang?
In de sober ingerichte flat met
plastic bloemen op een wand-
meubeltje dreigt Thanh opnieuw
weg te kwijnen. Van onmetelijk
verdriet en heimwee. Vrouw en
kind kunnen hem niet helpen.
Wie en wat wel? „Rust en terug
naar m'n geboortegrond. Met
m'n familie weer praten, weer la
chen."
Met die illusie tobt hij verder.
December 1978. Het Nederlandse schip 'Nedlloyd Florida' heeft een groep Vietnamese bootvluchtelingen opgepikt uit de Zuid Chinese Zee. Via Singapore kwamen de Vietnamezen in Neder
land terecht. foto archief