het beste land van de aarde Nederland Fietsland In heel Nederland wordt van daag, 11 mei, voor het 23ste achtereenvolgende jaar de lan delijke fietsdag gehouden. ANWB en VVV's, die het eve nement in samenwerking met de TROS, de Nationale Postco de Loterij (Stichting Doen) en de Nederlandse Hartstichting organiseren, hebben vanuit 360 verschillende startplaatsen bij elkaar 225 routes uitgezet. De trajecten variëren in lengte van 30 tot 35 kilometer en er wordt in de meeste gevallen begon nen en geëindigd bij het plaat selijke VVV-kantoor. Er kan vanaf 9 uur worden gestart. Na 13 uur sluiten de inschrijvings kantoren. Speciale aandacht is dit keer besteed aan 'Ons Industriële Erfgoed'. Tal van routes lopen langs monumenten als het Ir. Woudagemaal in Lemmer, het stoomgemaal in Halfweg, en de indrukwekkende rij fa- brieksgevels in de Zaanbocht te Wormen Ook zijn - ter gele genheid van de tegelijkertijd georganiseerde 'Nationale Mo lendag' - veel molens openge steld, moet er gebruik worden gemaakt van oude voetveren en kan er worden deelgenomen aan rondleidingen in een aantal boerenbedrijven. Zesentwintig baronnen, boeren en andere particuliere eigena ren van landerijen, landgoede ren, bossen en natuurterreinen staan klaar om onder de titel 'Dag van het Particulier Gast heerschap' groepen bezoekers rond te leiden over hun bezit. Met het open huis wil de Fede ratie laten zien dat particuliere eigenaren belangrijk zijn voor de natuur en het landschap. Nederland telt duizend particu liere landgoederen. Veertig procent van het bos wordt door particulieren beheerd. Deelneming aan één van de fietstochten kost vijf gulden per persoon. Een deel van dit bedrag komt ten goede aan kinderen met een aangeboren hartafwijking. Na afloop van de rit ontvangt iedere fietser, die vóór 17 uur finisht een her inneringsmedaille. Informatie over startplaatsen, routes enzo voort kan worden verkregen op een speciaal informatienum mer: 070-31 41 46 0. ZATERDAG 11 MEI 1996 FRIESLAND, Het landschap als katalysator. Hier - boven op een zich door de eindelo ze vlakte ten noorden van Leeuwar den wentelend dijkje - waait het dubbel zo hard, kijk je dubbel zo ver, is de lucht dubbel zo blauw en schijnt de zon dubbel zo uitbundig. Wit licht spettert in kleine snippers door de rechte sloten en beneden in het groenste groen van Nederland kauwen loom een paar zwartwitte koetjes. Aan de einder wijst de to ren van Ferwerd de weg. De band jes zoemen vergenoegd over het as falt. De wereld als een prenten boek. 'Vergis je niet', zegt de man die in Nieuwe- bildtzijl de ramen van zijn dijkhuis staat te ze men, 'dit is het beste land van de aarde'. Ik ken die regel. Bijna veertig jaar geleden met dubbele tong ingestudeerd op een memorabele zeilvakantie in Grouw en daarna nog vaak ge zongen tijdens onder meer kaatswedstrijden in Franeker. Flean op. Wv sjonge it béste lanfan d'ierde... Onze stemmen stuiteren laag en iel over de weilanden. We lachen, schudden el kaar de hand en hij vraagt of ik binnen een kop koffie kom drinken. In de trommel zitten nog net twee kaakjes. De Elfstedentocht op z'n best. In alle rust, op de fiets en bij een schaterend zonnetje. Drie honderd kilometer in drie dagen. Da's te doen. Eindelijk Hoogebeintum bezocht. En zingend in mezelf over het Legeanster Paad tussen de verruigde weilanden en meren door van Irn- sum naar Sneek gereden. En weer eens in op perste verbazing dat wonderlijke meesterwerk van de Friese naïef Ruurd Wiersma bekeken. Ik was in september 1977 voor het laatst in z'n huisje aan de Mounewei in Birdaard geweest, niet lang voor zijn overlijden. De voormalige melkvaarder had zijn woonkamer van plafond tot plint beschilderd met de vierjaargetijden en daar zou een boek over worden gemaakt. Cliché-Fries Wiersma zat onderuit gezakt in een oude fau teuil, vlak naast een door hem net voltooid schilderij van een door wilde golven bespoeld strand waarop temidden van wat badgasten een olifant sjokte en waarvan ik mijn ogen niet kon afhouden. Het gesprek verliep met horten en stoten. 'Uit uw werk', zei één van de aan wezigen op een gegeven moment tot de gast heer, 'spreekt het advocaatje, de slagroom en de sigaren van de zondag'. Ik wou dat ik het bedacht had, maar de schilder (nuchter, een tikje stug en wars van poespas) leek er niet van onder dè indruk. 'Mmmmmmjaaa' antwoord de de vleesgew.orden cliché-Fries mompelend en keek afwezig het raam uit. Een kwartiertje later waren we onverrichter zake en enigszins onthutst vertrokken. Nu, bijna twintig jaar later rondstommelend in het kleine peperkoekhuisje aan de Dokkumer Ee dat intussen een bezienswaardigheid van de eerste orde is geworden, kom ik opnieuw tot de slotsom dat weinig kunstenaars de sfeer van Friesland zo eenvoudig en tegelijk zo nauwge zet hebben weergegeven als Ruurd Wiersma. Drie dagen lang fiets ik door een schilderij dat hij gemaakt zou kunnen hebben. Daar ligt, 's ochtends om half acht, in alle stilte de Zout- sloot van Harlingen. In het midden 'de statige gracht met het stille zwarte water en daarlangs de hoge houten beschoeiing, de rijen jonge boompjes, de poppenkasthuisjes en de gas lichtlantaarns. Zo was het en zo hoort het altijd te blijven. Verandert er dan niets in Friesland? Jawel. De omgeving van het Leeuwarder station bestaat onderhand uit niets anders dan een koud Baby- Ion van beton, staal en glas en in Franeker heeft de ontwerper van het nieuwe kantoorge bouw van de provinciale bank zich helaas la ten inspireren door een bezoek aan de Efteling. Hans en Grietje in Frentsjer, je band springt spontaan van je voorwiel. Niettemin: Franeker blijft me, met Harlingen, van alle Friese steden het liefst. Het stadhuis, het planetarium, het mechanische poppenspel 'Salomon's Recht spraak' van rasknutselaar Jan Elzinga, het Martemahuis en de PC natuurlijk, het 'wereld kampioenschap' kaatsen op het aan de zijkan ten enigszins oplopende veldje naast Fries- lands befaamdste kroeg, 'De Bogt Fen Guiné'. Jarenlang juichte en applaudisseerde ik hier op een woensdag in augustus (of eigenlijk de vijf de woensdag van juli) voor de onvergetelijke zitbaden van de linkshandige opslager Sake Saakstra en de herculesslagen van zijn maat Piet Jetze Faber uit Vrouwenparochie, de ko ning aller kaatsers, al willen anderen doen ge loven dat die eer Hotse Schuil toekomt. „Wie is jouw fa-voriet?" vraag ik het dienstertje in 'De Bogt'. Ze lacht en zegt dat ze het niet weet. Ze is niet van hier en heeft nog nooit tus sen twaalfduizend Friezen in opperste span ning naar de helden van het spel gekeken. Het arme wicht kent de regels niet eens. Er welt een diep medelijden in me op. Het is dan al tegen de middag en ik moet nog naar Dokkum. In Friesland is het altijd bar slecht opschieten. Want hoe gaat dat? Je stapt in het beeldige Hindelopen binnen bij Gauke Bootsma, de conservator van het onvergelijk baar mooie Schaatsmuseum en komt Heije Visser tegen. Heije ('en alsjeblieft geen Haie, zoals iedereen schrijft') is sinds 1972 rayon hoofd Stavoren van Vereniging de Friesche Elf Steden, de oudste in functie. „Had-ie nou echt niet door kunnen gaan Heije?", jengel ik de turbulente winter '95-'96 nog eens in herin nering brengend. De 76-jarige boer lacht ge heimzinnig en vertelt dat op zijn traject, tussen de Warnser brug en Molkwerum inderdaad al les dicht lag. „Maar d'r ligt nog honderdtach tig kilometer hè." Schaatsmuseum Voordatje 't weet, ben je een uur kwijt hier. Schiet een willekeurige passant aan en jan en alleman begint zich ermee te bemoeien. In het Schaatsmuseum zijn dat Gauke, de dochter van Heije en de na een minuut of twintig op doemende en gezellig aanschuivende oud-elf- stedencrack Wim Augustin; in Berlikum (een dag verderop) de halve bevolking. In een van de mooiste Öt- en Sienstraatjes van Friesland, de Buorren, leg ik een mevrouw de vraag voor of het waar is dat de hoge heren haar woon plaats ooit wilden promoveren tot de twaalfde stad van Friesland en - om alvast wat indruk te maken - die reusachtige koepelkerk lieten bou- Dat verhaal hoort ze voor het eerst, dus vraagt ze belet bij een paar voorbijgangers. Binnen drie minuten ontstaat een even levendige als vermakelijke discussie met de fietser als zwij gend (want hij verstaat wel Fries, maar spreekt het niet) middelpunt. Verrassende uitkomst: 'Berlikum heeft haar stadsrechten ooit voor goed geld verkwanseld aan Franeker'. Geboren vertellers zijn het, die Friezen. Of je nou als enige passagier op het pontje staat over de Langweerder Vaart, in Sint Nicolaasga zo maar wat staat te kijken naar een intrigerende, geheel onder het klimop schuilgaande villa die Boschoord is geheten of tegen de bijna negen meter hoge terp van Hoogebeintum bent opge- fietst; overal staan ze om het hoekje op je te wachten, lijkt het wel. Waarom overigens, was ik nog nooit eerder naar Hoogebeintum gereden Sommige din gen in het leven zijn niet te verklaren. Wél in het zeer nabijgelegen Ferwerd geweest, in Holwerd en in Birdaard en ook nog eens rond geneusd in het onaanzienlijke Foudgum waar Piet Paaltjens ooit Gods woord predikte. Maar Hoogebeintum, die uit aarde, stenen hompen, een Fries kerkje en de mooist gelegen begraaf plaats van Friesland opgetrokken boerenro man, links laten liggen. Het Grote Niets, wordt deze streek door elfstedentochtrijders ge noemd. Weten zij veel. Drabbig De terpen, voormalige vluchtheuvels in een drabbig land, worden bedreigd. Er is een stich ting opgericht (RAAP - Regionaal Archeolo gisch Archiveringes Project) die moet voorko men dat de markante, gezichtsbepalende heu vels met kerk en al wegzakken in de weke bo dem of gewoon op de shovel gaan. In het be zoekerscentrum aan de voet van Hoogebein tum worden me vanachter de balie in gloed volle bewoordingen de gevaren voorgelegd. Gravende boeren, uitbreidende industrieterrei nen en de aanleg van wegen. Het is slechts een greep. Laatst nog verdween een terp te Beet gum. 'Meneer, dat mag echt zo niet doorgaan hoor.' Zo denken er in de provincie gelukkig meer Elfstedentocht is fietsen door een prentenboek over. Sterker nog: er worden pogingen in het werk gesteld Friesland voor een deel in de ou de staat terug te brengen. Maar dat ze zich voorlopig wél concentreren op de afbraak van bijvoorbeeld die foeilelijke silo van de veevoe derfabriek in Sloten en Gaasterland laten zoals hel is. Tussen Mirns en het Rode Klif fiets ik langs een reüsachtige schilderijlijst met pro testgedicht, daar door boeren neergezet. Hier is een nieuw natuurgebied gepland, het Friese Gooi of iets dergelijks. De bevolking vraagt zich af waarom en ik van de weeromstuit ook. Alsof dit heuv'lende cultuurlandschap al niet aantrekkelijk genoeg is. Ik stap af, kijk bijtend in een nog warme krentenkadet vanuil ver schillende hoeken door de lijst en zie Friesland voor de zoveelste keer tijdens deze rit op zijn mooist. Het groen van de weiden, het rood van de boerderijen en het blauw van lucht en wa ter. Het beste land van de aarde. Info: De Elfstedentocht op de fiets kan gedurende de hele zomer worden gereden. De totale lengte is circa 300 kilometer en er kan worden geboekt voor zowel een zevendaags als een (dit jaar voor het eerst) vierdaags arrangement. De bagage wordt nagebracht, prijzen liggen - afhankelijk van de ho tels waarin men slaapt - tussen de 450 en 750 gul den. Verdere inlichtingen: Provinciale VVV Fries land, Stationsplein 1,8911 AC Leeuwarden, 06 - 32 02 40 60. Frieslands hoogste terp Hoogebeintum: een uit aarde, steenhompen, een kerkje en een prachtige begraafplaats opgetrokken boerenroman. Het groen van de weiden, het rood van de boerderijen en het blauw van lucht en water. Friesland zoals het altijd moet blijven. FOTO VW FRIESLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 27